05.09.2013 Views

Het labyrint - Res nova

Het labyrint - Res nova

Het labyrint - Res nova

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

door Bernadette van Hellenberg Hubar<br />

2007


0 Inhoudsopgave<br />

0 Inhoudsopgave............................................................................................................... 2<br />

1 <strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong>....................................................................................................................... 3<br />

2<br />

1.1 Naschrift ................................................................................................................. 19<br />

Pierre J.H. Cuypers circa 1860 (GAR)<br />

www.cuyperscode.nl


1 <strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

Cuypers zuchtte. Hij keek naar de dossiers en tekenrollen die voor hem op zijn<br />

Roermondse werktafel lagen en zuchtte nogmaals. Hoewel hij die ochtend, zoals<br />

gebruikelijk, al vroeg na het ontbijt met zijn aangetrouwde nicht Louise gestart was<br />

met het werk, leek de stapel niet te willen slinken. Louise vond het prettig wanneer<br />

hij er was, want haar man, Cuypers' vennoot Frans Stoltzenberg, was gewoonlijk niet<br />

voor negenen aanspreekbaar. Cuypers zuchtte nog dieper: Frans Stoltzenberg was<br />

op dit moment al helemaal geen onderwerp waar hij aan wilde denken. De<br />

waarschuwende brieven van zijn zoon Joseph over Frans' solvabiliteit lagen hem<br />

zwaar op de maag en zou hij het liefst willen vergeten. Verleden week was Nenny<br />

er ook over begonnen en hoewel hij op een gegeven moment: “Zwijg, lieve”, had<br />

geroepen, had zij hem er op haar rustige manier aan herinnerd dat hij het eeuwige<br />

probleem Stoltzenberg weer eens voor zich uitschoof. Tegen wil en dank moest hij<br />

denken aan haar woorden, lang geleden, aan het begin van hun huwelijk, dat ze<br />

niet alleen een stiefdochtertje in de schoot geworpen had gekregen, maar ook een<br />

aangenomen kind, Frans Stoltzenberg. En wat voor een kind! Hij wilde er niet over<br />

nadenken! Hij had er geen tijd voor en zijn verplichtingen wogen te zwaar om hier<br />

op dit moment tijd voor te maken. Hij moest zien dat hij een afspraak belegde met<br />

zijn zwager, Alberdingk Thijm, ook al had die hem al gefeliciteerd met de heldere,<br />

zakelijke analyse die Joseph van de kwestie had gegeven. “Had één van mijn<br />

zonen iets van zijn zakelijke inzicht en moraal”, had Thijm tegen hem gezegd, “dan<br />

was ik de koning te rijk! En dan ook nog zo'n talent als architect! Tel uw zegeningen,<br />

Cuypers!”<br />

“Ja, ja”, mompelde Cuypers, “Tel uw zegeningen”. Ondertussen lag er een stapel<br />

ontwerpen die goedgekeurd moesten worden en had Thijm hem in de problemen<br />

gebracht met de opdracht voor de vloer van het Bergportaal. Hij had al een<br />

<strong>labyrint</strong> ontworpen voor het priesterkoor van de Sint-Servaaskerk, maar wie zou het<br />

daar zien. Als het aan de deken lag zou het onder een zwaar Deventer kleed<br />

komen te liggen, dat overigens net als het <strong>labyrint</strong> voortborduurde op het thema<br />

van de microkosmos van de wereld. Maar in het Bergportaal zou de symboliek zich<br />

verdiepen. Soms dacht hij dat hij nog enthousiaster was dan Thijm over al die<br />

verborgen betekenislagen die in zijn werk schuil gingen. Hoe lang was het ook al<br />

weer geleden dat hij zijn zwager schreef: “Ik ben geheel en al gewonnen van het<br />

Symbolisme in de kunst. Uw stuk over het autaar ten oosten vond ik uitmuntend”.<br />

Wat waren ze enthousiast toen en wat hadden ze veel bereikt. Al die gesprekken<br />

over middeleeuwse symboliek waarover ze allebei al zoveel gelezen hadden. De<br />

droom die ze allebei al zo lang koesterden en die ze bij elkaar herkenden: het<br />

beoefenen van de middeleeuwse kunst in woord en daad. De realisatie van een<br />

kunst voor de eigen tijd, van architectuur die beantwoordde aan de nieuwe eisen<br />

die de vooruitgang stelde. Dat gold niet alleen voor de burgerbouwkunst, maar ook<br />

www.cuyperscode.nl 3


voor de kerk. Cuypers dacht terug aan de golf van élan die ook het zuiden trof na<br />

het herstel van de bisdommen in Nederland in 1853. De oude Stoltzenberg had hem<br />

gefeliciteerd met de timing van de oprichting van hun fabriek voor kerkmeubels: al<br />

die nieuwe parochies die werden gesticht, al die kerken die moesten worden<br />

gebouwd en ingericht! <strong>Het</strong> had niet gelukkiger gekund.<br />

De woning en werkplaatsen van Cuypers uit 1853 na de verbouwing door zijn zoon Joseph in<br />

1907 -1908 (Particuliere collectie circa 1910). Cuypers zou hier tot zijn dood in 1921 blijven.<br />

