Les 7 Toeristische landschappen Toeristische ... - aardrijkskunde
Les 7 Toeristische landschappen Toeristische ... - aardrijkskunde
Les 7 Toeristische landschappen Toeristische ... - aardrijkskunde
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3. Toerisme 1 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
<strong>Les</strong> <strong>Les</strong> 7 <strong>Toeristische</strong> <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong><br />
<strong>landschappen</strong><br />
1. Attractieve elementen voor het toerisme<br />
Begripsvorming: recreatie - toerisme<br />
Onderzoek toeristische <strong>landschappen</strong> aan de hand van onderstaande tabel.<br />
1. <strong>Toeristische</strong><br />
Elementen (voorbeelden)<br />
aantrekkingsfactoren<br />
a. van natuurlijke oorsprong zon, sneeuw, zee, gezonde lucht, strand, duinen,<br />
bossen, riviertjes, plattelandslandschap,<br />
heidelandschap, berglandschap ...<br />
b. van menselijke oorsprong<br />
- ontspanningsmogelijkheden<br />
- attracties<br />
- bevolking<br />
- geschiedkundige elementen<br />
- culturele elementen<br />
- religieuze elementen<br />
wandelen, joggen, zwemmen, hengelen, varen, surfen,<br />
bergsporten, skiën, ...<br />
pretpark, dierentuin, schaatsbaan, zwembad, sporthal,<br />
skipiste, ...<br />
gastvrij, folklore, gastronomie, typische huizenbouw,...<br />
kasteel, abdij, ruïne, stadskern, oude binnenstad, ...<br />
museum, theater, bioscoop, ...<br />
bedevaartsoord, processie, ...<br />
2. Bereikbaarheid voor toeristen met de trein, autobus, wagen, (charter)vliegtuig, schip,<br />
fiets.<br />
3. <strong>Toeristische</strong> voorzieningen hotel, hoeve, kampeerterrein, jeugdherberg,<br />
vakantieclub, restaurant, cafetaria, supermarkten, ...<br />
2. Invloed van het toerisme op het landschap<br />
We bekijken een aantal vormen van toerisme...<br />
1) Toerisme volgens bestemming van de toerist:<br />
kusttoerisme Geconcentreerd aan kustlijnen<br />
Veel appartementen, hotels en andere toeristische faciliteiten<br />
Enkel in gunstige klimatologische omstandigheden<br />
natuurtoerisme Zeer veel aandacht voor natuur<br />
Natuurlijke elementen moeten behouden blijven<br />
Weinig hotels, appartementen en toeristische voorzieningen<br />
cultuurtoerisme Aandacht voor cultuur-historische gebouwen<br />
Alle infrastructuur voor de toerist aanwezig in de stad<br />
Toerisme het hele jaar door<br />
2) Toerisme volgens gedrag van de toerist<br />
massatoerisme Massale ‘inval’ van toeristen op éénzelfde plaats.<br />
Geen aandacht voor de natuur.<br />
Landschap wordt aangetast door de vele wegen, hotels, ...<br />
Fileproblemen, parkeerproblemen<br />
pionierstoerisme “Ontdekkend” toerisme<br />
Veel respect voor lokale bevolking en leefomgeving<br />
INFO 1
3. Toerisme 2 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
3. Opdrachten<br />
1. Welke vorm(en) van toerisme bestempel je als ‘hard toerisme’?<br />
Welk(e) als ‘zacht toerisme’?<br />
2. Welk type toerisme wordt afgebeeld?<br />
Welke typische landschapselementen wijzen hierop? Gebruik info 1.<br />
1 2<br />
3 4
3. Toerisme 3 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
<strong>Les</strong> <strong>Les</strong> 8 <strong>Toeristische</strong> <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong> <strong>landschappen</strong> in in België<br />
België<br />
1. <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong> uit België<br />
D<br />
A<br />
C<br />
B<br />
Facetkaart van het toerisme in België<br />
KAART 1<br />
2
3. Toerisme 4 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdrachten<br />
Op voorgaande bladzijde vind je de facetkaart van het toerisme in België en een stukje van<br />
de inhoudstafel van een reisbrochure.<br />
Op de facetkaart van het toerisme staan de grenzen van de toeristische streken van België<br />
ingetekend.<br />
1. Kleur de belangrijkste toeristische streken met verschillende kleuren en noteer hun naam<br />
