07.09.2013 Views

Kijksleutel - KVS

Kijksleutel - KVS

Kijksleutel - KVS

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Kijksleutel</strong><br />

TEKST Thomas GunziG<br />

REGIE Guy Dermul<br />

ACTEURS nico sTurm & DaviD Dermez<br />

MUZIEK KaaT De WinDT (CoMpoSITIE & lIvE UITvoERInG)<br />

SCEnoGRAFIE marie szersnovicz<br />

lICHT harry cole<br />

HET BRUSSElSE STadSTHEaTER<br />

WWW.<strong>KVS</strong>.BE - T 02 210 11 12<br />

toktocknock.com<br />

© DANNY wILLEmS, mODELwIjK LAKEN<br />

V.U. DANNY OP DE BEECK ARDUINKAAI 7 1000 BRUSSEL


Modelwijk (laken)<br />

Intro<br />

2<br />

De voorstelling Skieven speelt niet in één van de theaterzalen van de KvS, maar wel<br />

op locatie in de stad. Meer bepaald in de Cité Culture, het cultureel centrum van de<br />

Modelwijk in laken. Deze sociale woningwijk en de ontwerper ervan, Renaat Braem,<br />

inspireerden regisseur Guy Dermul tot de voorstelling Skieven.<br />

“Wat wil je nog meer als speler dan een goed en uitermate grappig verhaal, met<br />

vlammende goed bekkende dialogen, vernuftig geconstrueerd, dat over zoveel<br />

meer gaat dan het op het eerste gezicht lijkt. Auteur Thomas Gunzig etaleert zijn<br />

kennis niet, de boeken over Braem en Le Corbusier bleven opgeborgen, en toch<br />

lijkt het alsof hij de geest van die geschriften in zich heeft opgenomen. Vreemd,<br />

spannend, geestig, schrijnend, een geschenk: a bitter-sweet comedy.”<br />

– GUy DERMUl ovER SKIEvEn<br />

© DANNY wILLEmS


tItel<br />

Skieven is de Brusselse scheldnaam voor architect.<br />

Auteur thomAs GunzIG<br />

Thomas Gunzig (1970) staat bekend om zijn fantasierijke, van zwarte humor<br />

doortrokken proza. Zijn debuut, de verhalenbundel Situation instable penchant<br />

vers le mois d’août, werd in 1994 bekroond met de prijs voor schrijver-student van<br />

de stad Brussel. Sindsdien schreef hij bundels met kortverhalen, romans (Mort<br />

d’un parfait bilingue, prix Rossel 2001), hoorspelen en jeugdboeken.<br />

Zijn teksten werden al in verschillende landen bewerkt tot toneelstukken of<br />

uitgegeven in vertaling. In 2008 stond hij zelf voor het eerst op de planken in zijn<br />

eigen stuk Les Origines de la vie, dat hij samen met Isabelle Wéry opvoerde. naast<br />

auteur is Thomas Gunzig, die afstudeerde in de politieke wetenschappen, docent<br />

literatuur aan de Franstalige Hogeschool voor de Kunsten la Cambre in Brussel.<br />

vorig seizoen schreef Gunzig, op vraag van regisseur Manu Riche en KvS, de tekst<br />

voor de voorstelling Raymond, een monoloog gebracht door Josse De pauw. Hij<br />

creëerde daarvoor een fictief personage, losjes gebaseerd op de historische figuur<br />

van Raymond Goethals.<br />

> De pers over Raymond:<br />

“raymond is een bitter geestige tekst van Thomas Gunzig. Die kronkelt, gaat<br />

voort, blijft steken, komt op zijn stappen terug en blijkt tenslotte een heel knappe<br />

compositie.” – JoHAn THIElEMAnS op CoBRA<br />

renAAt BrAem (1910 - 2001)<br />

De modernist, socialist en utopist Renaat Braem wordt algemeen als één van de<br />

belangrijkste Belgische architecten beschouwd:<br />

> hij was de meest authentieke Belgische vertegenwoordiger van de moderne<br />

beweging in de architectuur (= ‘ de klare lijn’). Hij heeft een heel eigen signatuur<br />

ontwikkeld: een Belgische versie van het modernisme. Hij heeft enkele markante<br />

gebouwen ontworpen die België vanaf de jaren vijftig op de kaart van het<br />

modernisme hebben gezet.<br />

> Braems architectuur was ideologisch gefundeerd. Hij geloofde in de<br />

maakbaarheid van de maatschappij. Het doel van architectuur was volgens<br />

3


hem de bevrijding van de mens. Stedenbouw en architectuur kunnen de burgers<br />

