februari-juni - KVS

De krant van het brusselse staDstheater
le journal Du thÉÂtre De ville bruxellois
the journal of the brussels citY theatre
interview
thomas bellinck & jeroen vanDer ven
billY, sallY, jerrY anD the .38 gun
De onkreukelbare
interview
manu riche & thomas gunzig
raYmonD
focus
belgo-palestijnse coproDuctie
coproDuction belgo-palestinienne
belgo-palestinian coproDuction
keffiYeh / maDe in china
www.kvs.be – t 02 210 11 12
verschijnt 5x per jaar in september, December, februari, (april), juni — p409842 februari 2012 – afgiftekantoor antwerpen x
03
02.2012 > 06.2012
keffiyeh © something els

inDex
programma programme programme
03 billY, sallY, jerrY anD the .38 gun
KVS & StEIGEISEN
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
04 saint amour ‘De onbereikbare’
BEHoud dE BEGEERtE
LItERAtuuR / LIttéRAtuRE / LItERAtuRE
04 au-Delà
LES BALLEtS C dE LA B
dANS / dANSE / dANCE
05 lint
KVS & SPECtRA ENSEMBLE
StRIPCoNCERt / CoNCERt-Bd / CoMIC StRIP CoNCERt
06 raYmonD
KVS & tHéâtRE NAtIoNAL
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
08 honDsDagen
Ro tHEAtER
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
09 branDen
Ro tHEAtER I.S.M. KVS
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
10 barakstaD (biDonville)
KVS
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
12 keffiYeh / maDe in china
KVS & A. M. QAttAN FouNdAtIoN
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
14 sanDer buYck / Yazan khalili
EXPo
16 You can Do whatever You want arounD
a sleeping elephant but when he wakes up,
he tramples everYthing
KVS
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
17 oom wanja
dE RooVERS
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
17 goD van De slachting
NtGENt
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
18 titus anDronicus
KVS & toNEELHuIS / oLyMPIQuE dRAMAtIQuE
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
19 à l’attente Du livre D’or
KVS & CAMPo
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
20 De onkreukelbare
KVS & StEIGEISEN
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
22 la crÉation Du monDe
BALLEt dE LoRRAINE
dANS / dANSE / dANCE
23 exhibit b
tHIRd WoRLd BuNFIGHt
PERFoRMANCE
23 ouDe meesters
tG StAN
tHEAtER / tHéâtRE / tHEAtRE
focus focus focus
24 De oplossing voor het israëlisch-palestijns
conflict zal belgisch zijn, of zal niet zijn
26 la solution Du conflit israÉlo-palestinien
sera belge ou ne sera pas
28 if a solution to the israeli-palestinian
conflict exists, it will be belgian
interview interview interview
30 De ene raYmonD is De anDere niet
32 un raYmonD n’est pas l’autre
34 not all raYmonDs are the same
tHoMAS GuNzIG & MANu RICHE
36 De jongens met het klimijzer
38 les garçons en crampons
40 the boYs with the climbing-iron
tHoMAS BELLINCK & jERoEN VANdER VEN
StEIGEISEN
42 agenDa
43 on tour
44 muziek / musiQue / music
thomas bellinck
kvs & steigeisen
billY, sallY, jerrY
anD the .38 gun
theater / thÉÂtre / theatre
feb / fÉv / feb 15, 16, 17, 18 — 20:30
KVS_BoX
€ 16 (REd: € 12)
IN HEt NL, BoVENtItELd IN HEt FR & ENG /
EN NL, SuRtItRé EN FR & ANG /
IN dutCH, SuRtItLEd IN FR & ENG
N 22 september 1975. Een brandende zon
boven San Francisco. Op de stoep voor
het San Franciscus Hotel wacht een uitgelaten
menigte vol spanning op Gerald
Ford, de 38ste Leider van de Vrije Wereld.
Niemand heeft oog voor de vrouw die zich
door de massa naar voor worstelt, met in
haar handtas een afgedankte revolver,
weggemoffeld tussen de kauwgom en de
opgesteven zakdoeken. Billy, Sally, Jerry
and the .38 gun zoomt in op een zo goed
als vergeten moment uit de recente Amerikaanse
geschiedenis waarop politiek,
terrorisme en de Roze beweging elkaar onverwacht
voor de voeten liepen. Mis deze
kleine parel niet!
“Voeg daarbij Bellincks slimme, snedige tekst
en het sterke, intieme spel van zijn drie acteurs,
en deze ontwapenende voorstelling doet je
beseffen dat we in Vlaanderen veel meer van dit
gedramatiseerd documentair theater kunnen
gebruiken.” — De stanDaarD
interview
nl p. 36
interview
fr p. 38
interview
eng p. 40
F Le 22 septembre 1975, à San Francisco,
sous une chaleur torride. Sur le trottoir
du San Franciscus Hotel, une foule en
liesse attend Gerald Ford, le 38 e Leader
du Monde Libre. Nul ne prête attention
à la femme qui se fraie un chemin à travers
la masse compacte, un vieux revolver
planqué dans son sac entre le paquet de
chewing-gum et les mouchoirs amidonnés.
Billy, Sally, Jerry and the .38 gun se
focalise sur un moment presqu’oublié du
passé récent de l’Amérique, quand politique,
terrorisme et mouvement homosexuel
se sont brusquement téléscopés.
Un petit joyau à ne pas manquer !
« Ajoutez-y le texte tranchant et intelligent
de Bellinck et le jeu intime et puissant de ses
trois acteurs, et vous obtenez un spectacle
désarmant qui vous fera prendre conscience
que nous pouvons, en Flandre, exploiter
bien davantage ce théâtre-documentaire
dramatisé. » — De stanDaarD
E September 22, 1975. The sun blazes
over San Francisco. On the pavement in
front of the St. Francis Hotel the excited
crowd eagerly awaits the arrival of Gerald
Ford, the 38 th leader of the Free World.
Nobody notices the woman who tries to
push her way to the front, carrying within
her purse an old revolver, tucked away between
her chewing gum and a couple of
starched handkerchiefs. Billy, Sally, Jerry
and the .38 gun zooms in on an almost
forgotten event in recent American history
when politics, terrorism and the Gay
Rights Movement unexpectedly collided.
Don’t miss this little gem!
‘Add Bellinck’s smart, incisive script and
the powerful, intimate acting of the three
performers, and this disarming performance
makes you realise that we could use a lot more
of this dramatised documentary theatre here
in Flanders.’ — De stanDaarD
reprise
© thomas bellinck
MEt / AVEC / WItH
Willy thomas, Jeroen VanDer Ven,
isabelle Van hecke
REGIE & tEKSt / MISE EN SCèNE & tEXtE /
dIRECtoR & AutHoR
thomas bellinck
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER
steigeisen
CoPRoduCtIE / CoPRoduCtIoN /
CoPRoduCER kVs
03

peter buwalDa, wim helsen,
DaviD mitchell, e.a
behouD De begeerte
saint
amour
‘De onbereikbare’
literatuur / littÉrature / literature
feb / fÉv / feb 12 — 20:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL / EN NL / IN dutCH
© Jan Vanriet
N De negentiende editie van het literaire liefdesprogramma Saint Amour
staat in het teken van De Onbereikbare. Dat de ideale liefde vaak onbereikbaar
blijft, wist de Romeinse dichter Ovidius tweeduizend jaar geleden al
toen hij Eurydice in de onderwereld liet verdwijnen. Of Dante, die zijn leven
lang verliefd was op Beatrice en haar de hoofdrol gaf in zijn Divina commedia.
Tijdens deze Saint Amour wijden Peter Buwalda, Wim Helsen, David Mitchell,
Connie Palmen, P.F. Thomése, Floortje Zwigtman en David Vann hun mooiste
treurdicht, lofzang of andere literair gehunker aan dit tijdloze fenomeen.
Filmfragmenten en de muziek van Dez Mona luisteren de avond op, Sven
Speybrouck presenteert.
F La dix-neuvième édition de Saint Amour, le programme littéraire consacré
à l’Amour, est placée sous le signe de L’Inaccessible. Que l’amour idéal soit
souvent inaccessible, le poète romain Ovide en était déjà conscient il y a deux
mille ans, lorsqu’il fit descendre Eurydice aux Enfers. Ou, Dante, amoureux sa
vie durant de Béatrice, au point qu’elle tiendra le rôle central de sa Divine Comédie.
Ce Saint Amour donnera la parole à Peter Buwalda, Wim Helsen, David
Mitchell, Connie Palmen, P.F. Thomése, Floortje Zwigtman et David Vann, afin
qu’ils y dévoilent leurs plus belles élégies, louanges et autres aspirations littéraires
à ce phénomène intemporel. Des fragments de films et la musique de
Dez Mona agrémenteront la soirée. Sven Speybrouck assurera la présentation
de l’événement.
E The nineteenth Saint Amour literary programme on the theme of love focuses
on The Unattainable. The Roman poet Ovid already knew two thousand years
ago that the ideal love often remains unattainable when he made Eurydice
disappear into the Underworld. So did Dante, who was in love with Beatrice
throughout his life and gave her the leading part in his Divine Comedy. For
this Saint Amour, Peter Buwalda, Wim Helsen, David Mitchell, Connie Palmen,
P.F. Thomése, Floortje Zwigtman and David Vann will be dedicating their finest
lament, ode or other literary yearning to this timeless phenomenon. The evening
is enhanced by film extracts and the music of Dez Mona, the presenter is
Sven Speybrouck.
MEt / AVEC / WItH peter buWalDa, Wim helsen, DaViD mitchell,
connie palmen, p.f. thomése, floortJe zWigtman, DaViD Vann
MuzIEK / MuSIQuE / MuSIC Dez mona
PRESENtAtIE / PRéSENtAtIoN / PRESENtER sVen speybrouck
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER behouD De begeerte
04
koen augustijnen
les ballets c De la b
au-Delà
Dans / Danse / Dance
feb / fÉv / feb 14, 15 — 20:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
N In deze nieuwe dansvoorstelling van Koen Augustijnen onderzoeken vijf dansers
van rond de veertig wat de mogelijkheden, verwachtingen en beloftes
kunnen zijn van ‘een leven na de dood’. Aangekomen in een overgangsruimte,
worden ze geconfronteerd met gedachten over wie ze waren, wat hun lotsbestemming
was, wat ze deden en niet deden. Om zijn beeld van het hiernamaals
neer te zetten, zocht en vond Augustijnen inspiratie in de jazzmuziek van Keith
Jarrett, die iets transcendentaal en metafysisch heeft.
F Dans la nouvelle création de Koen Augustijnen, cinq danseurs d’environ
40 ans s’interrogent sur les éventualités, les attentes et les promesses que
pourrait offrir une vie après la mort. Arrivés dans un espace de transit, ils se
voient confrontés à des idées relatives à leurs existences : qui étais-je vraiment
? Quel était mon but dans la vie ? Qu’ai-je fait et que n’ai-je pas fait ? Afin
de définir sa vision sur l’au-delà, Augustijnen a cherché et trouvé son inspiration
dans la musique jazz de Keith Jarrett, qui renferme quelque chose de
transcendantal et de métaphysique.
E In this new dance production by Koen Augustijnen, five dancers of about forty
years old examine what the possibilities, expectations and promises of ‘a life
after death’ might be. Having arrived in a place of transition, they are confronted
with thoughts about who they were, what their destiny was, and what they did
and did not do. To stage his vision of the hereafter, Augustijnen sought and found
inspiration in the jazz music of Keith Jarrett, which has a transcendental and
metaphysical air to it.
CHoREoGRAFIE / CHoRéGRAPHIE / CHoREoGRAPHER koen augustiJnen
dANS EN CREAtIE / dANSE Et CRéAtIoN / dANCE ANd CREAtIoN
clauDio girarD, fatou traoré, florence augenDre, gil ho yang, koen augustiJnen
CoPRoduCtIE / CoPRoduCtIoN / CoPRoduCER théâtre national De chaillot (paris), granD théâtre De luxembourg,
guimarães 2012 cultural capital, torinoDanza
© bashir borlakoV
walter hus & chris ware
kvs & spectra ensemble
lint
stripconcert / concert-bD / comic strip concert
maart / mars / march 02, 03 — 20:30
KVS_BoX
€ 16 (REd: € 12)
premiÈre
N Lint, het nieuwe strip-operaproject van componist
Walter Hus, is de perfecte kennismaking met
het grootste stripgenie van de laatste twintig jaar,
Chris Ware. Het gelijknamige boek schetst het
complete levensverhaal van Jordan Wellington Lint,
die uitblinkt in foute keuzes en gemiste kansen. De
leidmotieven, contrapunten en andere muzikale
elementen in dit beeldverhaal trokken de aandacht
van Walter Hus. Samen met Angélique Willkie en
Spectra Ensemble bouwt hij deze fabuleuze strip
om tot een stripconcert.
F Lint, le nouveau projet d’opéra-bédé du compositeur
Walter Hus, est la rencontre parfaite avec
le plus grand génie de la bédé de ces vingt dernières
années : Chris Ware. Le livre au titre éponyme
est une esquisse de la vie de Jordan Wellington
Lint, qui se distingue par ses choix ratés et ses
occasions manquées. Leitmotivs, contrepoints et
autres éléments musicaux de cette bédé ont capté
l’attention de Walter Hus. Avec la complicité d’Angélique
Willkie et Spectra Ensemble, il transforme
cette fabuleuse bédé en un concert-bédé.
E Lint, the new strip cartoon opera project from
composer Walter Hus is the ideal way to get to know
the greatest cartoon genius of the last twenty years,
Chris Ware. The book of the same name sketches
the complete life story of a Jordan Wellington Lint,
who is remarkable for his wrong choices and missed
opportunities. It was the leitmotivs, counterpoints
and other musical elements in this ingeniously constructed
cartoon that caught the attention of Walter
Hus. Together with Angélique Willkie and Spectra
Ensemble, he converts this fabulous work into a real
cartoon concert.
CoMPoSItIE / CoMPoSItIoN / CoMPoSER Walter hus
uItVoERdERS / INtERPRétAtIoN / PERFoRMERS
spectra ensemble o.l.V. / Dirigé par / conDucteD by filip rathé
MEt / AVEC / WItH angélique Willkie (stem / Voix / Voice)
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGE sébastien henDrickx
tEKSt / tEXtE / AutHoR chris Ware (auteur Van De geliJknamige strip / auteur De
la béDé éponyme / author of the cartoon of the same name)
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER spectra ensemble
IN SAMENWERKING MEt / EN CoLLABoRAtIoN AVEC / IN ASSoCIAtIoN WItH kVs
05

© something els
thomas gunzig, manu riche & josse De pauw
kvs & thÉÂtre national
raYmonD
theater / thÉÂtre / theatre
feb / fÉv / feb 25, 29 — 20:00
maart / mars / march 01, 02, 03, 07, 08, 09, 10 — 20:00
maart / mars / march 04 — 15:00
maart / mars / march 06 — 12:30
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL & FR / EN NL & FR / IN dutCH & FRENCH
N Documentairemaker Manu Riche kennen
we van zijn rake reportages over de
gewone man in het RTBF-programma
Strip-Tease, en van de soms ontluisterende
portretten van de ‘high and mighty’ in
de reeks Hoge Bomen. Zijn fascinatie voor
de figuur van Raymond Goethals is het
vertrekpunt voor de KVS-productie Raymond,
meteen ook de eerste theaterregie
voor Riche.
De jonge Brusselse auteur Thomas Gunzig
schrijft de nieuwe theatertekst, een monoloog
waarin hij zijn eigen ‘Raymond’ creeert.
Of in de woorden van Gunzig zelf: “Ik
heb altijd al willen weten hoe mensen met
een ‘grote toekomst’ zijn, vóór ze die ‘grote
toekomst’ meemaken. Ik heb altijd al willen
weten welke kleine verhalen er verborgen
zitten in de grote. Een paar kleinigheden,
wat prullen over het leven. Het verhaal van
een oude man, een legende, eerder dood
dan levend, die probeert te begrijpen hoe
men wordt wat men is…”
Josse De Pauw, meester in het vertolken
van de grote kleine man – of omgekeerd,
brengt Gunzigs verhaal tot leven.
interview
nl p. 30
interview
fr p. 32
interview
eng p. 34
F Le génie du documentariste de Manu
Riche s’exprimait déjà clairement à travers
ses reportages sur le citoyen lambda
pour Strip-Tease, de la RTBF, et ses
portraits pour le moins dérangeants des
riches et puissants dans la série Hoge Bomen.
Sa fascination pour le personnage
de Raymond Goethals est le point de départ
d’une production du KVS, intitulée
Raymond. C’est aussi la première mise en
scène au théâtre pour Riche.
Thomas Gunzig, jeune auteur bruxellois,
aussi plébiscité que polyvalent, signe pour
l’occasion un nouveau texte ; un monologue
où il crée son propre ‘Raymond’. Ou pour
citer Gunzig : « Je me suis toujours demandé
qui étaient les gens qui ont connu
un ‹ grand destin › avant de connaître ce
grand destin. Je me suis toujours demandé
quelles étaient les petites histoires qui
se cachaient derrière les grandes. C’est
ça. Quelques brols sur la vie. L’histoire
d’un vieux bonhomme, une légende, plus
mort que vif, qui essaie de comprendre
comment on devient ce qu’on est. » Josse
De Pauw, qui interprète avec maestria le
grand petit homme – ou l’inverse – donne
vie au récit de Gunzig.
E We are familiar with the documentary-maker
Manu Riche for his telling film
reports on the ordinary man in the RTBF
television programme Strip-Tease, and for
his sometimes shockingly revealing portraits
of the high and mighty in the Hoge
Bomen series. The starting point for the
KVS production Raymond, which is also
Riche’s first venture as a stage director,
is his fascination for the football legend
Raymond Goethals. This new play is written
by Thomas Gunzig, a young, well-read
and versatile author from Brussels; it is a
monologue in which he creates his own
‘Raymond’. Or, to put it in his own words:
‘I have always wanted to know who those
people were who had a ‘great destiny’ even
before it arrived. I have always wanted to
know what little tales lay hidden inside the
big story. A few oddments, bits and pieces
of life. The story of an old man, a legend,
more dead than alive, who is trying to understand
how one becomes what one is…’
Josse De Pauw – a master in portraying the
big little man (or vice versa) – brings Gunzig’s
story to life.
premiÈre
© Danny Willems
MEt / AVEC / WItH Josse De pauW
CoNCEPt & REGIE / CoNCEPt &
MISE EN SCèNE / CoNCEPt & dIRECtoR
manu riche
tEKSt / tEXtE / AutHoR thomas gunzig
VERtALING & dRAMAtuRGIE /
tRAduCtIoN & dRAMAtuRGIE /
tRANSLAtoR & dRAMAtuRGE
mieke VerDin
tEKStBEWERKING / AdAPtAtIoN dE
tEXtE / tEXt AdAPtAtIoN Josse De pauW,
mieke VerDin
SCENoGRAFIE / SCéNoGRAPHIE /
StAGE dESIGNER herman sorgeloos
GELuId / SoN / SouNd bart aga
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCERS
kVs & théâtre national
07