op de juiste plaats. (Oostkantons, Kempen, Kust, Waasland, Gaume, Meetjesland, <strong>Les</strong>se)<br />
2. Overtrek in rood de twee toeristische hoofdwegen vanuit het binnenland naar de<br />
kuststreek en benoem ze. Doe hetzelfde voor de Ardennen.<br />
Welke weg vertrekt vanuit Antwerpen en verbindt Antwerpen met Knokke? .....................<br />
3. Noteer de namen van de negen cultuurhistorische steden in België voluit.<br />
(Brussel, Luik, Gent, Brugge, Doornik, Leuven, Tongeren, Mechelen, Antwerpen)<br />
4. Zoek een atlaskaart met natuurreservaten.<br />
Welke natuurreservaten worden aangeduid met de volgende letters?<br />
A: ..................................................... B: .....................................................<br />
C: ..................................................... D: .....................................................<br />
5. Situeer de volgende pretparken op de kaart door het cijfer in het juiste cirkeltje te<br />
schrijven. (Niet elk cirkeltje moet worden gebruikt).<br />
Lichtaart<br />
nabij<br />
Kasterlee<br />
Pretpark 1 Pretpark 2 Pretpark 3<br />
De<br />
Panne<br />
Pretpark 4 Pretpark 5 Pretpark 6<br />
Ieper
3. Toerisme 5 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
2. De Kuststreek<br />
2.1 Situering<br />
Onze Belgische kust trekt jaarlijks duizenden toeristen, uit binnen- en buitenland. (ruim<br />
15 miljoen overnachtingen per jaar- in werkelijkheid veel meer, want overnachtingen in<br />
eigen appartementen worden niet meegerekend).<br />
De bekendste badplaatsen zijn Oostende, Knokke en Blankenberge. De toeristen<br />
verblijven er in hotels, campings, appartementen en vakantiedorpen.<br />
Je kan onze kust met de auto makkelijk bereiken langs de E40, en de expressweg<br />
vanuit Antwerpen naar Knokke. Ook de treinverbindingen maken de kust goed<br />
bereikbaar. Eens terplekke kan je beroep doen op de kusttram en de koninklijke baan<br />
(die evenwijdig met de kust de belangrijkste badplaatsen verbindt)<br />
- Bepaal de lengte van de Belgische kustlijn: ....................................<br />
(want 1cm op de kaart komt overeen met ..............................cm = ...................km)<br />
- Vul op kaart (www.toerismevlaanderen.be) in de kadertjes de ontbrekende kuststeden aan.<br />
- Vul op de streepjeslijn de naam van de zee aan.<br />
2.2 <strong>Toeristische</strong> aantrekkingsfactoren van de kuststreek<br />
Op pagina 6 zie je enkele typische afbeeldingen van onze<br />
badplaatsen<br />
foto 1 (klasuitstap 1b, strand Blankenberge)<br />
De mens en het toerisme pasten het landschap in de loop van de voorbije 100 jaar stevig aan.<br />
De duinengordel werd vervangen door hoogbouw en een wandeldijk. De hoogbouw bestaat<br />
grotendeels uit hotels en appartementsgebouwen, dikwijls kilometers lang ononderbroken.<br />
Ook villa’s en wegen namen meer landinwaarts de plaats in van het vroegere natuurlandschap.<br />
foto 2 (duinen, Westende)<br />
Hier zien we het natuurlijke kustlandschap, zoals het honderd jaar geleden overal was, met het<br />
strand, de duinen en de begroeing met gras en kleine struiken. Als je op een winderige dag<br />
over het strand loopt, voel je voortdurend de prikjes van zandkorrels die in je gezicht waaien.<br />
De wind kan dus zand opblazen en elders weer wegleggen. In de beschutting van bijvoorbeeld<br />
een boom verliest de wind zijn kracht, waardoor de meegesleurde zanddeeltjes weer op de<br />
grond vallen. Dat is het allereerste begin van duinvorming.<br />
foto 3 (jachthaven, Oostende)<br />
foto 4 (dijk, Oostende)<br />
Het zijn voornamelijk de menselijke aantrekkingsfactoren die ervoor zorgen dat de kust de<br />
populairste toeristische bestemming is in ons land. In het hoogseizoen (= periode waarin de<br />
meeste vakanties samenvallen) zijn er tal van activiteiten: festivals, vuurwerk, zandsculpturen,<br />
tentoonstellingen,... De horeca (hotels, restaurants, cafés), winkels, casino’s, ... vormen de<br />
belangrijkste bron van inkomen.
