06.08.2015 Views

kol. b.d. Charles Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

kol. b.d. Charles Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

kol. b.d. Charles Brantz - Nederlandse Officieren Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

C A R R E AC TI EIn Carré 11/12 (2010) publiceerde <strong>kol</strong> b.d. drs. A.C. Tjepkema een opiniestukonder de titel ‘Plannen op cohesie en voortzettingsvermogen in plaats vanop deelbelangen.’ Kol. b.d. <strong>Charles</strong> <strong>Brantz</strong> reageert in onderstaand artikel.Nieuwe rondeminder kansen“I think it is important to point out that the Army VisionStatement begins and ends talking about people. Peopleare central to everything we do in the Army. Institutions donot transform; people do. Platforms and organizations donot defend the Nation; people do. And finally, units do nottrain; they do not stay ready; they do not grow and developleadership; they do not sacrifice and they do not take risks onbehalf of the nation; people do. The magnificent moments asan Army continue to be delivered by our soldiers in the field.To ensure continued success we have taken important stridesin taking care of our people and their families. Withoutpeople in the equation, readiness and transformation arelittle more than academic exercises.”Generaal Eric Shinseki voormalige CSA; End of TourMemorandum, juni 2003.De <strong>Nederlandse</strong> krijgsmacht staat opnieuw op dedrempel van een reorganisatiefase die de kenmerkenvertoont van een personeelsafslankingproces. Hetgevaar dreigt dat vooral de werkvloer de dupe vande gedwongen inkrimping van het personeelsvolumezal worden en de verhouding Chiefs en Indians nogonevenwichtiger wordt dan die al is. In dat gevalzal deelname aan internationale missies waar opuitvoerend niveau een aanzienlijk personeelsvolumegedurende jaren gevraagd wordt, moeilijk zo nietonhaalbaar worden. Desondanks wijzen signalen eropdat krijgsmachtdelen zal worden verzocht - of schildert‘opgedragen’ beter de wederzijdse verhoudingen? - de<strong>Nederlandse</strong> politieke belangen in een vreemd landte gaan behartigen. Wanneer de KL een dergelijkverzoek krijgt, zullen de lasten weer rusten op deschouders van militairen die sinds 1993 zuchten onderhet transformatie-, modernisering- en reorganisatiejuken afhankelijk van uitzend- en mandaatperiode zal diegroep een groot aantal uitzendingen naar een ver envreemd land moeten ondergaan. Zonder gunstigeperspectieven voor de nabije toekomst. Wanneer menbij de verschillende krijgsmachtdelen op de verschillendeniveaus zijn ogen goed de kost geeft, heeft men kunnenconstateren dat er doelmatiger kan worden gewerkt,dat er voor het huidige takenpakket minder personeelin de dirigerende en administratieve ondersteunendefuncties “nodig” is. Uit de tekst die generaal Shinsekiin zijn End of Tour Memorandum van juni 2003 opnam,zouden Defensiebeleidsbepalers inspiratie kunnenputten om de juiste weg te bewandelen. Persoonlijkvrees ik echter dat bij de komende afslanking van de<strong>Nederlandse</strong> krijgsmacht het uitvoeren van een academicexercise een hogere prioriteit zal hebben dan het in hetoog houden van de importantie van de menselijke factorvoor het reilen en zeilen van de krijgsmacht en in hetverlengde daarvan het faciliteren van de wensen vanpolitici. In dat geval zal het streven naar doelmatigheidCarré 1 - 2011 pagina 6