alize zanDwijk
ro theater i.s.m. kvs
honDsDagen
Dans / Danse / Dance
maart / mars / march 06, 07 — 20:30
KVS_BoX
€ 16 (REd: € 12)
IN HEt NL / EN NL / IN dutCH
N Alize Zandwijk heeft als regisseur een
voorliefde voor stevig hedendaags tekstmateriaal:
Dea Loher, Wajdi Mouawad.
Toch stelde ze zichzelf de uitdaging om met
Hondsdagen een voorstelling zonder woorden
te maken, met een cast van dansers en
spelers. Ze deed daarbij ook een beroep op
de ervaring van KVS-dramaturg Hildegard
De Vuyst (Alain Platel, Peeping Tom).
Het resultaat is zonder meer straf: in een
kader dat doet denken aan een instelling
of een tehuis zet een kleurrijke groep personages
scènes neer van aftakeling en
vernedering, maar vooral van onvermogen
tot communicatie, van onvermogen
tot geluk. Toch bieden Zandwijk & co ook
troost, al was het maar in de live muziek,
en verbondenheid, al was het maar rond
de warmte van een elektrisch kacheltje.
“Hondsdagen is een rauwe, liefdevolle en
muzikale ode aan het weigerende, liefhebbende,
walgende, troostende, vernederde, dansende,
vechtende, zich ontspannende en uiteindelijk
kwestbare en stervende lichaam. Een
voorstelling die iedereen met een lichaam moet
gaan zien.” — trouW
08
F Alize Zandwijk, metteur en scène, a une
prédilection pour des textes contemporains
empreints de force : Dea Loher, Wajdi
Mouawad. Et pourtant, avec Hondsdagen,
elle relève aujourd’hui le défi de créer un
spectacle sans paroles avec une distribution
mixte de danseurs et d’acteurs. Pour
l’occasion, elle a fait appel à l’expérience
de la dramaturge du KVS Hildegard De
Vuyst (Alain Platel, Peeping Tom).
Le résultat fait mouche : dans un cadre qui
évoque une institution ou une maison de
repos, un groupe de personnages hauts en
couleurs campent des scènes de décrépitude
et d’humiliation, mais où perce surtout
l’incapacité de communiquer, l’incapacité
d’être heureux. Néanmoins, Zandwijk & co
dispensent aussi une certaine consolation,
fût-elle cantonnée à la musique live, et un
peu de chaleur au coeur, dût-elle n’émaner
que d’un petit poêle électrique.
« Hondsdagen est une ode écorchée, tendre et
musicale au corps qui refuse, aime, a la nausée,
console, est humilié, danse, se bat, se détend, et
qui est, finalement, vulnérable et moribond.
une représentation que toute personne qui a
un corps doit aller voir. » — trouW
E The director Alize Zandwijk has a preference
for powerful contemporary plays such
as those by Dea Loher and Wajdi Mouawad.
Nevertheless, in Hondsdagen she takes on
the challenge of creating a performance
without words, together with a cast of dancers
and actors. Here she also uses the experience
of the KVS dramaturge Hildegard De
Vuyst (Alain Platel, Peeping Tom).
The result is undoubtedly powerful: in a setting
reminiscent of an institution or home,
a colourful group of characters presents
scenes of decay and degradation, but mainly
of an inability to communicate or experience
happiness. Nevertheless, Zandwijk &
Co also offer solace, even if only in the live
music, and the sense of solidarity, even if
only around the warmth of an electric heater.
‘Dog Days is a raw, affectionate, musical ode
to the rejecting, loving, disgusted, comforting,
humiliated, dancing, fighting, relaxing and
ultimately vulnerable and dying human body.
A play that everyone with a body should go
and see.’ — trouW
selectie/ion
neDerlanDse
DansDagen ’11
© leo Van Velzen
MEt / AVEC / WItH
angelina Deck, goele Derick, yahya
gaier, charlotte goesaert, giJs naber,
hannah Van lunteren & bart slegers
REGIE / MISE EN SCèNE / dIRECtoR
alize zanDWiJk
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE /
dRAMAtuRGE hilDegarD De Vuyst
CoMPoSItIE / CoMPoSItIoN / CoMPoSER
beppe costa
MuzIKANtEN / MuSICIENS / MuSICIANS
beppe costa & maartJe teussink
dECoRoNtWERP / déCoR / SEt dESIGNER
thomas rupert
LICHtoNtWERP / LuMIèRES /
LIGHtING dESIGNER casper leemhuis
KoStuuMoNtWERP / CoStuMES /
CoStuME dESIGNER inge büscher
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER
ro theater
IN SAMENWERKING MEt /
EN CoLLABoRAtIoN AVEC /
IN CoLLABoRAtIoN WItH
kVs
alize zanDwijk & wajDi mouawaD
ro theater
branDen
theater / thÉÂtre / theatre
maart / mars / march 14, 15 — 20:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL / EN NL / IN dutCH
N Branden is een theaterstuk dat je onthutst
achterlaat. KVS & Théâtre National
speelden het stuk van de Canadees-
Libanese auteur Wajdi Mouawad in 2008.
Twee jaar later nam Alize Zandwijk het
stuk op in het Ro Theater, meteen goed
voor een selectie in het Nederlands Theater
Festival, en recent was de verfilming
goed voor een Oscarnominatie voor beste
buitenlandse film. Het stuk heeft dan ook
de kracht van een mokerslag. Wajdi Mouawad
verbindt geschiedenis en persoonlijke
biografie op ingenieuze en ontroerende
wijze. In een bijna sprookjesachtig kader
laat Branden oorlog zien als een zinloze
keten van wraak en vergelding en stelt de
vraag van alle oorlogen: is het in een onmenselijke
situatie mogelijk je menselijk
te blijven gedragen?
“Branden is een gruwelijk mooie levensles.
Het is een keihard en rauw verhaal met trekken
van een Griekse tragedie, maar ook een knap
gecomponeerd sprookje vol poëtisch klinkende
wijsheden, hoop en liefde.” — nrc hanDelsblaD
F Branden est une oeuvre théâtrale absolument
bouleversante. En 2008, le KVS
& le Théâtre National ont joué cette pièce
de Wajdi Mouawad, auteur canado-libanais.
Deux ans plus tard, Alize Zandwijk la
reprenait au Ro Theater, ce qui lui a valu
d’être sélectionnée pour le Nederlands
Theater Festival. Plus récemment, la version
cinématographique a été nominée
aux Oscars dans la catégorie du meilleur
film étranger. Cette pièce vous fait l’effet
d’un coup de massue. Wajdi Mouawad
mêle la grande Histoire avec des éléments
biographiques de manière ingénieuse et
émouvante. Dans un cadre féérique, ou
presque, Branden révèle la spirale insensée
de vengeances et de représailles qui
est au principe de la guerre et pose ce faisant
la question commune à toutes les
guerres : est-il possible, dans une situation
inhumaine, de continuer à avoir un
comportement humain ?
« Branden, une belle et cruelle leçon de vie.
C’est un récit dur et cru qui tient de la tragédie
grecque, mais c’est aussi un conte habilement
composé plein de pensées profondes aux
accents poétiques, un message d’espoir et
d’amour. » — nrc hanDelsblaD
E Branden is a play that leaves you feeling
disconcerted. KVS & Théâtre National
staged the play by the Canadian-Lebanese
writer Wajdi Mouawad in 2008 and two
years later Alize Zandwijk directed it at the
Ro Theater, a production that was immediately
selected for the Nederlands Theater
Festival; recently the film was nominated
for an Oscar for best foreign film. Indeed,
the work does have the force of a sledgehammer
blow. Wajdi Mouawad connects
history and personal biography in a way
that is both ingenious and moving. In an
almost fairytale setting, Branden portrays
war as a senseless chain of revenge and retaliation
and asks the question of all wars:
is it possible to act like a human being in an
inhuman situation?
‘Branden is one of life’s horribly beautiful lessons.
It’s a raw, hard story with features of a Greek
tragedy, but it’s also a cleverly composed
fairytale packed with poetic-sounding
profundities, hope and love.’ — nrc hanDelsblaD
selectie/ion
neDerlanDs
theater
festival ’10
© leo Van Velzen
MEt / AVEC / WItH
fania sorel, esther schelDWacht,
nasrDin Dchar, goele Derick,
nastaran razaWi khorasani,
yahya gaier, bright omansa richarDs,
oleg fateeV, mahnaz morroWatian
REGIE / MISE EN SCèNE / dIRECtoR
alize zanDWiJk
tEKSt / tEXtE / AutHoR
WaJDi mouaWaD
VERtALING / tRAduCtIoN / tRANSLAtoR
tom kleiJn
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE /
dRAMAtuRGE liet lenshoek
dECoRoNtWERP / déCoR / SEt dESIGNER
thomas rupert
KoStuuMoNtWERP / CoStuMES /
CoStuME dESIGNER sabine sniJDers
LICHtoNtWERP / LuMIèRES /
LIGHtING dESIGNER marc heinz
MuzIEK / MuSIQuE / MuSIC
oleg fateeV
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER
ro theater
09

© herman sorgeloos
guY Dermul, kaat De winDt & ictus
kvs
barakstaD (biDonville)
theater / thÉÂtre / theatre
maart / mars / march 21, 22, 23 — 20:00
maart / mars / march 25 — 15:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL, BoVENtItELd IN HEt FR & ENG / EN NL, SuRtItRé EN FR & ANG / IN dutCH SuRtItLEd IN FR & ENG
N In Barakstad laat acteur-regisseur Guy
Dermul, samen met Nico Sturm en David
Dermez, drie verschillende perspectieven
op armoede met elkaar botsen. Eerst en
vooral komt de betreurde cultauteur JMH
Berckmans aan bod, die met veel zelfspot
over zijn eigen lotgevallen als kansarme
aan de rand van de samenleving schreef.
Daarnaast wordt geplukt uit de schotschriften
van Patrick Declerck, een antropoloog
en psychoanalyticus die jarenlang
met daklozen werkte en geregeld publiceerde
over hun schrijnende toestand. De
laatste in de rij is Theodore Dalrymple. De
controversiële Britse psychiater is van
mening dat “onze verzorgingsstaat de onderklasse
heeft doodgesubsidieerd”. Als
tegengewicht voor het verbale vuurwerk is
er de muziek – een compositie van Kaat De
Windt live uitgevoerd door het Ictus Strijkkwartet
en drummer Han Bennink – die
een heel andere zeggingskracht heeft.
“Nico Sturm draagt de stem van Berckmans
als de vertolking van zijn leven. Hij maakt van
armoede een houw in elk mens, voorbij alle
clichés. Want een theatervoorstelling over
armoede kan in vele vallen trappen. Maar
precies met Barakstad levert de KVS nog eens
een topper af.” — De stanDaarD
“Muziek, protest en poëzie smelten samen tot een
stevige aanklacht die niemand spaart.
Het resultaat is een explosieve combinatie.”
— De WerelD morgen
F Dans Barakstad (Bidonville), l’acteur et
metteur en scène Guy Dermul, en lice avec
Nico Sturm et David Dermez, provoque la
collision de trois perspectives différentes
sur la pauvreté. C’est d’abord le tour du
regretté auteur culte JMH Berckmans, qui
a écrit avec beaucoup d’autodérision sur
les déboires de son existence précaire en
marge de la société. Ensuite, il est prélevé
librement dans la prose percutante
de Patrick Declerck, un anthropologue et
psychanalyste qui a travaillé pendant des
années avec les sans-abri et à qui l’on doit
de nombreuses publications sur leur misérable
condition. Le dernier à passer est
Theodore Dalrymple. Le psychiatre britannique
controversé est d’avis que « notre
état-providence a tué la classe défavorisée
à coups de subventions ». En contrepoint
à ces explosions verbales, la musique
– une composition de Kaat De Windt
interprétée live par le Ictus String Quartet
et le percussionniste Han Bennink –
donne à entendre une tout autre voix et de
tout autres accords.
« Nico Sturm porte la voix de Berckmans comme
l’interprétation de sa vie. Il fait de la pauvreté
une entaille dans chaque individu, loin de tous
les clichés. Car un spectacle de théâtre sur la
pauvreté peut tomber dans bien des pièges.
Mais avec Barakstad, le KVS nous livre, une fois
encore, un nouveau succès. » — De stanDaarD
« un spectacle magistral, d’une puissance
salutaire...un chef-d’oeuvre. » — le soir****
E In Barakstad (Bidonville), the actor and
director Guy Dermul, together with Nico
Sturm and David Dermez, throw three different
perspectives on poverty into the
ring together. First and foremost, it deals
with the late and lamented cult author JMH
Berckmans, who wrote with a great deal of
self-mockery about his own fortunes as a
deprived person living on the fringes of society.
Apart from this, there is a selection
from the pamphlets of Patrick Declerck, an
anthropologist and psychoanalyst who for
many years worked with the homeless and
regularly published work describing their
desperate situation. Last in line is Theodore
Dalrymple. The controversial British
psychiatrist believes that ‘our welfare state
has subsidised the lower classes to death’.
Counterbalancing the verbal fireworks, is
the music – a composition by Kaat De Windt
performed live by the Ictus String Quartet
and drummer Han Bennink – which has a
very different expressive power.
‘Nico Sturm sustains Berckman’s voice in the
performance of his life. He makes poverty
a gash in everyone’s face, beyond all cliché.
Because there are lots of traps a play about
poverty can fall into. But it is precisely with
Barakstad that KVS gives us yet another hit.’
– De stanDaarD
‘Music, protest and poetry fuse into a serious
indictment that spares no one. the result is an
explosive combination.’
— De WerelD morgen
reprise
© herman sorgeloos
MEt / AVEC / WItH
nico sturm, DaViD Dermez,
guy Dermul, han bennink, ictus
tEKStEN / tEXtES / AutHoRS
Jmh berckmans, patrick Declerck
& guy Dermul
tEKStBEWERKING & REGIE /
AdAPtAtIoN dES tEXtES &
MISE EN SCèNE / tEXt AdAPtAtIoN
& dIRECtoR guy Dermul
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE /
dRAMAtuRGE hilDegarD De Vuyst
MuzIEKCoMPoSItIE / CoMPoSItIoN
MuSICALE / CoMPoSER kaat De WinDt
MuzIEKuItVoERING / CoMPoSItIoN
MuSICALE / MuSICIANS
ictus striJkkWartet (george Van Dam,
igor semenoff, aurélie entringer /
Jeroen robbrecht, geert De bièVre)
& han bennink
dECoRoNtWERP / déCoR / SEt dESIGNER
marie szernoVicz
KoStuuMoNtWERP / CoStuMES /
CoStuME dESIGNER filip eyckmans
LICHtoNtWERP / CoNCEPtIoN
LuMIèRE / LIGHtING dESIGNER harry cole
dANK AAN / REMERCIEMENtS À /
tHANKS to Josse De pauW
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER
kVs
les in kvs iii:
sociale zekerheiD for
Dummies
dooR BEA CANtILLoN,
PRoFESSoR SoCIAAL BELEId
AAN dE uA EN NotoIR
ARMoEdEdESKuNdIGE
24.03 — 15:00
KVS_toP
GRAtIS / GRAtuIt / FREE
MEER INFo:
WWW.KVS.BE
11

© something els
bart Danckaert
kvs & a.m. Qattan founDation
keffiYeh / maDe in china
theater / thÉÂtre / theatre
maart / mars / march 24, 28, 29, 30, 31 – 20:30
maart / mars / march 25 – 15:00
maart / mars / march 27 – 12:30
KVS_BoX
€ 16 (REd: € 12)
IN VERSCHILLENdE tALEN, BoVENtItELd IN HEt NL & FR /
EN PLuSIEuRS LANGuES, SuRtItRé EN NL & FR /
IN dIFFERENt LANGuAGES, SuRtItLEd IN dutCH & FRENCH
N Keffiyeh of kufiya, zo luidt het Arabische
woord voor de ons welbekende ‘Arafatsjaal’,
de zwart-wit geblokte hoofddoek
die uitgroeide tot het symbool van de nationale
strijd van Palestina. Hij vormt het
vertrekpunt van Keffiyeh / Made in China,
een voorstelling die speelt met vooroordelen
en clichés. Over Palestina en Palestijnen,
maar ook over ons.
Op de scène staan 5 Palestijnen en 5 Belgen
van diverse origine, allemaal artiesten maar
niet per se acteurs; Arabier van hier en van
ginder, gelovig of atheïst, muzikant, danser,
schrijver, cultuurwerker, toneelspeler.
Hun heftige ontmoeting vorige zomer in
de Bezette Gebieden spat uiteen in vele
verhalen: van de Belg Saïd die er altijd
door de Israëli’s uitgepikt wordt voor ondervraging,
van Zaina die aan de Belgen
haar liefde voor Nutella verklaart, van Joris
die zich ontpopt tot een gedreven dabkedanser,
van Mohamed die ontdekt dat hij
de enige is die tijdens de ramadan vast, en
even pakkende als verrassende vertellingen
van Ala’a, Yazan, Farah, Kaat, Thomas
en Rimah.
Acteur-auteur Joris Van Den Brande en de
zeer beloftevolle Palestijnse schrijfster
Dalia Taha transformeren die caleidoscoop
van persoonlijke verhalen tot dialogen
die spreken over wat ons allemaal elke
dag aanbelangt.
Keffiyeh / Made in China is een eerste productie
die tot stand komt uit een traject
dat KVS sinds 2007 coördineert, i.s.m.
A.M.Qattan Foundation en les ballets C de
la B. Het is een uitwisseling tussen Palestijnse
en Belgische podiumkunstenaars,
en speelt zich afwisselend af in de Bezette
Gebieden en in Brussel. Regisseur Bart
Danckaert was vanaf het prille begin bij dit
traject betrokken.
focus
nl p. 24
focus
fr p. 26
focus
eng p. 28
F Keffiyeh ou kufiya, c’est le mot arabe
qui désigne le foulard popularisé dans le
monde entier par Yasser Arafat, la coiffe à
damier noir et blanc devenue le symbole de
la lutte nationale palestinienne. Il constitue
le point de départ de Keffiyeh / Made
in China, une représentation jonglant avec
les clichés et les a priori. Sur la Palestine et
les Palestiniens, mais également sur nous.
Cinq Palestiniens et cinq Belges d’origines
diverses occupent la scène. Acteurs occasionnels,
ils sont arabes d’ici et d’ailleurs,
croyants ou athées, musicien, danseur,
écrivain, travailleur culturel, comédien.
Leur confrontation intense l’été dernier
dans les Territoires occupés se polarise
autour de nombreux récits, tels ceux du
Belge Saïd régulièrement repéré par les
Israéliens afin d’être interrogé, de Zaina
qui avoue aux Belges son faible pour le
Nutella, de Joris qui se révèle être un danseur
expert en dabké, de Mohamed qui découvre
qu’il est le seul à pratiquer le jeûne
pendant le Ramadan, sans parler des histoires
aussi passionnantes qu’étonnantes
de Ala’a, Yazan, Farah, Kaat, Thomas et
Rimah.
L’acteur-auteur Joris Van Den Brande et
la très prometteuse écrivaine palestinienne
Dalia Taha transforment ce caléidoscope
de récits personnels en dialogues
sur des sujets qui nous concernent
tous au quotidien.
Keffiyeh / Made in China est une première
production née du parcours que le KVS
coordonne depuis 2007 en collaboration
avec A.M. Qattan Foundation et les ballets
C de la B. Il s’agit d’un échange entre
artistes de la scène palestiniens et belges,
qui se tient alternativement dans les Territoires
occupés et à Bruxelles. Le metteur
en scène Bart Danckaert est impliqué
dans ce projet depuis le début.
E Keffiyeh or kufiya, that is the Arab word
for what we are familiar with as the ‘Arafat
scarf’, the black and white checked headscarf
that has developed into a symbol
of Palestine’s national struggle. It is the
starting point for Keffiyeh / Made in China,
a production that plays around with prejudices
and clichés about Palestine and the
Palestinians, and also about ourselves.
There are five Palestinians and five Belgians
of various origins on stage, all artists
but not necessarily actors; Arabs
from here and there, believer and atheist,
musician, dancer, writer, cultural worker
and actor.
Their intense encounter in the Occupied
Territories last summer explodes in a mass
of stories: about the Belgian Saïd, whom
the Israelis always pick out for questioning,
about Zaina who declares her love for Nutella
to the Belgians, Joris, who emerges as
an enthusiastic dabke dancer, Mohamed,
who discovers that he is the only one who
fasts during Ramadan, and equally captivating
and surprising stories from Ala’a,
Yazan, Farah, Kaat, Thomas and Rimah.
The author and actor Joris Van Den Brande
and the very promising Palestinian writer
Dalia Taha transform this kaleidoscope of
personal stories into dialogues about the
things that concern us every day.
Keffiyeh / Made in China is the first production
to emerge from a project that the KVS
has been coordinating since 2007 in association
with the A.M. Qattan Foundation
and les ballets C de la B. It is an exchange of
Palestinian and Belgian performing artists
and takes place alternately in the Occupied
Territories and in Brussels. The director
Bart Danckaert was involved in this project
from the very beginning.
MEt / AVEC / WItH
Joris Van Den branDe, mohameD
allouchi, saïD Jaafari, thomas De Vos,
kaat arnaert, farah saleh,
rimah Jabr, yazan iWiDat,
zaina zaarour, ala’a ghanim
tEKSt / tEXtE / AutHoR
Dalia taha & Joris Van Den branDe
REGIE / MISE EN SCèNE / dIRECtoR
bart Danckaert
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE /
dRAMAtuRGE
hilDegarD De Vuyst
VoRMGEVING / SCéNoGRAPHIE /
SEt dESIGNER ann Weckx
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCERS
kVs & a.m. qattan founDation
MEt dE StEuN VAN / AVEC L’AIdE dE /
WItH tHE SuPPoRt oF
WWW.eurocult.org
+
EXtRA INFo:
WWW.kVs.be / palestina
WWW.kVs.be / palestine
+
expo
p. 14-15
premiÈre
+
oN touR IN ISRAEL-PALEStINE
16 > 27.04.2012
13