3. Toerisme 6 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
1<br />
KAART 2<br />
3 4<br />
2
3. Toerisme 7 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
2.2.1 Natuurlijke aantrekkingsfactoren ... nader bekeken. (uitbreiding)<br />
Vanaf het strand kunnen we aantal natuurlijke aantrekkingsfactoren (mét menselijke<br />
aanpassingen bekijken)<br />
- Het zoute water van onze Noordzee<br />
Onze Noordzee is geen oceaan, maar hier en daar is ze wel 200 meter diep. Het zeewater is zout.<br />
1000 gram Noordzeewater bevat 965 gram water en 35 gram zouten: chloride, sodium, sulfaten,<br />
magnesium, calcium,... Deze zouten zouden er al zijn van bij het ontstaan van de oceanen, dat is 600<br />
miljoen jaren geleden.<br />
- De getijdenwerking aan onze kust<br />
Het moment dat de waterstand het hoogst is, wordt ‘hoogwater’ genoemd. Als de waterstand het<br />
laagst is, spreekt men van ‘laagwater’. De overgang van hoogwater naar laagwater noemt men ‘eb’<br />
en de overgang van laagwater naar hoogwater wordt ‘vloed’ gedoopt. Tijdens de wisseling van de<br />
getijden ontstaan ook stromingen, de zogenaamde ‘getijstromingen’.<br />
De getijden worden veroorzaakt door de maan. Maan en aarde hebben hun eigen aantrekkingskracht.<br />
Die van de aarde is groter dan die van de maan. Het getouwtrek tussen beide veroorzaakt eb en<br />
vloed. Wanneer de zon, de maan en de aarde op één lijn staan, is het springtij. Bij stormweer zorgt<br />
dat wel eens voor problemen.<br />
- De kracht van de zee breken<br />
De Noordzee spoelt tijdens vloed zeezand nen schelpen af,<br />
maar neemt ook grote hoeveelheden zand terug mee in<br />
de zee bij eb. De Vlaamse kust telt een 200-tal<br />
golfbrekers en een 100-tal ‘kribben’ (kortere<br />
golfbrekers). Ze zorgen ervoor dat het zand min of meer<br />
op zijn plaats blijft. De golven worden gebroken en<br />
stromingen worden geremd. Voor zwemmers en baders<br />
zijn ze echter gevaarlijk. Aan beide kanten bevinden zich<br />
zeer sterke zeewaarts gerichte stromingen, zogenaamde<br />
neerstromen. Op een golfbreker is het leuk toeven, maar<br />
pas op voor de natte, gladde stenen.<br />
- De duinen<br />
Het zand dat door de zee bij vloed wordt aangevoerd en droogt tijdens eb, wordt door de westenwind<br />
landinwaarts gewaaid waar het door de plantengroei wordt bijeengehouden.<br />
- Het klimaat aan onze kust<br />
Wanneer we de temperatuurgemiddelden aan onze Kust vergelijken met die op andere plaatsen in<br />
België, stellen we vast dat de Vlaamse kust een zachtere winter en een frissere zomer kent.
3. Toerisme 8 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdrachten<br />
1. Geef zo gedetailleerd mogelijk een omschrijving van de volgende begrippen.<br />
- eb<br />
- vloed<br />
- kribbe<br />
- springtij<br />
- lagune<br />
- slikke<br />
- schorre<br />
- schoorwal<br />
2. Wat is het onderscheid tussen eb en laagwater?<br />
3. De hoogste duin in ons land vind je in Koksijde.<br />
Hoe hoog is deze duin?<br />
Wat is zijn naam?<br />
4. Klimaat<br />
Bestudeer het klimatogram van Koksijde<br />
en noteer je bevindingen voor het toerisme.<br />
1) temperatuur in zomermaanden<br />
2) neerslag<br />
3) gevolg
3. Toerisme 9 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
2.2.2 Menselijke aantrekkingsfactoren<br />
Om het de stroom kustbezoekers aangenaam te maken, werden op vele plaatsen duinen<br />
afgegraven en vervangen door een zeedijk die werd herschapen in een lang en breed<br />
wandelpad.<br />
- Ontwikkeling van kuststeden<br />
Waar de duinen (strook zandhopen evenwijdig met de zee,<br />
gevormd door zand dat van het droge strand opwaait) breed zijn,<br />
