VOORSTEL VAN DECREET - Vlaams Parlement

Stuk 1007 (2006-2007) – Nr. 7
Zitting 2006-2007
19 december 2006
______
Zie:
1007 (2006-2007)
– Nr. 1: Voorstel van decreet
– Nrs. 2 en 3: Amendementen
– Nr. 4: In eerste lezing aangenomen artikelen
– Nr. 5: Verslag over hoorzitting
– Nr. 6: Verslag
VOORSTEL VAN DECREET
– van mevrouw Tinne Rombouts en de heren Patrick Lachaert, Bart Martens,
Erik Matthijs, Karlos Callens en André Van Nieuwkerke –
houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging
door nitraten uit agrarische bronnen
AMENDEMENTEN
voorgesteld na indiening van het verslag
2623
LEE
LAN

Stuk 1007 (2006-2007) – Nr. 7
AMENDEMENT Nr. 26
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 8
In §5, laatste lid, op de tweede en derde regel, de woorden
“en kan deze afwijkingen ondermeer beperken
tot bepaalde gebieden” schrappen.
VERANTWOORDING
De uitrijstop op 31 augustus als algemene regel voor heel
Vlaanderen is niet realistisch. Zowel in 2004, 2005 als 2006
moest de minister afwijkingen toestaan.
De verlening van de uitrijperiode (afwijkmogelijkheid van
de regering) brengt, wanneer ze wordt beperkt tot bepaalde
gebieden, niet voor iedereen soelaas. Totnogtoe vielen niet
alleen de zandstreken buiten de afwijking, maar ook op de
vroegere aardappel- en groentenvelden kon tot nog toe niet
meer worden gemest voor een groenbemester of nateelt.
________________
AMENDEMENT Nr. 27
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 14
Aan §1 een lid toevoegen, dat luidt als volgt:
“De Vlaamse Regering kan afwijkingen toestaan op
deze periode. Als het perceel nog beteeld is, wordt de
staalname gedaan op het ogenblik dat het gewas volgroeid
is.”.
VERANTWOORDING
Zolang een gewas groeit, neemt het nog steeds stikstof op uit
de grond. Zo is de groenbemester die uitgezaaid wordt op 1
oktober in veel gevallen nog maar 10 à 15 cm hoog en neemt
ze nog steeds stikstof op.
________________
2
AMENDEMENT Nr. 28
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 14
Aan §2 een lid toevoegen, dat luidt als volgt:
“De Vlaamse Regering kan de differentiatie verder
verfijnen en voert bij het vastleggen van de nitraatresiduwaarde
minimaal een bijkomende differentiatie in
naargelang van het humusgehalte en de variabiliteit
van de jaarlijkse weersomstandigheden.”.
VERANTWOORDING
Twee differentiatiecriteria, nl. teeltgroep en zandgrond zijn
onvoldoende. Bemesting is geen exacte wetenschap. Er kunnen
veel factoren een rol spelen in de mineralisatie, uitspoeling,
opname van nutriënten enzovoort. Er dienen meer criteria te
worden ingeschakeld. Er is immers niet alleen een grote verscheidenheid
tussen diverse teelten en de grondtextuur maar
ook tussen het groeistadium, het humusgehalte, de perceelsligging
enzovoort.
________________
AMENDEMENT Nr. 29
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 14
In §3, tweede lid, op de tiende regel, na het woord
“genomen.”, een zin invoegen, die luidt als volgt:
“Indien groeiend gewas of groenbemester aanwezig
en nog niet volgroeid is, kan de landbouwer uitstel van
staalname aanvragen.”.
VERANTWOORDING
Zie de verantwoording bij amendement nr. 27.
________________