Duo expo
sanDer buYck /
Yazan khalili
maart / mars / march 01 > april / avril / april 13
weekDagen / en semaine / weekDaYs
11:00 — 18:00
KVS_BoX
GRAtIS / GRAtuIt / FREE
sanDer buYck
west bank walls
N Op een reis door Palestina raakte de jonge Gentse
fotograaf Sander Buyck gefascineerd door de
posters van martelaren die de muren van steden in
de Bezette Gebieden sieren. Martelaren zijn al diegenen
die als slachtoffer van de Israëlische bezetting
gevallen zijn: mannen, vrouwen, kinderen. Hun
dood wordt verheerlijkt, de postercultuur maakt er
publieke helden van. Maar hoe langer zo’n poster
ophangt, hoe meer hij te lijden krijgt. Dat is het moment
waarop Sander Buyck zijn lens scherpstelt.
Afgebleekt, uitgeregend, aangevreten, gescheurd,
overspoten met graffiti, wordt het beeld van de
starre held weer materie, eindig, vergankelijk.
* A Prior Magazine #22 bevat reproducties van West Bank
Walls, alsook een ander project van Sander Buyck. Het
nummer wordt aan het onthaal van KVS te koop aangeboden
tijdens de tentoonstelling.
14
F Lors d’un voyage en Palestine, le jeune photographe
gantois Sander Buyck a été fasciné par les
posters de martyrs apposés sur les murs des villes
des Territoires occupés. Les martyrs sont les victimes,
hommes, femmes et enfants, de l’occupation
israélienne. Leur mort est honorée et la culture des
posters en fait des héros populaires. Mais avec
le temps, ces posters se sont dégradés de plus en
plus. C’est dans cet état de décrépitude que Sander
Buyck a choisi de capturer l’image des martyrs avec
son appareil. Délavée, décolorée, rongée, déchirée,
recouverte de graffitis, l’image lisse du héros redevient
matière éphémère et périssable.
* Les reproductions de West Bank Walls, ainsi qu’un autre
projet de Sander Buyck se retrouvent dans A Prior Magazine
# 22. Le numéro est disponible à l’accueil du KVS pendant
la durée de l’exposition.
west bank walls © sanDer buYck
vernissage
01.03.2012
18:00
E During a journey through Palestine, the young
Ghent photographer Sander Buyck became fascinated
by the posters showing martyrs that adorned
the walls of towns in the Occupied Territories.
These martyrs are all those who have fallen victim
to the Israeli occupation: men, women, children.
Their deaths are glorified and the poster culture
makes them public heroes. But the longer a poster
hangs on a wall, the more it suffers. This is the
point when Sander Buyck takes his photo. Faded,
rained on, eroded, torn, sprayed with graffiti, the
picture of the staring hero again becomes just matter,
finite and perishable.
* A Prior Magazine #22 contains reproductions of West Bank
Walls, as well as another project by Sander Buyck. It will be
on sale at the KVS reception during the exhibition.
Yazan khalili
on love anD other lanDscapes
N De Palestijnse fotograaf Yazan Khalili is pas dertig
maar heeft al een stevige reputatie opgebouwd.
De biennale van Venetië (2009) kan tellen als referentie,
maar ook Landscape of Darkness in Transit
(Mechelen) ging vorig jaar niet onopgemerkt voorbij.
On love and other landscapes werd oorspronkelijk
bedacht als boek, maar zal in KVS uithangen. Het
werk leest als een fotoroman met 91 foto’s van
Palestijnse landschappen die ‘doorkruist’ worden
door een bijschrift dat zin per zin, foto per foto, het
verhaal vertelt van een mislukte liefdesrelatie. Het
is een grote maskerade van de fotograaf om niet te
moeten kijken naar datgene wat het meest in het
oog springt: de lelijkheid van de bezetting en de
gruwel van de Muur. De foto’s uit deze reeks zijn
registraties van voorvoeld verlies, van uitgewiste
aanwezigheid. On love and other landscapes is een
roadmovie doordrenkt van blues in een bezet land.
atlas of the conflict
N Ter omkadering van de 2 expo’s en de voorstelling
Keffiyeh / Made in China hangen we een aantal
uitvergrote kaarten op uit de Atlas of the Conflict,
een prachtig kaartenboek van de hand van de Israëlische
architecte Malkit Shoshan dat recent
verschenen is bij 010 Publishers (Amsterdam). “De
kaarten hebben grote sociale en politieke relevantie,
doordat ze laten zien dat constructie en vernietiging
niet alleen gevolgen heeft voor het landschap,
maar ook voor de demografische verhoudingen. Door
te benadrukken dat ruimtelijke ingrepen een belangrijk
machtsmiddel in een conflict zijn, wijst de atlas
op de onmiskenbaar politieke rol van architecten en
stedenbouwers.” (katusha sol op archineD.nl, 10.02.’10)
F Bien qu’âgé d’à peine trente ans, le photographe
palestinien Yazan Khalili s’est déjà taillé une solide
réputation. La biennale de Venise (2009) est
évidemment une référence qui compte, mais il ne
faudrait pas oublier le succès rencontré l’année
dernière par son exposition Landscape of Darkness
à la Galerie Transit (Malines).
Les photographies de On love and other landscapes
devaient au départ être rassemblées dans un livre ;
elles seront accrochées aux murs du KVS. L’œuvre
se lit comme un roman-photo de 91 photos de
paysages palestiniens s’appuyant sur un récit qui,
phrase après phrase et photo après photo, raconte
l’échec d’une relation amoureuse. Il s’agit d’un artifice
imaginé par le photographe pour éloigner le
regard de ce qui retient d’emblée l’attention : la laideur
de l’occupation et l’horreur du Mur. Les photos
de cette exposition expriment une perte, une présence
disparue. On love and other landscapes est
une sorte de road movie empreint de blues, dans un
pays occupé.
F Ces deux expositions et la représentation théâtrale
Keffiyeh / Made in China sont complétées par
l’affichage de plusieurs agrandissements de cartes
extraites de Atlas of the Conflict, un remarquable
atlas réalisé par l’architecte israélien Malkit Shoshan
et publié dernièrement chez 010 Publishers
(Amsterdam). « Les cartes sont d’une grande utilité
politique et sociale, car elles montrent que
l’impact des constructions et des destructions ne
touche pas uniquement les paysages, mais également
les rapports démographiques. En indiquant
avec force que dans une situation de conflit, les interventions
en matière d’aménagement territorial
sont un instrument de pouvoir, l’atlas attire l’attention
sur le rôle politique indéniable des architectes
et des urbanistes. » (katusha sol sur archineD.nl, 10.02.’10)
on loVe anD other lanDscapes © yazan khalili
E The Palestinian photographer Yazan Khalili is
only just thirty but has already established a solid
reputation. The Venice Biennale (2009) is more than
reference enough, but Landscape of Darkness at
Transit in Mechelen last year also made quite an impression.
On love and other landscapes was originally conceived
as a book, but at the KVS it will take the form
of an exhibition. It reads like a photographic novel
comprising 91 photos of Palestinian landscapes
‘traversed’ by a caption which, sentence by sentence,
photo by photo, tells the story of a failed love affair.
It is one big masquerade on the part of the photographer
so as not to have to look at what is most striking:
the ugliness of the occupation and the abomination
that is the Wall. The photos in this series are
records of an anticipated loss, a deleted presence.
On love and other landscapes is a road movie permeated
with the blues of an occupied land.
E To accompany the two exhibitions and the production
Keffiyeh / Made in China, we are hanging up
several enlarged maps from the Atlas of the Conflict,
a superb book of maps by the Israeli architect Malkit
Shoshan recently published by 010 Publishers (Amsterdam).
‘These maps have great social and political
relevance because they show that construction
and destruction have consequences not only for the
landscape, but also for demographic relationships.
By emphasising that spatial interventions are a major
instrument of power in a conflict, the atlas makes
visible the undeniably political role played by architects
and planners.’ (katusha sol at archineD.nl, 10.02.’10)
15

koen monserez
kvs
You can Do whatever You want arounD
a sleeping elephant
but when he wakes up, he tramples everYthing
theater / thÉÂtre / theatre
apr / avr / apr 05, 06, 07, 11, 12 – 20:30
KVS_BoX
€ 16 (REd: € 12)
IN HEt NL & FR, BoVENtItELd IN HEt NL & FR / EN NL & FR, SuRtItRé EN NL & FR / IN dutCH & FR , SuRtItLEd IN dutCH & FR
N De Afrikanen vergeleken Muhammad
Ali met een slapende olifant. Een krachtig
beeld voor de strategie van deze legendarische
Amerikaanse bokser tijdens zijn
gevecht met George Foreman in Kinshasa
(1974). Je kan doen wat je wil rondom dit
goddelijke dier, tot het wakker wordt…
De kracht van de olifant schuilt ook in de
dertien jongens en meisjes uit deze explosieve
muziektheatervoorstelling. Wat
schopt deze jonge Brusselaars, die dagelijks
trainen in drie verschillende boksclubs,
wakker? Wat gebeurt er als zij hun dromen
en demonen voor deze wereld ontketenen?
Zonder het zelf te weten zetten deze jong
volwassenen een rijke Brusselse traditie
voort van toen de Heizel en andere sporttempels
bokswedstrijden brachten, in
plaats van voetbal. Koen Monserez confronteert
hen in hun zoektocht met het
maatschappelijke icoon Muhammad Ali.
Samen vertellen ze een verhaal over moed,
schoonheid, emancipatie, ijdelheid, religie
en engagement. Is hun agenda even
dubieus als die van Muhammad Ali? Hoe
ver durven ze gaan in de ring? Gaan zij in
Afghanistan vechten als het Belgische leger
hen dat vraagt? Dwingen zij hun vrouw
een sluier te dragen? Overstijgen zij de
raciale tegenstellingen in Brussel, België,
de wereld? Wat is het antwoord op de
schreeuw van jonge, Brusselse boksers
anno 2012?
16
F Les Africains comparaient Mohamed
Ali à un éléphant assoupi. Une image forte
pour définir la stratégie adoptée par le légendaire
boxeur américain dans son combat
de Kinshasa contre George Foreman,
en 1974. Cet animal sublime peut tout subir…
jusqu’à ce qu’il se réveille.
Les treize jeunes – filles et garçons – qui
participent à cette bouillante représentation
théâtrale abritent aussi en eux la puissance
de l’éléphant. Ces jeunes Bruxellois
s’entraînent journellement dans trois
clubs de boxe différents. Qu’est-ce qui les
pousse à soudainement s’éveiller ? Et que
se passe-t-il lorsque leurs rêves et leurs
démons se libèrent ?
Sans qu’ils en soient conscients, ces
jeunes adultes perpétuent une riche tradition
bruxelloise, une tradition qui remonte
à l’époque des premiers combats
de boxe organisés au Heysel et autres
hauts lieux du sport – tandis qu’on ne jurait
alors que par le football. Koen Monserez
les confronte, dans leurs quêtes, à
l’icône mondiale Mohamed Ali, dans un
récit où il est question de courage, de
beauté, d’émancipation, de vanité, de religion
et d’engagement. Leurs parcours seront-ils
aussi suspects que celui de Mohamed
Ali ? Jusqu’où iront-ils dans le ring ?
Partiront-ils combattre en Afghanistan
si l’armée belge le leur demande ? Forceront-ils
leur femme à porter le voile ? Dépasseront-ils
les divergences entre races
à Bruxelles, en Belgique, dans le monde ?
Quelle sera la réponse au cri de ces jeunes
boxeurs bruxellois de l’an 2012 ?
© eline leonarD
E You can do whatever you want around a
sleeping elephant, but when he wakes up
he tramples everything.
The Africans compared Muhammad Ali to a
sleeping elephant. A powerful image for the
strategy deployed by this legendary American
boxer in his fight with George Foreman
in Kinshasa in 1974. You can do what
you like around this godlike animal until it
wakes up.
The strength of the elephant is also to be
found in the thirteen boys and girls in this
explosive musical-theatre production. What
is it that wakes them up with a bang, these
Brussels youngsters who train in three different
boxing clubs. What happens when
they unleash their dreams and demons in
this world?
Although they are not aware of it, these
young adults are continuing a rich Brussels
tradition, from the time when the Heizel
and other temples of sport presented
boxing matches rather than football. Koen
Monserez confronts them, in their quest,
with the icon that all society knows: Muhammad
Ali. Together they tell a tale of
courage, beauty, emancipation, vanity, religion
and commitment. Is their agenda just
as dubious as that of Muhammad Ali? How
far do they dare go in the ring? Would they
go to fight in Afghanistan if the Belgian
army asked them to? Would they force their
wives to wear a veil? Do they transcend
the racial differences of Brussels, Belgium
and the world? What is the response to the
cries of young Brussels boxers in 2012?
premiÈre
MEt / AVEC / WItH
sana nouzi, yasmine & soumaya
el ghazi, sarah boukmir, souhila
bakkioui, malick mbaye, soufiane
ben abDeslam, Jalal el achker,
taoufik asslimani, hamza belaoula,
mohammeD mahli, rachiD el azzimani,
mohammeD maJout
tRAINERS / ENtRAINEuRS / tRAINERS
mohammeD maalem, mohammeD iDrissi,
abou bakr mtioui ahali, bouhassan el
housseine, annas lamouissi
REGIE / MISE EN SCèNE / dIRECtoR
koen monserez
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE /
dRAMAtuRGE
hilDegarD De Vuyst
tEKStEN / tEXtES / AutHoRS
muhammaD ali, hana yasmeen ali,
De acteurs / les acteurs / the actors
tEKStBEWERKING / AdAPtAtIoN dES
tEXtES / tEXt AdAPtAtIoN
koen monserez & hilDegarD De Vuyst
CoMPoSItIE / CoMPoSItIoN / CoMPoSER
stefan Wellens
MuzIEKuItVoERING / INtERPRétAtIoN
MuSICALE / MuSIC PERFoRMEd By
stefan Wellens, Jan Wellens
& mattias uyttenDaele
GELuIdSBANd / BANdE SoNoRE /
AudIotAPE alain steenhouDt
KoStuuM / CoStuMES / CoStuMES
raïssa hans
LICHtoNtWERP / LuMIèRES / LIGHtING
dESIGNER Dimitri stuyVen
INtERVIEWS / INtERVIEWS / INtERVIEWS
maxime coton – bna-bbot
PuBLIEKSWERKING / MédIAtIoN /
MEdIAtIoN Ditte Van brempt & stagiaires
/ interns: eline leonarD, tina
messens, mattias kayaert,
Joris raskin, Jasper De riDDer
PRoduCtIELEIdING / RESPoNSABLE dE
PRoduCtIoN / PRoduCtIoN MANAGER
stagiaires / interns: Valérie mertens,
tina messens
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER
kVs
IN SAMENWERKING MEt /
EN CoLLABoRAtIoN AVEC /
IN CoLLABoRAtIoN WItH
bario boxing club 1000,
brussels boxing acaDemy,
kaizer street boxing club
De roovers
oom
wanja
theater / thÉÂtre / theatre
maart / mars / march 29, 30 – 20:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL / EN NL / IN dutCH
N De Roovers hebben een neus voor oude en recente repertoireteksten die ze
in een eigen bewerking een heel nieuw elan geven. Dat doen ze ook met Oom
Wanja, een onvervalste Tsjechov over het wel en wee op het landgoed van de
oom in kwestie. De zaakjes lopen er rustig en geordend, of, zo je wil, dodelijk
voorspelbaar. Tot het bezoek van professor Serebrjakov en zijn beeldschone
vrouw Jelena de routine grondig verstoort…
Tsjechov schreef met Oom Wanja één van de mooiste Russische klaagliederen
over liefde en vergankelijkheid. Hij voert eenzame figuren ten tonele die heldhaftig
maar vergeefs aan hun lijden en lot proberen te ontkomen.
F De Roovers ont le flair pour dénicher des textes de répertoire anciens et
récents, auxquels ils donnent ensuite un nouvel élan en les adaptant. Et ils le
prouvent une fois de plus avec Oom Wanja (Oncle Vania), un Tchekhov grand cru
sur les heurs et malheurs des uns et des autres dans la propriété de l’oncle en
question. Tout s’y déroule dans l’ordre et le calme, ou plutôt selon une mortelle
prédictibilité. Jusqu’à la visite du professeur Serebriakov et de sa ravissante
épouse Jelena qui vient considérablement perturber la routine…
Tchekhov a signé avec Oncle Vania une des plus belles complaintes russes sur
l’amour et la vulnérabilité. Fidèle à la tradition, il met en scène des figures solitaires
qui tentent héroïquement mais en vain d’échapper à leurs souffrances
et à leur destin.
E De Roovers have a nose for early and recent repertoire works, which they give
a whole new momentum in their own adaptations. They do this with Oom Wanja
(Uncle Vanya), which is pure Chekhov and deals with the ups and downs on the
estate of the uncle in question. Things are running in a quiet and orderly fashion
or, if you prefer, extremely predictably. Until the visit by Professor Serebryakov
and his beautiful wife Yelena thoroughly disrupts the routine.
Chekhov’s Uncle Vanya is one of the finest Russian laments on love and mortality.
True to tradition, he presents us with solitary figures who valiantly but vainly
attempt to escape their suffering and fate.
MEt / AVEC / WItH robby cleiren, sara De bosschere, ValentiJn Dhaenens, sofie sente, michael VergauWen
SCENoGRAFIE / SCéNoGRAPHIE / SEt dESIGNER stef stessel
KoStuuMoNtWERP / CoStuMES / CoStuME dESIGNER myriam Van gucht
LICHtoNtWERP / LuMIèRES / LIGHtING dESIGNER bert Vermeulen
SouNdSCAPE / SouNdSCAPE / SouNdSCAPE eric engels
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER De rooVers
© stef stessel
jan eelen
ntgent
goD van De
slachting
theater / thÉÂtre / theatre
apr / avr / apr 11, 12 — 20:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL / EN NL / IN dutCH
N Voor zijn debuut als theaterregisseur, liet televisiemaker Jan Eelen (De
ronde, In de Gloria, Het Eiland) zijn oog vallen op God van de slachting, een toneelstuk
uit 2006 van Yasmina Reza. Onlangs werd het verfilmd door Roman
Polanski als Carnage, met Kate Winslet en Jodie Foster in de hoofdrollen. De
twee koppels die in het verhaal een potje verbaal sumoworstelen, worden in
Eelens versie gespeeld door NTGent-acteurs Els Dottermans, An Miller, Frank
Focketyn en Oscar Van Rompay. Wat begint als een beschaafde discussie onder
volwassenen, verglijdt al snel naar kinderachtige verwijten…
F Pour ses débuts en tant que metteur en scène de théâtre, Jan Eelen, réalisateur
TV (De ronde, In de Gloria, Het eiland), a choisi Le Dieu du carnage, une
pièce écrite en 2006 par Yasmina Reza et qui vient d’être adaptée au cinéma par
Roman Polanski sous le titre Carnage, avec Kate Winslet et Jodie Foster dans les
rôles principaux. Les deux couples qui s’affrontent dans une violente joute verbale
sont joués dans la version de Jan Eelen par les acteurs de NTGent, Els Dottermans,
An Miller, Frank Focketyn et Oscar Van Rompay. Une discussion entamée
cordialement entre adultes dégénère rapidement en reproches infantiles…
E For his debut as a stage director, the attention of the television-maker Jan
Eelen (De ronde, In de Gloria, Het eiland) was caught by The God of Carnage, a
2006 play by Yasmina Reza. It was recently filmed by Roman Polanski as Carnage,
with Kate Winslet and Jodie Foster in the leading parts. In Eelen’s version, the
two couples who engage in a spot of verbal sumo wrestling are played by Els
Dottermans, An Miller, Frank Focketeyn and Oscar van Rompay. What starts as a
civilised discussion among adults soon degenerates into childish accusations…
MEt / AVEC / WItH els Dottermans, frank focketyn, an miller, oscar Van rompay
REGIE / MISE EN SCèNE / dIRECtoR Jan eelen
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGE gommer Van rousselt
LICHtoNtWERP / LuMIèRES / LIGHtING dESIGNER mark Van Denesse
dECoRoNtWERP / déCoRS / SEt dESIGNER luc goeDertier
KoStuuMS / CoStuMES / CoStuME dESIGNER silke goessens
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER ntgent
© Dimitri Van zeebroeck
17

