Algemene analyse - Schone Kleren
Algemene analyse - Schone Kleren
Algemene analyse - Schone Kleren
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
INDICATOR 2 - TOEPASSING<br />
Een gedragscode mag nog zo goed zijn, het is slechts een<br />
stuk papier. Het echte engagement van een bedrijf begint<br />
pas bij de concrete toepassing, zodat dat de code effectief<br />
kan bijdragen tot het garanderen van waardige werkomstandigheden<br />
voor de kledingwerknemers in haar bevoorradingsketen.<br />
De gedragscode uitvoeren vereist de ontwikkeling van<br />
beheerssystemen en -procedures die de sociale normen verankeren<br />
in alle activiteiten van de onderneming. Het lijkt dus<br />
vrij logisch dat de code geïntegreerd wordt in de contractuele<br />
voorwaarden die het bedrijf binden aan zijn leveranciers en<br />
onderaannemers.<br />
In 2008 toonde onze enquête aan dat slechts iets meer dan de<br />
helft van de geselecteerde bedrijven hun gedragcode opnam<br />
in de contracten met leveranciers. In 2010 stellen we vast dat<br />
die praktijk ingang gevonden heeft. Slechts vier Belgische of<br />
internationale ondernemingen die over een code beschikken<br />
(Cassis, Benetton, Triumph International en We) maken<br />
er nog geen contractuele clausule van. Met uitzondering van<br />
de Amerikaanse bedrijven Lee en Wrangler en het Italiaanse<br />
Benetton, beschikken veel bedrijven over gedragscodes die<br />
vertaald zijn in de taal van het land of de streek waar zij zich<br />
bevoorraden. We merken op dat Street One zijn leveranciers<br />
verplicht zijn gedragscode te vertalen.<br />
Dat is allemaal heel mooi, maar tot hiertoe blijft de gedragscode<br />
nog steeds een communicatiemiddel of een instrument<br />
voor risicobeheer. Ze zal nog niet bijdragen tot een verbetering<br />
van de arbeidsomstandigheden. Daarvoor zijn andere stappen in<br />
de praktijk nodig, om te beginnen de vorming van de betrokken<br />
mensen.<br />
Vorming<br />
Men kan de arbeidsomstandigheden alleen verbeteren en de<br />
rechten van de arbeiders beschermen als de laatstgenoemden<br />
een actieve rol spelen bij de toepassing van de gedragscode. Dat<br />
veronderstelt dat zij hun rechten kennen en opgeleid worden over<br />
hoe ze de code kunnen gebruiken als ze dat wensen.<br />
Om het mogelijk te maken dat de arbeiders zich vrij kunnen<br />
uitdrukken, is het nuttig om vormings- of sensibiliseringssessies<br />
buiten de fabriek en in samenwerking met geloofwaardige organisaties<br />
te organiseren.<br />
18 van de 24 bestudeerde internationale ondernemingen ontwikkelen<br />
opleidingen voor hun directie en hun personeel dat betrokken<br />
is bij de bevoorradingsketen, evenals voor de directie en het<br />
personeel van hun leveranciers betrokken bij de toepassing van<br />
de code. Enkel Diesel, Pimkie, Promod, S.Oliver (nochtans lid<br />
van BSCI), Street One en Triumph International melden geen<br />
enkel initiatief in die zin.<br />
Er zijn echter veel minder bedrijven die vorming vermelden voor<br />
de werknemers die hun producten maken. We willen hier wel<br />
enkele initiatieven aanhalen: zo heeft H&M in Tirupur, India, een<br />
programma ontwikkeld ter sensibilisering van de werknemers<br />
over hun rechten en het kondigt ook de realisatie aan van een film<br />
over dat onderwerp. De groep Bestseller (Jack&Jones, Only en<br />
Vero Moda) heeft 100.000 brochures verdeeld onder de werknemers<br />
van zijn Chinese leveranciers en 10.000 onder die van de<br />
Turkse leveranciers om hen te informeren over hun rechten en<br />
Vero Moda heeft in 2010 ook een vormingsprogramma voor hen<br />
ontwikkeld. In China financiert Levi Strauss & Co lokale NGO’s<br />
om de werknemers te informeren over hun rechten.Volgens Levi’s<br />
hebben die vormingsprogramma’s tot op vandaag honderdduizenden<br />
migrantenwerkneemsters bereikt. Nog altijd in China<br />
steunt Levi’s de oprichting van comités voor veiligheid en hygiëne<br />