lag de oorspronkelijke dorpskern achter de duinen in de polders.<br />
Hier woonden voornamelijk vissers en landbouwers. Na de tweede<br />
wereldoorlog ontstonden vlakbij de zee nieuwe nederzettingen (vb<br />
Koksijde-bad, Nieuwpoort-aan-Zee). Deze ontwikkeling werd in de<br />
hand gewerkt door de aanleg van de Koninklijke baan. De<br />
oorspronkelijke en nieuwe kern werden steeds met elkaar<br />
verbonden (zeelaan). Vele kustplaatsen verkregen zo een Tvormige<br />
structuur.<br />
Het oude dorp heeft dikwijls nog z’n landelijk karakter behouden.<br />
In de badplaats is de woonfunctie volledig op het toerisme<br />
afgestemd. Het zwaartepunt van de toeristische activiteit ligt<br />
immers aan de zee. Langs het strand werd de dijk gebouwd; die is<br />
afgezet met een aaneengesloten front van hoogbouw.<br />
- Verblijfsmogelijkheden (toeristische uitrusting)<br />
Toeristen verblijven in onze kust in campings, hotels, appartementen, vakantieparken.<br />
- Een aantal bezienswaardigheden<br />
- musea van Ensor (Oostende) en Paul Delvaux (Sint-Idesbald)<br />
- de Mercator ( )<br />
- Casino Kursaal ( )<br />
- Zandsculpturen (Blankenberge)<br />
- De pier en de lustige velodroom van<br />
- Duinencomplexen in De Panne<br />
- Het Zwin in Knokke<br />
- ...<br />
- Bereikbaarheid<br />
De kust is makkelijk bereikbaar met de auto (via de E40 en de<br />
expressweg), de trein (rechtstreekse en regelmatige verbindingen<br />
richting Oostende en Blankenberge). Eens terplekke kan je beroep<br />
doen op de kusttram en de Koninklijke baan.<br />
2.3 Onze kust en het milieu<br />
De overvolle stranden in de zomer zorgen voor een enorme afvalberg. De<br />
kustgemeenten leveren grote inspanningen om het afval op te halen. De grote<br />
concentratie van mensen in de zomer zorgt voor lawaaihinder en overbelasting van de<br />
wegen (files!). Vele natuurlijke <strong>landschappen</strong> verdwenen sinds de jaren ’50 met de<br />
opkomst van het (harde) toerisme.
3. Toerisme 10 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdrachten<br />
1. Duid de natuurlijke en menselijke aantrekkingsfactoren aan op onderstaande schets.<br />
2. Bereikbaarheid: noteer hoe de volgende regio’s bereikbaar zijn voor het toerisme<br />
- Oostkust ........................................................................................<br />
- Middenkust ........................................................................................<br />
3. Schrijf de landschapselementen op de juiste plaats. Kies uit: (1)villa’s, (2)koninklijke baan met<br />
tramlijn, (3)dijk met winkels en horeca, (4)strand, (5)oorspronkelijk dorp, (6)flatgebouwen, (7)zee.<br />
4. Synthese: verkeerstoegankelijkheid en toeristische attracties aan de kust.<br />
1. Vul de namen van de autosnelwegen aan.<br />
2. Noteer de naam van het natuurreservaat nabij Knokke-Heist op de juiste plaats.<br />
3. Welke kuststeden zijn bereikbaar met de trein?<br />
4. Uit welke kuststeden vertrekken (vertrokken) ferrys richting Groot-Brittannië?
3. Toerisme 11 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
<strong>Les</strong> <strong>Les</strong> 9 <strong>Toeristische</strong> <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong> <strong>landschappen</strong> in in Europa<br />
Europa<br />
1. <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong> uit Europa<br />
In Europa kunnen we regio’s onderscheiden die overwegend...<br />
- kusttoerisme,<br />
- natuurtoerisme,<br />
- wintersporttoerisme,<br />
- gemengd toerisme<br />
- toerisme in ontwikkeling kennen.<br />
Die toeristische verscheidenheid kan verklaard worden door de verschillen in klimaat, reliëf<br />
en attractieve elementen.