aven ruëll
kvs & toneelhuis / olYmpiQue DramatiQue
titus anDronicus
theater / thÉÂtre / theatre
apr / avr / apr 20, 21, 25, 26, 27, 28 – 20:00
apr / avr / apr 22 – 15:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL, BoVENtItELd IN HEt FR & ENG / EN NL SuRtItRé EN FR & ANG / IN dutCH, SuRtItLEd IN FR & ENG
N Verkrachting, moord, verminking en kannibalisme.
Het gedroomde recept voor een
gezellig avondje uit! In 2009 bundelden KVS
en Toneelhuis / Olympique Dramatique de
krachten voor Shakespeares Titus Andronicus,
een wraaktragedie waarin iedereen
zowat iedereen naar het leven staat. “Het
is een draak van een stuk,” geeft regisseur
Raven Ruëll zelf toe, “maar dat zie ik als
een voordeel want de wereld vind ik op dit
moment ook een draak.” Zijn enscenering
van Titus werkt vreemd genoeg serieus op
de lachspieren. Plechtstatige verzen worden
gecounterd met niet al te snuggere opmerkingen
of acties. Onderbroekenlol versus
gruwel en pijn: het is een verwarrende
clash die heel wat vragen oproept. Na het
overrompelende publiekssucces van de
eerste speelreeks komt de sterrencast van
Titus Andronicus opnieuw de planken onveilig
maken.
“de voorstelling dendert als een trein voorbij,
niet gehinderd door het web aan intrigues. dat
ligt niet aan de amusante Flintstones-achtige
anachronismen, de humor à la Monty Python en
Blackadder, maar voornamelijk aan het felle spel
dat de acteurs leveren.” — De morgen
18
F Viol, meurtre, mutilation et cannibalisme.
Voilà la recette rêvée pour une soirée
réussie ! En 2009, le KVS et Toneelhuis /
Olympique Dramatique s’associent pour
monter Titus Andronicus de Shakespeare,
une tragédie sur la vengeance où tout le
monde menace tout le monde. « Cette
pièce a des allures de monstre, » avoue
Raven Ruëll, metteur en scène, « mais je
considère ça comme un avantage parce
que le monde d’aujourd’hui a aussi des allures
de monstre. » Étrange à quel point sa
mise en scène de Titus agit sur les zygomatiques.
Des vers solennels sont contrecarrés
ou subvertis par des remarques ou des
actions modérément délurées. Humour
potache versus atrocité et douleur : le choc
est commotionnant et soulève un tas de
questions. Après le succès retentissant de
la première série de représentations, les
acteurs vedettes de Titus Andronicus reviennent
déferler sur les planches.
« Le spectacle passe à la vitesse de l’éclair,
en rien gêné par une toile d’intrigues. Cela
ne tient pas aux anachronismes amusants
à la Flintstone, à l’humour à la Monty Python
ou Blackadder, mais principalement au jeu
passionné des acteurs. » — De morgen
E Rape, murder, mutilation and cannibalism.
This is the perfect recipe for a fun
night out! In 2009 the KVS and Toneelhuis /
Olympique Dramatique joined forces for
Shakespeare’s Titus Andronicus, a revenge
tragedy in which everyone is out to take
everyone’s life. ‘It’s a monstrous play,’ admits
director Raven Ruëll, ‘but I see that as
an advantage as at the moment I find the
world monstrous too.’ Strangely enough
his staging of Titus makes one laugh. Solemn
verses are countered with not very
bright comments or actions. Coarse humour
versus horror and pain: it is a confusing
clash that raises many questions.
Following the overwhelming success of
the first series of performances, the star
cast of Titus Andronicus once again brings
danger to the stage.
‘this play thunders past like a train, unimpeded
by the web of intrigue. this is not down to the
amusing Flintstones-style anachronisms, or
the humour reminiscent of Monty Python and
Blackadder, but mainly to the spirited acting.’
– De morgen
reprise
©koen broos
MEt / AVEC / WItH
koen De graeVe, guy Dermul,
Wouter henDrickx, ben segers,
Willy thomas, stiJn Van opstal,
Jeroen VanDer Ven, geert Van
rampelberg, mieke VerDin,
greet Verstraete
tEKSt NAAR / tEXtE d’APRèS / tEXt AFtER
TiTus andronicus -
William shakespeare
REGIE / MISE EN SCèNE / dIRECtoR
raVen ruëll
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE /
dRAMAtuRGE
hilDegarD De Vuyst & ellen stynen
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCERS
kVs & toneelhuis
johan DehollanDer
kvs & campo
à l’attente Du livre D’or
theater / thÉÂtre / theatre
apr / avr / apr 25, 27, 28 – 20:30
apr / avr / apr 26 – 12:30
KVS_BoX
€ 18 (REd: € 12)
IN HEt FR, BoVENtItELd IN HEtNL / EN FR, SuRtItRé EN NL / IN FRENCH, SuRtItLEd IN dutCH
N Het vrolijk-anarchistische À l’attente
du Livre d’Or is de vrucht van een aantal
intensieve workshops in Kinshasa onder
leiding van theatermaker Johan Dehollander
en docent-dramaturg Geert Opsomer.
Samen met een ijzersterke Belgisch-
Congolese cast gingen ze op zoek naar
‘le Livre d’Or’, een volgens de Congolese
legende gouden boek dat de sleutel bevat
tot geluk en een goed bestuur. Resultaat
is een hilarische montagevoorstelling over
wit of zwart zijn, over vooroordelen, over
de Congolese komedie en de westerse
tragedie – of is het omgekeerd? Deze mix
van absurde teksten, politieke toespraken,
clichés over Europeanen en Afrikanen,
carnavaleske omkeringen en persoonlijke
herinneringen werd in 2010 geselecteerd
voor Het Theaterfestival in Nederland.
“A l’attente du livre d’or is een puzzel van wijsheid
en zottigheid, ernst en flauwekul, politiek en
anekdotiek die tegelijk verwart en charmeert.”
— De morgen
“je zou meteen een tweede keer willen gaan
kijken. Campo en KVS geven interculturaliteit
weer humor, zonder verlies van de ernstige
dialoog.” — De stanDaarD
F À l’attente du Livre d’Or, spectacle joyeusement
anarchiste, est le fruit d’une série
d’ateliers intensifs à Kinshasa dirigés par
l’artiste de théâtre Johan Dehollander et le
professeur et dramaturge Geert Opsomer.
S’appuyant sur un excellent casting belgocongolais,
ils sont partis à la recherche du
« Livre d’Or », un livre qui, selon la légende
congolaise, contient la clé du bonheur et
d’une bonne administration. Le résultat est
un spectacle-montage hilarant sur le fait
d’être blanc ou noir, sur les préjugés, sur la
comédie congolaise et la tragédie occidentale
– ou est-ce l’inverse ? Ce montage de
textes absurdes, de discours politiques, de
clichés sur les Européens et les Africains,
de retournements carnavalesques et de
souvenirs personnels a été sélectionné en
2010 pour le Theaterfestival aux Pays-Bas.
« À l’attente du livre d’or est un puzzle de sagesse
et de pitrerie, de sérieux et de non-sens, de
politique et d’anecdote, qui ne manque pas de
bouleverser et de charmer. » – De morgen
« Vous voudrez aussitôt le revoir une deuxième
fois. Campo et KVS réinventent l’interculturalité
avec humour, sans rien perdre de la gravité du
dialogue. » – De stanDaarD
E The cheerfully anarchistic À l’attente du
Livre d’Or is the product of a number of
intensive workshops in Kinshasa, led by
theater director Johan Dehollander and
teacher-dramaturge Geert Opsomer. Together
with a strong Belgian-Congolese
cast they set out in search of ‘le Livre
d’Or’, which, according to Congolese legend,
is a golden book that contains the key
to happiness and good governance. The
result is a hilarious montage performance
about being white or black, and about
prejudice, Congolese comedy and Western
tragedy – or is it vice versa? This mixture
of absurd writing, political speeches, clichés
about Europeans and Africans, carnivalesque
reversals and personal recollections
was selected for the Theaterfestival
in the Netherlands in 2010.
‘A l’attente du livre d’or is a puzzle of wisdom and
folly, seriousness and silly nonsense, politics
and anecdotes that both confuse and charm.’
– De morgen
‘It makes you want to see it again immediately.
Campo and the KVS have brought humour to
interculturalism again, with no loss of serious
dialogue.’ – De stanDaarD
reprise
© phile Deprez
MEt / AVEC / WItH
papy mbWiti, JoVial mbenga,
roch boDo bokabela, starlette
matata, stefanie claes, barbara claes
REGIE / MISE EN SCèNE / dIRECtoR
Johan DehollanDer
dRAMAtuRGIE / dRAMAtuRGIE /
dRAMAtuRGE geert opsomer, nico boon
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCERS
kVs & campo
19

20
© thomas bellinck
thomas bellinck & jeroen vanDer ven
kvs & steigeisen
De onkreukelbare
theater / thÉÂtre / theatre
juni / juin / june 01, 02, 06, 08, 09 — 20:30
KVS_BoX
€ 16 (REd: € 12)
IN HEt NL, BoVENtItELd IN HEt FR / EN NL, SuRtItRé EN FR / IN dutCH, SuRtItLEd IN FR
N In De Onkreukelbare graven Thomas
Bellinck en Jeroen Vander Ven (samen
Steigeisen) in de nalatenschap van Robespierre,
de visionaire staatsman en
zelfverklaarde pacifist die in de woeligste
dagen van de Franse revolutie duizenden
mensen mee onder de guillotine joeg. Een
nalatenschap van vrijheid, rechtvaardigheid,
extremisme en politiek geweld. “Terreur
zonder deugd is rampzalig. Deugd
zonder terreur is machteloos”, aldus Robespierre.
In het tweede jaar van de revolutionaire
kalender,
op de twintigste dag van de weidemaand,
viert de onkreukelbare het feest van
het opperwezen.
Met tricoloren bloemstukken en gigantische
tableaux vivants.
En blazers, veel blazers.
op de achtste dag van de warmtemaand geeft
de onkreukelbare een speech.
de negende dag wordt zijn kaak eraf geschoten.
de tiende wordt hij onthoofd.
interview
nl p. 36
interview
fr p. 38
interview
eng p. 40
F Dans De Onkreukelbare (L’Incorruptible),
Thomas Bellinck et Jeroen Vander Ven (ensemble
Steigeisen) interrogent l’héritage
de Robespierre, l’homme d’Etat visionnaire
et pacifiste autoproclamé qui, aux
jours dits de la Terreur, livra des milliers
de têtes à la guillotine. Un héritage de liberté,
de justice, d’extrémisme et de violence
politique. « La terreur sans la vertu
est funeste. La vertu sans la terreur est
impuissante », selon Robespierre.
En l’an deux du calendrier révolutionnaire,
le vingtième jour de Prairial,
l’Incorruptible célèbre la fête de l’Être suprême.
Avec des gerbes tricolores et de gigantesques
tableaux vivants.
Et des cuivres, beaucoup de cuivres.
Le huitième jour de thermidor,
l’Incorruptible prononce un discours.
Le neuvième jour, il reçoit une balle dans
la gueule.
Le dixième, il est décapité.
E In De Onkreukelbare (The Incorruptible),
Thomas Bellinck and Jeroen Vander Ven
(who together make up Steigeisen) dig into
the legacy of Robespierre, the visionary
statesman and self-proclaimed pacifist
who sent thousands of people to the guillotine
in the turbulent days of the French
Revolution. A legacy of freedom, justice,
political violence and extremism. ‘Terror
without virtue is disastrous. Virtue without
terror is powerless’, Robespierre said.
In the second year of the revolutionary
calendar,
on the twentieth day of Prairial,
the Incorruptible celebrates the feast
of the Supreme Being.
With tricolour flowers and gigantic
tableaux vivants.
And wind instruments, lots of them.
on the eighth day of thermidor,
the Incorruptible makes a speech.
on the ninth day, his jaw is shot off.
on the tenth he is beheaded.
premiÈre
VAN & MEt / dE & AVEC / By & WItH
thomas bellinck & Jeroen VanDer Ven
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCERS
kVs & steigeisen
21

faustin linYekula
ballet De lorraine
la crÉation Du monDe
Dans / Danse / Dance
mei / mai / maY 24, 25 – 20:00
mei / mai / maY 26 – 18:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
tickets & info: 070 222 199 vanaf / a.p.D. / from 23.03.2012
N In 1923 gaat in Parijs La Création du
Monde in première. Na het trauma van WOI
exploreert deze balletvoorstelling artistieke
vormen geïnspireerd op de Afrikaanse
cultuur, voor de verbeelding van een nieuwe
wereld. Faustin Linyekula gaat voor
een heropvoering van een ballet dat zich
uitgebreid laafde aan de idylle van Afrika
en ongegeneerd voorbijging aan de gruwel
die zich gelijktijdig in de kolonies voltrok.
Hij plaatst zichzelf als Congolees choreograaf
tegenover een uitgesproken Westers
vocabularium en een anoniem ‘corps de
ballet’. La Création du Monde wordt een
uitzonderlijke ontmoeting tussen heden
en verleden en tussen verschillende blikken
op een ‘gemeenschappelijke’ geschiedenis:
hoe keken en kijken Afrika en Europa
naar elkaar? Hoe gedeeld is de ervaring
en hoe collectief het verleden?
22
F La première de La Création du Monde a
eu lieu à Paris en 1923. Créé après le traumatisme
de la Première Guerre mondiale,
ce ballet illustre la quête d’un monde nouveau
en explorant des formes artistiques
qui s’inspirent de la culture africaine.
Faustin Linyekula a opté pour la reconstitution
d’un ballet dont le thème idéalisait
l’Afrique en occultant sans vergogne les
horreurs qui se déroulaient au même moment
dans les colonies. En tant que chorégraphe
congolais, il prend ses distances
par rapport au vocabulaire occidental
classique et au « corps de ballet » impersonnel.
La Création du Monde se mue ainsi
en une rencontre hors du commun entre
le présent et le passé et entre différents
regards portés sur une histoire « communautaire
» : comment l’Afrique et l’Europe
se voient-elles mutuellement aujourd’hui
et comment se voyaient-elles hier ? Quelle
est la part d’expérience commune et de
passé collectif ?
E La Création du Monde opened in Paris
in 1923. Following the trauma of the First
World War, this ballet performance explores
artistic forms inspired by African
culture in an attempt to picture a new
world. Faustin Linyekula has opted for a
re-enactment of a ballet that drew extensively
on the idyll of Africa and unashamedly
ignored the horrors taking place in the
colonies at the same time. He, as a Congolese
choreographer, takes up a position in
the face of an emphatically Western idiom
and an anonymous ‘corps de ballet’. La
Création du Monde will be an exceptional
encounter between past and present and
between various views of a ‘common’ history:
how did and do Africa and Europe view
each other? How shared is the experience
and how collective the past?
© fernanD léger
ARtIStIEKE LEIdING /
dIRECtIoN ARtIStIQuE /
ARtIStIC dIRECtoR
faustin linyekula
CoMPoNISt / CoMPoSItEuR / CoMPoSER
fabrizio cassol
SCENoGRAAF / SCéNoGRAPHE /
SCENoGRAPHER
Jean-christophe lanquetin
KoStuuMS / CoStuMES / CoStuMES
lamine baDian kouyaté, xuly bët
LICHt / LuMIèRES / LIGHtING
Virginie galas
dIALooG MEt / dIALoGuE AVEC /
dIALoGuE WItH BALLEtS SuédoIS :
BALLEt / BALLEt / BALLEt
blaise cenDrars
MuzIEK / MuSIQuE / MuSIC
Darius milhauD
GoRdIjN, déCoR & KoStuuMS / RIdEAu,
déCoRS & CoStuMES / CuRtAIN, SEt &
CoStuMES fernanD léger
CHoREoGRAFIE / CHoRéGRAPHIE /
CHoREoGRAPHER Jean börlin
RECoNStRuCtIE / RECoNStRuCtIoN /
RECoNStRuCtIoN millicent hoDson,
kenneth archer
PRESENtAtIE / PRESENtAtIoN /
PRESENtAtIoN
kunstenfestiValDesarts, kVs
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER
ccn ballet De lorraine (nancy)
CoPRoduCtIE / CoPRoduCtIoN /
CoPRoduCER
kunstenfestiValDesarts, théâtre De
la Ville (paris)
MEt dE MEdEWERKING VAN / AVEC
LA CoLLABoRAtIoN dE / WItH tHE
CoLLABoRAtIoN oF
fonDation fluxum, théâtre gérarD
philippe (frouarD)
MEt dE StEuN VAN / AVEC L’AIdE dE /
SuPPoRtEd By kVs

© CHRIS WARE

ett baileY
thirD worlD bunfight
exhibit b
performance
mei / mai / maY 4, 5, 7, 8, 9 / 05 – 19:00 & 19:45 & 21:15 & 22:00
mei / mai / maY 6 / 05 – 16:30 & 17:15 & 18:45 & 19:30
GESù KERK / éGLISE GESù
€16 / €12
NL / FR / ENG
tickets & info: 070 222 199 vanaf / a.p.D. / from 23.03.2012
N De provocerende locatievoorstellingen van Brett Bailey bevragen de
machtsrelaties die onze postkoloniale wereld regeren. In mei creëert hij in
Brussel Exhibit B, een expositie gebaseerd op de human zoos en de etnografische
prenten uit de koloniale periode. In de Gesùkerk worden de toeschouwers
uitgenodigd op een parcours van ‘tableaux vivants’, stille getuigen van hoe ‘de
zwarte’ wordt afgebeeld. Van de ‘brave wilde’ uit Belgisch Congo tot de hedendaagse
asielzoeker. Bailey doet voor zijn installatieparcours een beroep op
Belgische performers met Afrikaanse roots. Met begeleidende pancartes, net
als in een museum, recreëert hij iconische beelden uit het collectief geheugen.
F Souvent réalisés in situ, les spectacles provocants de Brett Bailey interrogent
les relations de pouvoir qui régissent notre monde postcolonial. En mai
à Bruxelles, il crée Exhibit B, une exposition d’êtres humains, à l’image des dioramas
ethnographiques et « zoos humains » de l’époque coloniale. Dans l’église
du Gesu, les visiteurs sont invités à découvrir une série de « tableaux vivants »
silencieux retraçant l’évolution de la représentation du « Noir », depuis le bon
sauvage du Congo belge jusqu’au demandeur d’asile d’aujourd’hui… Bailey fait
appel à des performers d’origine africaine installés en Belgique, qu’il expose
accompagnés de textes pour former un parcours percutant et émouvant à travers
l’histoire des stéréotypes.
E Often created in situ, Brett Bailey’s provocative shows question the power
relationships governing our post-colonial world. Premiering in May in Brussels,
is his Exhibit B, an exhibition of human beings, in the image of the ethnographic
dioramas and ‘human zoos’ of the colonial era. In Gesù church,
visitors are invited to discover a series of silent ‘tableaux vivants’ retracing
how the representation of the ‘black man’ has evolved, from the noble savage
of the Belgian Congo to today’s asylum seeker… Bailey calls on performers
of African origin living in Belgium, exhibiting them accompanied by texts
to create an incisive and moving journey through the history of stereotypes.
REGIE & oNtWERP / MISE EN SCèNE & dESIGN / dIRECtoR & dESIGNER brett bailey
PRoduCtIE / PRoduCtIoN / PRoduCER thirD WorlD bunfight (cape toWn)
CoPRoduCtIE / CoPRoduCtIoN / CoPRoduCERS kunstenfestiValDesarts & kVs
MEt dE StEuN VAN / AVEC L’AIdE dE / SuPPoRtEd By institut français (paris)
Damiaan De schrijver
tg stan brengt
ouDe
meesters
theater / thÉÂtre / theatre
juni / juin / june 08, 09 – 20:00
KVS_BoL
€ 19 / 16 (REd: € 15 / 12)
IN HEt NL / EN NL / IN dutCH
N Om de twee dagen gaat de muziekcriticus Reger in het Kunsthistorisch Museum
van Wenen voor Tintoretto’s Man met witte baard zitten. Op de andere
dagen bezoekt hij het graf van zijn overleden vrouw. Via een verteller krijgen we
Regers ongezouten mening te horen over de schilderkunst, maar ook over ouders,
leraren, kunsthistorici, begrafenissen, Schopenhauer, kitsch, toiletten.
Enzovoort. Met Oude Meesters, naar het tweede deel van Thomas Bernhards
trilogie over de kunsten, herneemt tg STAN een zestien jaar oude monoloog
van Damiaan De Schrijver, die een grote liefde koestert voor Bernhards roman:
“Oude Meesters wordt zeer diep ontroerend, omdat het de angel van verdriet
toont. Als de persoon die hij het liefst ziet, sterft, staat Reger met lege handen.
Wat baat de kunst dan?”
F Tous les deux jours, le critique musical Reger se rend au Musée d’Histoire de
l’Art de Vienne pour admirer L’Homme à la barbe blanche du Tintoret. Les autres
jours, il va se recueillir sur la tombe de son épouse. Par la voix d’un conteur,
nous sont restituées les observations incisives de Reger sur la peinture, mais
aussi sur les les parents, les enseignants, les historiens de l’art, les enterrements,
Schopenhauer, le kitsch, les toilettes. Etcetera. Avec Oude Meesters
(Maîtres anciens), tiré du second volet de la trilogie de Thomas Bernhard sur
les arts, tg STAN reprend après un intervalle de 16 années le monologue de
Damiaan De Schrijver, qui nourrit un grand amour pour le roman de Bernhard :
« Maîtres anciens suscite une profonde émotion, de par l’aiguillon du chagrin.
Lorsque la personne qu’il aime le plus décède, Reger se retrouve désemparé.
Dans de telles circonstances, que peut encore l’art ? »
E Every two days, Reger the music critic sits in front of Tintoretto’s portrait
Man with a White Beard in the Museum of Fine Arts in Vienna. On the
other days he visits his wife’s grave. A narrator gives us Reger’s unvarnished
views on painting, and also on parents, teachers, art historians, funerals,
Schopenhauer, kitsch, toilets and much more. In Oude Meesters (Old Masters),
based on the second part of Thomas Bernhard’s trilogy on the arts, tg
STAN presents us with a reprise of a sixteen-year-old monologue by Damiaan
De Schrijver, who has a great love for Bernhard’s novel: ‘Old Masters is
deeply moving because of the sorrowful sting in the tail. When the person he
loves most dearly dies, Reger is left empty-handed. What good is art then?’
MEt / AVEC / WItH Damiaan De schriJVer
SouFFLEuR / SouFFLEuR / PRoMPtER Jolente De keersmaeker
tEKSt / tEXtE / SCRIPt oude MeesTers – thomas bernharD
EEN VooRStELLING VAN / uN SPECtACLE SIGNé / A PRoduCtIoN By Jolente De keersmaeker,
Damiaan De schriJVer & thomas WalgraVe
tECHNIEK / tECHNIQuE / SouNd & LIGHtNING steVen brys & tim Wouters
CoPRoduCtIE / CoPRoduCtIoN / CoPRoduCERS tg stan met zomer Van antWerpen 96, klapstuk 97 & monty
de onGeLoViGe THoMas © caraVaggio
23