de betrokken krijgsmachtdelen in de tijd zullen zijn.Het artikel van collega Tjepkema heeft mij gestimuleerdom de inhoud te “verrijken” met een aantal aanvullingen.Ik hoop dat dat ook voor anderen zal gelden. Laat ikstarten met de door hem in het artikel opgelijndehoofdrichtingen Veilig blijven (bescherming enverdediging), Kort en krachtig (interventie), Veiligheidbrengen (stabilisatie) en Veelzijdig inzetbaar (de algenoemde taken).“Veilig blijven” heeft gezien de politieke ambitie vande Alliantie meer een internationale dan een nationaleoriëntatie. Men zou in landmachttermen kunnen stellendat het hier gaat om vooruit verdedigen, het realiserenvan een beslissing op het grondgebied van anderen.Wanneer Nederland in zijn veiligheid, buitenland endus defensiebeleid die hoofdrichting en de daaruitvoortvloeiende taken opneemt, zal daaraan op hetinternationale podium op een geloofwaardige manierinvulling gegeven moeten worden. Wat ik bedoelte zeggen is dat het niet relevant is of Nederlandzelf vindt dat zij die hoofdrichting/taken op eengeloofwaardige manier invult, maar dat de buitenwerelddie overtuiging heeft. Uit het veilig blijven vloeit hetkort en krachtig voort, de interventie in niet-westerseislamitisch georiënteerde en ver-van-huis regio’s engelet op de naweeën van Afghanistan en de slagkrachtverminderende inkrimping van het defensiebudgetgekoppeld aan de van nature ingebrachte spilzucht vanDefensie zelf, is een betrouwbare structurele invullingvan kort en krachtig op dit moment en vermoedelijk inde komende 3-5 jaar niet mogelijk, waardoor Nederlandvoor het veilig blijven in grote mate afhankelijk is vanlanden die die opdrachten kunnen en belangrijker: willenuitvoeren. Ook in het verleden was de <strong>Nederlandse</strong>krijgsmacht niet of nauwelijks in staat om binnen hetgegeven tijdpad invulling te geven aan een “kort enkrachtig” en “stabilisatie” missies. Daarvoor misten enmissen we de politieke bereidheid om de <strong>Nederlandse</strong>militaire bijdrage de benodigde tijd daarvoor te geven;inhoud te geven aan criteria als readines, closure rate3), een assertieve ROE die niet op zelfverdediging isgeoriënteerd en de middelen en instrumenten om denoodzakelijke gevechtskracht op de mat te brengen omeen langdurige, structurele lokale en regionale veiligheidaf te dwingen en te handhaven. Het is daardoor mijninziens beperkt gebleven tot halve oplossingen.Militairen en politici hebben zich in het afgelopendecennium blindgestaard op de tijdelijke naar eigen(westerse) maatstaven gemeten succesjes en hebbenzich daarbij nauwelijks afgevraagd of dat beeld ookbeantwoordde aan de verwachtingen van de leden vaneen te repareren samenleving. In de inleiding van hetartikel staat een voorbeeld van een succes, namelijk “demissies in Irak en Afghanistan. Deze demonstreerdendat onderdelen van de krijgsmacht die daar opereerden,aanzienlijk aan kwaliteit wonnen met uiteraard positievegevolgen voor het moreel” waardoor wordt benadruktdat de <strong>Nederlandse</strong> krijgsmacht er substantieel beterop is geworden, waarbij vragen als “beter ten opzichtevan wat?” en “hoe heeft men kunnen constateren datsprake is van een substantiële verbetering?” voorshandsnog niet beantwoord zijn. De vaststelling dat “uiteraard”het moreel er beter op is geworden is volgens mij eenpersoonlijke noot, omdat de verschillende AARs endebriefingen van de werkvloer (het niveau waarop hetvuile werk moest worden opgeknapt) die bevestiging nietgeven en vaak het omgekeerde sentiment het geval isgeweest. De missie kort en krachtig lijkt in tijd beperkt,maar heeft een langdurige consequentie, omdat na korten krachtig, stabilisatie en vooral normalisatie die nietlokaal maar regionaal georiënteerd moeten zijn om deinternationale rechtsorde te kunnen “beschermen”,generaties militair vermogen “kosten” en gelet op devierjarige verkiezingscyclus van Nederland is dat eenwens die door Nederland nooit vervuld zal worden.In het artikel wordt gememoreerd dat in “Verkenningen”25 strategische “schokken” met mogelijk directe gevolgenvoor de inzet van de krijgsmacht worden geïdentificeerd,waarvan er tien in het artikel zijn opgenomen. Overigensbetekent dat volgens de auteur niet dat de overige geengevolgen voor de krijgsmacht zouden hebben. Omdathet gros van de lezers volgens mij de inhoud van hetdocument niet kent, was het wellicht verstandig geweestom die andere 15 kort weer te gegeven in een eindnoot,opdat de lezer de consequenties voor de <strong>Nederlandse</strong>krijgsmacht persoonlijk kan vaststellen. Wanneer ik degepresenteerde schokken toets aan de belangrijkstekenmerken van een schok – snelheid, drama, geweld,langdurige ontwrichting van een samenleving – dan wilik de volgende kanttekeningen plaatsen.Wat de genoemde 10 betreft, is het stijgen van dezeespiegel door een versnelde opwarming van deaarde geen overtuigende schok, omdat die conclusie isgebaseerd op de inhoud van milieurapportages waarbijteveel vraagtekens geplaatst kunnen worden en hetinmiddels vaststaat dat een dergelijke stijging in onsleven zeker niet zal voorkomen. Daarbij komt dat deschok meer nationaal dan internationaal georiënteerd isen men de vraag kan stellen of die schok een strategischkarakter heeft. Een aantal andere schokken kan wordenaangemerkt als “werk in uitvoering” en de gevolgenvan die schokken kunnen zeker de lezer aangereiktworden. Misschien in een vervolgartikel? Het helptook om de lezer zijn eigen beeld te laten vormen dooraan te geven wie moeten en kunnen worden geschaardonder de categorie “nieuwe grootmachten” door inhet kort de criteria daarvoor aan te geven en in hetverlengde daarvan potentiële instabiliteitcentra enmissiegebieden in kaart te brengen door bijvoorbeeldVital signs als economische georiënteerde indicatoren(groeiende verschillen in salariëring tussen top enwerkvloer, groei van de werkeloosheid in een bepaaldeleeftijdsbandbreedte, uitstroom van kapitaal in termenvan geld, juwelen en onroerend goed; groei van schuldenvan Derde Wereld- en zich ontwikkelende landen,wereldhandel, toerisme, samengaan van bedrijven);demografische indicatoren (negatieve demografischegroei, vergrijzing, toenemende emigratie, migratie,vluchtelingen en DP-stromen) en vermindering vantechnologische ontwikkelingstijden (ontwikkeling vaneen idee via uitvinding, vernieuwing naar productiestrekte zich vroeger uit over een periode van bijna 30jaar en is in het huidige millennium teruggebracht tot 6jaar) daarvoor te gebruiken.Carré 1 - 2011 pagina