sturen om betere mensen te worden. Cruciaal in Braems visie op stedenbouw en<br />

urbanisatie is de creatie van voldoende groenruimte, zodat de mens in harmonie<br />

met de natuur kan leven.<br />

> het modernIsme<br />

Het modernisme is een verzamelnaam voor vernieuwende stromingen in de<br />

kunsten en de westerse maatschappij tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. De<br />

term refereert aan een culturele beweging die vooral na de eerste wereldoorlog in<br />

verzet komt tegen de traditionele opvattingen en vormen van kunst, architectuur,<br />

literatuur, geloof, sociale organisatie en het dagelijks leven. De roman, het theater,<br />

de architectuur en de poëzie moesten vernieuwd worden zodat zij de moderne<br />

geïndustrialiseerde maatschappij beter weerspiegelden.<br />

In de architectuur verwijst het modernisme naar de internationale stijl vanaf ca.<br />

1920 waarbij het functionele voorrang heeft op de vorm. le Corbusier is de pionier<br />

van de moderne architectuur. Het ornament wordt verlaten, en in plaats daarvan<br />

maakt men gebruik van sobere, geometrische basisvormen, platte daken en<br />

moderne materialen zoals gewapend beton.<br />

> een socIAlIstIsch Gefundeerde ArchItectuur<br />

Architectuur en stedenbouw verraden hoe een bepaalde maatschappij in elkaar<br />

zit en geven haar tevens een bepaalde structuur. Reeds vroeg definieerde<br />

Braem architectuur als “de kunst van het organiseren van het menselijk milieu”.<br />

Architectuur was voor Braem een sociale hefboom om de mens te bevrijden uit de<br />

hiërarchische structuren van de traditionele woonvormen in steden en dorpen.<br />

Dit inzicht, vandaag gemeengoed maar toen heel uitzonderlijk, leidde Braem<br />

tot radicale conclusies. Als overtuigd socialist keek hij uit naar de komst van<br />

een nieuwe, klasseloze samenleving. Met zijn projecten wilde hij hiervan een<br />

voorafbeelding maken. Architectuur en stedenbouw moesten met compleet<br />

nieuwe, harmonische vestigingsvormen vooruitlopen op de verwachte<br />

socialistische maatschappij.<br />

> Invloed vAn le corBusIer<br />

4<br />

Belangrijk referentiepunt in Braems ontwikkeling was het werk en de<br />

persoonlijkheid van le Corbusier, bij wie hij in 1936-’37 stage had gelopen.


Braem was bijzonder onder de indruk van de poëtische visie en de conceptuele<br />

vormkracht van le Corbusier. Braem, die door le Corbusier werd geïntroduceerd<br />

in het CIAM, de toenmalige internationale vereniging van moderne architecten,<br />

zou levenslang een overtuigd verdediger blijven van diens stedenbouwkundige en<br />

architectonische opvattingen.<br />

In zekere zin heeft Braem in vlaanderen een plaats ingenomen vergelijkbaar met<br />

die van le Corbusier in Frankrijk. net als le Corbusier heeft Braem zijn leven<br />

lang de aandacht van de publieke opinie gevestigd op de afwezigheid van een<br />

stedenbouwkundig bewustzijn in zijn land. net als hij heeft hij in woord en daad<br />

geijverd voor een doorbraak van het modernisme.<br />

> het lelIjkste lAnd ter wereld<br />

Braems kritiek op het gebrek aan ruimtelijke ordening in België bereikte in 1968<br />

een hoogtepunt, toen hij zijn vaderland in een opzienbarend pamflet brandmerkte<br />

als “het lelijkste land ter wereld”.<br />

‘Vanuit het vliegtuig beschouwd komt het over als een door een krankzinnige<br />

bijeengenaaide lappendeken, met daarop door een woest geworden reus, de inhoud<br />

van hele bazars blokkendozen rondgestrooid, met verachting neergesmeten’, zo<br />

schreef hij.<br />

Aanleiding voor dit pamflet waren de evoluties na de tweede wereldoorlog die<br />

vlaanderen onherkenbaar van aanzien deden veranderen. De steden implodeerden<br />

en zowat overal op het platteland rezen woonverkavelingen uit de grond. Deze<br />

ontstonden schijnbaar willekeurig en gaven aanleiding tot een ruimtelijk<br />

gebruik dat als ongewenst wordt ervaren want grondverspillend, versplinterend,<br />

immobiliserend, weinig harmonieus en duur voor openbare nutsvoorzieningen.<br />

> vrIje hooGBouw Als oplossInG<br />

5<br />

Sinds het tweede kwart van de twintigste eeuw onderging het hele Belgische<br />

grondgebied een versneld verstedelijkingsproces. Dit fenomeen uitte zich na de<br />