De oplossing voor het
israëlisch-palestijns
conflict zal Belgisch
zijn, of zal niet zijn.
– HILdEGARd dE VuySt
Als geregelde bezoeker van Israël / Palestina, wordt
mij vaak de vraag gesteld: “Hoe moet het daar nu
verder? Daar is toch geen oplossing voor.” Officieel
luidt de oplossing nog steeds tweestatenoplossing:
twee aparte staten op grondgebied van historisch
Palestina voor twee volkeren: de Joden, waarvan
het leeuwendeel na de gruwel van WOII gearriveerd
is, en de autochtone Palestijnen. De staat Israël
bestaat al meer dan zestig jaar, nu moeten alleen
nog de Palestijnen hun staat krijgen. Spiegelbeelden
van elkaar, zo worden ze vaak voorgesteld, een
voorstelling die de werkelijke machtsverhoudingen
verhult.
24
focus / nl
Van Israël begrijp ik dat het blijft vasthouden aan
een onderhandelde tweestatenoplossing. Voor Israël
is blijven onderhandelen de beste manier om
steeds meer grondgebied uit de brand te slepen,
omdat het als sterkste partij in het conflict steeds
meer onherroepelijke ‘feiten op het terrein’ kan
creëren. Dat is internationale Newspeak voor illegale
nederzettingen in bezet gebied, voor de illegale
Muur, voor het illegaal inlijven van waterbronnen,
enzovoort. Zoveel illegaals waar Israël officieel
maar zonder verdere gevolgen voor veroordeeld is.
In ’47 stelde de VN een tweedeling voor waarbij de
Palestijnen 44% van historisch Palestina kregen.
Ze wezen het voorstel af. Een paar oorlogen en onderhandelingsrondes
later is dat percentage zowat
gehalveerd.
Het maakt van Israël een land zonder grenzen.
Er is de fameuze Green Line, de demarcatielijn die
in 1949 werd getrokken na de eerste Israëlisch-
Arabische oorlog. Die lijn stak Israël over in ’67, toen
het de Gazastrook, Oost-Jeruzalem, de Westelijke
Jordaanoever (Westoever), de Golanhoogvlakte en
de Sinaïwoestijn veroverde en vervolgens bezette.
Sinds de Oslo-akkoorden (‘93) valt een deel van die
Bezette Gebieden onder de bevoegdheid van de Pa-
lestijnse Autoriteit (PA), in de praktijk is dat de Gazastrook
en de stedelijke kernen op de Westoever.
Want het doel van Israël is, alle vredesjargon ten
spijt, altijd even helder: zoveel mogelijk land. Met
daarop zo min mogelijk Palestijnen.
Vreemder is dat ook de Palestijnse overheid
blijft zweren bij een tweestatenoplossing. De Israelische
ingrepen maken die toekomstige staat elke
dag minder haalbaar: de Muur die zich ver van de
Green Line diep in de Westoever bijt en op die manier
land annexeert; de checkpoints, vast of vliegend;
de blokkade van Gaza; de toegang tot de Bezette
Gebieden waar niets of niemand in of uit komt,
te land, te lucht, ter zee, zonder de controle van Israël;
de wegen die nederzettingen verbinden en het
landschap aan stukken rijten; de inkapseling van
Jeruzalem door een uitdijende cirkel van nederzettingen
tot aan de Jordaan, zodat de Westoever de
facto in een Noord en een Zuid gesplitst is, met enkel
nog Wadi an-Nar (de Vuurvallei) als verbinding.
De weg werd onlangs verbreed en kreeg een nieuwe
asfaltlaag maar het is een dodenweg door een diepe
vallei die moeiteloos gecontroleerd kan worden
vanuit de nederzettingen die er vanop elke heuvelrug
op neerkijken. In de tweestatenlogica: waar is
on loVe anD other lanDscapes © yazan khalili
die Palestijnse staat? De Westoever en Gaza liggen
tientallen kilometers vaneen met Israël ertussen,
hoe moet daar ooit vrij verkeer van mensen en
goederen van komen zoals binnen één staat toch
mag worden verwacht? En zelfs de Westoever kan
je niet meer tot een aaneensluitend geheel denken,
het is een lappendeken van steden met tussenin
nederzettingen en ander door Israël gecontroleerd
grondgebied. En wat met Jeruzalem dat men zo
graag voorstelt als een Oost (Palestijns) en West
(Israëlisch), zoiets als Oost- en West-Berlijn, netjes
gescheiden? Alles loopt er dooreen en voor elke
morzel grond, voor elk huis wordt gestreden, zij het
met ongelijke middelen. Alle manieren zijn goed om
de Palestijnen uit Jeruzalem te verdrijven: niet verlenen
van bouwvergunningen, uitdrijving en sloop
omwille van echte of vermeende bouwovertredingen,
en allerlei administratieve kwellingen. Wie als
Palestijnse bewoner van Jeruzalem een bewoner
van de Westoever in de auto vervoert, riskeert inbeslagname.
Om maar iets te noemen.
Waarom houdt de Palestijnse Autoriteit vast aan
een tweestatenoplossing als Israël steeds duidelijker
te kennen geeft dat het geen leefbare Palestijnse
staat wil? Zou het kunnen dat zij mee onderdeel
geworden is van het probleem? Een regering
van een land dat geen land is, in een economie die
geen werkelijke economie is, maar draait op ‘hulp’
uit het buitenland, en dan vooral VS en Europa? Het
was ook die internationale gemeenschap die democratische
verkiezingen eiste en die verkiezingen
vervolgens verketterde toen de uitslag tegenviel en
niet de vrienden van Fatah de verkiezingen wonnen,
maar het islamistische Hamas dat internationaal
niet als gesprekspartner erkend wordt.
Van Hamas wordt steevast gezegd dat het met
geweld de macht greep in Gaza in 2007. Het is bijna
een staande uitdrukking geworden; sla er eender
welke krant op na. Dat Hamas daarbij een door de
VS gesponsorde coup van Fatah verijdelde, daarvoor
moet je op www.electronicintifada.net zijn of
bij Noam Chomski. Ik lees nooit in mijn krant dat de
huidige PA de macht greep op de Westoever. President
Abbas zette een technocraat aan het hoofd
van een niet-verkozen noodregering. En dan mag
men argumenteren dat dit de enige manier is waarop
de internationale gemeenschap de regering op
de Westoever kon blijven sponsoren, de legitimiteit
van deze regering blijft wankel.
Een van de zaken waarop de PA moet toezien
is de veiligheid van Israël. Toen de Palestijnen hun
stoute aanvraag om erkenning als staat deden bij
de VN en aanverwante instellingen, kon de VS niet
snel genoeg de geldkraan dichtdraaien. Met uitzondering
van een programma-onderdeel dat politiemensen
moet opleiden. Nu al zijn veel jonge
Palestijnen verbitterd dat hun PA vooral de politieman
van Israël speelt. Beter een beetje macht dan
geen macht, is dat de redenering van hen die de PA
bevolken? Israël controleert alles (grenzen, taksen,
water, enz.), annexeert land en verplaatst zijn bevolking,
maar de aanwezigheid van de Palestijnse
Autoriteit verhult de ware aard van die bezetting
die tegen alle internationale spelregels indruist.
Behalve het democratische deficit van de PA dat
door de mainstream media en de internationale
gemeenschap weggemoffeld wordt, is het bijkomende
probleem dat de PA alleen de Palestijnen uit
de Bezette Gebieden vertegenwoordigt. Terwijl dat
maar een fractie van de Palestijnen is die door het
conflict zijn getroffen. De PA vertegenwoordigt niet
de Palestijnse vluchtelingen (die sinds ’48 in de omringende
Arabische landen in kampen zitten) of de
Palestijnse diaspora (in Saoedie-Arabië, Chili, enz.).
Die worden wel vertegenwoordigd door de PLO (de
Palestijnse Bevrijdingsorganisatie) maar daar is
Hamas dan weer geen lid van. Er is dus ook een Palestijns
probleem van vertegenwoordiging.
Waar niemand over of voor spreekt, zelfs de PLO
niet, zijn de Palestijnen in Israël. De moedige Israelische
historicus Illan Pappe wijdde er zijn nieuwe
boek aan: The forgotten Palestinians. Die ‘achtergeblevenen’
van de etnische zuivering van ’48 maken
momenteel 20% uit van de Israëlische bevolking.
‘Arab Israelis’ worden ze vaak genoemd, alsof het
immigranten betreft uit Koeweit of Saoedi-Arabië.
Die gemeenschappen van Palestijnen in Israël vormen
net zo’n lappendeken als de nederzettingen
aan de andere kant van de Muur: van Galilea in het
noorden, in / rond Um el Fahm en Haïfa, naar Jaffa
bij Tel Aviv en de Palestijnse bedoeïenen in het zuiden
rond Beersheba.
Misschien begint het u ondertussen te duizelen?
Laat mij mijn punt maken: een tweestatenoplossing
biedt geen levensvatbaar perspectief voor de
Palestijnen van de Bezette Gebieden, het biedt
geen perspectief aan de Palestijnse vluchtelingen
en zal enkel het tweederangsstatuut van de Palestijnen
in Israël bestendigen. We moeten ervan
af, van die mantra van de eigen staat. “Volk wordt
staat”, daarvoor trok ik als adolescent in Sturm und
Drang naar de Ijzervlakte, gebeten door onrecht.
Maar ondertussen worden Vlaamse rechten gegarandeerd
door de federale staat België dankzij de
staatshervorming van ’93 en daaropvolgende. Ondertussen
heb ik ook geleerd dat ‘volk’ vaak alleen
maar de term is om ander volk mee uit te sluiten.
Israël is er als de dood voor om het Joodse karakter
van Israël te verliezen. Het heeft geen grondwet
die gelijke rechten garandeert voor al zijn burgers.
Het betekent dat Joden meer rechten hebben dan
niet-Joden. Over de Palestijnen wordt in Israël gesproken
als een demografische bedreiging. Straks
zijn er omwille van hun hogere geboortecijfer meer
Palestijnen tussen de Middellandse Zee en de Jordaan
dan Joden. De angst daarover wordt voortdurend
aangezwengeld, in die mate dat het zelfs zou
kunnen bijdragen om die Palestijnse staat versneld
tot stand te brengen. Met dien verstande dat Israël
dan zijn grondgebied Palestijnenvrij maakt. Dat
doet het nu al met specifieke wetten: wie als Israëlische
Palestijn een partner kiest uit de Westoever,
kan die niet naar Israël halen. Wat gaat er in geval
van een tweestatenoplossing met de Palestijnse
populatie in Israël gebeuren? Zal deze bevolking
op transport gezet worden – de natte droom van
Israëlisch Buitenlandminister Avigdor Lieberman?
Of worden deze gebieden aan de Palestijnse staat
toegevoegd in ruil voor inlijving van illegale nederzettingen
bij Israël?
keffiYeh /
maDe in china
p. 12
Het is die angst voor het verlies van suprematie
die een andere oplossing voor het Palestijns-Israelisch
conflict in de weg staat: de eenstaatoplossing,
federaal naar Belgisch model, of binationaal.
Eén staat die al zijn burgers op een gelijke basis
behandelt, met gelijke rechten en plichten, ongeacht
etnisch-religieuze afkomst. Waarin ‘één man,
één stem’ geldt. Waarin Joden naar hun gedroomde
vaderland kunnen terugkeren, net als Palestijnen.
Waarin compensaties het onrecht lenigen van de
tienduizenden Palestijnen die van grond en huis
verdreven zijn. Waarin ieder zijn taal kan spreken,
zijn onderwijs kan genieten, zijn cultuur kan beleven,
en tegelijkertijd infrastructuurwerken in het
belang van allen worden uitgevoerd.
Israël heeft hierbij op het eerste gezicht alles te
verliezen, net als de blanken in Zuid-Afrika. Maar
bij nader inzicht is er veel te winnen. Om te beginnen:
veiligheid, waarvan we mogen aannemen dat
het voor de Joden (en niet alleen de Israëlische) het
hoogste goed is. De Palestijnen in Israël, numeriek
toch een tegen vijf, storten zich niet op hun Joodse
medeburgers, zelfs niet tijdens de gruwel van de
Gaza-oorlog. Ze plegen geen aanslagen terwijl er
geen muren staan tussen hen en hun zogenaamde
aartsvijanden. Ze drijven hun Joodse medeburgers
niet in zee – het cliché van de herauten van de
angst. De Palestijnen in Israël willen hun Israëlisch
burgerschap niet verliezen omdat het hen, ondanks
alles, een kans biedt om vooruit te komen in het leven,
een opleiding te krijgen, handel te drijven, voor
hun kinderen een beter bestaan op te bouwen. In
tegenstelling tot de Palestijnen in de Bezette Gebieden,
die komen nergens en gaan nergens heen.
Alle bewoners kansen bieden op een menswaardig
bestaan blijkt de beste garantie op veiligheid te
zijn. En ten tweede zou de grote winst voor Israël
moreel herstel kunnen zijn. De eenstaatoplossing
kan een einde maken aan de verzieking die samenhangt
met de politieke, militaire en sociale vertaling
van de gedachte dat anderen minderwaardig
zijn. Bovendien zou deze één staat Israël / Palestina
toetreden tot de 21e eeuw: een gemengde natie
gegroeid uit autochtone bevolking en migranten die
zich allen beschouwen als burgers.
Israël klopt zich steeds op de borst de enige democratie
in het Midden-Oosten te zijn. Toch wijzen
recente wetsvoorstellen op een versneld afkalven
van dat democratisch gehalte. Men wil ‘politieke’
ngo’s aan banden leggen waarvan de activiteiten
mede gefinancierd worden uit het buitenland.
Maar eigenlijk viseert men daarbij vooral mensenrechtenorganisaties
die Israëlische schendingen
openbaar maken. Men wil burgers vervolgen die
hun steun verlenen aan BDS (Boycot, Disvestment,
Sanctions), een wereldwijde boycotactie naar analogie
met de internationale boycot tegen het Apartheidsregime
in Zuid-Afrika. En men wil van Palestijnen
en niet-Joden een eed van trouw aan Israël
als joodse en democratische staat. No loyalty, no
citizenship. Waar is de democratische ruimte dan
nog? Hoog tijd om die Muur neer te halen.
25

la solution Du conflit
israélo-palestinien
sera Belge ou
ne sera pas.
– HILdEGARd dE VuySt
Comme je me rends régulièrement en Israël / Palestine,
on me pose souvent la question suivante :
« Que cherche-t-on à faire dans cette région ? De
toute façon, on ne trouvera jamais de solution ». La
solution officielle est toujours celle des deux États.
Deux États distincts se partageant le territoire de la
Palestine historique, avec deux peuples : les Juifs,
dont la majorité sont arrivés après les horreurs de la
Seconde Guerre mondiale, et les Palestiniens, originaires
de ce territoire. L’État d’Israël existe depuis
plus de soixante ans ; reste maintenant à doter les
Palestiniens de leur propre État. Ceux-ci sont souvent
présentés comme étant le reflet l’un de l’autre,
une représentation qui, bien évidemment, occulte
les rapports de force existants.
Je puis comprendre qu’Israël s’accroche à une solution
négociée des deux États. La négociation est
en effet pour eux la meilleure manière de mettre
la main sur un territoire sans cesse plus grand,
puisque leur position dominante dans le conflit leur
permet de poursuivre la politique du ‘fait accompli’
sur le terrain. Une pratique qui, traduite de la novlangue
internationale, recouvre des réalités telles
que les implantations illégales en territoire occupé,
le Mur illégal, l’appropriation de sources d’eau,
etc. Autant de faits illégaux pour lesquels l’État
d’Israël se voit condamner officiellement sans que
des suites y soient données. En 1947, l’ONU avait
proposé un plan de partage en deux, allouant 44%
du territoire de la Palestine historique aux Palestiniens.
Ceux-ci rejetèrent le plan. Quelques guerres
et tours de négociations plus tard, ce pourcentage
a été pratiquement diminué de moitié.
Cela fait d’Israël un pays sans frontières. Quant
à la célèbre Green Line – la ligne de démarcation
tracée en 1949 après la première guerre israélo-arabe
–, elle fut franchie en 1967 lorsqu’Israël
s’empara – pour les occuper par la suite – de la
bande de Gaza, de Jérusalem-Est, de la Cisjordanie
(West Bank), du plateau du Golan et du désert
du Sinaï. Depuis les Accords d’Oslo (1993), une partie
des Territoires occupés s’est retrouvée sous la
tutelle de l’Autorité palestinienne (AP) ; il s’agit en
pratique de la bande de Gaza et des noyaux urbains
26
focus / fr
de la Cisjordanie. Car en dépit des finesses du langage
diplomatique, le but d’Israël est toujours aussi
clair : un maximum de terres avec une présence
minimale de Palestiniens.
Plus étrange est le fait que l’Autorité palestinienne,
elle aussi, ne jure que par la solution
des deux États. L’intervention israélienne rend
ces États futurs toujours plus illusoires : le Mur
qui s’enfonce profondément dans la Cisjordanie,
en s’éloignant de la Green Line – une manière
d’annexer des terres ; les check-points fixes ou
mobiles ; le blocus de Gaza; le contrôle par Israël
des personnes et des marchandises aux accès terrestres,
aériens et maritimes des Territoires occupés
; les routes qui relient les colonies en parcellisant
le paysage ; l’isolement de Jérusalem du fait
de son encerclement par des implantations s’étendant
jusqu’au Jourdain de plus en plus nombreuses,
une situation qui divise de facto la Cisjordanie en
deux : la partie nord et la partie sud, avec la seule
Wadi an-Nar (la Vallée du Feu) comme lien possible.
Entre-temps, la route a été élargie et revêtue d’une
nouvelle couche d’asphalte, mais elle plonge dans
une vallée profonde et est mortellement dangereuse
; son tracé est aisément contrôlable à partir
des colonies, dont les champs de vision englobent
chacune des lignes de crête. Où se situe donc cet
État palestinien, dans la logique des deux États ?
La Cisjordanie et Gaza sont distantes de plusieurs
dizaines de kilomètres, avec Israël entre les deux ;
comment imaginer que les gens et les marchandises
puissent un jour circuler librement, comme
cela se passe logiquement à l’intérieur d’un État ?
Même la Cisjordanie ne doit plus être considérée
comme un ensemble cohérent : c’est un patchwork
de villes entrecoupées de colonies et de terres
contrôlées par Israël. Quid aussi de Jérusalem
dont on aime tant présenter les parties est (palestinienne)
et ouest (israélienne) comme une sorte
de Berlin-Est / Berlin-Ouest divisé au cordeau ?
En réalité, tout s’enchevêtre et chaque parcelle de
terrain, chaque maison fait l’objet de différends,
dans le déséquilibre des forces en présence. Tous
les moyens sont bons pour forcer les Palestiniens
à quitter Jérusalem : non-attribution de permis
de bâtir, expulsion et démolition sous le prétexte
d’infractions – réelles ou présumées – en matière
de construction, sans compter toutes sortes de
tracasseries administratives. A titre d’exemple,
l’habitant palestinien de Jérusalem qui transporte
un habitant de Cisjordanie dans sa voiture court le
risque de se faire confisquer celle-ci.
Pourquoi l’Autorité palestinienne s’accroche-t-elle
à la solution des deux États, alors qu’Israël prétend,
sans s’en cacher, qu’il ne veut pas d’un État
palestinien viable ? Se pourrait-il qu’elle soit partie
prenante du problème ? L’AP, le gouvernement d’un
pays qui n’en est pas un, avec une économie illusoire
puisque reposant sur l’aide en provenance de
l’étranger, les USA et l’Europe en particulier. C’est
la même communauté internationale qui exigeait
des élections démocratiques, quitte à en critiquer
par la suite le déroulement, lorsqu’il devint clair
que le Hamas islamique l’emportait. Un résultat qui
ne pouvait que décevoir puisque ce n’étaient pas
les amis du Fatah qui avaient gagné, mais bien ce
mouvement infréquentable au plan international
en tant qu’interlocuteur.
Le Hamas est invariablement présenté comme
ayant pris le pouvoir à Gaza en 2007 par la violence.
Prenez n’importe quel journal, c’est ce qu’on
y raconte. Pour apprendre qu’à l’époque, le Hamas
avait déjoué un coup du Fatah parrainé par les USA,
il faut se rendre sur www.electronicintifada.net ou
lire Noam Chomski. Je ne lis jamais dans mon journal
que l’actuelle AP s’est emparée du pouvoir en
Cisjordanie. Le Président Abbas a placé un technocrate
à la tête d’un gouvernement d’urgence non
élu. A partir de là, on peut avancer l’argument que
c’était la seule manière d’encore obtenir l’appui de
la communauté internationale en Cisjordanie. Il
n’empêche que la légitimité de ce gouvernement
est bancale.
Une des questions auxquelles l’AP doit veiller
est la sécurité d’Israël. Lorsque les Palestiniens
ont eu l’effronterie de demander à l’ONU et aux
organisations apparentées la reconnaissance de
leur territoire en tant qu’État, les USA n’ont rien
eu de plus pressé que de fermer le robinet des
subventions – à l’exception du financement d’un
sous-programme pour la formation de policiers. A
l’heure actuelle, de nombreux jeunes Palestiniens
reprochent amèrement à l’AP de jouer avant tout
le rôle de policier d’Israël. Plutôt une parcelle de
pouvoir que pas de pouvoir du tout, est-ce l’idée
qui anime les membres de l’AP? Israël contrôle
tout (frontières, taxes, eau, etc.), annexe des terres
et déplace des populations, mais l’existence de
l’AP dissimule la vraie nature d’une occupation
contraire à toutes les lois internationales.
En dehors de la carence démocratique de l’AP,
ignorée par les médias grand public et la communauté
internationale, l’autre problème est que l’AP
ne représente que les Palestiniens des Territoires
occupés. Et cela, alors que ceux-ci ne constituent
qu’une fraction des Palestiniens touchés par le
conflit. L’AP ne représente pas les réfugiés palestiniens
(installés depuis 1948 dans les camps des
pays arabes voisins) ni la diaspora palestinienne
(l’Arabie saoudite, le Chili, etc.). Ceux-ci sont en
effet représentés par l’OLP (Organisation de Libération
de la Palestine), dont le Hamas ne fait pas
partie. On peut donc dire qu’il y a également un problème
de représentativité des Palestiniens.
Une question qui n’est jamais abordée ou défendue,
même par l’OLP, est celle des Palestiniens d’Israël.
Le courageux historien israélien Illan Pappe y
a d’ailleurs consacré son dernier livre : The forgotten
Palestinians. Ces ‘rescapés’ de l’épuration ethnique
de 1948 constituent actuellement 20% de la
population israélienne. Ils sont souvent désignés
sous l’appellation ‘d’Israéliens arabes’, comme s’il
s’agissait d’immigrés venus du Koweït ou d’Arabie
saoudite. Ces communautés de Palestiniens d’Israël
sont dispersées à l’image des implantations
de l’autre côté du Mur : en Galilée au nord, dans et
aux alentours des villes de Um el-Fahm et Haïfa, à
Jaffa, dans le faubourg de Tel-Aviv, sans compter
les bédouins palestiniens se trouvant dans le sud,
près de la ville de Beersheba.
Vous êtes pris de vertige ? Laissez-moi vous présenter
mon point de vue : la solution des deux États
n’offre aucune perspective viable pour les Palestiniens
des Territoires occupés, elle n’offre aucune
perspective pour les réfugiés palestiniens et ne
fera que renforcer le statut de citoyen de seconde
zone des Palestiniens d’Israël. Il faut se débarrasser
des formules toutes faites du style « Volk wordt
Staat » (« Peuple devient État »), qui me poussaient,
à l’adolescence, vers la plaine de l’Yser, animé de
l’esprit du ‘Sturm und Drang’ et indigné par l’injustice.
Depuis cette époque, les droits des Flamands
sont garantis par la réforme de l’État de 1993 et
celles qui ont suivi. J’ai également compris dans
l’intervalle que le mot ‘peuple’ ne servait souvent
qu’à en exclure un autre.
L’État d’Israël tient à sauvegarder coûte que
coûte son caractère juif. Il n’a pas de Constitution
pour garantir l’égalité des droits à tous ses citoyens.
Cela signifie que les Juifs ont davantage de droits
que les non-Juifs. Les Palestiniens sont considérés
en Israël comme une menace démographique. Dans
les années à venir, du fait du taux de natalité plus
élevé, il y aura plus de Palestiniens que de Juifs
entre la Méditerranée et le Jourdain. Une crainte
qui ne fait que s’amplifier, au point qu’elle pourrait
contribuer à accélérer la création d’un État palestinien.
Étant entendu qu’Israël fermerait alors son
territoire aux Palestiniens. Cela se passe d’ailleurs
déjà à l’heure actuelle par le biais de lois spécifiques
: le Palestinien d’Israël qui prend un habitant
de la Cisjordanie pour partenaire ne peut pas le
faire venir en Israël. Qu’adviendra-t-il de la population
palestinienne d’Israël dans l’hypothèse de la
solution des deux États ? Sera-t-elle forcée de partir,
réalisant ainsi le rêve éveillé d’Avigdor Lieberman,
le ministre israélien des Affaires étrangères ?
Ou bien ces terres seront-elles ajoutées au territoire
de l’État palestinien en échange d’implantations
israéliennes illégales ?
C’est cette peur de perte de suprématie qui fait
obstacle à une autre solution au conflit israélo-palestinien,
à savoir : un État unique, fédéral selon le
modèle belge, ou binational. Un État qui traiterait
tous ses citoyens sur une même base d’égalité,
avec des droits et devoirs identiques, en faisant
abstraction de l’appartenance ethnico-religieuse.
Un État où l’on pratiquerait le ‘un homme, une voix’.
Où les Juifs comme les Palestiniens pourraient
revenir dans leur patrie rêvée. Où les dizaines de
milliers de Palestiniens dépossédés de leurs terres
et habitations verraient cette injustice réparée. Où
chacun serait autorisé à parler sa propre langue
et à vivre sa propre culture, tout en bénéficiant de
l’enseignement approprié et de travaux d’infrastructure
exécutés dans l’intérêt général.
A première vue, Israël a tout à y perdre, comme
ce fut le cas des Blancs en Afrique du Sud. Mais
une analyse plus approfondie conduit à penser le
contraire. En matière de sécurité tout d’abord, dont
on peut affirmer sans risque de se tromper qu’elle
keffiYeh /
maDe in china
p. 12
constitue le bien le plus précieux des Juifs (pas uniquement
israéliens). Les Palestiniens d’Israël, dont
la population est quand même dans un rapport de
un à cinq, n’ont jamais assailli leurs concitoyens
juifs, même au moment des atrocités de la guerre
de Gaza. Ils ne commettent pas d’attentats, alors
qu’aucun mur ne les sépare de leurs soi-disant ennemis
jurés. Ils ne rejettent pas leurs concitoyens
juifs à la mer, comme tentent de le faire accroire les
partisans d’un climat de la peur. Les Palestiniens
d’Israël tiennent à garder leur citoyenneté israélienne
parce qu’en dépit de tout, celle-ci leur offre
l’opportunité de progresser dans la vie, de recevoir
une éducation, de mener des affaires, d’assurer
un meilleur avenir à leurs enfants. Une situation
inverse de celle des Palestiniens bloqués dans
les Territoires occupés, pour qui il n’existe aucune
perspective d’avenir. Offrir à tous les habitants la
possibilité de vivre dignement est la meilleure garantie
de sécurité.
Le second gain pour Israël serait de recouvrer
sa dignité morale. La solution d’un État unique
pourrait mettre un terme aux dérives politiques,
militaires et sociales qui trouvent leur justification
dans l’idée que l’Autre est un être de valeur moindre.
En outre, cet État unitaire Israël / Palestine adhérerait
au 21 e siècle : une nation brassée, composée de
populations autochtones et immigrées, partageant
et vivant une citoyenneté commune.
Israël prétend toujours être la seule démocratie
au Moyen-Orient. De récentes propositions de
lois indiquent toutefois que ce contenu démocratique
pourrait s’éroder rapidement. Ainsi, il est
question de museler les ONG ‘politiques’ cofinancées
par l’étranger ; une manière déguisée, avant
tout, de contrôler les organisations des droits de
l’homme qui dénoncent les violations israéliennes.
De même, on cherche à poursuivre les citoyens qui
soutiennent BDS (Boycot, Disvestment, Sanctions),
une action de boycott menée dans le monde à l’instar
du boycott international contre le défunt régime
d’apartheid en Afrique du Sud. Par ailleurs, on veut
soumettre les Palestiniens et les non-Juifs à prêter
un serment de fidélité à Israël, en tant qu’État juif
et démocratique. Pas de loyauté, pas de citoyenneté.
Que penser, dans ces conditions, d’un tel espace
démocratique ? Il est urgent d’abattre ce Mur !
on loVe anD other lanDscapes © yazan khalili