Cuypers schudde wrevelig zijn hoofd: als hij zo bleef dagdromen, kwam het werk<br />

nooit af. Wat had Thijm hem verteld over het <strong>labyrint</strong>. Hij had een aantal modellen<br />

gevonden en die voorgelegd aan zijn studenten van de Rijks-Aakademie om hen<br />

de betekenis te laten zien van zinrijke kunst. Dat was nu echt weer iets voor Thijm:<br />

altijd bezig die dwarskoppen die voor studenten doorgingen te overtuigen van de<br />

gewijde boodschap van de kunst. In Cuypers' ogen was het een stel kwajongens<br />

met te veel pretenties. Ook De Stuers die Thijm voor die post had voorgedragen om<br />

het niveau van de Akademie omhoog te vijzelen, had zijn twijfels. Hij had schetsen<br />

gezien, waar hij niet enthousiast over was. “Die student”, had hij Cuypers<br />

geschreven, “is niet in staat een goede figuur te teekenen. Hij kent geen anatomie<br />

en teekent gebrekkig. Dat is de bron van zijn archaisme, precies zooals het gebrek<br />

aan teekenkennis bij Israels enz. het impressionisme doet geboren worden. Een<br />

kwajongen zal op dien voet kunnen beweren dat hij den Mexicaanschen Stijl hoog<br />

vereert.”<br />

4<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

Brief van De Stuers aan Cuypers d.d. 18 juni 1884 (herkomst gemeentearchief Roermond)<br />

Maar Thijm sprak altijd vergoelijkend over zijn studenten: “Neem nou zo'n Roland<br />

Holst of Derkinderen”, hield hij Cuypers voor: “Die hebben het zaad van de<br />

monumentale schilderkunst in zich, maar dat moet nog tot rijping komen.” Hij had er<br />

hoge verwachtingen van. Dat mocht dan zo zijn, maar Cuypers wist zeker dat Thijms<br />

leerlingen de hoogleraar esthetica niet serieus namen. Hadden ze hem niet voor de<br />

mal gehouden met die Sinterklaasgrap rond een fictief historiestuk over de eerste<br />

aardappels in Europa? En dat alleen maar omdat Thijm de eeuwige realistische<br />

aardappel bij de contemporaine meesters afkeurde, omdat er geen enkele<br />

symbolische gedachte achter stak! Thijm kon dan relativerend beweren, Was sich<br />

liebt, das neckt sich, maar voor de laatste grap die ze hadden uitgehaald, moest<br />

Cuypers harder boeten dan Thijm. Als de kunst nu werkelijk zo prachtig wetmatig en<br />

geordend in elkaar zat als Thijm doceerde - hoe zo Thijm, daar had Cuypers toch<br />

legio voorbeelden van geleverd! - dan zou het toch geen moeite zijn om uit de<br />

fragmenten van al die <strong>labyrint</strong>en de oorspronkelijke collectie te reconstrueren. Dus<br />

hadden zijn studenten de voorbeelden aan hem teruggegeven in tientallen<br />

onderdelen. <strong>Het</strong> ging toch maar om reproductietekeningen uit een<br />

werkplaats. Cuypers was verbijsterd geweest, toen Thijm het hem vertelde: “Wilt ge<br />

me nu echt zeggen dat ze de voorbeelden hebben verknipt om er een spelletje<br />

van te maken?” Thijm had hem over zijn brilletje schuldbewust aangekeken en<br />

zenuwachtig geplukt aan zijn bakkenbaarden. “Ik heb ze wel uitgedaagd met mijn<br />

stellingen”, meende hij. Cuypers kon er niet om lachen en had het er nog kort met<br />

Thijms jongste zoon Karel over gehad. Hij kende de meeste van Thijms studenten<br />

met wie hij als de schrijver Lodewijk van Deyssel gemeenzaam verkeerde in menig<br />

www.cuyperscode.nl 5


Amsterdams koffiehuis. “Ach oom Cuypers”, had Karel gezegd, “U moet niet<br />

vergeten dat mijn vader met zijn esthetica soms hoog te paard zit en mijn vrienden<br />

graag zouden zien dat hij ook aandacht besteedt aan de nieuwste<br />

kunststromingen.” “Dat meent gij niet”, had Cuypers gramstorig tegen zijn neef<br />

gezegd: “Die onzin over l'art pour l'art! Le nue pour le nue zult gij bedoelen!” Karel<br />

had gelachen en hem gezegd: 'Kijk uit oom Cuypers, zo dadelijk is het niet alleen<br />

mijn vader, die als een 'pittoreske anachronisme' wordt afgedaan, maar ook u!” <strong>Het</strong><br />

vrolijke, onbekommerde en wat plaagzieke gezicht van zijn neef had Cuypers van<br />

zijn à propos gebracht. Thijm had hem gevraagd om weer eens een serieus gesprek<br />

met zijn jongste zoon te hebben, want om de een of anderen reden drong Cuypers<br />

nog wel eens tot hem door. Hij begreep ook wel waarom Thijm hem om Joseph<br />

benijdde. Zoveel talent en dan zo onhandelbaar, dat was een zwaar gelag voor<br />

Thijm.<br />

Thijm in zijn studeervertrek en bibliotheek<br />

Ach hemel, daar zat hij dan met de brokstukken. Hij had graag de lijnen van<br />

oudere wereld<strong>labyrint</strong>en in dit ene ontwerp op willen laten gaan. Thijm was hier<br />

enthousiast over geweest en ook De Stuers had zich er in kunnen vinden omdat dit<br />

idee zo prachtig aansloot bij de iconografie van het Bergportaal. <strong>Het</strong> was altijd<br />

weer een verrassing hoe zijn beide kompanen op zijn ideeën zouden reageren. Als<br />

het om iconografie ging, had Thijm steeds de bredere vue van de twee: hij zag niet<br />

alleen in één oogopslag de wortels van een concept tot haast vóór de jaartelling,<br />

