1. GESTEENTEN IN ONZE LEEFRUIMTE - aardrijkskunde
1. GESTEENTEN IN ONZE LEEFRUIMTE - aardrijkskunde
1. GESTEENTEN IN ONZE LEEFRUIMTE - aardrijkskunde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3. gesteenten 1<br />
<strong>1.</strong> <strong>GESTEENTEN</strong> <strong>IN</strong> <strong>ONZE</strong> <strong>LEEFRUIMTE</strong><br />
<strong>1.</strong> Het onderscheid tussen bodem en ondergrond.<br />
Alle natuurlijke materialen van de aardkorst zijn gesteenten. Gesteenten zijn niet altijd vast, ze<br />
kunnen ook los zijn, zoals zand. Een gesteente is dus niet hetzelfde als een steen.<br />
De gesteenten die aan het aardoppervlak voorkomen zijn oppervlaktegesteenten. De grondlaag<br />
waarin planten wortelen (tot ongeveer 1m diep) noemt de bodem. Hieronder ligt de ondergrond.<br />
Waarom kan een kaart van oppervlaktegesteenten verschillen met een bodemkaart?<br />
..........................................................................................................................................<br />
..........................................................................................................................................<br />
Opdracht: De doorsnede van de kleigroevewand te Steendorp (figuur 1): zie excursiebundel.<br />
• Vul op de juiste plaats op de schets aan: bodem - ondergrond.<br />
• Welk oppervlaktegesteente tref je aan in Steendorp? ..................................................<br />
figuur 1: groevewand nabij de steenbakkerij vereenvoudigde schets<br />
2. Enkele gesteenten herkennen, hun kenmerken onderzoeken en benoemen.<br />
2.1 Zoek met behulp van de determineertabel (figuur 2) de kenmerken en de naam op van de<br />
gegeven gesteenten.<br />
voorbeeld:<br />
Kenmerken<br />
Nummer gesteente:....<br />
<strong>1.</strong> los - vast<br />
2. keien zichtbaar - keien onzichtbaar<br />
3. korrels voelbaar - korrels niet voelbaar<br />
4. ...............................................................<br />
5. ...............................................................<br />
Naam gesteente ................................................
3. gesteenten 2<br />
Determineer nu zelf de andere gesteenten.<br />
Kenmerken<br />
Nummer gesteente:....<br />
<strong>1.</strong> ...............................................................<br />
2. ...............................................................<br />
3. ...............................................................<br />
4. ...............................................................<br />
5. ...............................................................<br />
Naam gesteente ................................................<br />
Kenmerken<br />
Nummer gesteente:....<br />
<strong>1.</strong> ...............................................................<br />
2. ...............................................................<br />
3. ...............................................................<br />
4. ...............................................................<br />
5. ...............................................................<br />
Naam gesteente ................................................<br />
Kenmerken<br />
Nummer gesteente:....<br />
<strong>1.</strong> ...............................................................<br />
2. ...............................................................<br />
3. ...............................................................<br />
4. ...............................................................<br />
5. ...............................................................<br />
Naam gesteente ................................................<br />
Kenmerken<br />
Nummer gesteente:....<br />
<strong>1.</strong> ...............................................................<br />
2. ...............................................................<br />
3. ...............................................................<br />
4. ...............................................................<br />
5. ...............................................................<br />
Naam gesteente ................................................<br />
Kenmerken<br />
Nummer gesteente:....<br />
<strong>1.</strong> ...............................................................<br />
2. ...............................................................<br />
3. ...............................................................<br />
4. ...............................................................<br />
5. ...............................................................<br />
Naam gesteente ................................................