28
focus / en
if a solution to
the israeli-palestinian
conflict exists,
it will Be Belgian.
– HILdEGARd dE VuySt
As a regular visitor to Israel / Palestine, I am frequently
asked the following question: ‘What is going
to happen there? Surely there is no solution?’ Officially
it’s still the two-state solution: two separate
states on the territory historically called Palestine,
for two separate peoples: the Jews, the majority of
whom arrived after the horrors of the Second World
War, and the indigenous Palestinians. The state of
Israel has existed for more than sixty years, but now
the Palestinians have to have their state too. They
are often represented as mirror images of each other,
but this disguises the true power relationships.
I can understand why Israel holds onto the idea of
a negotiated two-state solution. For Israel, to continue
negotiating is the best way to get more and
more territory out of any settlement, since, as the
strongest party in the conflict, it is able to create
ever more irreversible ‘facts on the ground’. This is
international Newspeak for illegal settlements in
the occupied territory, the illegal Wall, the illegal
annexation of wells, and so on. For all these illegal
actions Israel has been officially condemned, but
with no further consequences. In 1947 the UN proposed
a division into two states by which the Palestinians
would receive 44% of historical Palestine.
They rejected the proposal. After a couple of wars
and rounds of negotiations, this percentage has
been more or less halved.
This makes Israel a country without borders.
There is the famous Green Line, the line of demarcation
drawn in 1949 after the first Arab-Israeli war. Israel
crossed the line in 1967 when it invaded and then
occupied the Gaza Strip, East Jerusalem, the West
Bank of the Jordan, the Golan Heights and the Sinai
Desert. Since the Oslo Agreements of 1993, part of
the Occupied Territories – in practice this is the Gaza
Strip and the urban centres on the West Bank – has
been governed by Palestinian Authority (PA). Despite
all the jargon of peace accords, Israel’s objective remains
just as clear: to gain as much land as possible.
With as few Palestinians on it as possible.
What is even stranger is that the Palestinian authorities
continue to swear by the two-state solution.
Israeli interventions make this notion of
the future state increasingly unfeasible: the Wall,
which cuts deep into the West Bank far from the
Green Line and thereby annexes land; the checkpoints,
fixed or mobile; the blockade of Gaza; the
entry to the Occupied Territories, which nothing
and no one can enter or leave, by land, air or sea
without being under the control of Israel; the roads
that connect the settlements and tear up the landscape
into pieces; the enclosure of Jerusalem by an
expanding circle of settlements as far as the Jordan,
so that the West Bank is de facto divided into
a North and South, now only connected by Wadi an-
Nar (the Valley of Fire). The road here was recently
widened and newly asphalted, but it is a deadly
road through a deep valley that can be controlled
effortlessly from the settlements that look down
on it from every hillside. So in the two-state logic,
where is this Palestinian state? The West Bank and
Gaza are several dozen kilometres from each other,
with Israel in between, so how can there ever be
the free movement of people and goods as is to be
expected within any single state? And you cannot
even call the West Bank a joined up whole, as it’s
a patchwork of towns with settlements and other
Israeli-controlled territory in between. And what
about Jerusalem, which people so much like to
on loVe anD other lanDscapes © yazan khalili
portray as an East (Palestinian) and a West (Israeli),
neatly divided rather like East and West Berlin?
Everything runs through it and there’s a struggle
for every inch of land and every house, though the
means used are unequal. Any way of forcing Palestinians
out of Jerusalem is a good way: refusing
them planning permission, expulsion and demolition
for real or supposed planning offences, and
all manner of administrative torments. To give one
example, any Palestinian inhabitant of Jerusalem
who transports a resident of the West Bank in their
car risks having it confiscated.
Why does the Palestinian Authority stick to the
two-state solution when Israel makes it increasingly
clear it does not want a viable Palestinian
state? Is it possible that they have become part of
the problem? The government of a country that is
not a country, in an economy that is not a true economy
but functions on the basis of ‘aid’ from abroad,
above all the US and Europe. It was also this international
community that demanded democratic
elections and which then denounced them when
the result was not to their liking, since it wasn’t the
friends of Fatah that won but the Islamist Hamas,
which was not recognised internationally as a discussion
partner.
It is invariably said of Hamas that it took power
by force in Gaza in 2007. It has almost become a set
phrase, just check it in any newspaper. To read that
Hamas thereby thwarted a US-sponsored coup by
Fatah you have to go to www.electronicintifada.
net or read Noam Chomsky. I have never read in my
newspaper that the present PA seized power in the
West Bank. President Abbas put a technocrat at
the head of an unelected emergency government.
And then even if one argues that this was the only
way the international community was able to continue
sponsoring the government on the West Bank,
the legitimacy of this government remains shaky.
One of the things the PA has to take care of is
Israel’s security. When the Palestinians made their
bold application for recognition as a state at the UN
and related institutions, the US couldn’t turn off the
money supply quickly enough. With the exception of
part of a programme for training policemen. Many
young Palestinians are already bitter because their
PA has to be Israel’s policeman. Perhaps the reasoning
of those in the PA is that it’s better to have
a little power than none at all. Israel controls everything
(borders, taxes, water, etc.), annexes land
and moves its population, but the presence of the
PA conceals the true nature of this occupation,
which goes against all international rules.
Apart from the PA’s democratic deficit, which is
smoothed over by the mainstream media and the
international community, the additional problem
is that the PA only represents the Palestinians in
the Occupied Territories, who are only a fraction
of those affected by the conflict. The PA does not
represent the Palestinian refugees (who have been
in camps in the surrounding Arab countries since
1948) or the Palestinian diaspora (Saudi Arabia,
Chile, etc.). They are however represented by the
PLO (Palestinian Liberation Organisation), but Hamas
is not a member of that either. So there is also
a problem of representation for the Palestinians.
No one, not even the PLO, speaks about or for the
Palestinians in Israel. The courageous Israeli historian
Illan Pappe wrote his latest book on this subject:
The Forgotten Palestinians. These people, left
behind by the ethnic cleansing of 1948, currently
make up 20% of the Israeli population. They are often
called Arab Israelis, as if they were immigrants
from Kuwait or Saudi Arabia. These communities of
Palestinians in Israel are just as much of a patchwork
as the settlements on the other side of the
Wall: from Galilee in the north, in and around Um el
Fahm and Haifa, to Jaffa near Tel Aviv and the Palestinian
Bedouin in the south around Beersheba.
Perhaps this is already making you dizzy? Let me
make my point: a two-state solution does not offer
a viable prospect for the Palestinians in the Occupied
Territories, it does not offer any prospect at
all to the Palestinian refugees and in Israel will only
perpetuate the Palestinians’ status as secondclass
citizens. We have to get rid of this mantra of
the separate state. ‘People become State’, that’s
what I went to the IJzer plain for, as an adolescent
member of ‘Sturm und Drang’, embittered by injustice.
But in the meantime Flemish rights have been
guaranteed by the federal state of Belgium thanks
to the state reforms of 1993 and later. Since then I
have also learnt that ‘people’ is often only a term by
which to exclude other peoples.
Israel is scared to death of losing its Jewish character.
It does not have a constitution that guarantees
equal rights to all its citizens. This means that
Jews have more rights than non-Jews. In Israel,
the Palestinians are thought of as a demographic
threat. At some point, because they have a higher
birth rate, there will be more Palestinians than
Jews between the Mediterranean Sea and the Jordan.
The fear of this is constantly being cranked up,
to the extent that it might even contribute to bringing
about that Palestinian state more quickly. On
the understanding that Israel empties its territory
of Palestinians. It is already doing this by means
of specific laws: if an Israeli Palestinian chooses a
partner from the West Bank, he or she cannot bring
them into Israel. What will happen to the Palestinian
population in Israel if the two-state solution
comes about? Will they be transported – the dream
of the Israeli Foreign Minister Avigdor Liebermann?
Or will these territories be added to the Palestinian
state in exchange for the annexation of illegal settlements
into Israel?
It is this fear of the loss of supremacy that prevents
a different solution to the Palestinian-Israeli
conflict: the single-state solution, federal, like the
Belgian model, or bi-national. One state that treats
all its citizens on an equal basis, with equal rights
and duties regardless of ethnic and religious origins.
Where it’s one man one vote. Where Jews can
return to their dreamed-of homeland, just like Palestinians.
Where compensation mitigates the injustice
suffered by the tens of thousands of Palestinians
who were driven from their land and home.
Where everyone can speak their own language, receive
their education, experience their own culture,
and where at the same time infrastructure work is
carried out for the benefit of all.
At first sight Israel has everything to lose in this
scenario, just like the whites in South Africa. But
on closer examination there is a lot to be gained. To
keffiYeh /
maDe in china
p. 12
start with there is security, which we can assume
is the highest priority for the Jews (and not only the
Israeli Jews). The Palestinians in Israel, who do after
all count for one in five of the population, do not
throw themselves on their Jewish fellow-citizens,
not even during the horrors of the Gaza War. They
do not carry out attacks, even though there are no
walls between them and their so-called arch-enemies.
They do not force their Jewish fellow-citizens
into the sea – the cliché held out by the heralds of
fear. The Palestinians in Israel do not want to lose
their Israeli citizenship because in spite of everything
it gives them the opportunity to get on in life,
to get an education, pursue a trade, and build up a
better existence for their children. Unlike the Palestinians
in the Occupied Territories, who don’t get
anywhere. It would seem that the best guarantee
of security would be to give all the inhabitants the
chance of a dignified existence. And secondly, the
big gain for Israel would be moral rehabilitation.
The one-state solution could bring an end to the
degeneration that goes with the political, military
and social manifestation of the idea that others are
inferior. What is more, this single Israeli-Palestinian
state could enter the 21 st century as a mixed nation
that had grown out of an indigenous population
and immigrants, all of whom consider themselves
citizens.
Israel boasts of being the only democracy in the
Middle East. Yet recent parliamentary bills point to
the accelerated crumbling of this democracy. The
intention is to impose controls on ‘political’ NGOs
whose activities are partly financed from abroad.
But what they actually have in mind are human
rights organisations that publicise Israeli violations.
They would like to prosecute citizens who
give their support to BDS (Boycott, Divestment,
Sanctions), a worldwide boycott campaign analogous
to the international boycott of the Apartheid
regime in South Africa. And they want Palestinians
and non-Jews to take an oath of loyalty to Israel as
a Jewish democratic state. No loyalty, no citizenship.
So where is the democracy in all this? High
time that Wall was brought down.
29

30
interview / nl
dE ENE RAyMoNd
IS dE ANdERE NIEt
thomas gunzig en manu riche oVer De VoorbereiDingen Van rayMond
– SéBAStIEN HENdRICKX
Het was de documentairemaker Manu Riche die het
plan opvatte om iets te doen rond de de legendarische
trainer Raymond Goethals (1921-2004). Raymond
was aanvankelijk een filmproject. “Ik had een
soort ‘biopic à la Belge’ voor ogen,” vertelt Riche.
“Geen groots mythologisch verhaal op zijn Hollywoods
maar een zoektocht naar de kleine eigenaardigheden
van deze bijzondere man.” Uiteindelijk
werd Raymond in plaats van een film een theatermonoloog,
geschreven door Thomas Gunzig. Franstalig
België kent Gunzig al enkele jaren als schrijver,
columnist en frequente gast op radio- en televisieprogramma’s.
Sinds hij Le Soir als vaste stek voor
zijn columns inruilde voor De Standaard, is hij goed
op weg om ook in Vlaanderen een publieke stem te
worden. Op basis van de voorlopige tekst voor de
monoloog Raymond voerden we een gesprek met
Manu Riche en Thomas Gunzig.
Manu, wat trok je zo aan in de figuur van
Raymond Goethals?
M: Net als vele Limburgers uit de streek waar ik
mijn jeugd heb doorgebracht, ben ik altijd een grote
fan van Standard geweest. Ik was 18 jaar in 1982,
toen de ploeg onder Goethals na lange tijd opnieuw
Belgisch kampioen werd. Het was een grote schok
voor mij wanneer twee jaar later bleek dat de beslissende
match, tegen Waterschei nota bene, het
team uit een buurgemeente van waar ik woonde,
was getrukeerd. Goethals mocht daarna geen trainer
meer zijn in het Belgische voetbal. Hij verkaste
naar Bordeaux en Marseille, waar hij zijn grootste
successen heeft gekend. Die overwinning, de corruptieaffaire
en de daaropvolgende verbanning,
dat alles is een belangrijke plaats gaan innemen in
mijn persoonlijke mythologie. Daarnaast was Goethals
een levende legende aan beide kanten van de
taalgrens. In zijn sappige, Brusselse dialect mixte
hij vrolijk het Frans en het Nederlands door elkaar.
Hij staat symbool voor het België waarin ik groot
geworden ben en dat nu op het punt staat te verdwijnen,
of eigenlijk al verdwenen is, na de opeenvolgende
staatshervormingen.
Jouw documentaires zijn vaak portretten van
leidinggevende personen zoals de antwerpse
havenbaas Fernand huts of de socialistische
voorman steve stevaert. staan individuen aan
de basis van historische ontwikkelingen of
zijn ze er eerder producten van?
M: Mijn films zijn niet zozeer psychologische
karaktertekeningen maar sociologische portretten.
Wat is de context waarin een bepaald individu
functioneert en welke dialoog gaat hij met die context
aan? Zo dook ik voordien al in de wereld van
de politiek, de economie, de muziek… en nu dus in
die van de sport. Nee, ik denk niet dat individuen
de dingen echt kunnen sturen, ze worden meer gestuurd.
Dat geldt ook voor de leidersfiguren in mijn
films. Ze koesteren vaak de illusie dat ze de controle
in handen hebben, dat ze kunnen beslissen.
Daar kleeft iets tragisch aan dat me bijzonder fascineert.
Vanuit het perspectief van de machthebber
krijg je veel beter zicht op het ambivalente mechanisme
van de macht dan wanneer je vertrekt
van de figuur van de onderdaan of, nog sterker, het
slachtoffer. Daarbij zie je vooral onrecht en lijden,
de effecten van macht.
© Danny Willems
Thomas, in de monoloog die je aan het
schrijven bent, neem je wat afstand van het
oorspronkelijke documentaire opzet van
Manu. Uw fictieve personage Raymond is
slechts losjes gebaseerd op de biografie van
Goethals. Vanwaar die keuze?
T: Beperkingen kunnen erg stimulerend zijn
voor een schrijver. Daarom hou ik ervan om in opdracht
te werken, om iets te doen met een specifiek
onderwerp dat me wordt voorgelegd. Toen ik
deze zomer een telefoontje kreeg van KVS met de
vraag of ik een monoloog wilde schrijven rond de
figuur van Raymond Goethals, maakte ik direct
duidelijk dat ik wel van sport hield, maar dat voetbal
me niet bijzonder aansprak. Ik weet er eigenlijk
niet zoveel van af. De enige manier waarop ik
voelde dat ik kon reageren op de vraag die me werd
gesteld was door me te distantiëren van de ‘echte’
Goethals en iets volledig nieuws uit te vinden.
Wat waren uw uitgangspunten bij het
schrijven van de tekst?
T: Ik wilde graag vertrekken van een kantelmoment,
op zoek gaan naar datgene wat aan de basis
lag van de mythe. Niet die van Goethals dus maar
die van ‘mijn’ Raymond. Wat zorgde ervoor dat hij
zich met zoveel energie in het leven stortte, zo
geobsedeerd geraakte door een onderwerp? Wij
worden immers niet geboren als de mensen die wij
zijn. Er is een hele resem externe factoren – sociologische,
historische, persoonlijke, etcetera – die
ons vormen als subject.
Jouw monoloog is op een bijzondere manier
opgebouwd. Waarom koos je ervoor om dat
wordingsproces van je personage op een nietlineaire
manier te vertellen?
T: Ik beschouw teksten als objecten, die een
schrijver door specifieke ingrepen kan opladen
met energie. In Raymond worden in het begin een
aantal elementen geïnstalleerd waar vervolgens
herhaaldelijk naar wordt teruggekeerd. Naarmate
de tekst vordert, verrijk ik deze elementen met
steeds nieuwe informatie. Iets wat ik in het begin
subtiel aanzet, kan verderop worden onderstreept
en aan het eind zelfs in een volledig ander daglicht
worden gesteld. In plaats van mijn tekst lineair
op te bouwen, waarbij de oorzaken netjes voor
de gevolgen komen, koos ik voor een complexere
constructie, die desondanks niet moeilijk is om te
begrijpen. In ons dagelijkse leven denken en praten
we immers op zo’n manier. We zeggen iets en
komen daar wat later op terug. Door iets opnieuw
te formuleren krijgen we vaak een beter zicht op
wat we daarvoor eigenlijk probeerden te zeggen.
Zal Raymond, de ‘echte’ dan, nog een rol
spelen in de uiteindelijke voorstelling?
T: Mijn personage heeft natuurlijk wel nog een
aantal kenmerken gemeen met Raymond Goethals.
En daarnaast is het aan Manu en Josse De Pauw
om mijn tekst in alle vrijheid naar hun hand te zetten.
Een theaterstuk is geen gesloten tekst. Hij is
gemaakt om in scène te worden gezet, om door een
regisseur, een acteur, een scenograaf, etcetera, tot
leven te worden gewekt.
M: Ik denk eraan om Goethals terug binnen te
brengen met behulp van cinematografische middelen.
Niet op het vlak van beeld, maar op het vlak
van geluid. Ik ga waarschijnlijk een montage maken
met het audiomateriaal dat ik in de archieven terugvond.
Het zou mooi zijn om Goethals aanwezig
te stellen in een geluidswerk dat de woorden van
Thomas ‘omringt’.
ThoMas GUnZiG
Thomas Gunzig (1970) is momenteel één van de
meest gelezen en veelzijdige franstalige auteurs
in België. Naast romans verschenen van zijn hand
ook kortverhalen, jeugdboeken, hoorspelen en theaterteksten.
Zijn literair werk werd meermaals
bekroond en verscheen al in vele talen (helaas
nog niet in het Nederlands). Gunzig doceert ook
literatuur aan verschillende hogescholen en is ook
bekend als kroniekschrijver en gast bij radio- en
tv-programma’s van de RTBF. Sinds kort verschijnen
zijn columns in De Standaard. Zijn werk wordt
gekenmerkt door een grote verbeeldingskracht en
zwarte humor.
ManU Riche
Documentairemaker Manu Riche (1964) was één
van de eerste medewerkers aan het ‘cinéma verité’-
magazine Strip-Tease van de RTBF. In de jaren ‘90
produceerde hij verschillende onafhankelijke documentaires
in coproductie met Europese openbare
zenders. Begin 2000 onderzocht hij de relatie tussen
fictie en realiteit in twee films rond Belgische
iconen: Koning Boudewijn en Georges Simenon.
Riche is bedenker, producent en regisseur van de
reeks documentaires Hoge Bomen (VRT & RTBF),
bijzondere portretten van mensen met macht. Hij
legt momenteel de laatste hand aan zijn nieuwste
documentaire Snake Dance en is in preproductie
van de fictiefilm Problemski Hotel.
raYmonD
p. 06
© Danny Willems
31