6<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

maar ook de boodschap voor de kerk vandaag. Ook al begonnen de jaren te<br />

tellen, op dit punt bleef Thijm een cheval de bataille dat nog niets aan<br />

strijdbaarheid had ingeboet. De Stuers bracht Thijm de cijns van hoogachting<br />

omdat hij de eerste iconograaf was in Nederland die zijn beeldtaal niet op geijkte<br />

traditionele associaties, maar op wetenschappelijk onderzoek had gebaseerd. Dat<br />

was wat de Stuers zelf ook ambieerde en waarmee hij school wilde maken. Hij wilde<br />

dan ook niets liever dan dat de bibliotheek van Thijm met al die prachtige<br />

naslagwerken in het Rijksmuseum bleef, maar of de Kamer het vereiste bedrag er<br />

voor wilde voteren … Cuypers vroeg het zich af. Ook De Stuers hield een slag om de<br />

arm.<br />

Spotprent op de opening van het<br />

Rijksmuseum 1885 met als<br />

ondertitel: “Wijding van het<br />

bisschoppelijk paleis genaamd<br />

het Rijksmuseum te Amsterdam.<br />

Op de voorgrond zitten geknield<br />

van links naar rechts Victor de<br />

Stuers, Joseph Alberdingk Thijm<br />

en Pierre Cuypers.<br />

De kosten van het Rijksmuseum waren toch al de pan uitgerezen en de Kamer telde<br />

nu eenmaal toonaangevende criticasters die De Stuers nauwlettend in de gaten<br />

hielden: “Sinds Thijms benoeming tot hoogleraar aan de Amsterdamse Rijks-<br />

Akademie en die van U tot Architect der Rijks-Museumgebouwen”, merkte De<br />

Stuers wat gekscherend op, “Heb ik voldoende samenzweringstheorieën<br />

meegemaakt, om er een boekwerk over te schrijven.”Al zijn pamfletten van de<br />

www.cuyperscode.nl 7


afgelopen decennia zou hij daarin kunnen bundelen. 'Maar vergis U niet”, zei hij<br />

daarna ernstig, “<strong>Het</strong> is écht zaak om de ideeën van Thijm en U te neutraliseren en<br />

niet als katholiek, maar als onderdeel van de vaderlandse geschiedenis te<br />

presenteren”. Politiek dier als De Stuers was, waakte hij er dan ook voor dat hun<br />

beeldtaal door de publieke opinie als voertaal van de kerk kon worden<br />

beschouwd, als deel van de ultramontaanse expansie die ten koste zou gaan van<br />

echt nationale protestantse waarden. Cuypers zuchtte weer: zoveel domheid, het<br />

was toch bijna niet denkbaar!<br />

8<br />

De Sint-Servaaskerk in Maastricht na de<br />

restauratie van Cuypers (gevonden op<br />

http://genwiki.nl/limburg)<br />

Maar gelukkig speelde dit probleem in het katholieke Maastricht niet. Sterker nog,<br />

zelfs die andere twistappel die bij iedere restauratie op tafel kwam te liggen, de<br />

strijd tussen oudheidkunde en liturgie, bleef hier weg van het toneel. En dat was<br />

maar goed ook, want Cuypers had geen zin in een volgende bemiddelingsronde<br />

tussen de deken en De Stuers. <strong>Het</strong> was al zwaar genoeg geweest met de<br />

meningsverschillen over het herstel van de crypte en het portaal aan het Vrijthof.<br />

Had De Stuers toen niet gedreigd met “het subsidie”, dan hadden waardevolle<br />

oudheidkundige relicten moeten wijken voor de eredienst en de verschillende<br />

devoties die de deken in de Sint-Servaaskerk had ingesteld. Niet dat Rutten<br />

ongevoelig was voor historische argumenten, helemaal niet. Hij hoorde destijds tot<br />

de eerste Limburgse correspondenten van het College van Rijksadviseurs voor de<br />

Monumenten van Geschiedenis en Kunst. Maar de kerk was eerst en vooral een<br />

cultusoord en het was ondenkbaar dat dat belang moest wijken voor zoiets<br />

profaans als oudheidkunde! En dat nog wel op last van een leek! Cuypers schudde<br />

er van wanneer hij aan al dat “gevrijgel” terugdacht tussen de referendaris en de<br />

monseigneur. Hij kon ook nauwkeurig voorspellen wanneer het mis ging: op het<br />

moment dat het Limburgs plaats ruimde voor een wat plechtstatig Nederlands,<br />

betraden de heren een formeel strijdperk dat tot eindeloze missiven leidde. Maar<br />

dat speelde bij het Bergportaal niet. “God zij geloofd en geprezen”, mompelde hij,<br />

“De heren zijn het eindelijk een keer eens”.<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

<strong>Het</strong> pennendoosje van Cuypers, een<br />

geschenk van edelsmid A.P. Hermans uit<br />

Eindhoven (Herkomst: particuliere<br />

collectie)<br />

<strong>Het</strong> was alsof eindelijk allerlei lijnen samenkwamen, dacht hij. Niet dat eindeloze<br />

divergeren, maar eindelijk eens convergeren. Allemaal waren ze het er over eens<br />

dat het hoofdthema van het Bergportaal de maagschap van Maria was, waar Sint<br />

Servaas deel van uitmaakte. Zijn ogen dwaalden af naar zijn pennendoosje, toen hij<br />

het vraagstuk overdacht. Ietwat verstrooid opende hij de doos en nam de ring die<br />

er in lag in zijn hand: de lijn van de ornamenten en tekens volgde hij met zijn<br />

vingertoppen. “De maagschap van Maria”, dacht hij, “Daar lag het allemaal in<br />

besloten”. De heilige familie die startte met Anna en Joachim, de ouders van Maria<br />

en waarin ook Sint Servaas als achterneef van Christus figureerde. <strong>Het</strong> verhaal was<br />

natuurlijk al heel oud: Thijm had het weten te traceren tot de Gulden legenden van<br />

