Archeologische kroniek 1992 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische kroniek 1992 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Archeologische kroniek 1992 - Geschiedenis van Zuid-Holland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Archeologische</strong> <strong>kroniek</strong> Noord-<strong>Holland</strong> <strong>1992</strong><br />
zoek vrijwilligers <strong>van</strong> de Stichting Behoud Alkmaarse Bodemvondsten (SBAB) en de AWN-<br />
afdeling Heiloo deelnamen.<br />
De dijk maakte ooit deel uit <strong>van</strong> de Westfriese Omringdijk, die West-Friesland behoedde<br />
voor het stijgende waterpeil in de Late Middeleeuwen. De dijk werd onderzocht met 17 pro-<br />
fielsleufen en een grotere werkput. Hier had men destijds als onderlaag <strong>van</strong> de dijk rietmat<br />
ten gelegd, een wel vaker toegepaste techniek in de dijkbouw. De dijk zelf was een eenvoudig<br />
kleilichaam zonder verdere constructies. De dijksloten zijn vermoedelijk pas <strong>van</strong> latere tijd.<br />
Het onderzoek leverde vooral informatie op over de overstromingen, die de dijkaanleg nood<br />
zakelijk maakten. Een opmerkelijke ontdekking was, dat niet alleen in de 12e, maar ook in<br />
de 13e eeuw grote overstromingen waren opgetreden.<br />
Ropjeskuil. In september en oktober werd gegraven aan de Ropjeskuil, waar het MCA gaat<br />
uitbreiden. Gezien de ligging op de strandwal was er een redelijke kans op oude bewonings<br />
resten. In een aantal sleuven en werkputten werd ongeveer driekwart <strong>van</strong> het ca 1,5 ha grote<br />
terrein onderzocht. Ondanks het feit dat het terrein diep was omgewoeld als gevolg <strong>van</strong> de aanleg<br />
<strong>van</strong> moestuinen in de 17e eeuw, werden grondsporen en vondsten ontdekt <strong>van</strong>af de Vroege<br />
Middeleeuwen, onder meer de resten <strong>van</strong> twee 8e- of 9e-eeuwse waterputten. Onooglijk tij<br />
dens de opgraving maar toch spectaculair is de inhoud <strong>van</strong> een greppel. In de greppel werd,<br />
behalve boormateriaal, een tweetal potscherven gevonden waar<strong>van</strong> er één is geïdentificeerd<br />
als behorend tot de Enkelgrafcultuur (Standvoetbekercultuur: determinatie Th. ten Anscher).<br />
Voordam. Het uitgebrande pandje Voordam 2, dat werd gesloopt, kon dank zij de mede<br />
werking <strong>van</strong> de eigenaar, de heer Van der Wal, <strong>van</strong> architect Wassenberg en <strong>van</strong> aannemer<br />
De Baak, bouwhistorisch en archeologisch worden onderzocht. Er werden zeer oude muur<br />
gedeelten gevonden, behorend bij twee huizen aan de Dijk. Spectaculair was de vondst <strong>van</strong><br />
een enorme beerput achter Dijk 29, een pand dat waarschijnlijk oorspronkelijk een om<strong>van</strong>g<br />
rijk patriciërshuis is geweest. Het is de oudste bakstenen beerput die uit de stad bekend is.<br />
Op de bodem <strong>van</strong> de put werd een beerlaag aangetroffen met daarin 14e-eeuws aardewerk<br />
en een fragment gebrandschilderd vensterglas. De bovenste lagen leverden een schat aan<br />
vondstmateriaal op uit de 15e en de 16e eeuw, waaronder bijzondere drinkglazen en drie<br />
complete baardmankruiken. Gezien de vroege datering zal het grote huis wel één <strong>van</strong> de<br />
eerst gebouwde zijn in de stadsuitbreiding Dijk-Voordam-Achterdam-Zijdam.<br />
Wageweg. Aansluitend op de sloop en bodemsanering <strong>van</strong> het verbrande pand Wageweg<br />
75-76 werd een archeologisch onderzoek gedaan. Op 8 oktober werd een profielsleuf gegra<br />
ven, waarin behalve ophogingen ook een 16e-eeuwse perceelsloot en enkele kuilen te voor<br />
schijn kwamen. Een in de sloot aangetroffen goudkleurige ketting bleek na restauratie een<br />
zeldzame kleding-ketting te zijn <strong>van</strong> fijn gevlochten messingdraad. Het werk werd afge<br />
maakt door de SBAB met de berging <strong>van</strong> vondsten uit een beerput uit het midden <strong>van</strong> de<br />
17e eeuw en uit vier waterputten.<br />
Afdeling Archeologie, Alkmaar R Bitter<br />
Krelagestraat. Onderzoek bij de sloop <strong>van</strong> de Krelagerschool leverde geen archeologische<br />
resten op. Wel werd geconstateerd dat er flinke kleilagen aanwezig waren en dat het terrein<br />
een laagte vormde tussen de Ropjeskuil en de heuvel <strong>van</strong> de Grote Kerk.<br />
Snaarmanslaan/Josephstraat. Bij waarnemingen op de hoek <strong>van</strong> de Snaarmanslaan/Jo-<br />
sephstraat bleek dat de bodem tot op de schone ondergrond geheel is omgespit. Vermoede<br />
lijk heeft dit een oorzaak in de aanleg <strong>van</strong> de Spoorbuurt in de 19e eeuw.<br />
306<br />
Bron: Bitter 1993