3. gesteenten 3<br />
2.2 Onderzoek de losse gesteenten naar doorlatendheid en bezinkingssnelheid.<br />
De doorlatendheid is de snelheid waarmee het water door een gesteente sijpelt.<br />
De bezinkingssnelheid is de snelheid waarop een gesteente tot op de bodem zakt. De<br />
bezinkingssnelheid hangt af van het gewicht en de grootte van de korrel.<br />
• We testen de doorlatendheid van zand, grind, leem en klei. Noteer het gesteente bij de<br />
passende proef.<br />
gesteente: .................. .................. .................. ..................<br />
• De bezinking van vier vaste gesteenten:<br />
Waar bevinden de korrels zich na 5 minuten?<br />
Noteer bij de pijltjes: zandkorrels, grind, kleikorrels en<br />
leemkorrels.<br />
• Vul onderstaande synthesetabel aan.<br />
eigenschap grind grind zand zand leem leem leem klei<br />
klei<br />
graad van doorlatendheid<br />
(bijna niet - matig -sterk)<br />
snelheid van bezinking<br />
(zeer snel - snel - traag - zeer traag)<br />
3. Nut van gesteenten<br />
3.1 Landbouw<br />
Vooral de grondsoort en de vochtigheid bepaalt de waarde van een landbouwbodem. De<br />
doorlatendheid is dus uitermate belangrijk:<br />
- Grindbodems laten het water onmiddellijk doorstromen.<br />
- De openingen tussen zandkorrels zijn kleiner, maar het water dringt er nog gemakkelijk<br />
door. Ze zijn erg droog.<br />
- Tussen kleikorrels zitten zulke kleine openingen dat ze het water als het ware opzuigen<br />
en vasthouden. Kleibodems bevatten veel voedingsbestanddelen (mineralen).<br />
- Leemgronden houden het water ook voldoende vast, en bevatten veel<br />
voedingsbestanddelen (mineralen) voor planten.<br />
Leemgronden is de vruchtbaarste bodem, en uitermate geschikt voor “rijke teelten”. De<br />
gronden worden dus gebruikt voor grote akkers met tarwe, gerst en suikerbieten.<br />
Kleigronden zijn dikwijls heel erg vochtig, maar vruchtbaar. Door drainage (=ontwateren) wordt<br />
de vruchtbaarheid verhoogd.<br />
Zandbodems zijn onvruchtbaar. Door extra bemesting maakt men de bodem toch vruchtbaar.<br />
Enkel “arme teelten” zoals aardappelen, voederbieten en maïs komen er voor.
3. gesteenten 4<br />
gesteente<br />
Vul de volgende synthesetabel aan:<br />
zand<br />
zand<br />
leem leem<br />
leem<br />
klei<br />
klei<br />
rijk aan<br />
voedingsstoffen?<br />
Ja – neen<br />
Ja – neen<br />
Ja - neen<br />
3.2 Gesteenten in gebouwen<br />
geschikt voor ... Hoe kan men de bodemkwaliteit<br />
(eventueel) toch nog verbeteren?<br />
Oudere gebouwen zijn dikwijls opgetrokken in natuursteen (gesteenten zoals die ontgonnen<br />
worden in steengroeven). De natuurstenen leerde je kennen bij het determineren. In de meeste<br />
gebouwen vinden we echter kunststenen.<br />
Kunststenen kunnen gebakken zijn: van gebakken klei of leem maakt men bakstenen en<br />
dakpannen. Andere kunststenen zijn niet gebakken, maar gemaakt van beton (grind, samen<br />
met zandkorrels en cement), of samengeperst uit zand en kalk (kalkzandsteen).<br />
Het bindmiddel voor bouwstenen, mortel, bestaat uit 1/3 cement en 2/3 zand, aangelengd met<br />
water. Cement zelf is ook afkomstig van gesteenten. In een cementoven wordt krijt en klei<br />
fijngemalen en verhit tot een fijn poeder. Als je het poeder bevochtigd gaat cement (en mortel)<br />
zich makkelijk binden met andere gesteenten. Ook kalk en gips hebben die eigenschap.<br />
Heb je bij het droogwrijven van zand in je handpalm al gemerkt dat de korrels verschillende<br />
kleuren hebben? De glazige witte korrels bestaan uit kwarts. Het is de grondstof voor glas. Wist<br />
je dat de microchips in computers ook gemaakt worden uit kwartszand?<br />
3.3 Gesteenten van industrieel belang<br />
Het belangrijkste gesteente dat in België ontgonnen wordt, is kalksteen. Kalksteen wordt<br />
gebruikt voor het vervaardigen van vensterbanken, dorpels, kalkpoeder enz. Kalksteen bestaat<br />
in verschillende kleuren en indien het gepolijst wordt (marmer) ontdekken we ook grijswitte<br />
stippen en vlekken.<br />
Ook zandsteen wordt gebruikt als bouwsteen. In sommige zandstenen zit ijzer. Vroeger werden<br />
deze gebruikt als ijzererts.<br />
In ons land hebben kasseistenen een grijsblauwe kleur met daarin witte stippen. Deze kasseien<br />
zijn van porfier, dat ontgonnen wordt in Quenast en Lessen. Nu wordt van dit gesteente nog<br />
enkel steenslag gemaakt. Ook vele andere vaste gesteenten worden verbrijzeld en verwerkt in<br />
de betonindustrie.<br />
Tot nu toe hadden we het over bovengrondse ontginningen. In ons land vindt men in de<br />
ondergrond ook steenkool. Dit gesteente bestaat uit resten van varenplanten die driehonderd<br />
miljoen jaar geleden groeiden in kustmoerassen. Die plantenresten werden in de loop van de<br />
tijd samengedrukt. Uiteindelijk verkoolden ze. In ons land zijn geen steenkoolmijnen meer in<br />
werking.