met de werknemers van zijn leveranciers en faciliteert de dialoog<br />
tussen die comités en de directie van de fabriek.<br />
Van de bestudeerde Belgische ondernemingen, is Mayerline<br />
de enige die meldt zijn personeel te vormen en toe te zien<br />
op de deelname van zijn leveranciers aan opleidingen<br />
georganiseerd door de Fair Wear Foundation (zie p. 20).<br />
Mayerline maakt geen melding van vormingen voor de productiearbeiders.<br />
Interne controle<br />
Opdat de gedragscode impact zou hebben op de bedrijfsactiviteiten,<br />
moet de toepassing ervan en de interne controle (monitoring)<br />
erop de verantwoordelijkheid zijn van het management<br />
dat daartoe is opgeleid. Zij moeten van de leveranciers kunnen<br />
eisen dat ze adequaat rapporten bijhouden en dat ze aan de<br />
controleurs, directieleden en de arbeiders toegang tot de registers<br />
verlenen. Speciale aandacht moet geschonken worden<br />
aan de omstandigheden waarin de interviews met de arbeiders<br />
gebeuren. Die moeten plaats vinden buiten de fabriek, en er<br />
moet over gewaakt worden dat de directie de antwoorden van<br />
de arbeiders niet kan beïnvloeden. Werknemers moeten op een<br />
toevallige manier geselecteerd worden, zonder inmenging van<br />
de directie. Hun anonimiteit moet gewaarborgd worden en elke<br />
sanctie achteraf vermeden worden.<br />
Sommige bedrijven hebben teams voor “sociale naleving”<br />
gevormd om deze taken uit te voeren. Andere hebben commerciële<br />
bedrijven ingehuurd om de naleving van de gedragscode<br />
met sociale audits te controleren. Tegenwoordig worden elk jaar<br />
duizenden dergelijke audits georganiseerd. Nochtans zijn die<br />
audits beperkt in de manier waarop ze de typische arbeidsomstandigheden<br />
(zoals de vrijheid van vereniging) controleren. Er is<br />
een ruime consensus over dat dit de oorzaak is van het feit dat ze<br />
onvoldoende kwaliteit leveren. 1<br />
Sommige organisaties blijven audits beschouwen als hét controle-instrument<br />
bij uitstek. Dat is het geval van het Business Social<br />
Compliance Initiative. 5 van de bestudeerde bedrijven zijn lid van<br />
BSCI: Charles Vögele, Esprit, Inwear, S.Oliver en We.<br />
Daarnaast is C&A lid van GSCP.<br />
1 Zie daarover het rapport: «Looking for a quick fix», Clean Clothes Campaign,<br />
2005. http://www.cleanclothes.org/publications/quick_fix.htm<br />
Business Social Compliance Initiative (BSCI)<br />
BSCI werd opgericht in 2004, binnen de Europese distributielobby, de<br />
Foreign Trade Association. Het vloeit voort uit het initiatief van bedrijven<br />
die hun inspanningen wilden bundelen en dubbel werk wilden<br />
vermijden in hun respectieve audits. Zijn doelstelling is het verbeteren<br />
van de arbeidsomstandigheden op de productiesites door middel van<br />
audits en correctieve maatregelen bij vastgestelde inbreuken.<br />
Het ontbreekt het BSCI echter aan legitimiteit.<br />
• Het eist niet dat zijn leden een leefbaar loon betalen.<br />
• In plaats van inbreuken op de code op te sporen, stelt BSCI zich<br />
vaak in de plaats van een controle door een multipartiete organisatie<br />
die samenwerkt met de vakbonden en de lokale NGO’s.<br />
• Het beperkt zich tot een evaluatie van de conformiteit van de<br />
productiesites aan zijn eigen gedragscode, het eist zelfs correctieve<br />
maatregelen zonder rekening te houden met de invloed<br />
van het bevoorradingsbeleid van een bedrijf op de mogelijkheden<br />
tot verbetering van de arbeidsomstandigheden in de fabrieken.<br />
• Het publiceert geen verslagen noch lijsten van de betrokken<br />
fabrieken.<br />
Klachtenprocedure<br />
Momentcontroles zijn niet het beste middel om eventuele problemen<br />
aan het licht te brengen. Door het opzetten van klachtenprocedures<br />
kan wel op permanente basis nuttige informatie<br />
van de kant van de direct betrokkenen ingewonnen worden.<br />
