14012011 publicatie - Wevelgem
14012011 publicatie - Wevelgem
14012011 publicatie - Wevelgem
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
18<br />
Zitting van 14 januari 2011<br />
2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven<br />
voor buitenschoolse opvang, bestaat. Uitzonderlijk kunnen er wel subsidies<br />
toegekend worden aan een locatie, die na overleg met het bestaande IBO en het<br />
gemeentebestuur, aanvullend werkt op het bestaande opvangaanbod van het IBO.<br />
Concurrerende locaties aan het IBO kunnen in geen enkel geval subsidies<br />
ontvangen.<br />
Artikel 2.<br />
Met ingang van het schooljaar 2010 - 2011 en binnen de perken van de kredieten<br />
die daartoe op de gemeentebegroting zijn voorzien, wordt, aan de inrichters van<br />
voor- en naschoolse kinderopvang een toelage verleend. Om in aanmerking te<br />
komen voor een toelage dient de inrichter daartoe, volgens de hier na te bepalen<br />
modaliteiten, jaarlijks een schriftelijk verzoek in te dienen bij het college van<br />
burgemeester en schepenen.<br />
Artikel 3.<br />
Enkel initiatieven die op het ogenblik van de aanvraag en gedurende het vorige<br />
schooljaar voor- en naschoolse opvang organiseren, komen in aanmerking voor een<br />
toelage.<br />
Daarenboven dient de inrichter te beschikken over een huishoudelijk reglement, een<br />
inlichtingsblad per kind en een attest van brandveiligheid. Deze documenten<br />
moeten steeds kunnen worden voorgelegd aan elke persoon die daartoe door hetzij<br />
Kind & Gezin of door het college van burgemeester en schepenen in het bijzonder<br />
wordt gelast.<br />
Artikel 4.<br />
§ 1. Eén vierde van het in de begroting voorziene bedrag wordt verdeeld onder de<br />
inrichters volgens het aantal locaties waar voor- en naschoolse opvang wordt<br />
voorzien.<br />
§ 2. Drie vierde van het bedrag, voorzien in de begroting, wordt verdeeld onder de<br />
inrichters op basis van het aantal uren gepresteerd door de respectieve begeleiders<br />
van de voor- en naschoolse kinderopvang. Het aantal gepresteerde uren wordt<br />
bepaald aan de hand van de uurstaten van het voorgaande schooljaar.<br />
Artikel 5.<br />
De tegemoetkoming wordt éénmalig per schooljaar aan de inrichters uitbetaald.<br />
De aanvraag daartoe dient schriftelijk te gebeuren en elk jaar tussen ten vroegste<br />
1 september en ten laatste tegen 30 september te worden ingediend bij het college<br />
van burgemeester en schepenen. Bij de aanvraag dient te worden gevoegd:<br />
• een uurstaat van het aantal gepresteerde uren op basis van de loonfiches van de<br />
begeleiders die in de loop van het vorig schooljaar door de inrichter werden<br />
ingezet voor de organisatie van de voor- en naschoolse kinderopvang.<br />
Artikel 6.<br />
Het college van burgemeester en schepenen wordt ermee gelast om alle nodige<br />
uitvoerings- en controlemaatregelen te treffen, na advies van het lokaal overleg<br />
kinderopvang.<br />
Het gemeentelijk reglement op de subsidiëring van scholen die voor- en naschoolse<br />
opvang organiseren zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van<br />
10 november 2006 wordt opgeheven.