3. gesteenten 5<br />
3.4 Toepassingen<br />
a) Los het kruiswoordraadsel op.<br />
• HORIZONTAAL<br />
<strong>1.</strong> Uit klei of leem gebakken steen;<br />
2. Belangrijkste bestanddeel van mortel,<br />
bestaande uit 2/3 kalk en 1/3 klei;<br />
3. Een in de bouwsector en wegenbouw<br />
veelvuldig gebruikt gesteente dat bestaat<br />
uit een mengsel van cement, grof zand,<br />
grind en water;<br />
4. Grind of verbrijzelde stukken zandsteen,<br />
kalksteen, kwartsiet, gebruikt als<br />
wegbedekking;<br />
5. Fijn wit aardewerk, gebakken uit witte klei.<br />
• VERTICAAL<br />
a. Brandbare delfstof met een zwarte kleur;<br />
b. Uit klei gebakken dakbedekking;<br />
c. Verzamelnaam voor in de bouwsector<br />
gebruikte stenen die in groeven ontgonnen<br />
worden;<br />
d. Grijsblauwe tot zwarte steenplaten, gebruikt<br />
als dakbedekking;<br />
e. Harde doorschijnende stof, geblazen en<br />
gesmolten wit zand;<br />
f. Straatsteen van porfier of kalksteen.<br />
b) Bouwmaterialen in huizen<br />
Schrijf de juiste nummers in de cirkels.<br />
<strong>1.</strong> <strong>1.</strong> <strong>1.</strong> <strong>1.</strong> ccement<br />
cc<br />
ement ement ement<br />
2. 2. 2. 2. grind grind grind grind<br />
3. 3. 3. 3. leien leien leien leien<br />
4. 4. 4. 4. glas glas glas glas<br />
5. 5. 5. 5. natuurst natuursteen<br />
natuurst natuursteen<br />
een een<br />
6. 6. 6. 6. steenslag steenslag steenslag steenslag<br />
7. 7. 7. 7. baksteen baksteen<br />
baksteen baksteen<br />
c) Waarom mag je marmeren oppervlakken niet reinigen met een zuur?<br />
d) Waarom berokkent zure regen veel schade aan historische gebouwen?<br />
e) Welke groeven kan men gebruiken als stortplaatsen? zandgroeven - kleigroeven.<br />
Waarom alleen die?<br />
Stadhuis Gent
3. gesteenten 6<br />
f) In welke aardrijkskundige streek hebben tarwe en suikerbieten een hoog aandeel in landbouw in<br />
de landbouwoppervlakte? (Tip: zoek de passende atlaskaart.)<br />
g) Kies uit: aardappelen, tarwe, voederbieten, maïs, suikerbieten<br />
Rijke teelten: ....................................................................................................................<br />
Op welke grondsoorten vinden we ze vooral? ...................................................................<br />
Arme teelten:......................................................................................................................<br />
Op welke grondsoorten vinden we ze vooral?......................................................................<br />
4. Facetkaart van de oppervlaktegesteenten in de eigen leefruimte (figuur 3)<br />
Gebruik figuur 3. Welk oppervlaktegesteente treffen we aan in ...<br />
• Sint-Niklaas? ........................................................<br />
• de Durmevallei? .......................................................<br />
2. <strong>GESTEENTEN</strong> <strong>IN</strong> BELGIË<br />
<strong>1.</strong> Facetkaart van de oppervlaktegesteenten van België (figuur 4)<br />
A<br />
1<br />
1<br />
3<br />
2<br />
B<br />
1<br />
C<br />
figuur 4
3. gesteenten 7<br />
• Vul de facetkaart en de legende aan met behulp van de atlas.<br />
Welke atlaskaart gebruikte je? ...............<br />
• Op de facetkaart staan met cijfers enkele ontginningen van losse gesteenten aangeduid.<br />
Welke gesteenten ontgint men er?<br />
1 = ................................. 2 = ................................. 3 = .................................<br />
(Kruibeke) (Maaseik) (Mol)<br />
• Op de facetkaart staan met letters enkele ontginningen van vaste gesteenten aangeduid.<br />