Tweede Wereldoorlog, in volle wederopbouw, in een wildgroei van verkavelingen<br />

met uniforme eengezinswoningen en in de bouw van residentiële wijken, heel<br />

dikwijls in traditionele stijl. De steden breidden zich definitief uit over de periferie,<br />

dit ten koste van de stadskernen waar steeds meer bewoners wegtrokken. Het<br />

platteland moderniseerde en verloor voorgoed haar idyllische uitzicht. Hier deden<br />

op grote schaal het straatdorp, de lintbebouwing en de verkaveling hun intrede.<br />

Geconfronteerd met de dwingende woningnood en gealarmeerd door de<br />

rampzalige gevolgen van de ongecontroleerde verstedelijking, ging Renaat Braem


op zoek naar een voor hem meer kwalitatieve en natuursparende stads- en<br />

plattelandsontwikkeling. In deze zoektocht liet hij zich leiden door de opvattingen<br />

van de internationale architectenbeweging CIAM over huisvesting en stedenbouw.<br />

CIAM staat voor Congrès Internationaux d’Architecture Moderne, een platform van<br />

architecten dat tussen de jaren 1930 en 1959 pleitte voor de functionele, rationele<br />

stad waarbij de regel gold dat zones voor wonen, werken en ontspannen strikt van<br />

elkaar moesten worden gescheiden.<br />

CIAM verkoos hoogbouw omgeven door voldoende vrije ruimte als oplossing van<br />

het huisvestingsprobleem. voor hen was hoogbouw het zichtbare symbool van de<br />

moderniteit en de gemeenschapszin. Het woonblok moest ontwikkeld worden als<br />

een klasseloos systeem van wooneenheden die een maximaal comfort boden op<br />

een minimale oppervlakte. Alle niet strikt levensnoodzakelijke activiteiten werden<br />

uit de privé-sfeer weggehaald en in collectieve voorzieningen ondergebracht.<br />

In de lijn van dit modernistische gedachtegoed schoof ook Braem hoogbouw<br />

en collectieve huisvesting als het ideaal naar voor. Deze opvattingen worden<br />

weerspiegeld in verschillende ontwerpen van Braem: het Kiel in Antwerpen,<br />

Sint-Maartensdal in leuven en de Modelwijk/Cité Modèle in laken, waar de<br />

voorstelling Skieven speelt.<br />

> cIté modèle /modelwIjk<br />

6<br />

De Cité Modèle is een kind van Expo ’58. België zou met een grootse<br />

wereldtentoonstelling op de Heizelvlakte de hele wereld laten zien tot wat het<br />

in staat was op het vlak van industrie, innovatie, technologie, architectuur en…<br />

huisvesting. Het idee om in de buurt van de wereldtentoonstellingssite ook een<br />

woonwijk te bouwen die model moest staan voor de sociale woningen van de<br />

toekomst kwam van Fernand Brunfaut, een architect die nauw verbonden was met<br />

de socialistische partij én voorzitter was van de sociale huisvestingsmaatschappij<br />

‘De lakense Haard’. De ideeën voor dit huisvestingsproject haalde Brunfaut bij le<br />

Corbusier en de CIAM-groep.<br />

De ‘lakense Haard’ wilde met de bouw van deze parkwijk ook het enorme tekort<br />

aan goedkope kwaliteitswoningen, dat na de Tweede Wereldoorlog was ontstaan,<br />

aanpakken. Terwijl in het centrum van Brussel wijken onbewoonbaar en ongezond<br />

werden verklaard en afgebroken, ontstonden in de periferie van de stad nieuwe<br />

woonwijken die, in tegenstelling tot de oude stadswijken, wél een rationele<br />

structuur hadden en waren voorzien van groene, open ruimtes,…<br />

De Cité Modèle moest door zijn monumentaliteit en rationaliteit een universele<br />

woonwijk worden voor de universele mens: een waarlijk utopisch-ideologisch<br />

project met buitengewone proporties. Het plan voor de Cité Modèle was ambitieus.<br />

op een terrein van 17 hectare moesten meer dan 1000 woningen komen.