Om bruikbaar te zijn, moeten die procedures toegankelijk zijn<br />
voor de arbeiders en de andere betrokken partijen. De klachtenregistratie<br />
moet gebeuren volgens een veilig, anoniem,<br />
confidentieel en onafhankelijk mechanisme. Dat houdt in dat<br />
er duidelijke procedures voorzien worden voor de ontvangst<br />
van de klachten, het onderzoek ervan door onafhankelijke<br />
partijen, de mededeling van de resultaten van het onderzoek<br />
en de uitvoering van verbetermaatregelen, indien de klachten<br />
gegrond blijken te zijn.<br />
Een klein aantal van de bestudeerde bedrijven meldt inderdaad<br />
klachten te hebben ontvangen en behandeld in 2009:<br />
Zara, Levi Strauss en Esprit. Meerdere ondernemingen verwijzen<br />
naar de klachtenprocedure van BSCI en melden tegelijk<br />
geen klachten ontvangen te hebben of ze antwoorden niet<br />
op die laatste vraag: We, s.Oliver, Inwear, Charles Vögele.<br />
Twee bedrijven melden specifieke communicatiekanalen te<br />
hebben opgezet om klachten te ontvangen: Street One en<br />
H&M. H&M signaleert daarenboven een klachtenprocedure<br />
te hebben geïntroduceerd in China en in Turkije, in samenwerking<br />
met FLA.<br />
Global Social Compliance Programme (GSCP)<br />
GSCP werd opgericht door Carrefour, Wal Mart en Tesco en is<br />
ondergebracht bij Consumer Goods Forum. Dit Forum is ontstaan<br />
uit een fusie van CIES, Global CEO Forum en GCI. CIES<br />
is een groepering van grote distributeurs en leveranciers van<br />
voedingsmiddelen (CIES) en twee samenwerkingsplatformen<br />
van distributeurs en leveranciers (Global CEO Forum en Global<br />
Commerce Initiative). Carrefour is voorzitter en Coca Cola<br />
is medevoorzitter van Consumer Goods Forum. Volgens de<br />
oprichters is GSCP een ‘bedrijfsgestuurd programma bedoeld<br />
voor bedrijven die hun inspanningen willen verbeteren via<br />
een gedeelde, coherente en globale aanpak om de arbeidsomstandigheden<br />
in hun wereldwijde bevoorradingsketen te<br />
verbeteren.’ GSCP is geen multistakeholder initiatief omdat<br />
vakbonden (O.a. UNI) en NGO’s slechts een adviserende en<br />
geen beslissende rol hebben. GSCP werkt vooral aan de hand<br />
van modellen (per product, criteria) en een modelgedragscode.<br />
GSCP heeft geen instrumenten ontworpen voor de toepassing<br />
en controle van arbeidsnormen.<br />
Verbeterplannen<br />
Tijdens de meeste controles worden er schendingen van de lokale<br />
arbeidswetgeving of de gedragscodes vastgesteld.<br />
Als er een probleem wordt ontdekt, dan moet het bedrijf zijn leverancier<br />
of onderaannemer de mogelijkheid bieden om de ontoereikende<br />
situatie te corrigeren of te verbeteren door daarvoor<br />
tijd en ondersteuning te geven. Het verbeterplan moet gepaard<br />
gaan met een redelijke uitvoeringstermijn. Het is slechts in laatste<br />
instantie, wanneer duidelijk blijkt dat er geen verbeteringen<br />
aangebracht worden, dat een verbreking van de handelsrelatie<br />
overwogen mag worden.<br />
Weinig bedrijven verklaren zich bereid hun leveranciers te steunen<br />
om de situatie in de productie-eenheden te verbeteren.<br />
Zara bijvoorbeeld, lid van ETI, heeft de ETI-uitvoeringsprincipes<br />
onderschreven. Die verplichten bedrijven samen te werken met<br />
hun leverancier om ieder vastgesteld probleem te verhelpen. Die<br />
principes beklemtonen o.a. het belang van de vakbonden in dit<br />
proces. Volgens die principes, is een stopzetting van de relatie<br />
met de leverancier slechts mogelijk als ernstige inbreuken op de<br />
code blijven bestaan niettegenstaande herhaalde pogingen tot<br />
samenwerking en indien niets toelaat te hopen op een verbetering<br />
van de situatie. Een ander voorbeeld, Mayerline, lid van de FWF,<br />
voorziet een budget om, indien nodig, bij te dragen tot verbeteringsplannen<br />
van zijn leveranciers.<br />
16 ALGEMEEN OVERZICHT ALGEMEEN OVERZICHT 17