Jacopo da Voragine, waarover hij in de Dietsche Warande een artikel had<br />

gepubliceerd. Wat een heerlijk boek was dat, met al die zinrijke verhalen die de<br />

heiligen iets dichter bij de gelovigen brachten. <strong>Het</strong> hele Bergportaal leek daar wel<br />

een grote illustratie van. <strong>Het</strong> prachtige sterfbed van Maria in het centrale timpaan,<br />

maar ook haar verwanten die de oostelijke kant van het portaal flankeerden. En<br />

dan altijd weer de schakels van de Concordia veteris et novi testamenti. Cuypers<br />

haalde de Dietsche Warande van 1866 uit de kast met het artikel van Thijm over<br />

deze “Harmonieën van het Oude en het Nieuwe Testament”. Zijn zwager ontleende<br />

deze aan een vroeg-zestiende-eeuwse Biblia Pauperum. In deze bijbel voor de<br />

'armen van geest' werd volgens een geijkt rooster tegenover een bepaalde<br />

geschiedenis of persoonlijkheid uit het Nieuwe een analoge gebeurtenis of figuur uit<br />

het Oude Testament geplaatst. <strong>Het</strong> aardige van die van Maastricht was natuurlijk<br />

dat die door de aanwezigheid van Sint Servaas een afwijkende vorm had. “<strong>Het</strong> zou<br />

Maastricht weer niet zijn”, dacht Cuypers als Remunjer een beetje zuur: “Alles is er<br />

net wat anders”. Maar toegegeven, als nationaal gedenkteken hadden de Sint-<br />

Servaaskerk, of alleen al het Bergportaal, hun weerga niet. De Stuers had er niet<br />

zomaar voor geijverd dat het afgietsel van het complete beeldprogramma na de<br />

www.cuyperscode.nl 9


estauratie in de westelijke binnenhof van het Rijksmuseum werd opgesteld. Daar<br />

trok het vanaf de opening in 1885 veel bekijks.<br />

<strong>Het</strong> Bergportaal, opgesteld in de westelijke binnenhof van het Rijksmuseum, naar een<br />

foto uit het plaatwerk dat Cuypers en de Stuers in 1898 uitgaven.<br />

10<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

<strong>Het</strong> was een heel werk geweest om de cyclus van het beeldprogramma te<br />

ontraadselen. <strong>Het</strong> portaal had in de loop der eeuwen vreselijk geleden en het zag<br />

er naar uit dat de Franse soldaten er kort voor 1800 exercities hadden gehouden.<br />

Onder de gipsreparaties waren lanspunten en kogelgaten aangetroffen. Sommige<br />

beelden waren nagenoeg geheel verdwenen en van een aantal andere was<br />

duidelijk dat die al voor de Franse tijd van nieuwe hoofden en attributen waren<br />

voorzien. Cuypers prees zich gelukkig dat de afgelopen decennia zoveel onderzoek<br />

naar de kerk was verricht. Daar had je het boek van kanunnik Bock en kapelaan<br />

Willems, Antiquités sacrées, over de schatten van Sint Servaas, die prachtige<br />

hoofdrelieken die in 1874 voor het eerst weer in een Heiligdomsvaart waren<br />

getoond. Zijn eigen exemplaar had hij in Amsterdam liggen, maar gelukkig was er in<br />

Roermond ook een. “Wel vreemd”, mompelde hij, “Die opdracht die er in staat: à<br />

mon ami Wies.” In dit boek hadden ook de andere kostbare voorwerpen uit de<br />

collectie, glanzend van goud en schitterende edelstenen een plaats gekregen.<br />

Cuypers bezocht nog altijd met veel voldoening de schatkamer die hij in 1873 had<br />

hersteld. De thesaurier, kapelaan Willems had hem toen al gewezen op de<br />

maagschap van Maria in de oudste Servaaslegende, die aanleiding had gegeven<br />

tot de fraaie lithografie van Thijms vriend Sulpiz Boisserée met Sint Servaas en zijn<br />

ouders. Ondertussen had De Stuers er voor gezorgd dat rijksarchivaris Joseph Habets<br />

in de archieven en de oude prentencollecties naspeuringen had verricht. Ook daar<br />

was veel uit naar voren gekomen. “Hoe hadden we ooit de middeleeuwse toren op<br />

de westbouw kunnen reconstrueren, als al dat onderzoek er niet was geweest”,<br />

vroeg Cuypers zich af.<br />

Wat betreft het Bergportaal, had Habets ontdekt dat er onder de ogen van Christus<br />

en Maria, van de oudtestamentische voorgangers en heiligen rechtspraak werd<br />

gepleegd. Cuypers was er van overtuigd dat dit samenhing met de boodschap<br />

van de beelden. Aan de oudtestamentische kant stonden immers Samuel, koning<br />

David, Abraham & Isaac en Mozes met de stenen tafelen die allen getuigden van<br />

Gods wetten en oordeel. Een oordeel dat niet zonder erbarmen was: totdat de<br />

Verlosser zou zijn gekomen, rustten de zielen van de rechtvaardigen in Abrahams<br />

schoot. Aan de andere zijde was dan ook de Verlossing weergegeven die in het<br />

Nieuwe Testament tot perspectief was gemaakt: Maria met kind, Johannes de<br />

Doper, Johannes de Evangelist als schrijver van de Apocalyps en Sint Servaas zelf,<br />

wiens sleutelmacht door de kerk erkend was. Maar wat altijd weer zo prachtig was<br />

in die middeleeuwse programma's was dat meer motieven met elkaar vervlochten<br />

waren. Nenny vergeleek dit met het contrapunt bij Bach, dat ze de laatste tijd<br />

bestudeerd had. Hierbij slingerden verschillende melodieën door elkaar heen,<br />

waarbij de een het tegen de ander opnam door een tegengestelde toon vast te<br />

houden die toch weer met het grote geheel in harmonie was. Zo ging het<br />

leidmotief van rechtvaardigheid en verlossing een verbond aan met dat van de<br />

maagschap van Maria en de boom van Jesse in de archivolten van het portaal,<br />

www.cuyperscode.nl 11


want uit het huis van David zou de verlosser komen. Cuypers glimlachte toen hij er<br />

aan dacht dat hij de deken en De Stuers met deze uitleg waarlijk stil had gekregen<br />

en dat nog wel op hetzelfde moment! De Stuers was er nog dagen mee bezig<br />

geweest, zei hij hem later, en had besloten om een schenking te doen aan de kerk<br />

waarbij de boom van Jesse in de muurdam van het monumentale raam van het<br />

zuidelijke transept verwerkt zou worden. Hij wilde dat de Maastrichtenaar<br />

doordrongen zou worden van de bijzondere iconografie van dit portaal en de kans<br />

daarop werd groter door de boom van Jesse nog eens apart voor het voetlicht te<br />

plaatsen.<br />

<strong>Het</strong> Bergportaal te Maastricht met de Oudtestamentisch figuren aan de linkerzijde: Samuel,<br />