Welke gesteenten ontgint men er?<br />
A = ................................. B = ................................. C = .................................<br />
(Doornik) (Net ten oosten van Luik) (Vielsalm)<br />
Welke atlaskaart gebruikte je voor de twee vorige opdrachten? ..................<br />
2. Landschappelijke en ecologische gevolgen van ontginningen: groeven laten wonden<br />
na in het landschap<br />
2.1 Raadpleeg hiervoor je excursieboekje.<br />
• Waar in het Waasland treffen we groeven aan? .................................................................<br />
• Welk gesteente werd er ontgonnen? .................................................................................<br />
• Waarvoor was dit gesteente bestemd?...............................................................................<br />
• Waarvoor worden de putten nu gebruikt?...........................................................................<br />
2.2 Uit de geschiedenis van De Ster (uit “Het Vrije Waasland”)<br />
Vlak voor de laatste oorlog was<br />
er sprake van om in de wijk een<br />
privé vliegveld aan te leggen.<br />
Omstandigheden maakten het<br />
tot een militair vliegveld. De<br />
Duitse bezetters maakten er in<br />
de oorlog een vliegveld van.<br />
“Vandaag kan je trouwens nog<br />
enkele overblijfselen van het<br />
oude vliegveld terugvinden”,<br />
vertelt Luc Van Royen. Deze<br />
met rust zijnde beheerder<br />
bouwde De Ster uit van een put<br />
met water tot het mooi<br />
afgewerkt recreatiepark.<br />
“ Vlak naast het dierenpark zie<br />
je nog steeds de Tarmac waar<br />
de vliegtuigen stonden<br />
opgesteld. De loods aan de<br />
Vossekotstraat was een<br />
vliegtuigloods.”<br />
Tot de jaren zestig stonden<br />
slechts een huis en een paar<br />
bungalows op de site van De<br />
Ster. Onontgonnen gebied dus.<br />
“Goed om er industriegrond van<br />
te maken”, besliste de<br />
gemeenteraad in 1960. Later<br />
bleek dat de nieuwe autoweg<br />
E3, nu E17, Sint-Niklaas zou<br />
aandoen. De industrie die toen<br />
enkel hoop zag in wegtransport<br />
zou langs de E3 komen met het<br />
huidige Industriepark-Noord tot<br />
gevolg. Het was één van de<br />
eerste industrieparken in<br />
Vlaanderen. Dus kwam er<br />
plaats vrij op de Heywijck en de<br />
gemeentegrond doopte het<br />
gebied om tot recreatiezone.<br />
De zandgrond onder Heywijck<br />
was bijzonder geschikt voor het<br />
aanleggen van de autoweg. De<br />
stad liet een ontwerp voor een<br />
recreatiepark maken nog voor<br />
de grond door de aannemers<br />
van de autoweg werd<br />
uitgezaveld. De vijver werd zo<br />
volgens plan uitgegraven. Dat<br />
was een unieke situatie.<br />
Financieel voordelig en<br />
tijdsbesparend. Waarom?<br />
Langs de E17 zie je<br />
verschillende plassen en meren.<br />
In Lokeren, of tussen Gent en<br />
Kortrijk. Stuk voor stuk lukraak<br />
uitgegraven. In die meren is<br />
het gevaarlijk zwemmen omdat<br />
de steile wanden kunnen<br />
instorten. daarom werd het<br />
meer op De Ster in<br />
verschillende niveaus of ‘taluds’<br />
uitgegraven (zie tekening).<br />
Indien het graafwerk achteraf<br />
moest gebeuren, zou het<br />
bijzonder veel geld gekost<br />
hebben. Dat was trouwens het<br />
geval bij de Gavers in<br />
Harelbeke. Daar werden de<br />
plassen na de uitgraving<br />
verkozen tot recreatiegebied.<br />
Dat kostte veel onnodig extra<br />
werk. Dit was het eerste<br />
voordeel van ons recreatiepark.<br />
Het idee was op tijd in vorm<br />
gegoten.