AMENDEMENT Nr. 30
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 14
In §5, eerste lid, 4° vervangen door wat volgt:
“4° de landbouwer dient in het voorjaar van het volgend
jaar in zijn opdracht en op zijn kosten door
een daarvoor erkend laboratorium als vermeld in
artikel 62, §6, een nitraatresidustaalname te laten
uitvoeren op minstens drie door de Mestbank aangeduide
percelen vóór 1 maart. De landbouwer kan
zelf ook percelen voorstellen aan de Mestbank.
Als de landbouwer de door de Mestbank aangeduide
percelen niet laat bemonsteren, wordt, voor
de toepassing van deze paragraaf, elk niet bemonsterd
perceel beschouwd als een perceel waar de
nitraatresiduwaarde, vermeld in dit artikel, werd
overschreden.”.
VERANTWOORDING
Veel landbouwers zijn niet te spreken over de huidige manier
van werken, met name deze die een bemestingsadvies hebben
gevolgd of die zelfs zonder drijfmest hebben bemest en toch
een te hoog nitraatresidu hebben. De controlemaatregelen zijn
momenteel onvoldoende afgestemd op de praktijk. De controle
en sanctionering moeten representatief en realistisch zijn,
want de boer kan niet anders dan op voorhand de bemesting
geven zonder dat hij weet hoe groot de eventuele mineralisatie
en uitspoeling zal zijn in de komende maanden.
________________
AMENDEMENT Nr. 31
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 15
In §1, eerste lid, op de achtste regel, na het woord
“genomen.” een zin invoegen, die luidt als volgt:
“Indien groeiend gewas of groenbemester aanwezig
en nog niet volgroeid is, kan de landbouwer uitstel van
staalname aanvragen.”.
3 Stuk 1007 (2006-2007) – Nr. 7
VERANTWOORDING
Zie de verantwoording bij amendement nr. 27.
________________
AMENDEMENT Nr. 32
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 28
In §1, eerste lid, op de achtste regel, na het woord
“behoren.” een zin invoegen, die luidt als volgt:
“Voor de berekening van het mestoverschot wordt als
referentiekader de oppervlakte cultuurgronden genomen
die het bedrijf per 31 december 2005 in eigendom
of in gebruik heeft.”.
VERANTWOORDING
De mestverwerkingsplicht wordt in dit voorstel van decreet
gekoppeld aan de productiedruk in de gemeenten. Er zal volgend
jaar (2007) zeker nog niet voldoende capaciteit zijn om
de extra mestoverschotten ten gevolge van de verstrengde normen
op te vangen.
Niettemin zullen een aantal bedrijven nu wel voor het eerst
met de mestverplichting worden geconfronteerd. Men kan
zich enkel van de mestverwerkingsplicht ontdoen door ofwel
minder te produceren ofwel door méér grond te hebben. Veel
van de eerder aangehaalde bedrijven die een lichte overschrijding
hebben, zullen geneigd zijn om extra afzetgrond te willen
kopen waardoor een soort grondjacht ontstaat. Dit amendement
wil deze grondjacht helpen voorkomen.
________________

Stuk 1007 (2006-2007) – Nr. 7
AMENDEMENT Nr. 33
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 31
In §2, tweede lid, de inleidende bepaling en 2° schrappen.
VERANTWOORDING
Vlaams Belang verwerpt de 25% afroming bij elke overname
van nutriëntenemissierechten. Bovendien worden enkel de
verhandelingen in familieverband hiervan vrijgesteld. De
indieners beogen met de afroming van 25% duidelijk een
inkrimping van de globale veestapel waarbij de sociaal-economische
gevolgen wel degelijk groot zullen zijn. Dit komt de
facto neer op een nieuwe koude sanering.
________________
AMENDEMENT Nr. 34
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 31
In §3, op de derde regel, na het woord “stopgezet.” een
zin invoegen, die luidt als volgt:
“Dit geldt voor alle diersoorten behalve voor rundvee.
Voor rundvee blijven de nutriëntenemissierechten vrij
verhandelbaar.”.
VERANTWOORDING
De vraag kan worden gesteld in hoeverre het wenselijk is de
rundveestapel zo sterk af te bouwen. MAP-III zou in dit verband
een mogelijk tekort aan grazend vee kunnen veroorzaken
om het areaal permanent grasland te onderhouden. De
afbouw zal worden versneld door het gegeven dat ongebruikte
emissierechten niet meer zullen kunnen worden verhandeld.
4
Naast de vaste afroming van 25% bij overname komt er
immers ook nog een afbouw van de niet-gebruikte rechten.
De rundveesector moet de hefbomen krijgen om op een verantwoorde
wijze hun bedrijf aan te passen. Elke rundveehouder
moet de vrijheid hebben om tijdelijk minder dieren te
houden.
________________
AMENDEMENT Nr. 35
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 34
In §1, eerste lid, 1° schrappen.
VERANTWOORDING
Zie de verantwoording bij amendement nr. 33.
________________
AMENDEMENT Nr. 36
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 34
In §1, eerste lid, 2°, d) schrappen.
VERANTWOORDING
Zie de verantwoording bij amendement nr. 33.
________________

AMENDEMENT Nr. 37
voorgesteld door de heren
Frans Wymeersch en Stefaan Sintobin
na indiening van het verslag
Artikel 64
§2 vervangen door wat volgt:
Ҥ2. De administratieve geldboetes, vermeld in dit
decreet, worden geïnd door de Mestbank. De opbrengst
van de administratieve geldboetes wordt integraal
gestort in een fonds en aangewend voor ondersteuning
van mestverwerkingsinitiatieven.”.
VERANTWOORDING
De stap naar mestverwerking ondanks de plicht is en blijft
groot, moeilijk en zeer duur. De prijs voor afzet van het land
is nu nog goedkoper, maar dreigt met Vlaanderen als 100%
kwetsbaar gebied, de pan te gaan uitswingen.
Een dergelijk fonds zou er voor kunnen zorgen dat de verwerkingskostprijs
niet hoger is dan de afzet op de grond. Als 1/3
van de kostprijs van de mestverwerking door dit solidariteitsfonds
zou kunnen worden vergoed zou er veel meer verwerkt
worden en zou de druk naar afzet op het land worden verminderd.
Dit fonds zou gespijsd worden door de overschotbedrijven
(de solidarisering mag niet open getrokken worden naar
alle bedrijven).
________________
5 Stuk 1007 (2006-2007) – Nr. 7