Koning David, Mozes en Abraham. Rechtsboven is een deel van het timpaan te zien met het<br />

sterfbed van Maria.<br />

Toen Cuypers het programma met Thijm besprak, wees die hem er fijntjes op dat hij<br />

een derde verhaallijn over het hoofd had gezien. Want in het apocriefe verhaal<br />

van de maagschap van Maria lag de oorsprong van de Onbevlekte Ontvangenis.<br />

Hij haalde zijn aantekeningen er bij en las toen voor: “Anna en Joachim waren al<br />

vele jaren gehuwd, maar het huwelijk was kinderloos gebleven. Dit werd gezien als<br />

Gods gesel. Joachim leed hieronder zozeer dat hij wegvluchtte naar zijn herdersvolk<br />

12<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

in de bergen. Maar daar kreeg hij een droom waarin God hem beval terug te keren<br />

naar zijn vrouw. Heer, sprak Joachim, <strong>Het</strong> is mij onmogelijk terug te keren, want ik<br />

ben overdekt met smaad nu ik mijn lijn niet kan voortzetten. Gods stem<br />

transformeerde tot het beeld van een jongeling met een kind op zijn arm: Zie, sprak<br />

hij, dit is het kind dat uw vrouw zal baren en zij zal Maria heten. Ga heen naar<br />

Jeruzalem. Joachim nu toog naar Jeruzalem, waar hij bij de gouden poort zijn<br />

geliefde Anna ontmoette. Hij omhelsde haar en het kind sprong in haar schoot vrij<br />

van smetten en onreinheid.” ”Tja”, zei Thijm peinzend, “De afstand tussen de<br />

Gouden poort van Jeruzalem en het Bergportaal van Maastricht is in het licht van<br />

de eeuwigheid nihil.”<br />

Giotto, De ontmoeting van Joachim en Anna bij<br />

de Gouden poort te Jeruzalem (freso in de<br />

Cappella degli Scrovegni te Padua)<br />

(afbeelding gevonden op de website<br />

http://williampcoleman.wordpress.com)<br />

Cuypers beaamde dat. <strong>Het</strong> ontroerde hem telkens weer dat over de tijd heen<br />

zoveel boodschappen werden afgegeven dat het nauwelijks meer te bevatten<br />

was. “En dat”, zei Thijm geërgerd tegen Cuypers, is nu net wat niemand van ons<br />

aan wil nemen. Weet ge nog, hoe ik het in De Heilige Linie omschreef? De<br />

vruchtbaarheid, nee, zelfs de elasticiteit van de betekenissen komt voort uit de<br />

levensvolheid der Kerk-zelve. Naar gelang het standpunt waarop men zich plaatst,<br />

kunnen de delen van het kerkgebouw een afwisselende betekenis krijgen. Hebben<br />

we dat niet geprobeerd voor onze tijd herkenbaar te maken in het programma van<br />

het Rijksmuseum? Getracht te tonen hoe reeds de Grieken op deze wijze hun<br />

gebouwen inrichtten en decoreerden? Hoe spijtig dat we ons doel niet hebben<br />

mogen bereiken, omdat het debat niet onpartijdig werd gevoerd”, zuchtte Thijm,<br />

“want ik had gehoopt aan te tonen dat die menigvuldigheid van zin géén<br />

argument is tegen, maar juist vóór het bestaan van de symbolische intentiën in de<br />

kunst.”<br />

www.cuyperscode.nl 13


14<br />

<strong>Het</strong> Bergportaal te Maastricht met<br />

de Johannes de Doper, Johannes<br />

de Evangelist en Sint Servaas aan<br />

de rechterzijde. <strong>Het</strong> laatste beeld<br />

is afkomstig uit het atelier<br />

Cuypers & Stoltzenberg en<br />

gemodelleerd naar het dertiendeeeuwse<br />

beeld in de kerk.<br />

Hemel, wat was Cuypers blij dat het Bergportaal in Maastricht en niet in Delft of<br />

Groningen lag. Hier kon de discussie niet bedorven worden. Hier kon zonder<br />

voorbehoud een speurtocht door de middeleeuwse symboliek gemaakt worden en<br />

sterker nog, door de Mariale metaforiek. Iedere keer weer dat verstoppertje spelen,<br />

alsof een katholiek zich moest schamen voor zijn Mariaverering, hij was het beu. Wat<br />

hem betrof zou de hele wereld weten dat hier een middeleeuws portaal was dat<br />

aan vele thema's was gewijd, waaronder de Onbevlekte Ontvangenis van Maria.<br />