32
interview / fr
uN RAyMoNd N’ESt
PAS L’AutRE
ThoMas GUnZiG eT ManU Riche sUR Les PRéPaRaTiFs De Raymond
– SéBAStIEN HENdRICKX
raYmonD
p. 06
© Danny Willems
C’est le documentariste Manu Riche qui a nourri
l’idée de réaliser un projet autour du légendaire
entraîneur Raymond Goethals (1921-2004). Raymond
devait initialement être un film. « J’avais en
tête une sorte de ‘biopic’ à la belge, pas un grand
récit mythologique de type hollywoodien, mais
une recherche des petits traits particuliers de cet
homme hors du commun », explique Manu Riche.
Enfin, au lieu d’être transposée dans un film, la vie
de Raymond sera relatée dans un monologue théâtral
écrit par Thomas Gunzig. Thomas Gunzig est
connu depuis plusieurs années en Belgique francophone
en tant qu’écrivain, éditorialiste et invité
régulier de programmes radio et TV. Depuis qu’il a
troqué les colonnes du journal Le Soir pour celles
du Standaard, sa notoriété progresse également
en Flandre. L’entretien avec Manu Riche et Thomas
Gunzig se base sur le texte provisoire du monologue
Raymond.
Manu, qu’est-ce qui vous a attiré dans le
personnage de Raymond Goethals ?
M : Comme de nombreux habitants du Limbourg,
région où j’ai passé ma jeunesse, j’ai toujours été
un supporter assidu du Standard. J’avais 18 ans en
1982, au moment où l’équipe conduite par Goethals
est redevenue championne de Belgique après une
longue période de vaches maigres. Et cela a été un
terrible choc pour moi, lorsqu’il est apparu deux
ans plus tard que le match décisif contre l’équipe
de Waterschei – soit dit en passant, une commune
voisine de celle où je vivais – avait été truqué. A
partir de ce moment-là, Goethals a été banni du
football belge en tant qu’entraîneur. Il a trouvé à se
recaser à Bordeaux avant de rejoindre Marseille, le
club où il a connu ses plus grands succès. Cette victoire,
l’affaire de corruption et le bannissement qui
s’en est suivi, tout cela a pris une place importante
dans ma mythologie personnelle. Il faut dire aussi
que Goethals était une sorte de légende vivante des
deux côtés de la frontière linguistique. Il mélangeait
allégrement le français et le néerlandais dans
un dialecte bruxellois savoureux. Il était le symbole
de la Belgique dans laquelle j’ai grandi et qui est en
train de disparaître – à vrai dire, c’est déjà le cas –
après toutes ces réformes de l’État.
Vos documentaires sont souvent des portraits
de dirigeants comme Fernand huts, le
patron du port d’anvers ou steve stevaert,
le responsable socialiste. L’histoire est-elle
déterminée par certaines personnalités, ou
sont-ce les faits historiques qui mettent
ceux-ci en évidence ?
M : Mes films ne sont pas tant des esquisses
psychologiques de caractères particuliers que des
portraits sociologiques, qui cherchent à montrer le
contexte dans lequel un individu déterminé fonctionne
et la relation qu’il entretient avec son milieu.
C’est comme ça que je me suis retrouvé dans
le monde de la politique, de l’économie, de la musique…
et maintenant dans celui du sport. Non, je
ne crois pas à l’influence réelle des individus, je
suis d’avis que ce sont eux qui se laissent conduire.
Et cela vaut aussi pour les dirigeants dans mes
films. Ils entretiennent souvent l’illusion qu’ils ont
les commandes en mains, qu’ils ont la faculté de
décider. Cela touche au tragique et c’est ce qui me
fascine. On perçoit bien mieux le mécanisme ambi-
valent du pouvoir en partageant la perspective de
l’homme de pouvoir, qu’en se plaçant du côté du subordonné,
ou plus encore, de celui de la victime. Ce
faisant, on voit surtout l’injustice et la souffrance,
qui sont les effets du pouvoir.
Thomas, dans le monologue que vous
écrivez en ce moment, vous prenez une
certaine distance par rapport au projet
du documentaire initial de Manu. Votre
personnage fictif Raymond effleure à peine la
biographie de Goethals. Pourquoi ce choix ?
T : Les contraintes peuvent être très stimulantes
pour un écrivain. C’est pourquoi j’aime bien
travailler sur commande et m’attacher au sujet
spécifique qui m’est proposé. Lorsque le KVS m’a
contacté cet été pour me demander si cela m’intéresserait
d’écrire un monologue centré sur le personnage
de Raymond Goethals, j’ai immédiatement
indiqué que j’aimais le sport, mais pas particulièrement
le football. En fait, je ne connais pas bien
le sujet et la seule manière dont je pouvais réagir à
cette question était de me distancier quelque peu
du ‘vrai’ Goethals en inventant du neuf.
Quel a été votre point de départ dans la
rédaction du texte ?
T : Je souhaitais partir d’un moment de ‘basculement’,
en quête de ce qui pourrait se révéler
être le fondement du mythe. Pas celui du véritable
Goethals, mais celui de ‘mon’ Raymond. Ce qui a
amené le personnage à se ruer dans l’existence
avec une telle énergie et à être à ce point obsédé
par son sujet. En effet, nous ne sommes pas prédestinés
à devenir ce que nous sommes. Un tas de
facteurs sociologiques, historiques, personnels…
contribuent à nous façonner.
Votre monologue est construit de façon assez
particulière. Quelles sont les raisons qui vous
ont poussé à raconter l’évolution de votre
personnage sur un mode non linéaire ?
T : Je considère le texte comme un objet auquel
l’écrivain peut insuffler de l’énergie par des interventions
spécifiques. Dans Raymond, un certain
nombre d’éléments sont mis en place au début,
auxquels il est fait référence à plusieurs reprises
par la suite. Au fur et à mesure de la progression
du texte, j’enrichis ces éléments par un apport d’informations
supplémentaires. Une touche subtile au
début peut être soulignée davantage ensuite, pour
être même présentée à la fin sous un jour totalement
différent. Plutôt que de construire mon texte
linéairement, avec les causes débouchant mécaniquement
sur les conséquences, j’ai préféré me
lancer dans une construction complexe, bien que
restant facilement compréhensible. En fait, c’est
comme cela que nous pensons et parlons dans la
vie de tous les jours. Nous disons quelque chose
et y revenons par la suite. La reformulation d’une
idée permet souvent de mieux faire comprendre ce
qu’on tentait d’exprimer au départ.
Dans ces conditions, le ‘vrai’ Raymond
aura-t-il encore un rôle à jouer dans
la représentation finale ?
T : Mon personnage garde bien sûr de nombreux
points communs avec Raymond Goethals. De plus,
Manu et Josse De Pauw ont une entière liberté pour
adapter mon texte. En effet, une pièce de théâtre
ne repose pas sur un texte figé. Le texte est fait
pour être utilisé sur scène, pour être porté par un
metteur en scène, un acteur, un scénographe, etc.
M : Je songe à personnifier Goethals par le
biais de moyens cinématographiques. Non pas par
l’image, mais bien par le son. Je vais probablement
réaliser un montage à partir du matériel audio que
j’ai retrouvé dans les archives. Ce serait bien d’incarner
Raymond Goethals par une sonorisation qui
‘envelopperait’ les mots de Thomas.
ThoMas GUnZiG
Thomas Gunzig (1970) est aujourd’hui un des auteurs
francophones les plus lus et les plus polyvalents
de Belgique. Outre des romans, il a écrit
des nouvelles, des ouvrages pour la jeunesse, des
pièces radiophoniques et des pièces de théâtre.
Son œuvre littéraire a reçu plusieurs prix et a été
traduite en de nombreuses langues (hélas, pas
encore en néerlandais). Gunzig enseigne aussi la
littérature dans différentes écoles supérieures, il
signe des chroniques et est souvent l’invité d’émissions
radio et télé de la RTBF. Depuis peu, ses chroniques
paraissent dans De Standaard. Son œuvre
se caractérise par une imagination puissante et un
humour noir.
ManU Riche
Manu Riche (1964), documentariste, était un des
premiers collaborateurs du magazine ‘cinéma-vérité’
Strip-Tease de la RTBF. Dans les années 90, il
a produit différents documentaires indépendants
en coproduction avec des chaînes publiques européennes.
Début 2000, il sonde la relation entre
fiction et réalité dans deux films sur des icones
belges : le Roi Baudouin et Georges Simenon. Riche
est l’initiateur, le producteur et le metteur en scène
de la série de documentaires Hoge Bomen (VRT &
RTBF), portraits singuliers de gens de pouvoir. Actuellement,
il termine son petit dernier, Snake
Dance, et il travaille à la préproduction du film de
fiction Problemski Hotel.
33

34
interview / eng
Not ALL RAyMoNdS
ARE tHE SAME
ThoMas GUnZiG anD ManU Riche on The PRePaRaTions FoR Raymond
– SéBAStIEN HENdRICKX
© Danny Willems
It was the documentary filmmaker Manu Riche who
had the idea of doing something on the subject of the
legendary football trainer Raymond Goethals (1921-
2004). Raymond was originally a film project. ‘I had a
sort of Belgian-style biopic in mind,’ says Riche. ‘Not
a grand mythological story as in Hollywood, but a
quest for the little idiosyncrasies of this exceptional
man.’ Raymond ultimately took the form of a stage
monologue written by Thomas Gunzig rather than a
film. French-speaking Belgium has already known
him for several years as a writer, columnist and frequent
guest on radio and television programmes.
Since he moved from Le Soir to De Standaard as the
permanent home for his columns, he has been well
on the way to becoming a familiar public voice in
Flanders too. We spoke to Manu Riche and Thomas
Gunzig on the basis of the provisional script for the
Raymond monologue.
Manu, what attracted you to
Raymond Goethals?
M: Like many people from Limburg, in the area
where I grew up, I was always a big fan of the Standard
football club. I was 18 in 1982, when, under
Goethals, the team once again became the Belgian
champions. It came as a tremendous shock when,
two years later, it turned out that the decisive match,
against Waterschei, actually the neighbouring borough
to where I lived, had been fixed. After that
Goethals was banned from ever again being a trainer
in Belgian football. He moved to Bordeaux and Marseille,
where he achieved his greatest successes.
That victory, the corruption affair and the ban that
followed all came to occupy an important place in
my personal mythology. And also, Goethals was a
living legend on both sides of the language border.
He merrily mixed French and Dutch together in his
vivid Brussels dialect. He is the symbol of the Belgium
I grew up in and which is now about to disappear,
or in fact already has disappeared as a result
of successive state reforms.
Your documentaries are often portraits of
people in leadership positions, such as the
boss of antwerp’s harbour, Fernand huts,
and the socialist leader steve stevaert. Do
individuals underlie historical developments
or are they rather the products of them?
M: My films are not so much psychological character
sketches as sociological portraits. What is the
context in which a particular individual functions
and what dialogue does he enter into with that context?
In the past I have in this way looked into the
worlds of politics, economics and music, and now of
sport too. No, I don’t think individuals can really turn
events in a particular direction, it is more that they
are themselves directed. That also applies to the
leaders in my films. They often cherish the illusion
that they have control over things, and that it is they
who will decide. There’s something tragic about this
that particularly fascinates me. When you start from
the angle of the person in power, you get a much better
view of the ambivalent mechanism of power than
if you started out from the person in a subordinate
position or, even more so, the victim. In those cases
you see above all injustice and suffering, the effects
of power.
Thomas, in the monologue you are writing,
are you distancing yourself a little from
Manu’s original documentary intentions? Your
fictional character, Raymond, is only loosely
based on Goethals’ life. how did that choice
come about?
T: Limitations can be extremely stimulating for a
writer. That’s why I like working on commission, so
as to do something on a specific subject that has
been presented to me. When I received a telephone
call from the KVS this summer, asking me whether I
would write a monologue about Raymond Goethals, I
immediately made it clear that I liked sport, but that
football didn’t particularly appeal to me. I don’t actually
know much about it. I felt the only way I could
react to the request was to distance myself from the
‘real’ Goethals and invent something completely new.
What were your starting points
for writing the play?
T: I was keen to start from a turning point, looking
for what underlay the myth. Not that of Goethals,
but of ‘my’ Raymond. What made him throw himself
into life with such energy and become so obsessed
with a specific issue? After all, we are not born as
the people we turn out to be. There is a whole series
of external factors – sociological, historical, personal,
etc. – that shape us as subjects.
Your monologue is put together in an unusual
way. Why did you opt to tell the story of your
character’s development in a non-linear way?
T: I see texts as objects, which a writer can
charge with energy by means of specific interventions.
In Raymond, a number of elements are introduced
in the beginning and are regularly returned
to. As the script progresses, I enrich these elements
with new information. Something which I might have
started subtly at the beginning may later be emphasised
and at the end perhaps be put in a completely
different light. Instead of composing my script in a
linear manner, with the causes coming neatly before
the effects, I opted for a more complex construction,
though in spite of this it is not difficult to understand.
After all, we think and talk like this in our daily lives.
We say something and then come back to it later. By
reformulating something we often see more clearly
what we had previously been trying to say.
Will the ‘real’ Raymond still have a part to play
in the piece as it ultimately turns out?
T: My character does of course still have a number
of characteristics in common with Raymond
Goethals. And it is up to Manu and Josse De Pauw to
put my script to their own use, with complete freedom.
A play is not a fully rounded piece of writing. It
is written to put on stage, to be brought to life by a
director, an actor, a stage designer, etc.
M: I am thinking of reintroducing Goethals into
the play using film. Not so much in images as in
sound. I will probably make a montage of the sound
material I found in the archives. It would be nice to
introduce Goethals’ presence in the form of a sound
piece that ‘encircles’ Thomas’ words.
ThoMas GUnZiG
Thomas Gunzig (1970) is currently one of the most
widely-read and versatile French-language writers
in Belgium. In addition to novels, he has also
had short stories, children’s books, radio plays and
stage plays published. His literary work has received
several awards and has been translated into many
languages (though not yet into Dutch, unfortunately).
He also lectures in literature at several colleges and
is also well-known as a chronicler and as a guest on
radio and TV programmes on the Belgian Frenchlanguage
RTBF. Recently he started writing columns
for De Standaard. His work is characterised by great
imagination and black humour.
ManU Riche
The documentary-maker Manu Riche (1964) was one
of the first people to work on the RTBF cinéma vérité
magazine Strip-Tease. In the 90s he produced several
independent documentaries in coproduction
with European public broadcasters. In early 2000 he
examined the relationship between fiction and reality
in two films on Belgian icons: King Baudouin and
Georges Simenon. Riche conceived, produced and
directed the series of documentaries entitled Hoge
Bomen (VRT & RTBF), which were exceptional portraits
of people in power. He is currently putting the
finishing touches to his latest documentary, Snake
dance, and is engaged in the pre-production stages
of the fiction film Problemski Hotel.
raYmonD
p. 06
35