3. Toerisme 12 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdrachten<br />
1. Noteer in de cirkeltjes op kaart op de juiste plaats:<br />
(1) natuur- en wintertoerisme ,<br />
(2) zon -en strandvakanties,<br />
(3) gemengd toerisme,<br />
(4) toerisme in ontwikkeling.<br />
2. Kleur het belangrijkste wintersportgebergte bruin en benoem dit gebergte.<br />
3. Duidt de volgende cultuursteden aan op kaart 3 door hun eerste letter(s) op de juiste<br />
plaats te schrijven: Boedapest, Wenen, Praag, Krakow, Bratislava.<br />
4. Benoem de toeristische streken die aangeduid staan op kaart 3.<br />
1. ......................... 2. ......................... 3. .........................<br />
4. ......................... 5. ......................... 6. .........................<br />
7. ......................... 8. ......................... 9. .........................<br />
5. Welke zijn de vier belangrijkste bedevaartsoorden van Europa? .......................................<br />
...................................................................................................................................<br />
6. Benoem de vijf toeristische eilanden die op kaart 4 met een letter staan aangeduid.<br />
A. ............................................. B. .............................................<br />
C. ............................................. D. .............................................<br />
E. .............................................<br />
7. Benoem de toeristische kuststreken in Zuid-Europa die op kaart 4 met een nummer<br />
aangeduid staan.<br />
1. ............................................. 2. .............................................<br />
3. ............................................. 4. .............................................<br />
5. ............................................. 6. .............................................<br />
7. ............................................. 8. .............................................<br />
KAART 4
3. Toerisme 13 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
2. De Alpen<br />
2.1 Situering<br />
Het hooggebergte van de Alpen strekt zich in brede en lange boog van de Franse kust tot de<br />
Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Indien we de Kaukasus niet meerekenen, is dit het enige<br />
Europese gebergte met toppen hoger dan 4000m. Door de hoogteligging is hier een typisch<br />
gebergteklimaat aan te treffen met een zonering in vegetatietypen.<br />
2.2 <strong>Toeristische</strong> aantrekkingsfactoren van de Alpen<br />
A<br />
A<br />
De afbeelding toont Obertauern: een modern toeristisch centrum met hotels en pensions (a),<br />
skiliften (b) en skipistes (c). Het was eeuwenlang een zomerweideplaats voor het vee, maar<br />
toen halfweg vorige eeuw het toerisme “explodeerde” werden er hotels, sportinfrastructuur,<br />
winkels... gebouwd.<br />
C<br />
B
3. Toerisme 14 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdrachten<br />
1. Kennis maken met de Alpen. Werk met kaart 5.<br />
- Kleur de zeeën blauw.<br />
- Noteer de namen van de landen die op hun grondgebied een deel van de Alpen hebben.<br />
- Overtrek de volgende grote rivieren met blauw en noteer er de namen bij: Rhône, Rijn, Inn, Po<br />
- Noteer bij elke rivier waarheen haar water stroomt: Zwarte Zee (1) , Noordzee (2), Middellandse Zee (3),<br />
Adriatische Zee (4)<br />
2. Geef vijf voorbeelden van hoge bergtoppen. Geef ook hun hoogte.<br />
- hoogte =<br />
- hoogte =<br />
- hoogte =<br />
- hoogte =<br />
- hoogte =<br />
3. In Oostenrijk bevinden de hoogste bergtoppen zich in het westen en in het centrale deel.<br />
De hoogste top in Oostenrijk:<br />
4. Noem een tiental toeristische activiteiten, typisch voor de Alpen.<br />
1. 6.<br />
2. 7.<br />
3. 8.<br />
4. 9.<br />
5. 10.<br />
KAART 5
3. Toerisme 15 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
2.2.1 Natuurlijke aantrekkingsfactoren ... nader bekeken. (uitbreiding)<br />
Het ontstaan van de Alpen<br />
De vorming van de Alpen vindt zijn oorsprong in het naar elkaar toeschuiven van de aardplaten van<br />
Afrika en Eurazië van 65 miljoen tot 2,5 miljoen jaar geleden. Doordat Italië tegen Europa wordt<br />
aangedrukt worden de gesteentes omhoog gedrukt. Delen aardlagen werden opgeheven en complete<br />
lagen plooiden of braken en werden over elkaar heen geschoven als dekbladen.<br />