Was niet het hoogtepunt van het portaal de kroning van Maria die haar positie als<br />

mystieke bruid van Jezus huldigde. Spontaan hief Cuypers de eerste strofen aan<br />

van het oeroude kerkwijdingslied:<br />

Caelestis urbs Jerusalem,<br />

Beata pacis visio,<br />

Quae celsa de viventibus<br />

Saxis ad astra tolleris,<br />

Sponsaeque ritu cingeris<br />

Mille angelorum millibus.<br />

Hemelse stad Jeruzalem,<br />

Zalig visioen van vrede,<br />

U die zich door de levende stenen<br />

verheft tot aan de hoogte der sterren,<br />

En zich bij de ceremonie van de bruid<br />

door duizend maal duizend engelen<br />

omringt.<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

“Duizend maal duizend engelen”, mompelde Cuypers, die rondom in de wanden<br />

van het Bergportaal figureerden direct onder het gewelf met de sterrenhemel. En hij<br />

vervolgde in crescendo:<br />

O sorte nupta prospera,<br />

Dotata Patris gloria,<br />

<strong>Res</strong>persa Sponsi gratia,<br />

Regina formosissima,<br />

Christo jugata principi,<br />

Caeli corusca civitas.<br />

O sorte nupta prospera,<br />

Dotata Patris gloria,<br />

<strong>Res</strong>persa Sponsi gratia,<br />

Regina formosissima,<br />

Christo jugata principi,<br />

Caeli corusca civitas.<br />

Uit een voorspoedig lot gehuwd,<br />

Begunstigd door de glorie van de Vader,<br />

En met de gratie van de Bruidegom<br />

bestrooid, o allerschoonste Koningin,<br />

bent U met Christus de vorst getrouwd,<br />

De schitterende stad van de hemel.<br />

Uit een voorspoedig lot gehuwd,<br />

Begunstigd door de glorie van de Vader,<br />

En met de gratie van de Bruidegom<br />

bestrooid, o allerschoonste Koningin,<br />

bent U met Christus de vorst getrouwd,<br />

De schitterende stad van de hemel.<br />

En Maria als koningin van de hemel in het timpaan, juist zoals hij haar had<br />

weergegeven in de schilderingen in de Munsterkerk, in het glas-in-lood van Onze<br />

Lieve Vrouwe Genooi van Venlo, op zovele manieren. De ring in zijn hand ving het<br />

licht op toen hij verder zong:<br />

Hic margaritis emicant,<br />

Patentque cunctis ostia:<br />

Virtute namque praevia<br />

Mortalis illuc ducitur,<br />

Amore Christi percitus,<br />

Quisquis tormenta sustulit.<br />

Hier blinken de deuren van parels<br />

en staan zij voor iedereen open,<br />

want door de deugd vooropgegaan<br />

wordt de sterveling hierheen gevoerd:<br />

al wie door Christus' liefde bewogen,<br />

de kwellingen ondergaat.<br />

Zo was ook het Bergportaal een porta coeli, waar de gelouterde mens toegang toe<br />

kreeg, nadat over hem geoordeeld was. Diep ontroerd zong hij de strofen die wel<br />

speciaal voor hem geschreven leken :<br />

Scalpri salubris ictibus,<br />

Et tunsione plurima,<br />

Fabri polita malleo<br />

Hanc saxa molem construunt.<br />

Aptisque juncta nexibus<br />

Locantur in fastigio.<br />

Door de krachtige slagen van de beitel<br />

En onophoudelijk geklop<br />

Gepolijst door de hamer van de werkman<br />

Bouwen de (levende) stenen dit gevaarte.<br />

En samengevoegd in hecht verband<br />

Worden zij in het frontispies gevoegd.<br />

www.cuyperscode.nl 15


Zo had hij zijn vele kerken gebouwd, een uitverkorene Gods die de aardse<br />

voorafspiegelingen van het hemelse Jeruzalem op het ondermaanse mocht<br />

realiseren. Ootmoedig besloot hij :<br />

Decus Parenti debitum<br />

Sit in aeternum Altissimo,<br />

Natoque Patris Unico,<br />

Et inclyto Paraclito,<br />

Cui laus, potestas, gloria<br />

Sit per aeterna saecula.<br />

16<br />

Aan de Vader is de eer verschuldigd,<br />

de Hoogste in de eeuwigheid,<br />

En aan de Eniggeborene van de Vader,<br />

En de befaamde Vertrooster<br />

Aan wie roem, macht en glorie zij<br />

Door de eeuwigdurende eeuwen heen.<br />

Maria Paraclito, troosteres der bedrukten. Hoeveel kaarsjes waren in de loop van de<br />

tijd niet voor haar opgestoken door gelovigen die troost zochten. Hoevelen<br />

bezochten niet de Mariakapel in iedere kerk die hij ontwierp. Daar was de drempel<br />

het eerst uitgesleten, ook al probeerden de heren geestelijken nog zo indringend<br />

andere devoties onder de aandacht te brengen. Ook al haalde het Bergportaal<br />

het niet in populariteit bij de kapel van de Sterre der Zee elders in de stad, ze was<br />

één grote loftuiting aan het adres van Gods mystieke bruid, de Onbevlekte<br />

Ontvangenis die de hemelse stad van God was. Wat mooier dan om op het aardse<br />

niveau deze symboliek te vervolmaken?<br />

De bewoners van de hemelse stagie van het Bergportaal zijn tevens ingezetenen van het<br />