aan de genoemde criteria. Het was wel een optredenmet een hoge geweldsintensiteit met door de bankgenomen een beperktere tijdsduur dan de genoemde72 uur; meer sprake was van reacties op overvallen,hinderlagen en hit en runacties van de tegenstander;het volume beperkt en de doelstelling niet altijd hetrealiseren van een definitieve beslissing was.Rotatiemogelijkheden als ankerpuntvoor capaciteitsplanningDe zaken moeten niet door elkaar gehaald worden.Primair gaat het om de politieke bereidheid om aan eenmissie bij te dragen in tijd en volume en dan pas kan demateriële calculatie uitgevoerd worden en het aantalrotaties worden berekend. In het verleden wilde de<strong>Nederlandse</strong> politiek gezien de waarschijnlijkheid vanonvoorziene ontwikkelingen binnen die perioden nietverder gaan dan een mandaatperiode van 18 maanden(Bosnië), respectievelijk 24 maanden (Uruzgan) enhield men een slag om de arm wat betreft het aantalverlengingen. Een tweede factor is de uitzendperiodeper eenheid, respectievelijk individu. Die varieerde van6 maanden in Bosnië etc., naar aanvankelijk 4 maanden inIrak en Uruzgan naar variabele perioden voor eenhedenen individuen. Vandaar het drie rotatie (in feite een vierrotatie omdat uitrustingstukken, DR componentenen reservedelen vaak uit bestaande eenheden werdgehaald) systeem. Wanneer men de zaken in ontwrichtesamenlevingen echt serieus wil aanpakken dan moetde Britse, Canadese of Amerikaanse methode wordenovergenomen met uitzendperioden langer dan 6 maandenen meer rotatiepakketten (US Army heeft er vijf totacht). Men moet bij een dergelijke uiteenzetting welbegrijpen dat mens en materieel bij de grondcomponentmeer en intensiever slijt dan bij de lucht - en maritiemecomponent en structurele successen bij stabilisatie ennormalisatie en dus bij veilig blijven afhankelijk zijn vande kwaliteit en duurzaamheid van de grondcomponenten zeker niet van lucht en maritieme component, dieeen ondersteunende functie hebben bij die missies. Hetschema met capaciteiten is een ongewogen benaderingwaar men teveel vraagtekens bij kan zetten.“De aantallen tanks en pantserhouwitsers zijn relatieflaag en het materiaal is niet expeditionair inzetbaar”. Hetlijkt er op dat het tijd-element belangrijker is dan hetafstandelement. Binnen NATO-Commands wordt devolgende uitleg van expeditionair gebruikt: “een militaireoperatie buiten het grondgebied van de Alliantie endiens periferie met een speciale doelstelling. De missieskunnen variëren van complexe stabiliteitoperaties tothumanitaire hulpverlening tijdens veiligheidsoperaties enmilieurampen. In militaire NATO-kringen wordt ook deafstandnorm van ten minste 2000 Nm. buiten de Alliantiegebruikt. Bij US Navy beschouwde men expeditionairals de bundeling van readiness, Strategisch Lift volumeen het vermogen om geformuleerde operationeleconcepten effectief en efficiënt uit te kunnen voeren. InEngelstalige landen gebruikt men bij voorkeur de termpower projection respectievelijk Projection of Forces (CAFJOVersie Jan 2006). Volgens generaal Sir Jack Deverell 5)is “an expedition an operation that cannot be sustained ona day-to-day basis from the home or peacetime base… Inaddition, there has to be a collective mindset that acceptsaustere, ambiguous conditions so that mobility and agilityof the force are optimized; planning geared to long-termdeployment in areas where events and conditions are difficultto anticipate; and a feasible and viable speed of response,within the operational scenario. There is no point in a speedof response that does not enable you to get inside the enemy’sdecision making loop. Adequate speed of reaction itself, addsto the deterrence value of an expeditionary force.”Wanneer de discussie over het expeditionaire karaktervan militair vermogen gaat, wordt het tijd-elementvertaald in readiness en in het verlengde daarvan closurerate vaker als het kernelement benadrukt dan hetafstandelement. Vermoedelijk spreekt tijd meer aandan afstand. Generaal Shinseki de voormalige Chiefof Staff of the Army heeft in 1999 aan dat tijdelementkwantificeerbare grootheden verbonden: een StrykerBrigade Combat Team binnen 96 uur, een divisie binnen120 uur en vijf divisies binnen 30 dagen. Doordat US Armyvolkomen afhankelijk was van de luchttransportcapaciteitvan US Airforce, US Marines, US Navy, mobilisabeleen commerciële capaciteit en prioriteitstelling doorhet Pentagon, heeft Shinseki de haalbaarheid van dienormen nooit kunnen toetsen. De SBCTs die in Irak enAfghanistan in de periode 2003-2010 hun opdrachtenhebben uitgevoerd zijn met Sea lift capaciteit naarhet theater geprojecteerd. Vanuit dat tijdaspect isalleen de Roemeense reactiestrijdmacht expeditionairen geen enkele westerse strijdmacht. Vanuit deafstandsinvalshoek bekeken zijn tanks en houwitserswel expeditionair en de beslissing van de USA om tanksen zwaardere artilleriestukken naar Afghanistan teverschepen, bevestigt die vaststelling. De discussie overhet schrappen van tanks en artilleriestukken kan volgensmij pas zinvol zijn als de <strong>Nederlandse</strong> regering zich heeftuitgesproken over de te volgen hoofdrichting en is in ditstadium te prematuur. Overigens is er niets op tegenom die behoefte af te zetten tegen de in het artikelopgenomen (combinaties van) hoofdrichtingen.“De personeelsopbouw van de krijgsmacht is topzwaar.Een structuur met minder <strong>kol</strong>onels en luitenant-<strong>kol</strong>onelsten gunste van meer kapiteins en majoors leidt op denduur zowel tot kostenbesparing als tot een evenwichtigeropbouw”. Wat mij verbaast is dat in het artikel decategorie opper- en vlagofficieren buiten beschouwingis gelaten. Zie mijn opmerking in de inleiding. Ook moetmen zich binnen de verschillende krijgsmachtdelen devraag stellen waarom en waardoor ranginflatie in hunorganisatie is binnengeslopen en ik kan me niet meeraan de indruk onttrekken dat vooral de administratievebelasting en de uitstraling in internationaal verbandrelevante oorzaken van die ranginflatie zijn geweestzoals die zich na Bosnië binnen Defensie en vooral deKL heeft doorgezet.“De vraag rijst dan ook waarom het publiek dergelijkeverhoudingen in uitgaven niet begrijpt Komt dat wellichtomdat wijzelf als officieren onvoldoende in staat zijnde waarde van de krijgsmacht als uniek instrumentom de belangen van ons land en de waarden van onzemaatschappij te beschermen, over het voetlicht tebrengen?”.Carré 1 - 2011 pagina 10

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!