Föhn/Stau-effect<br />
Een van de meeste kenmerkende verschijnselen in berggebieden is het optreden van föhn / stau. Het<br />
principe is dat de lucht die dwars op een bergketen komt aanstromen, wordt gedwongen op te stijgen<br />
(stau). Aan de andere kant van de berg komt de lucht in een daalbeweging terug (föhn). Beide<br />
verschijnselen hebben een aanzienlijke invloed op bewolking en temperatuur. Bij stau ontstaat er een<br />
dik wolkenpakket tegen de bergwand en gaat het veelal langdurig regenen. Aan de föhnkant lost alle<br />
bewolking op en is het heerlijk zonnig en is tevens de temperatuur een stuk hoger dan aan de stauzijde.<br />
Mistral, windversterking aan westrand van de Alpen<br />
De aanstromende lucht uit het noorden ontmoet het alpenmassief en wordt gedwongen op te stijgen.<br />
Toch geldt dit niet voor alle lucht, want een deel zal zowel via de west- als de oostkant wegstromen.<br />
Ter hoogte van Marseille stroomt de lucht vervolgens met hoge snelheid over het westelijk bekken<br />
van de Middellandse zee uit. De Mistral is geboren en kan soms dagen aanhouden. Niet zelden<br />
wakkert deze wind aan tot stormachtig of storm en dat bij volmaakt zonnig weer.<br />
De natuur als voornaamste aantrekkingsfactor?<br />
In het begin van vorige eeuw werden de Alpen ‘ontdekt’ als toeristische bestemming. Tot<br />
dan werd het gure bergklimaat, de sneeuwval als ongunstig beschouwd. Opeens werden dit<br />
ideale omstandigheden voor het ski-toerisme, de aanloop tot het massatoerisme. Door de<br />
verkeersontsluiting werden ook gebieden boven de boomgrens (de overgang tussen beboste<br />
hellingen en alpenweiden, de hoogte van de boomgrens wordt bepaald door de<br />
temperatuur). De Alpenweiden, die vroeger enkel voor het vee in de zomer werden gebruikt,<br />
werden ingericht als skipistes. Recenter richtte men in de gebieden met eeuwige sneeuw<br />
(sneeuw die zelfs in de zomer niet smelt) skicentra op. In de zomer trekt het overweldigende<br />
natuurlijke landschap heel wat wandelaars en bergbeklimmers aan. De toeristische centra in<br />
de valleien en meren worden dus voornamelijk in de zomer bezocht.
3. Toerisme 16 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdrachten<br />
1. In de examenbijlage van 2003-2004 zie je een toeristisch stuk over Ried in Tirol. (Figuur2)<br />
Lees het even door, en los daarna de volgende vragen op.<br />
A. In welk land ligt Ried?<br />
B. Welke rivier stroomt langs Ried?<br />
C. Geef 5 natuurlijke aantrekkingsfactoren.<br />
- -<br />
- -<br />
-<br />
Extra: Welke toeristische bestemming uit de bijlage spreekt jou het meeste aan? Waarom?<br />
2. Determineer het klimatogram van Zürich. De Matterhorn in Zwitserland<br />
KLIMAATTYPE: ...............................................................................<br />
Vergelijk dit met het klimaattype van België. Wat stel je vast?<br />
Hoe kan dit klimaattype de oorzaak zijn van skitoerisme?
3. Toerisme 17 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
2.2.2 Menselijke aantrekkingsfactoren ... nader bekeken.<br />
- Evenementen<br />
Wintersportevenementen zoals het schansspringen in<br />
Garmisch-Partenkirchen lokken jaarlijks heel wat kijklustigen.<br />
In de zomer worden zijn er in de dorpjes markten, en met<br />
een beetje geluk zie je de renners van de Ronde Van<br />
Frankrijk even passeren!<br />
- Verblijfsmogelijkheden<br />
In de Alpen heb je keuze uit een verblijf in de mondaine<br />
oorden met hotelpaleizen, knusse bergdorpen of moderne<br />
vakantiecentra. Vele toeristen verblijven in de Alpen in de<br />
typische hotelletjes, versierd met vele bloemen. Natuurlijk<br />
kan je ook terecht in appartementen, campings, chalets en<br />
pensions.<br />
- Activiteiten en ontspanningsmogelijkheden: zie opdracht 4 p.14<br />
- Specifieke infrastructuur<br />
kabelbanen, zetelliften, skiliften, skipistes, wandelpaden,<br />
kuuroorden (Spa’s), ...<br />
Een greep uit de bekendste skioorden: Alpe d’Huez, Val<br />
Thorens, Kitzbuhel, St Moritz, La Plagne, Morzine, Avoriaz,...<br />
- Bereikbaarheid<br />
Door het ongunstige reliëf heeft men om de Alpen<br />
toegankelijker te maken een aantal “kunstgrepen” toegepast.<br />
Er werden tunnels gegraven (de bekendste zijn de<br />
Gotthardtunnel en de Mont-Blanctunnel) en bergpassen (zoals<br />
de Brennerpass) aangelegd.