ontwerper Renaat Braem had zijn sporen al verdiend met een gelijkaardige<br />

woonwijk met 800 eenheden op het Kiel in Antwerpen. Hij tekende een wijk uit die<br />

moest gelden als stad van de toekomst, met een strikt orthogonaal plan, een wijk<br />

die als een (rationele) fenix uit de stedelijke chaos zou verrijzen.<br />

De Cité Modèle werd uitgetekend als een stad-in-de-stad met alle voorzieningen<br />

die moderne stadsbewoners nodig hebben: een school, een supermarkt, een<br />

sportcentrum, een kerk … En dit alles uitgespreid in een groene omgeving waarbij<br />

autoverkeer en voetgangerszones strikt gescheiden moesten worden. Het<br />

waren voor die tijd uiterst moderne appartementen, met centrale verwarming,<br />

ingebouwde keuken en badkamer.<br />

vandaag wonen ongeveer 2200 bewoners op de cité met 44 verschillende<br />

nationaliteiten. Een mooie staalkaart van het hedendaagse Brussel.<br />

De Modelwijk is een sociale woonwijk. Dat is ze altijd geweest, maar in de tijd<br />

waarin ze werd opgetrokken had die term niet dezelfde betekenis als vandaag. In<br />

die periode was de werkloosheid verwaarloosbaar. Een sociale woning was voor de<br />

werkende mens met een laag inkomen. vandaag is slechts 15% van de bewoners<br />

van de wijk actief op de arbeidsmarkt. De demografische groei en de steeds<br />

groeiende kloof tussen arm en rijk zijn een lastige cocktail voor toekomstige<br />

stedelingen. Hun perspectieven op betaalbaar wonen komen steeds meer onder<br />

druk. vandaag, in Brussel alleen al, zijn er 38.000 wachtenden.<br />

> extrA Info over BrAem<br />

> Braem door de ogen van architect peter Swinnen<br />

Een gesprek met peter Swinnen, in Joos op radio 1 (2010)<br />

http://www.cobra.be/cm/1.875005?view=popupplayer<br />

> De architect van de arme mensen<br />

Een fragment uit Wie schriift die blijft, op de vRT (1987)<br />

http://www.cobra.be/cm/cobra/cobra-mediaplayer/nog/1.869742<br />

> Het Braemjaar begint vandaag<br />

Een gesprek met architect Sven Grooten, in Midi libre op radio 1 (2010)<br />

http://www.cobra.be/cm/1.852221?view=popupplayer<br />

> hedendAAGse krItIek op BrAem<br />

> zie artikel uit Kvs express<br />

http://www.kvs.be/index2.php?page=program&discipline=14&vs_id=761<br />

Architectuur als antwoord op de woonproblematiek?<br />

Eric Corijn & Joachim Declerck<br />

7


een aantal passages vind je hieronder:<br />

(…) Waar nu moet worden over nagedacht is: hoe creëer je met de bevolkingsgroei<br />

die er nu komt, meer stedelijke kwaliteit op die plekken waar we in de voorbije 50<br />

tot 70 jaar hebben gebouwd via ideaalvisies? De Modelwijk is een typevoorbeeld<br />

van zo’n ideaalvisie. Braem was de eerste architect om zo drastisch de<br />

verstedelijking in België te veroordelen. Het lelijkste land ter wereld is één van<br />

zijn bekendste werken. Tegenover die lelijkheid werd een ideaalproject in stelling<br />

gebracht, een totaalvisie, waarin alle dimensies van het leven, van licht tot lucht,<br />

van publieke ruimte tot woonunits, werden vertaald in perfect doorgerekende<br />

modellen waarin de samenleving zich dan perfect thuis zou voelen, volgens de<br />

principes van het CIAM, het Congrès Internationale d’Architecture Moderne van le<br />