Hemels Jeruzalem<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

Cuypers pakte De Heilige Linie er nog eens bij om te zien hoe Thijm dat ook weer<br />

beschreef bij zijn uitleg van de verticale stagiën der kerk: ter hoogte van het gewelf<br />

bevindt zich de hemel waarvan de beelden der heiligen getuigen die ons in het<br />

leven begeleiden. De laagste stagie is het niveau van de aarde, “waar de<br />

gelovigen zich door des waerelds woelige golven trachten heen te werken.” Ja,<br />

meende Cuypers: het niveau van de aarde, dat moest het onderwerp van de vloer<br />

van het Bergportaal zijn, waarboven het blauwe gewelf met zijn gouden sterren<br />

verwees naar de hemel. Zoals hij met Thijm al besproken had, moest het niet<br />

zomaar de aarde zijn. Dat zou te simpel zijn. Hij wilde twee thema's bij elkaar laten<br />

komen: aan de ene kant het <strong>labyrint</strong> als symbool van de zinnebeeldige pelgrimage<br />

die iedere mens moest volvoeren wilde hij zich ontwikkelen, vervolmaken en Gods<br />

rijk deelachtig worden. Thijm overwoog daarbij: “Wij zijn hier op aarde in bedevaart<br />

naar het 'Heilige land': 'Wi en hebben hier geene blivende stat'; dat drukt de kerk uit<br />

in hare kruiswegen, hare zoogenaamde doolhoven, haar choor- en processietransen,<br />

en wat dies meer zij. Welnu, laat ons daarbij éen vast punt in het oog<br />

hebben: laten wij altoos naar het Oosten streven, waar de Kalvarie- en Olijfberg<br />

staat.”<br />

Afbeelding van ‘Ierusalem’ als centrum van de symbolische pelgrimstocht in het <strong>labyrint</strong><br />

van het Bergportaal van de Sint Servaaskerk: Cuypers geeft de stad weer als een<br />

achthoekige ommuurde vesting, met linksboven de Calvarieberg en rechtsboven de olijfberg.<br />

www.cuyperscode.nl 17


Dit thema convergeerde prachtig met het andere beeld van de wereld: de<br />

microkosmos die zich bevond onder de hemelkoepel van het heelal en volgens<br />

dezelfde wetten tot stand gekomen was. En in die microkosmos bevond zich als<br />

een micromicrokosmos het tempelgebouw, waar de hemelkoepel in het gewelf<br />

werd nagebootst. En daarbinnen bevond zich dan de mens als pico-microkosmos.<br />

Zo was er een schier eindeloze reeks die in een goddelijk verdwijnpunt<br />

samenvloeide, een exercitie in hemelse recursie. Daarin lag de alfa en de omega<br />

van de scheppingskracht van de mens, overwoog Cuypers ontroerd. Hij dacht aan<br />

de vele publicaties waarin Thijm telkens weer had betoogd dat de mens analoog<br />

aan de Schepper creëerde, van wie hij als onderdeel van de schepping een deel<br />

van diens Goddelijke vermogen had ontvangen. Zoals God de wereld had<br />

geschapen met maat, getal en gewicht, zo ontwierp de Archi-tekt, de<br />

aartskunstenaar, zijn gebouwen op de grondslag van de volmaakte modules die<br />

universeel en eeuwig waren: driehoek, cirkel en vierkant, gulden snede en pi.<br />

De steden op de wereldkaart in het <strong>labyrint</strong> van het Bergportaal: links Rome en rechts<br />

Constantinopel<br />

Hoe gechargeerd Thijms studenten het ook hadden gebracht, dit was de<br />

bouwmeesterswijsheid. <strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong> als metafoor van de wereld gaf bij uitstek de<br />

gelegenheid die ideale maten toe te passen, waardoor een prachtige<br />

choreografie ontstond die andermaal vertelde hoe de mens zijn tocht op het<br />

ondermaanse volvoerde. <strong>Het</strong> vierkant van het <strong>labyrint</strong> ging op in het vierkant van<br />

het hemelse Jeruzalem dat de engel in de Apocalyps beschreef. Cuypers voelde<br />

zijn hart overvloeien hoezeer alles met alles samenhing en hoe een schier<br />

oneindigende reeks associaties als kralen aan elkaar geregen kon worden, ieder<br />

weer fraaier dan de vorige en steeds een lofzang op de schepping. Peinzend<br />

18<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

draaide hij de ring om en om tussen zijn vingers als hielp dat om zich te<br />

concentreren. Even mompelde hij afgeleid: “Ja, maar jij hoort thuis bij die andere<br />

Maria, dat andere Hemelse Jeruzalem, waar het aardse Jeruzalem in op gaat”, om<br />

vervolgens zijn gedachten samen te vatten in een brief aan de Stuers.<br />

Keulen Aken<br />

Terwijl hij zijn handtekening plaatste, werd hij opgeschrikt door het geluid van de<br />

noenklok in de werkplaats. Hij hoorde Louise de huisbel schellen voor het<br />

middagmaal. Och hemel, wat had hij weinig uit zijn vingers gekregen, maar wat<br />

waren de gedachten weer een steun geweest voor de opzet van zijn plannen. Hij<br />

borg de ring en zijn pen op in zijn tekendoos die hij die avond weer mee zou nemen<br />

naar Amsterdam. “Laat ik maar eens even bij Van der Schuit langs gaan”, dacht hij:<br />

“waarschijnlijk heeft hij mijn schetsen voor de mozaïekvloer nog. Ik zal Thijm zeggen<br />

dat hij de fragmenten maar bewaard voor de volgende klas studenten. Laat hen er<br />

maar mee experimenteren”. Cuypers sloeg zijn map dicht en hoopte dat Frans<br />

Stoltzenberg besognes elders had, zodat hij gezellig met Louise kon tafelen. Hij<br />

zuchtte diep …<br />

Bernadette van Hellenberg Hubar<br />

1.1 Naschrift<br />

Dit fictieve verhaal dient gesitueerd te worden tussen 1885, de opening van het<br />