3. Toerisme 18 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdracht: Een reis naar Bellinzona (Zwitserland)<br />
1. Situeer Bellinzona op kaart 6. Schrijf B op de juiste plaats.<br />
Is het een centrum voor zomer- of wintertoerisme?<br />
In welk seizoen is de reis er dus het duurst? zomer – winter<br />
Verklaar.<br />
2. Om naar Bellinzona te reizen volgen we grotendeels de loop van<br />
de Rijn. Parallel met de Rijn lopen immers grote autosnelwegen. Welke landen<br />
doorkruisen we op weg naar Bellinzona?<br />
We nemen, aangekomen in Zwitserland, de weg van Zürich naar Milaan.<br />
Duid deze weg aan op onderstaande kaart 6.<br />
Welke tunnel moeten we passeren op deze weg?<br />
3. Op welke hoogte ligt Bellinzona (ongeveer)?<br />
KAART 6<br />
In welke Italiaanse rivier mondt de Ticino, de rivier door Bellinzona, uit?<br />
4. Welk ander type toerisme lijkt ook in Bellinzona belangrijk te zijn?<br />
Bellinzona - stad van ontmoetingen. Al in vervlogen tijden was de hoofdstad van Tessin, Bellinzona voor<br />
reizigers uit het zuiden als een sleutel naar de Alpen en voor reizigers uit het noorden de poort naar Italië.<br />
Achter de ingetogen charme van de Middeleeuwse stad verbergt zich het opgewekte leven van een<br />
belangrijk modern ontmoetingscentrum. De hoekjes en pleinen, de binnenplaatsen, het neoklassieke theater<br />
met de prachtige loges en de met veel smaak gerestaureerde oude huizen, vertellen de bezoeker de<br />
geschiedenis van een culturele stad in Lombardije. De Middeleeuwse vesting met drie kastelen straalt na<br />
een perfecte architectonische renovatie van de Castelgrande weer in haar onvergelijkelijke pracht.
3. Toerisme 19 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
2.3 De invloed van het toerisme op het milieu<br />
Op vele plaatsen in de Alpen is het wintertoerisme vanaf de jaren zestig enorm toegenomen.<br />
Alpenweiden en bossen verdwijnen voor de accommodatie voor de toeristen. Voor de skipistes<br />
worden bomen en struiken gekapt, rotsblokken verwijderd om het skiën te vergemakkelijken. De<br />
plantengroei op de skipistes sterft af, zodat bij een hevige regenval het water ongehinderd naar<br />
beneden kan stromen. Dit leidt tot erosie op de hellingen en toenemend overstromingsgevaar in<br />
de valleien. Lawinevorming en modderstromen zijn andere negatieve gevolgen.<br />
De ontsluiting van gebieden met eeuwige sneeuw vereisen ook grote ingrepen in het landschap:<br />
aanleg van wegen, parkeerplaatsen, lawinegalerijen (een groot afdak dat wegen beschermt<br />
tegen in gebieden die door lawines bedreigt worden), restaurants en hotels, skipistes enz.<br />
Gletsjerijs vormt een zeer belangrijke zoetwaterbron, maar het wordt vervuild door olie, afval,<br />
rioolwater, brandstoffen en chemische producten om de sneeuwkwaliteit te verbeteren. Het<br />
vroeger zo zuivere water, wordt nu al aan de bron aangetast.<br />
Acht skiërs omgekomen in de Alpen<br />
Bij lawines in de Alpen zijn dit week-<br />
end al 8 skiërs omgekomen, die allemaal<br />
buiten de pistes aan het skien waren.<br />
De meeste doden vielen in de Franse<br />
Alpen, waar 5 skiërs gegrepen werden<br />
door lawines. In de buurt van Salzburg<br />
in Oostenrijk kwam een Duitse man om<br />
nadat hij tijdens een skitocht met zijn<br />
2 kinderen een lawine veroorzaakte. De<br />
drie werden door een 200 meter brede<br />
sneeuwmassa meegesleurd, voor de vader<br />
kwam alle hulp te laat.<br />
Er vielen nog 2 doden, één in Oosten-<br />
tenrijk en één in Zwitserland. De voor-<br />
bije week heeft het in Oostenrijk fel<br />
gesneeuwd. De hulpdiensten daar zijn<br />
boos om de lichtzinnigheid van skiers.<br />
(bron: www.vrtnieuws.net ) 05/01/’05
3. Toerisme 20 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Opdrachten<br />
Los de volgende vragen op met behulp van bovenstaande tekst en de krantenartikels.<br />
Noem een aantal negatieve gevolgen van het Alpentoerisme voor het milieu<br />
Waardoor worden modderstromen veroorzaakt?<br />
Waardoor worden lawines veroorzaakt?<br />
3 Statistieken van het Europees toerisme<br />
- Welk Europees land haalt de meeste inkomsten uit toerisme?<br />
- Waarom is België een ‘vertrekland’?<br />
- In welke landen(groepen) heeft toerisme<br />
weinig of geen economisch belang?<br />
- Welke landen hebben verrassend weinig<br />
toeristische inkomsten?<br />
Zoek een verklaring.
