02.09.2013 Views

dr. P. Olsthoorn, docent NLDA. - Nederlandse Officieren Vereniging

dr. P. Olsthoorn, docent NLDA. - Nederlandse Officieren Vereniging

dr. P. Olsthoorn, docent NLDA. - Nederlandse Officieren Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

O PI N I E<br />

Onderwijs in de<br />

militaire ethiek<br />

Nadat mariniers 24 Irakese burgers hadden gedood bij Haditha,<br />

in november 2005, ontvingen alle Amerikaanse militairen in Irak<br />

een spoedcursus militaire ethiek. Het illustreert hoe sinds de<br />

invasie van maart 2003, en in het bijzonder na een aantal incidenten<br />

in de maanden nadien, internationaal de aandacht voor<br />

ethiekonderwijs voor militairen sterk is toegenomen. Het doel<br />

van dat ethiekonderwijs is het morele besef te vergroten en de<br />

kans op (het tolereren van) onethisch ge<strong>dr</strong>ag te verkleinen – het<br />

belang daarvan wordt tegenwoordig door iedereen wel ingezien.<br />

Dat biedt mogelijkheden om de plaats van militaire ethiek<br />

in de curricula te versterken, maar het gevaar bestaat dat er<br />

veel tijd en inspanning wordt geïnvesteerd in ethiekonderwijs<br />

zonder een duidelijk idee over wat men daarmee wil bereiken<br />

en op welke manier. Nu is er op veel academies sprake van, in<br />

de woorden van Martin Cook (hoogleraar militaire ethiek aan<br />

de U.S. Air Force Academy), a fundamentally incoherent and confused<br />

welter of programs justified, if at all, by the belief that if ethics<br />

is important, throwing lots of resources at the subject from any number<br />

of angles and approaches must somehow be doing some good. 1)<br />

Daarbij wordt veel geschermd met hoera-begrippen zoals integriteit<br />

en professionaliteit; iedereen is er voor, maar wat ermee<br />

wordt bedoeld blijft vaak onduidelijk 2) .<br />

Welke grondslag?<br />

De eerste vraag die moet worden beantwoord is die naar de<br />

beste grondslag van ethiekonderwijs. Van de <strong>dr</strong>ie te onderscheiden<br />

hoofdstromen in de ethiek – consequentialisme, plichtethiek<br />

en deugdethiek – stelt de eerste dat bij morele afwegingen<br />

de verwachte gevolgen de doorslag moeten geven. Dit<br />

consequentialisme wordt doorgaans als onbruikbaar gezien<br />

voor het militaire ethiekonderwijs omdat an outcome-centered<br />

approach may lead all too easily to military expedience as the sole<br />

guide to actions in war. 3) . Toch spelen de verwachte uitkomsten<br />

vaak een rol bij de morele afwegingen die worden gemaakt: een<br />

bekend voorbeeld is het besluit kernwapens in te zetten tegen<br />

Hiroshima en Nagasaki, gebaseerd op de overweging dat het<br />

aantal burgerdoden als gevolg daarvan kleiner zou zijn dan het<br />

aantal verwachte slachtoffers bij het langer laten voortduren<br />

van de oorlog. Anderen willen van dergelijke afwegingen niet<br />

weten en stellen dat het verbod op het doden van onschuldige<br />

burgers om een militair doel te bereiken onvoorwaar delijk is<br />

en dat het bombardement op Hiroshima en Nagasaki om die<br />

reden hoe dan ook immoreel was. Deze redenering komt voort<br />

uit de plichtethiek: er zijn universele normen die ongeacht<br />

de uitkomst moeten worden nageleefd. Om hiervan nog een<br />

voorbeeld te geven: het verbod op martelen is absoluut, daarmee<br />

kan niet de hand worden gelicht als dat op enig moment<br />

voordelig lijkt. Een nadeel van de plichtethiek is dat het moeilijk<br />

is om alles in dergelijke universele regels te vatten, zeker<br />

als de omstandigheden regelmatig veranderen. Daar komt bij<br />

dat de plichtethiek, doordat het de na<strong>dr</strong>uk legt op het volgen<br />

van regels, niet meer zou vragen dan het minimum – nog een<br />

reden waarom het voor het militaire ethiekonderwijs ongeschikt<br />

wordt geacht.<br />

Blijft over de deugdethiek, een stroming die de laatste jaren<br />

nogal in de belangstelling staat en een alternatief wil bieden<br />

voor moderne ethische systemen die of de intentie, of de consequentie<br />

voorop stellen. De na<strong>dr</strong>uk ligt niet op het calculeren<br />

van uitkomsten of het volgen van regels maar op karaktervorming<br />

en de focus verschuift daarmee van (de gevolgen van) het<br />

ge<strong>dr</strong>ag naar de persoon die het ge<strong>dr</strong>ag vertoont.<br />