3. gesteenten 8<br />
• Welk gesteente werd er ontgonnen in de vroegere Heywijck?<br />
• Waarvoor werd het gebruikt?<br />
• Welke bestemming kreeg het gebied na ontginning?<br />
• Geef een voorbeeld dat aantoont dat de ontwerpers en ontginners vooruitziend waren.<br />
2.3 Groeven in het landschap<br />
Gesteenten worden ontgonnen in groeven (zie afbeelding kasseigroeve in Quenast). Groeven laten in<br />
het landschap grote littekens achter. Zo verdwijnen er vele landbouwgronden en groene gebieden. In<br />
de nabijheid van steenbakkerijen zie je dikwijls verlaten groeven.<br />
Grote waterplassen in de buurt van autowegen wijzen op plaatsen waar zand nodig was voor de<br />
aanleg van de autoweg (zie voorbeeld ‘De Ster).<br />
Wat kan men met verlaten groeven doen?<br />
- Heel wat kleinere groeven evolueerden tot waardevolle natuurgebieden.<br />
- Zandwinningsgebieden kunnen omgevormd worden tot waterrecreatiegebieden. (vb Zilvermeer in<br />
Mol + recreatiepark De Ster + ...)<br />
- Op de plaats van een verlaten steengroeve in Lessines (Henegouwen) begint men in 2006 met de<br />
bouw van het grootst overdekte ski-oord ter wereld: Snow Games. In 2008 ligt daar 100.000<br />
m2 sneeuw, die meer dan één miljoen bezoekers per jaar moet trekken.<br />
- Omdat klei bijna geen water doorlaat, dienen oudere kleigroeven vaak als stortplaats. men bedekt<br />
het afval met een laagje vruchtbare grond en na verloop van tijd kan men de bodem hergebruiken.<br />
Zandgroeven kunnen beter niet gebruikt worden als stortplaats omdat het gevaar voor<br />
grondwaterverontreiniging reëel is.<br />
In de buurt van oude steenkoolmijnen vind je regelmatig steenbergen (heuvel van steenafval<br />
afkomstig van een mijn) terug. Om de streek aantrekkelijker te maken kan men de steenbergen<br />
bebossen.
3. gesteenten 9<br />
DOELSTELL<strong>IN</strong>GEN<br />
Kennen<br />
• Oppervlaktegesteente, bodem en ondergrond onderscheiden op een foto of doorsnede (1);<br />
• Het nut van gesteenten in de landbouw, industrie en gebouwen verwoorden (3-4-5-6);<br />
De cursieve woorden in de cursustekstzijn de kapstokken voor je schema!<br />
De volgende begrippen moet je zeker kennen- begrijpen:<br />
- doorlatendheid - bezinkingssnelheid<br />
- drainage - mineralen - arme en rijke teelten<br />
- natuursteen - kunsteen (+ een aantal voorbeelden opsommen)3<br />
- steenkool - marmer - porselein - steenslag - kassei - leisteen - ...<br />
• De ecologische gevolgen van ontginningen in groeven bespreken + illustreren aan de hand van<br />
het concreet voorbeeld Steendorp en ‘De Ster’ (8)<br />
• Voorbeelden van vaste en losse gesteenten opsommen<br />
• Belangrijkste nut + eigenschappen van gesteenten opsommen.<br />
Waarvoor wordt zand-klei-zandsteen-... gebruikt?<br />
Kunnen<br />
• Bepalen of een gesteente los of vast is;<br />
• Belangrijkste gesteenten kunnen onderzoeken, herkennen en benoemen (met behulp van de<br />
determineertabel);<br />
• Belangrijkste oppervlaktegesteenten uit de eigen regio en van België op een facetkaart kunnen<br />
aflezen en aanduiden (met behulp van de atlas);<br />
• Steengroeven opzoeken met behulp van de atlas.