3. Toerisme 21 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
DOELSTELLINGEN THEMA TOERISME<br />
<strong>Les</strong> 7 <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong><br />
KENNEN KUNNEN<br />
- Verschillende types toerisme kunnen omschrijven. - <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong> kunnen typeren en de<br />
- Onderscheid tussen hard- en zacht toerisme. typische aantrekkingsfactoren herkennen.<br />
<strong>Les</strong> 8 Toeristisch <strong>landschappen</strong> in België<br />
KENNEN KUNNEN<br />
- De aanpassing van het natuurlijke landschap door de - Kaart met toeristische streken van België aanvullen<br />
mens beschrijven.<br />
met behulp van de atlas.<br />
- Het verband tussen het toerisme in de kuststreek en - Lengte van de Belgische kustlijn berekenen.<br />
het klimaat en milieu omschrijven.<br />
- Belgische Kuststeden op een blinde kaart aanvullen.<br />
- Menselijke aantrekkingsfactoren van de kuststreek - Kust<strong>landschappen</strong> kunnen typeren en de typische<br />
opsommen (verblijfsmogelijkheden, attracties,<br />
aantrekkingsfactoren herkennen.<br />
bereikbaarheid).<br />
- Slikke, schorre, lagune en schoorwal op tekening<br />
- begrippen: duinen en duinvorming, eb, vloed, kribbe, kunnen aanduiden.<br />
golfbreker, springtij, lagune, slikke, schorre, schoorwal, - Verschil tussen eb/laagwater + vloed/hoogwater<br />
- De ontwikkeling en de elementen van de T-structuur kunnen verklaren.<br />
van onze Belgische kust omschrijven.<br />
- T-structuur van de Belgische kust herkennen op<br />
luchtfoto + topografische kaart.<br />
- Bereikbaarheid van onze kust opzoeken met behulp<br />
van de atlas (snelwegen, spoorwegen).<br />
<strong>Les</strong> 9 <strong>Toeristische</strong> <strong>landschappen</strong> in Europa<br />
KENNEN KUNNEN<br />
- vegetatietypes van vegetatie in de Alpen opsommen - <strong>Toeristische</strong> regio’s onderscheiden op de Europese<br />
en herkennen op schets/foto.<br />
kaart.<br />
- typische toeritische activiteiten van het Alpentoerisme - <strong>Toeristische</strong> eilanden en steden opzoeken in de atlas.<br />
opsommen.<br />
- Alpen, bergtoppen, landen, steden, ... situeren op<br />
- natuurlijke + menselijke aantrekkingsfactoren kaart.<br />
opsommen.<br />
- herkennen van specifieke alpeninfrastructuur.<br />
- Ontstaan van de Alpen verklaren.<br />
- van een plaats bepalen of zomer- of wintertoerisme<br />
- Begrippen: föhn, stau, mistral .<br />
overheerst.<br />
- Nadelen van het toerisme opsommen en verklaren. - reisroute naar de Alpen uitstippelen (met atlas).<br />
- <strong>Toeristische</strong> gegevens lezen op grafieken en kaarten.
3. Toerisme 22 2e jaar <strong>aardrijkskunde</strong><br />
Toeristen gered na lawine in Oostenrijk<br />
zo 04/12/05 - In Sölden in de Oostenrijkse Alpen zijn drie Duitse<br />
toeristen gered uit een lawine. Een vrouw is lichtgewond, de twee<br />
mannen zijn ongedeerd. Meer dan 80 reddingswerkers waren<br />
ingezet om de skiërs op te sporen.<br />
De lawine deed zich voor rond het middaguur op een volgens de politie als "veilig"<br />
omschreven skipiste in de buurt van Hochgurgl, dicht bij Sölden.<br />
Drie Duitse toeristen raakten bedolven onder de sneeuw. Tot tachtig<br />
reddingswerkers kwamen in actie en konden de toeristen tijdig uit hun penibele<br />
situatie bevrijden.<br />
De oorzaak van de lawine is nog niet bekend.