Daarbij vormt het vertrekpunt voor veel hedendaagse deugdethici<br />

Aristo teles’ Ethica, waarin een deugd wordt omschreven<br />

als een waardevolle karaktereigenschap die door oefening<br />

kan worden verworven. Deugden krijg je door ze in de praktijk<br />

te brengen, het zijn geen aangeboren eigenschappen die<br />

deel uitmaken van een door God of de natuur gegeven persoonlijkheid.<br />

Deugden zijn nurture, niet nature. Moreel ge<strong>dr</strong>ag<br />

bestaat daarom niet zozeer uit het overwinnen van ‘slechte’<br />

neigingen, een nogal calvinistische opvatting, maar uit het handelen<br />

vanuit een ‘juiste’ neiging, die is gevormd door het ontwikkelen<br />

van deugden zoals moed, rechtvaardigheid en praktische<br />

wijsheid.<br />

Dr. Peter OLSTHOORN<br />

Docent sociologie aan de<br />

<strong>Nederlandse</strong> DefensieAcademie<br />

Carré 4 - 2009 pagina 25


Carré 4 - 2009 pagina 26<br />

Welke deugden?<br />

Het voordeel van Aristoteles deugdethiek is duidelijk: je kunt<br />

je deugden eigen maken, je bent geen willoos slachtoffer van je<br />

aangeboren neigingen. Een ander voordeel van de deugdethiek<br />

is dat het een ideaal stelt en daarmee aanzet tot het goede,<br />

terwijl een ethiek gebaseerd op plichten of regels zoals gezegd<br />

vooral een minimum aangeeft en je vooral weerhoudt van het<br />

slechte. Deze twee eigenschappen maken dat deze deugdethiek<br />

volgens sommigen zeer geschikt is als basis voor het ethiekonderwijs<br />

aan militairen. De meeste krijgsmachten en militaire<br />

academies baseren het ethiekonderwijs er dan ook op, waaronder<br />

de <strong>Nederlandse</strong> Defensie Academie (<strong>NLDA</strong>).<br />

Dat neemt niet weg dat de consensus dat de deugdethiek de<br />

beste grondslag vormt voor het ethiekonderwijs wat voorbarig<br />

lijkt. Er zijn een aantal belangrijke vragen waar gemakshalve<br />

nogal eens aan wordt voorbijgegaan. De belangrijkste: welke<br />

deugden moeten worden onderwezen? In de meeste deugdenlijstjes<br />

van de verschillende krijgsmachten staan deugden<br />

centraal die de militaire effectiviteit vergroten, zoals moed,<br />

discipline, loyaliteit en gehoorzaamheid. Het zijn ‘functionele<br />

deugden’ die gericht zijn op het vergroten van de militaire effectiviteit<br />

en die militairen daarom graag bij elkaar zien. De vraag is<br />

of vandaag de dag nog steeds vooral deze traditionele deugden<br />

nodig zijn, of dat er tegenwoordig ook behoefte is aan andere<br />

deugden die minder intern gericht zijn 4) .<br />

Gesteld nu dat duidelijk is welke deugden moeten worden<br />

onderricht, dan dient zich een volgende, veel praktischer vraag<br />

aan: in hoeverre zijn deugden opleidbaar en zo ja, hoe dat zou<br />

moeten gebeuren? Iedereen verwijst naar Aristoteles als het<br />

gaat om het onderwijzen van deugden, maar die beweerde nu<br />

juist dat louter kennis van een deugd niet leidt tot het bezit van<br />

die deugd. Een deugd ontwikkel je zoals gezegd door te doen<br />

en daarvoor is een academisch curriculum natuurlijk minder<br />

geschikt. Regels zijn wel bij te brengen in een klaslokaal, maar<br />

hoe daar deugden aan te leren? Het risico is dat ethiekonderwijs<br />

gestoeld op de deugdethiek neerkomt op onderwijs over<br />

deugden en deugdethiek. Dat is iets anders dan het onderwijzen<br />

van deugden. Met het bestuderen van casus en dilemmatraining<br />

valt ongetwijfeld wel iets te bereiken, maar hoeveel is<br />

ongewis. Mogelijk levert het huidige ethiekonderwijs vooral een<br />

bij<strong>dr</strong>age aan het leren reflecteren op moraal – ook een belangrijke<br />