Rijksmuseum en 1887, toen de vloer van het Bergportaal werd gelegd. <strong>Het</strong> is<br />

gebaseerd op verschillende bronnen, waaronder de biografie van Cuypers, het<br />

www.cuyperscode.nl 19


onderzoek van <strong>Res</strong> <strong>nova</strong> naar het 'Huis van Cuypers' - Rien de pareil - en de<br />

artikelen van Jos Koldeweij c.s. naar het Bergportaal te Maastricht.<br />

Toelichting:<br />

20<br />

Op weg van Maastricht<br />

naar Jeruzalem: de<br />

pelgrimsroute in <strong>labyrint</strong><br />

van het Bergportaal<br />

• De analyse die Joseph Cuypers gaf van de solvabiliteit van Stoltzenberg<br />

dateert in werkelijkheid van 1891 (biografie hoofdstuk 1, paragraaf 2 en het<br />

onderzoek Rien de pareil, paragraaf 4.5.1).<br />

• De figuur waar De Stuers het over heeft in zijn brief, Dixon, was in werkelijkheid<br />

de maker van de glas-in-loodramen van de Voorhal van het Rijksmuseum. De<br />

Stuers verwoordde hiermee wel de kritiek die hij had op de eigentijdse<br />

meesters die nu net een rolmodel vervulden voor de studenten van de<br />

Amsterdamse Rijks-Akademie, waar Thijm doceerde.<br />

• De Sinterklaasgrap van Thijms studenten is historisch en gebaseerd op de<br />

biografie van de hand van Gerard Brom.<br />

• <strong>Het</strong> Bergportaal is de enige grote ruimte van de Sint-Servaaskerk, waar men<br />

de uitmonstering van Cuypers tijdens de laatste restauratie integraal heeft<br />

gerespecteerd en in tact heeft gelaten. Hoe het er in de andere delen van<br />

de kerk aan toe ging, leest u in het artikel van Van Leeuwen & Van<br />

Hellenberg Hubar in De Sluitsteen van 1990.<br />

• Over de Legenda Aurea (de Gulden legenden) bestaat een prachtige<br />

website, De Legenda aurea op het internet.<br />

www.cuyperscode.nl


<strong>Het</strong> <strong>labyrint</strong><br />

Fanfiction gewijd aan Pierre J.H. Cuypers<br />

en opgedragen aan Wies van Leeuwen<br />

• De stamboom van de familie van Maria (= de maagschap van Maria) is<br />

onder meer te vinden op de website over de Dominicanenkerk in het Zoute<br />

te België.<br />

• Een fraai voorbeeld van de maagschap van Maria vormt het paneel dat<br />

tegenwoordig in de Schatkamer van de Sint-Servaaskerk te bezichtigen is.<br />

• Hoeveel de hymne Caelestis urbs Jerusalem voor Cuypers betekende, blijkt<br />

wel uit het geschenk van de componist Alphons Diepenbrock: in 1897 voerde<br />

Diepenbrock bij gelegenheid van Cuypers' zeventigste verjaardag de<br />

speciaal daarvoor gecomponeerde vijfstemmige kerkhymne Caelestis urbs<br />

Jerusalem in de Voorhal van het Rijksmuseum uit.<br />

• <strong>Het</strong> verhaal over de stagiën der kerk is gebaseerd op de Heilige Linie, waarin<br />

Thijm de verticale indeling van het kerkschip verklaart.<br />

• Nicolaas van der Schuit was Cuypers' meest vertrouwde tekenaar. Dit blijkt<br />

onder meer uit de hommage die hem ten deel viel in <strong>Het</strong> Werk van Dr. P.J.H.<br />

Cuypers, 1827 1917, een gedenkboek dat Cuypers bij zijn negentigste<br />

verjaardag door vrienden en collega's aangeboden kreeg. Hierin vertelt<br />

Joseph Cuypers dat: “... N. van der Schuyt gedurende vele jaren met groote<br />

vaardigheid, 's meesters schetsen op groote schaal op `t papier weet te<br />

brengen in hoofdlijn, juist als geometrisch geraamte waarop de meester<br />

eigenhandig de onderdeelen afteekent” (p. 25).<br />

• De artikelen van Jos Koldeweij betreffen:<br />

o E. de Jong e.a., 'Een studie over het bergportaal en de bergpoort<br />

van de Sint Servaaskerk te Maastricht', in: Publications S.H.A.<br />

Limbourg 113 (1977) pp. 34-192<br />

o A.M. Koldeweij, 'Een aanwinst voor de Schatkamer van de<br />

Servaaskerk te Maastricht. Een steendruk uit 1826, waarop Sint<br />

Servatius met zijn ouders Memelia en Eliud staat afgebeeld', in: De<br />

Maasgouw 99 (1980) k. 72-80;<br />

o A.M. Koldeweij, '<strong>Het</strong> Bergportaal en de Bergpoort van de Sint-<br />

Servaaskerk te Maastricht', in: Bulletin KNOB 83 (1984) pp. 144-158.<br />

• Een interessante exercitie met <strong>labyrint</strong>en is te vinden via de website van de<br />

jonge kunstenares Kara Vogels (Deviant Art) die er voor gezorgd heeft dat dit<br />

werk van haar studiegenoot Thomas door <strong>Res</strong> <strong>nova</strong> gehost wordt:<br />

l4b1r1n7g4m3.<br />

www.cuyperscode.nl 21


1.2 Internetadressen<br />

Overzicht van URL’s die in een internetbrowser geplakt kunnen worden:<br />

• http://www.res-<strong>nova</strong>.nl/cuypersbiografie/paginae/fanfiction.htm<br />

• http://www.res-<strong>nova</strong>.nl/cuypersbiografie/paginae/miscellanea.htm<br />

• http://www.uni-<br />

muenster.de/HausDerNiederlande/Philologie.plus/LegendaAurea/<br />

• http://www.dominicanenkerkzoute.be/h.anna.htm<br />

• http://web.mac.com/hortense1/iweb/Heilige%20Anna/Heilig%20Maagschap.ht<br />

ml<br />

• http://kw33un0fgr4v3s.deviantart.com/<br />

• http://www.res-<strong>nova</strong>.nl/Maze_Puzzle/Lvl1/level1.html<br />

• http://cuyperscode.nl<br />

• http://res-<strong>nova</strong>.nl<br />

22<br />

www.cuyperscode.nl


www.pjhcuypers.nl<br />

www.cuyperscode.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!