Corbusier.<br />

vandaag zie je dat die modellen leiden tot een soort ideaalwereld die niet<br />

strookt met de werkelijkheid. De gezinssamenstelling klopt niet meer met de<br />

oppervlaktes van die appartementen. De manier waarop die open ruimte was<br />

bedacht, met prachtige schetsen van spelende kinderen en activiteit in die<br />

publieke ruimte, heeft niet gewerkt. Er is dus een probleem met dat ideaaldenken,<br />

met deze manier van formatteren, met dit recept.<br />

(…)<br />

niet het torengebouw an sich is een probleem, wel het denken dat je met één<br />

oplossing het gehele probleem kan aanpakken. Dat soort denken, dat losstond van<br />

de complexiteit van de stad waar de gedeelde ruimte essentieel is, dat is een oude<br />

fout die we niet meer kunnen maken.<br />

(…)<br />

Brussel zal 200.000 nieuwe mensen moeten huisvesten binnen de komende 10<br />

jaar. Dat betekent dat deze Modelwijk ook een multifunctioneel, en niet alleen<br />

een residentieel karakter moet krijgen. Er moet een andere activiteit komen dan<br />

alleen maar wonen, uitgaande van het potentieel dat hier is. De mensen zijn van<br />

verschillende afkomst, leiden geen gelijksoortige levens. Maar voorlopig is er geen<br />

platform om die diversiteit van mogelijke activiteit zichtbaar te maken.<br />

(…)<br />

Dat is één van de kritieken die we kunnen hebben op het stedelijk beleid en het<br />

sociaal beleid zoals dat gedacht werd (door CIAM en Renaat Braem): dat die Cité<br />

Modèle alles moest bevatten, dus eigenlijk moest je er nooit uitgaan. Alles zou<br />

hier zijn en dat heeft in kansarme buurten bijgedragen tot een zeker isolement,<br />

waar het beleid erop<br />

gericht is om alle voorzieningen in de nabijheid te hebben; een sportzaal, een<br />

zwembad, een school in plaats van een tram. We moeten aan de mensen duidelijk<br />

maken dat de stad groter is dan de buurt waarin ze wonen, dat ze evengoed in<br />

Woluwe mogen gaan zwemmen. De stad is beweging, is interactie, ook ruimtelijk.<br />

(…)<br />

De taak van de ontwerper, en dan komen we bij de architect, is steeds minder<br />

geworden om de objecten van die stad te gaan ontwerpen, maar wel om<br />

8


synergieën tot stand te brengen, uitwisseling, plekken voor die uitwisseling te<br />

bedenken. Daarom moeten we stadsdelen niet ontwerpen als op zichzelf<br />

functionerende eilanden, er moet ‘gebrek’ zijn, zodat er voldoende vermenging<br />

komt. Je moet vooral niet denken dat je gelijkheid kan creëren. Gelijkheid<br />

is het slechtse principe om aan stedenbouw te doen. Een goed principe is, om<br />

vanuit ongelijkheid, vanuit verschil, synergieën te gaan organiseren. Maar dat<br />

betekent dat je een totale omslag moet krijgen in hoe je die plekken ontwerpt. Het<br />

begrip ‘delen’ is essentieel. Het zit voor een stuk in de architectuur van<br />

dit soort wijken vervat, maar moet nu herdacht worden. Een stad is een soort<br />

federatie. Federatie betekent verschil accepteren, niet tot eiland (laten) worden.<br />

We moeten de stad zien als een federatie van verschillende delen waartussen<br />

steeds uitwisseling blijft bestaan. En uitwisseling is altijd herverdeling.<br />

tok toc knock<br />

Skieven maakt deel uit van Tok Toc Knock, het stadsproject van KvS tijdens<br />

seizoen 2012-2013.<br />

Met Tok Toc Knock trekt KvS buiten de muren van haar theaterzalen om<br />

met de stad zelf in gesprek te treden. KvS strijkt neer in 3 bijzondere wijken<br />

van Brussel: de lakense Modelwijk, Sint-Joost en de Europawijk. Zeventien<br />

kunstenaars werken intens met de lokale omgeving en haar bewoners. Ze maken<br />

en organiseren voorstellingen, installaties in de openbare ruimte, wandelingen,<br />

gesprekken, workshops… De creaties worden getoond tijdens drie festivals.<br />

> wAArom tok toc knock?<br />

9<br />

De verstedelijking van de wereld is één van de belangrijkste evoluties<br />

van het ogenblik. De antistedelijkheidscampagnes, die bij de laatste<br />

gemeenteraadsverkiezingen tot zelfs in de kleinste dorpen opdoken, klinken<br />

opvallend luid. Met Tok Toc Knock dompelt KvS zich onder in de stad, treedt haar<br />

complexe werkelijkheid tegemoet met openheid en zin voor nuance, tegen de<br />

stroom van de antistedelijke pletwals in.<br />

toktocknock.com

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!