doelstelling overigens – en dat roept de vraag op hoe doeltreffend<br />

alle inspanningen op dit gebied eigenlijk zijn.<br />

De effectiviteit van het ethiekonderwijs<br />

In tegenstelling tot de meeste militaire academies, heeft de<br />

Britse militaire academie in Sandhurst geen plaats ingeruimd<br />

voor formeel ethiekonderwijs. De achterliggende gedachte is<br />

dat de aspirant-officieren die zich bij Sandhurst melden dat niet<br />

nodig hebben. Dat klinkt aanmatigend, maar daar voert men<br />

ter verdediging aan dat Britse officieren op ethisch gebied geen<br />

slechtere staat van dienst hebben dan die uit andere landen.<br />

Bewijs dat de Britten zich vergissen is er niet en dat brengt ons<br />

bij de vraag naar de effectiviteit van het ethiekonderwijs. Op<br />

dit moment figureren in de curricula van verschillende landen<br />

telkens dezelfde canonieke voorbeelden, zoals dat van helikopterpiloot<br />

Hugh Thompson die in 1968 in My Lai de slachting<br />

van Vietnamese burgers door Amerikaanse militairen stopte,<br />

maar zonder idee of het moreel ge<strong>dr</strong>ag waartoe dat moet inspireren<br />

überhaupt is aan te leren.<br />

Om in die leemte te voorzien is het recent opgerichte Military<br />

Ethics Education Network, een samenwerkingsverband tussen<br />

de militaire academies van onder andere de Verenigde Staten,<br />

het Verenigd Koninkrijk, Israël, Frankrijk, Australië en Nederland,<br />

van plan nog dit jaar aan gezamenlijk een internationaal<br />

vergelijkend survey onderzoek te beginnen naar wat werkt –<br />

en wat niet. Hoewel het duidelijk is dat een dergelijk onderzoek<br />

nodig is, zal het even duidelijk zijn dat de uitvoerbaarheid<br />

nogal wat haken en ogen kent, al is het maar omdat niet<br />

iedere instelling toestemming zal geven. Maar vooral lastig is<br />

de vraag wat en hoe te meten. In feite zijn er twee opties. De<br />

eerste mogelijkheid is meten of ethiekonderwijs aan militairen<br />

hun morele bewustzijn vergroot. Hoewel dat op zichzelf<br />

al lastig genoeg is, is deze variant nog wel uitvoerbaar 5) . Het<br />

nadeel van een dergelijk onderzoek is echter dat het geen uitsluitsel<br />

geeft over wat je eigenlijk wilt weten. De relatie tussen<br />

moreel bewustzijn en moreel ge<strong>dr</strong>ag is zeker niet een op een<br />

en iemand met hoogstaande waarden en normen kan onder<br />

bepaalde omstandigheden tot de verschrikkelijkste dingen in<br />

staat zijn 6) . Of ethiekonderwijs ook het ge<strong>dr</strong>ag beïnvloed weet<br />

je daarom nog steeds niet.<br />

De oplossing voor dat probleem brengt ons bij de tweede optie:<br />

meten of ethiekonderwijs zoals dat in verschillende landen op<br />

verschillende wijzen wordt verzorgd invloed heeft op het ge<strong>dr</strong>ag<br />

van, met name uitgezonden, militairen. Het zal duidelijk zijn wat<br />

hier het probleem is: tot nu toe is er niet het begin van een<br />

antwoord gevonden op de vraag hoe dat kan worden onderzocht,<br />

zeker niet als dat een internationaal vergelijkend onderzoek<br />

moet zijn. Maar zolang dat antwoord er niet is, is strikt<br />

genomen de vraag het ethiekonderwijs daadwerkelijk doet wat<br />

het moet doen niet met zekerheid te beantwoorden.


Het ethiekonderwijs aan de <strong>Nederlandse</strong><br />

Defensie Academie<br />

Bovenstaande algemene kantekeningen doen niets af aan het<br />

feit dat het militaire ethiekonderwijs binnen de <strong>Nederlandse</strong><br />

officiersopleidingen er goed voorstaat. Dat binnen de <strong>Nederlandse</strong><br />

krijgsmacht de aandacht voor ethiekonderwijs al langer<br />

teruggaat, betaalt zich hier uit. Zo hebben bachelorstudenten<br />

aan de <strong>NLDA</strong> een duidelijk beroepsperspectief waarop<br />

het ethiekonderwijs is toegesneden. Het ethiekonderwijs aan<br />

bijvoorbeeld de universitaire bestuurs- en be<strong>dr</strong>ijfskundeopleidingen<br />

is soms minder uitgebreid, maar altijd veel algemener<br />

dan dat aan de <strong>NLDA</strong>. Dat verschil uit zich onder andere in de<br />

na<strong>dr</strong>ukkelijke koppeling tussen ethiek en leiderschap in de cursus<br />

Militair Leiderschap en Ethiek en de inbedding in vakken als<br />

Human Resource Management. Het <strong>NLDA</strong>-curriculum doet het<br />

daarnaast goed in vergelijking met andere militaire academies;<br />

opvallend is dat ethiekonderwijs aan andere academies vaak in<br />

handen is van <strong>docent</strong>en zonder academische achtergrond in<br />

ethiek of filosofie, terwijl ethiek hier goeddeels wordt gegeven<br />

door <strong>docent</strong>en die wel een dergelijke achtergrond hebben<br />

en ook onderzoek op dat gebied verrichten.<br />

Toch zijn er ook nog zaken die beter kunnen. Zo geldt het<br />

bovenstaande alleen voor cadetten en adelborsten binnen de<br />

afstudeerrichtingen Militaire Be<strong>dr</strong>ijfswetenschappen of Krijgswetenschappen;<br />

voor hen die een andere richting volgen (het<br />

merendeel van de adelborsten) is het ethiekonderwijs veel minder<br />

uitgebreid. Verder is er aan de <strong>NLDA</strong> nauwelijks sprake<br />

van een relatie tussen het ethiekonderwijs en de juridische vakken.<br />

Een dergelijke koppeling ligt wel voor de hand,en wordt<br />

aan andere academies dan ook gemaakt.<br />

Daarnaast zou in ethiekonderwijs, duidelijker dan nu het geval<br />

is, een onderscheid kunnen worden gemaakt tussen ethiek richting<br />

collega’s en ethiek die de omgang met de lokale bevolking<br />

betreft. Het maken van dat onderscheid voorkomt dat ongemerkt<br />

de na<strong>dr</strong>uk teveel op een van beide komt te liggen. Zo<br />

staat in het ethiekonderwijs in de initiële opleidingen vooral correct<br />

ge<strong>dr</strong>ag naar collega’s centraal, terwijl de eerdergenoemde<br />

cursus Militair Leiderschap en Ethiek zich meer richt op het<br />

omgaan met militairen van de tegenpartij en de lokale bevolking<br />

(de omgang met collega’s komt overigens ruim aan bod in de<br />

cursus Human Resource Management). Daarmee lijkt er, naast<br />

het grote verschil in het aantal uren dat aan ethiekonderwijs<br />

wordt besteed, ook inhoudelijk een kloof te ontstaan tussen<br />

het ethiekonderwijs voor hen die aan de <strong>NLDA</strong> een bacheloropleiding<br />

Militaire Be<strong>dr</strong>ijfswetenschappen of Krijgswetenschappen<br />

volgen, en het overig militaire personeel.<br />

Nu is die gerichtheid op de ethiek op de werkvloer in de initiële<br />

opleidingen er altijd al geweest, maar de nieuwe ge<strong>dr</strong>agscode<br />

die momenteel als basis dient voor dat onderwijs versterkt<br />

dat nog eens. Een aantal zaken dat past bij de aanpak die<br />

Nederland voorstaat en die na<strong>dr</strong>ukkelijk werden genoemd in de<br />

oude ge<strong>dr</strong>agscode uit 1996, ontbreken namelijk in de nieuwe.<br />

Te denken valt aan respect voor andermans cultuur, terughoudendheid<br />

in het gebruik van geweld en het eerbiedigen van de<br />

(internationale) rechtsregels.<br />

De in 2007 van kracht geworden ge<strong>dr</strong>agscode is veel minder<br />

uitgesproken over wat van militairen op uitzending mag worden<br />

verwacht: die code moet vooral ongewenst ge<strong>dr</strong>ag tussen<br />

collega’s voorkomen. Zelfs het ‘ik ben integer en behandel<br />

iedereen met respect’ slaat, afgaande op de toelichting, toch<br />

vooral op collega’s die gevrijwaard moeten blijven van pesterijen,<br />

discriminatie en seksuele intimidatie. Het doel van de<br />

code is, afgaande op de Borging Ge<strong>dr</strong>agscode ‘een veiliger en<br />

prettiger werkomgeving voor het defensiepersoneel.’ Met de<br />

nieuwe ge<strong>dr</strong>agscode heeft Defensie gehoor gegeven de eerste<br />

aanbeveling uit het ‘Rapport ongewenst ge<strong>dr</strong>ag binnen de<br />

krijgsmacht’ van de commissie Staal. Dat rapport is er gekomen<br />

naar aanleiding van incidenten binnen de krijgsmacht, terwijl<br />

de toegenomen aandacht voor militaire ethiek internationaal<br />

nu juist een gevolg is van incidenten met uitgezonden militairen;<br />

in de vorig jaar verschenen bundel Ethics Education in the<br />

Military, dat een goed overzicht biedt van wat er elders op dit<br />

gebied gebeurt, wordt van ethiekonderwijs gericht op goed<br />

ge<strong>dr</strong>ag naar collega’s zelfs niet gesproken – dat is dan weer<br />

het andere uiterste 7) .<br />

Conclusie<br />

Amerikaanse mariniers volgen tegenwoordig ter voorbereiding<br />

op hun operations other than war een programma (het Marine<br />

Corps Martial Arts Program) dat voor het merendeel bestaat uit<br />

gevechtsporten en het oefenen van verwurgingen – de vrees<br />

is dat zij anders het contact verliezen met hun warrior spirit.<br />

Het valt niet uit te sluiten dat dit de effecten van hun bovengenoemde<br />

spoedcursus ethiek gedeeltelijk weer teniet doet.<br />

Het ligt wel in lijn met de ook buiten de Verenigde Staten om<br />

zich heen grijpende warrior cultus, waarbij juist sterk wordt<br />

teruggegrepen op de traditionele militaire deugden. Het lijkt<br />

een reactie te zijn op het steeds vaker inzetten van militairen<br />

voor taken anders dan reguliere oorlogsvoering, maar gaat er<br />

wel aan voorbij dat dit nu eenmaal de werkelijkheid is. Dat de<br />

<strong>Nederlandse</strong> krijgsmacht nog geen in beton gegoten lijst van<br />

deugden heeft, biedt de mogelijkheid na te denken over een<br />

eigentijdse set waarin ook andere deugden dan de geijkte een<br />

plaats vinden en die als basis kan dienen voor het ethiekonderwijs<br />

8) .<br />

Noten<br />

1) Cook, M. (2008) Ethics Education, Ethics Training, and Character Development:<br />

Who “Owns” Ethics in the US Air Force Academy? In: Robinson, P., De Lee, N., &<br />

Carrick, D. (2008). Ethics education in the military. Aldershot, England: Ashgate<br />

Pub. Company.<br />

2) Integriteit, bijvoorbeeld, wordt vaak gebruikt als synoniem met ‘ethisch,’ terwijl<br />

iedereen die zijn werk goed doet professioneel wordt genoemd.<br />

3) Bonadonna, R. R. (1994) Above and Beyond: Marines and Virtue Ethics,<br />

Marine Corps Gazette 78(1), p. 18<br />

4) Een aanverwante vraag is of het ethiekonderwijs erop gericht moet zijn<br />

professionelere en effectievere militairen dan wel betere mensen te vormen.<br />

Die laatste optie klinkt pretentieus maar past bij de na<strong>dr</strong>uk op deugden en<br />

karaktervorming, en krijgt dan ook steeds meer aanhang. Waarschijnlijk niet in<br />

de laatste plaats omdat militairen tegenwoordig vaak hun werk doen te midden<br />

van de lokale bevolking, wat eisen stelt die doorgaans veel diverser zijn dan wat<br />

van oudsher werd gevraagd. Achter bovenstaande vragen gaan overigens nog<br />

weer andere grote vragen schuil, zoals de vraag of een militair in eerste plaats<br />

de eigen overheid dient, of eerder de lokale bevolking in uitzendgebieden.<br />

5) Zie bijvoorbeeld Verweij, D., K. Hofhuis en J. Soeters (2007), Moral Judgement<br />

within the Armed Forces, Journal of Military Ethics (6:1) pp. 19 - 40.<br />

6) Bandura, A. (1999), Moral Disengagement in the Perpetration of Inhumanities,<br />

Personality and Social Psychology Review (3:3) pp. 193-209.<br />

7) Robinson, P., De Lee, N., & Carrick, D. (2008), Ethics education in the military.<br />

Aldershot, England: Ashgate Pub. Company.<br />

8) Wel onderscheidt Defensie een aantal kernwaarden (strijdbaar en<br />

prestatiegericht; professioneel en loyaal; betrokken en betrouwbaar), maar een<br />

grote rol in het ethiekonderwijs lijkt daarvoor niet weggelegd.<br />

Carré 4 - 2009 pagina 27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!