DE JONGENS
MET HET KLIMIJZER
inTeRVieW MeT ThoMas beLLincK en JeRoen VanDeR Ven Van sTeiGeisen
– ANNA LuytEN
Ze maken theater met een groot gebaar naar de
kleinheid van de mens. Ze doen dat met sterke beelden,
forse betrokkenheid en een duik in de realiteit.
Thomas Bellinck en Jeroen Vander Ven, het tweetal
van Steigeisen.
“Op het terras van de Al Jazeera”. Daar leerden
ze elkaar kennen. In 2005, op de eerste dag van hun
toelatingsproef op het RITS in Brussel. Ze moesten
wachten op het oordeel van de jury en gingen samen
in Molenbeek op zoek naar een café waar bier
getapt werd. Dat bleek geen evidentie, dus zijn ze
maar op het terras van de Al Jazeera neergestreken.
Ze zijn er de hele namiddag blijven zitten, op een
manier die een metafoor kan zijn voor hoe Jeroen
Vander Ven en Thomas Bellinck nu al enkele jaren
samenwerken: elk half in de schaduw, half in de zon.
Jeroen: “Aan het eind van die middag was de helft
van Thomas’ gezicht verbrand.”
interview / nl
Tijdens hun jaren aan het RITS werkten ze geregeld
samen. Onder andere aan een voorstelling
over Robespierre, een figuur die ze dit jaar opnieuw
onder de loep nemen in De Onkreukelbare. Jeroen:
“Thomas zat in de regie-opleiding en ik in de spelopleiding.
Hoe meer dingen we samen deden, hoe
duidelijker het werd dat we op een bepaalde manier
compatibel waren. We vonden een methode om samen
aan de slag te gaan.” In 2009 studeerden ze
af met de voorstelling Fobbit, gebaseerd op interviews
die ze afnamen met Belgische militairen in
Afghanistan en met ooggetuigen.
Met die voorstelling werd in de theaterwereld al
snel duidelijk dat deze jonge scheuten zich stevig
hadden ingeplant. Historisch-documentair, visueel
sterk, meesters in het oproepen van sferen en vragen
die er toe doen. Ze richtten in 2009 een eigen
groep op: ‘Steigeisen’.
© saskia VanDerstichele
steigeisen?
J: “We moesten dringend een naam verzinnen,
toen Thomas ermee op de proppen kwam.”
Thomas: “In plaats van op zoek te gaan naar een
naam die moet weerspiegelen wat je maakt, hoop
je toch dat wat je maakt uiteindelijk wordt overgedragen
op je naam. Ik zat te bladeren in Der Grosse
Duden, een beeldwoordenboek Duits uit de jaren
dertig, toen ik het woord ‘Steigeisen’ zag staan. Het
klinkt warm, het is een comfortabel woord, maar
het is uiteindelijk een bottine met scherpe pinnen.
Het is een klimijzer om gletsjers te bestijgen. De
spellingcorrector maakt er altijd ‘steengeiten’ van.”
een van jullie waarmerken is een enorme
aandacht voor de kleine mens in de grote
gebeurtenissen. en een fascinatie voor een
politieke realiteit en hoe die doorwerkt in
gewone mensenlevens.
T: “Ik wil dingen maken die verband houden met
de wereld waarin ik leef, die me kwaad maken of
me verbijsteren. Zo vertrekt De Onkreukelbare van
de figuur van Robespierre en de Franse revolutie,
maar door de Arabische Lente zit die voorstelling
al dadelijk met een dubbel kader. Ik wil iets zeggen
over wat er rondom mij gebeurt. Soms uit zich dat in
meer politieke acties en soms in theater.”
J: “Als iets mij verwondert, wil ik daar dichterbij
proberen te komen. Dat doe ik door er een voorstelling
over te maken. Ik wil die verwondering communiceren.
En vooral: wat vertelt het verhaal van de
kleine mens over een politieke situatie waarin hij zit
of waar hij model voor staat.”
Thomas, jij was te zien in de docuserie Leuven
Hulp als regisseur van een theaterstuk in
de gevangenis. Je werkt met gedetineerden
en met psychiatrisch patiënten. samen met
Jeroen liet je een paasei ontploffen voor het
ministerie om de aandacht te vestigen op het
probleem van de sans-papiers. in hoeverre
bepaalt die concrete maatschappelijke
betrokkenheid jullie theatervoorstellingen?
T: “Ik ben niet iemand die gemakkelijk achter
spandoeken in betogingen loopt. Ik zal niet snel
een voorstelling maken over sans-papiers omdat
ik weet dat het dan een pamflet wordt. Omdat ik
persoonlijk sans-papiers ken en mensen die in
hongerstaking gingen, zijn het wel situaties die mij
woedend maken. Dan ben ik er ook niet vies van
om theater te misbruiken en er zo voor te zorgen
dat die problemen op zijn minst in de media komen.
Door bijvoorbeeld een paasei te laten ontploffen.
Of hongerstakende sans-papiers in koor in drie
talen het Belgisch volkslied te laten zingen. Maar
het doel van dat soort theater is anders dan wat wij
o.a. de bedoeling mensen die als het ‘uitschot’ van
de maatschappij bekeken worden, waardering te
laten krijgen voor wat zij op de scène deden. Ik ben
geen therapeut. Ik heb in de gevangenis en in de
psychiatrie wel veel geleerd als regisseur. Ik werk
graag met mensen die een sterk ontwikkelde bullshit-meter
hebben. Ik moest daar geen ‘theateronzin’
verkopen en rond de pot draaien. Een regisseur
is natuurlijk ook iemand met een ego, die wil
voor alles een oplossing hebben. Maar daar heb ik
geleerd niet aan een acteur te duwen en te trekken
om koste wat het kost een scène in elkaar te
boksen. Ik heb er geleerd naar een speler te kijken
en te zien wat er is en ècht gebeurt in plaats van
te zien wat ik wil zien. Dat gaat niet vanzelf, ik blijf
dat moeilijk vinden.”
Werken jullie twee samen volgens een
bepaalde methode?
J: “Vorig jaar maakten wij Lethal Inc., een voorstelling
gebaseerd op onderzoek naar ‘humane’
executiemethodes. Die voorstelling over een kampcommandant
en een Holocaustontkenner die executie-apparaten
ontwierp, vertrok vanuit de verbazing
waarom mensen zoiets kunnen doen. Samen met
acteur Joris Hessels deden we onderzoek, lazen we
boeken en bekeken we films. Voor andere voorstellingen
spreken we met getuigen. Zo gaat het nu met
de voorbereiding van De Onkreukelbare ook. We lezen
Hannah Arendt, Zizeck, maar gisteren hebben
we evengoed naar een film van Woody Allen gekeken.
Die dingen gooien we dan allemaal op een hoop
en daar gaan we mee aan de slag. Op een bepaald
moment worden de rollen duidelijk. Ik zit niet te
wachten op instructies van Thomas, maar hij is uiteindelijk
wel de regisseur en hakt de knopen door.”
T: “Op een gegeven moment gaat Jeroen de scène
op en ga ik er dan voor zitten. Ik wil graag het
overzicht bewaren. Ik ben een controlefreak. Ik wil
zien wat ik aan het maken ben en hou niet van losse
eindjes. Alles wat je te zien krijgt, moet een betekenis
hebben. Soms speel ik als acteur wel bij andere
regisseurs, wat goed is. Als speler ben je ijdel en
tegelijk heel kwetsbaar. Dat moet je als regisseur
altijd voor ogen houden.”
in de voorstelling Billy, Sally, Jerry and the
.38 gun, staan naast Jeroen ook Willy Thomas
en isabelle Van hecke mee op scène.
T: “Het was een andere manier van werken, omdat
ik toen de tekst al op voorhand geschreven had.
Wat niet belet dat er tijdens het werkproces nog
veel aan gesleuteld wordt.”
Billy, Sally, Jerry and the .38 gun staat stil
bij een septemberdag in 1975, de dag dat de
amerikaanse president Gerald Ford voor de
tweede keer aan een moordpoging ontsnapt.
T: “De dag waarop Sara Jane Moore haar pistool
richt op Ford. Billy is gebaseerd op Oliver Sipple, de
man die tussen Ford en Moore in stond en die tegen
wil en dank een symbool werd van de homobeweging.
Het zijn drie levens die bijna per toeval bij elkaar
komen.”
J: “In deze voorstelling ligt de verwondering die
we willen communiceren in de vraag hoe die droevige
president, die revolutionaire huisvrouw en die
homoseksuele ex-militair in dat grote tijdsgewricht
samenkomen. Die kleine mensjes roepen een hele
wereld op.”
T: “Het zijn eenzame figuren die alle drie per
ongeluk voor een grote historische stroming staan
die tot op de dag van vandaag repercussies heeft.
Ik weet niet hoe het komt, maar bij ons zit de fascinatie
voor de middelmatige mens blijkbaar diep.
In Billy, Sally... zie je hoe impulsief en toevallig die
drie historische stromingen bij elkaar gekomen zijn.
Het Amerikaanse imperialisme in de jaren zeven-
omkering van de vrijheidsgedachten van de jaren
zestig. Ik las onlangs in The seventies Unplugged,
een compendium van de jaren zeventig, dat het typerend
is voor de jaren zeventig dat juist heel wat
middelmatige mensen naar geweld grepen in terroristische
acties. Wij zijn geboren in 1983. Er zijn
weinig mensen van onze generatie die zich nog iets
kunnen voorstellen bij de jaren zeventig. Meestal
wordt er over die periode gedacht als: zoiets als de
jaren zestig maar dan met meer economische crisis.
Terwijl je gewoon voelt dat alles uit de jaren zestig
toen net op zijn kop werd gezet.”
Kunnen jullie die fascinatie voor de
middelmatigen ook botvieren op de figuur van
Robespierre waar jullie nu mee bezig zijn?
T: “Een van de vragen die me daar prikkelt, is hoe
het mogelijk is dat een redelijk middelmatig figuur
als Robespierre in zo’n korte tijd kon uitgroeien tot
een van de meest gevreesde figuren van de revolutie.
Er hangen veel mythes rond die man. Er kleeft
zoveel bloed aan zijn handen. Terwijl hij in een van
zijn eerste teksten pleit voor burgerrechten voor
joden en acteurs en voor de afschaffing van de slavernij
en de doodstraf. Hoe kentert dat opeens en
waarom wordt het dan ineens zo gewelddadig? Die
middelmatigheid is trouwens geen waardeoordeel,
eerder een constatering. Daarom gaat zo’n voorstelling
ook over ons. Hoe middelmatig zijn we zelf
niet. We proberen achter grote gebeurtenissen aan
te hollen, maar wij zijn zelf niet de grote denkers en
genieën van deze tijd. Dat is het voordeel van een
voorstelling: je kan er veel vragen in proppen waar
je geen antwoord op hebt.”
is dat ook het voordeel: dat je in een
voorstelling niet met kordate standpunten
en slogans moet komen, maar dat je net
weifelend met je materie kunt omgaan?
J: “Ja, heel weifelend en op sommige momenten
is het niet innemen van een standpunt al provocerend.
Wij hebben al gemerkt dat het destabiliserend
werkt voor mensen.”
T: “Natuurlijk heb je wel een mening. In de eerste
weken van het repetitieproces van Fobbit bijvoorbeeld,
maakten we eigenlijk onbewust een
anti-oorlogspamflet. Na een tijdje dachten we: het
spreekt toch voor zich dat we geen oorlog willen
propageren, daar hoeven we nu toch geen voorstelling
over te maken. We wilden een portret maken
van een mens en in het midden laten wat we ervan
dachten. Je wil dat mensen zich identificeren of
een vraag stellen die wij ons tijdens het proces zelf
ook gesteld hebben.”
“Sally uit Billy, Sally, Jerry and the .38 gun was
tegelijkertijd dubbelinformant van de geheime
diensten en zat in extreemlinkse verzetsgroeperingen.
Ze is verschillende keren getrouwd geweest.
Ze woonde als vrouw van een militair een tijd op
een legerbasis. Later hertrouwde ze met een arts
en ging in een buitenwijk wonen. Dan trouwde ze
met een geluidsman uit Hollywood die nog genomineerd
werd voor een Oscar voor zijn werk in Citizen
Kane. Later werd ze lid van linkse bewegingen. Ze
switcht de hele tijd probleemloos van ideologisch
kader. Veel van haar beslissingen worden gedreven
door een gevoel van eenzaamheid. Haar beslissing
om een pistool op Ford te richten, is misschien
meer een wanhopige poging om als volwaardig beschouwd
te worden, dan een actie vanuit een echt
geloof in de revolutie. Toch is zij wel diegene die de
trekker overhaalt. Dat zegt voor mij heel veel over
hoe geschiedenis gemaakt wordt. Hetzelfde geldt
voor Ford, die per ongeluk president werd nadat
Nixon zich in 1974 door het Watergate-schandaal
lelijk in de nesten had gewerkt. Ford trok de Helsinki-akkoorden
op gang, waarvan hij er later prat
op ging dat die de voorbode waren van de val van de
voor de terugtrekking van de VS-troepen uit Vietnam.
Maar hij geraakte nooit democratisch verkozen.
Hij is altijd met een inferioriteitscomplex
blijven vechten…”
het zijn geen helden...
J: “Helden zijn niet zo interessant. Ik vraag mij af
of ze überhaupt wel bestaan. De geschiedenis voltrekt
zich eerder per ongeluk dan via iemand met
een groot plan.”
T: “Soms heb je wel figuren zoals Robespierre
die een onaantastbaar imago krijgen. Ik zou dat
bezwaarlijk helden noemen. Wij noemen hem de
‘onkreukelbare’ omdat dat ‘lulliger’ klinkt dan de
‘onkreukbare’, de bijnaam die hij al bij leven kreeg.
Er zijn ten tijde van de Franse Revolutie veel revolutionairen
die na de executie van de koning vervallen
in decadentie. Ze dringen binnen in de paleizen
en palmen ze in. Maar Robespierre blijft altijd op
een klein appartement wonen, in het huis van een
schrijnwerker. Het enige waar hij geld in steekt, is
de aankoop van een dure hemelsblauwe jas die hij
laat maken door de beste kleermaker. Maar we gaan
zeker geen voorstelling maken over Robespierre
zonder ons iets aan te trekken van de wereld waarin
we zelf staan. Naast het lezen en bekijken van meer
historisch materiaal, willen we bijvoorbeeld ook
gaan praten met mensen die rechtstreeks te maken
hadden met de Arabische revoluties.”
Wat bindt Robespierre met deze tijd,
de politieke actualiteit in 2012?
J: “Er zijn vooral veel vragen die opgeworpen
worden. Bestaan er scenario’s voor een revolutie?
Hoe komt het in godsnaam dat er weinig voorbeelden
te geven zijn van een revolutie die niet is uitgemond
in een bloedbad? Waarom vreet de revolutie
haar eigen kinderen op? Hannah Arendt schrijft dat
de Franse Revolutie een blauwdruk was voor alle
volgende revoluties.”
T: “De Franse Revolutie begon in zekere zin met
schrijnende armoede. Dat is bij de Arabische revoluties
niet anders. Het begint iedere keer met mensen
die honger hebben en met iemand die al veel
te lang achter zijn bureau zit en die het bot niet wil
afgeven. Geef iemand een bureau en een naamkaartje
en er gebeuren rare dingen in zijn hoofd.
Opeens gaat het niet meer over de vraag: waarom
zit ik achter dit bureau? Maar wel over: hoe kan ik
ervoor zorgen dat ik zo lang mogelijk achter dit bureau
kan blijven zitten? En hoe komt het dan dat
de mensen die hem uiteindelijk van zijn bureau duwen,
zelf achter dat bureau gaan zitten? En dat je
die dan weer niet weg krijgt? Ik weet het niet. Het
is menselijk. Supermenselijk. Dat is het beangstigende
eraan.”
hebben jullie een bureau en naamkaartjes?
T: “Neen. Godzijdank.”
J: “We hebben wel een website.”
36 maken met Steigeisen. In de gevangenis was het
tig, de revolutionaire bewegingen uit die tijd en de Berlijnse muur. Hij droeg de verantwoordelijkheid
37
billY, sallY,
jerrY…
p. 03
De onkreukelbare
p. 20

interview / fr
LES GARçONS
EN CRAMPONS
inTeRVieW aVec ThoMas beLLincK eT JeRoen VanDeR Ven De sTeiGeisen
– ANNA LuytEN
Ils font du théâtre en s’inclinant devant la petitesse
de l’homme. Ils le font avec des images fortes, un
grand engagement et un plongeon dans la réalité.
Nous vous présentons Thomas Bellinck et Jeroen
Vander Ven, le duo de Steigeisen.
« Sur la terrasse d’Al Jazeera. » C’est là qu’ils se
sont rencontrés. En 2005, le premier jour de leur
épreuve d’admission au RITS, à Bruxelles. Devant
attendre le verdict du jury, ils se sont mis en route
pour Molenbeek, à la recherche d’un café où on sert
de la bière au fût. Une quête quelque peu complexe
– ils ont dû se rabattre sur la terrasse du café Al
Jazeera. Ils y ont passé tout l’après-midi, d’une manière
qui pourrait servir de métaphore à la collaboration
de Jeroen Vander Ven et Thomas Bellinck depuis
quelques années déjà : moitié à l’ombre, moitié
au soleil. Jeroen : « À la fin de cet après-midi-là, la
moitié du visage de Thomas était brûlée. »
billY, sallY,
jerrY…
p. 03
De onkreukelbare
p. 20
Pendant leurs années au RITS, ils ont régulièrement
travaillé ensemble. Notamment sur un
spectacle sur Robespierre, un personnage qu’ils
repassent au crible cette année dans De Onkreukelbare.
Jeroen : « Thomas suivait la formation de
metteur en scène et moi, celle d’acteur. Plus nous
faisions de choses ensemble, plus il est apparu
que nous étions, d’une certaine façon, compatibles.
Nous avons trouvé une sorte de méthode de
travail commune. » En 2009, ils couronnent leurs
études avec le spectacle Fobbit, basé sur des interviews
de militaires belges en Afghanistan et de
témoins oculaires.
Avec ce spectacle, le monde du théâtre n’a pas
tardé à comprendre que ces deux jeunes pousses
s’étaient solidement implantées. Avec des documentaires
historiques, visuellement forts, ils sont
passés maîtres dans l’art de susciter des ambiances
et des questions qui font la différence.
En 2009, ils créent leur propre groupe : Steigeisen.
FoBBiT © kristien Verhoeyen
steigeisen ?
J: « Nous devions rapidement trouver un nom et
Thomas l’a mis sur le tapis. »
T: « À défaut de trouver un nom qui reflète ce que
l’on fait, on espère quand même que ce que l’on fait
soit associé à notre nom. J’étais en train de feuilleter
Der Grosse Duden, un dictionnaire illustré allemand
des années trente, lorsque j’ai vu le mot
‘Steigeisen’. Il a une consonance chaude, c’est un
mot ‘confortable’, mais il désigne en fait une bottine
munie de gros clous. C’est un crampon pour
gravir les glaciers. Le correcteur orthographique le
transforme toujours en ‘steengeiten’ : ‘chamois’ en
néerlandais. »
L’une de vos marques de fabrique est une
énorme attention accordée au commun des
mortels dans l’immensité des événements.
et une fascination pour une réalité politique
et ses répercussions sur la vie des gens
ordinaires.
T: « Je veux faire des choses en rapport avec le
monde dans lequel je vis, des choses qui me fâchent
ou qui m’abasourdissent. C’est le point de départ
de De Onkreukelbare, qui s’inspire du personnage
de Robespierre et de la révolution française. Mais
par ailleurs, le Printemps arabe donne également à
ce spectacle un double cadre. Je veux parler de ce
qui se passe autour de moi. Parfois, cela s’exprime
à travers des actions plus politiques, parfois à travers
le théâtre. »
J: « Quand quelque chose m’étonne, je veux essayer
de m’en approcher. Et cela, j’y parviens en
créant un spectacle. Je veux communiquer cet
étonnement. Et surtout, je veux savoir en quoi
consiste l’histoire du citoyen lambda dans une situation
politique dans laquelle il est enfermé ou
tient lieu de modèle. »
Thomas, on t’a vu dans la série documentaire
Leuven Hulp, en tant que metteur en scène
d’une pièce de théâtre en prison. Tu travailles
avec des détenus et avec des patients
psychiatriques. avec Jeroen, tu as fait
exploser un œuf de Pâques devant le ministère
pour attirer l’attention sur le problème
des sans-papiers. Dans quelle mesure cet
engagement social concret détermine-t-il vos
pièces de théâtre ?
T: « Je ne suis pas quelqu’un qui défile facilement
dans des manifestations derrière des banderoles.
Je ne me lancerai pas à la légère dans un spectacle
sur les sans-papiers, car je sais qu’il deviendrait
un pamphlet. Par contre, parce que je connais personnellement
des sans-papiers et des gens qui ont
mené des grèves de la faim, ce sont des situations
si abuser du théâtre pour faire en sorte que ces problèmes
atterrissent au moins dans les médias ; en
faisant exploser un œuf de Pâques, ou en faisant
chanter en chœur, à des sans-papiers en grève de
la faim, l’hymne national belge en trois langues, par
exemple. Mais le but de ce type de théâtre est différent
de ce que nous réalisons avec Steigeisen. En
prison, l’objectif était notamment de valoriser ces
gens – considérés comme des ‘rebuts’ de la société
– pour ce qu’ils faisaient sur scène. Je ne suis pas un
thérapeute. Par contre, j’ai beaucoup appris en tant
que metteur en scène en prison et en psychiatrie.
Là, je ne devais pas vendre du ‘non-sens théâtral’
et tourner autour du pot. Un metteur en scène, c’est
aussi naturellement un ego, qui veut trouver une
solution à tout. Mais là, j’ai appris à ne pas pousser
et tirer un acteur pour boucler coûte que coûte
une scène. J’ai appris à regarder un acteur et à voir
ce qui se passe vraiment au lieu de ce que je voudrais
voir. Ce n’est pas évident. Encore aujourd’hui,
je continue à trouver la démarche difficile. »
Votre collaboration respecte-t-elle une
méthode particulière ?
J: « L’année dernière, nous avons réalisé Lethal
Inc., un spectacle basé sur la recherche de méthodes
d’exécution ‘humaines’. Ce spectacle, qui
met en scène un commandant de camp et un négationniste
de l’Holocauste inventeur de machines
d’exécution, est né de l’étonnement et de la volonté
de comprendre pourquoi des gens en arrivent à
commettre de tels actes. Avec l’acteur Joris Hessels,
nous avons mené ensemble des recherches,
lu des livres, regardé des films. Pour d’autres spectacles,
nous parlons avec des témoins. C’est actuellement
le cas pour la préparation de De Onkreukelbare.
Nous lisons Hannah Arendt, Zizeck, mais hier
nous avons aussi regardé un film de Woody Allen.
Nous entassons tous ces éléments et nous nous
mettons au travail. À partir d’un certain moment, les
rôles deviennent clairs. Je ne reste pas là à attendre
les instructions de Thomas, mais en définitive, c’est
bien lui – le metteur en scène – qui tranche. »
T: « A un moment donné, Jeroen monte sur
scène et je vais m’asseoir devant. J’aime pouvoir
conserver une vue d’ensemble. Je suis un accro du
contrôle. Je veux voir ce que je suis en train de faire,
je n’aime pas les bouts qui partent dans tous les
sens. Tout ce qu’on voit doit avoir un sens. Parfois,
pourtant, je joue avec d’autres metteurs en scène,
et c’est une bonne chose. L’acteur est un être vaniteux
et en même temps très fragile. Et cela, un metteur
en scène ne doit jamais l’oublier. »
Dans le spectacle Billy, Sally, Jerry and the .38
gun, on retrouve aussi sur scène, aux côtés de
Jeroen, Willy Thomas et isabelle Van hecke.
T: « C’était une autre manière de travailler, car à
l’époque, j’avais déjà écrit le texte à l’avance. Ce qui
n’empêche pas de nombreux remaniements pendant
le processus de travail. »
Billy, Sally, Jerry and the .38 Gun raconte un
jour de septembre 1975, le jour où le président
américain Gerald Ford a échappé pour la
seconde fois à une tentative d’assassinat.
T: « Le jour où Sara Jane Moore pointe son arme
sur Ford. Billy s’est inspiré d’Oliver Sipple, l’homme
qui se trouvait entre Ford et Moore et qui, bien malgré
lui, est devenu un symbole du mouvement gay.
Trois vies qui se rejoignent presque par accident. »
J: « Dans ce spectacle, on retrouve l’étonnement
que je veux communiquer à travers la question comment
ce président mélancolique, cette femme au
foyer révolutionnaire et cet ancien militaire homosexuel
se rencontrent à cette époque cruciale. Ces
petites gens évoquent tout un monde. »
T: « Ce sont trois personnages solitaires à qui
dont les répercussions se font toujours sentir aujourd’hui.
J’ignore pourquoi, mais chez nous, la
fascination pour l’homme ordinaire est manifestement
profonde. Dans Billy, Sally…, on voit avec
quelle impulsivité et selon quel hasard ces trois
courants historiques se sont télescopés. L’impérialisme
américain dans les années septante, les
mouvements révolutionnaires de l’époque et le
renversement des idées libertaires des années
soixante. J’ai lu récemment The seventies Unplugged,
un compendium des années septante, selon
lequel le fait que ce sont précisément des gens
ordinaires qui recourent en masse à la violence,
à travers des actes terroristes, est représentatif
des années septante. Nous sommes nés en 1983,
peu de gens de notre génération peuvent encore se
représenter quelque chose des années septante.
Souvent, cette période nous évoque quelque chose
de semblable aux années soixante, mais avec une
crise économique plus poussée. Alors qu’on sent
justement que tout, dans les années soixante, était
mis sens dessus dessous. »
Pouvez-vous aussi donner libre cours à cette
fascination pour les gens ordinaires avec le
personnage de Robespierre, qui vous occupe
actuellement ?
T: « Une des questions qui me taraudent est de
savoir comment un personnage relativement ordinaire
comme Robespierre a pu se transformer, en
un temps aussi court, en l’une des figures les plus
redoutées de la révolution. De nombreux mythes
entourent l’homme, il a beaucoup de sang sur les
mains, alors qu’il plaide, dans l’un de ses premiers
textes, pour l’obtention de droits civils pour les
juifs et les acteurs ainsi que pour la suppression de
l’esclavage et de la peine de mort. Comment tout
bascule-t-il, pourquoi cela devient-il soudain si violent
? Ce caractère ordinaire n’est d’ailleurs pas un
jugement de valeur, mais plutôt un constat. C’est
pourquoi ce spectacle parle aussi un peu de nous,
de cet état ordinaire, cette médiocrité dans laquelle
nous nous retrouvons aussi. Nous essayons
de courir après les grands événements, mais nousmêmes
nous ne sommes pas les grands penseurs
et génies de cette époque. C’est l’avantage d’un
spectacle : on peut y entasser une foule de questions
auxquelles on n’a pas de réponse. »
est-ce aussi un avantage : le fait de ne pas
devoir, dans un spectacle, présenter des
points de vue arrêtés et des slogans, mais
de pouvoir au contraire manipuler la matière
avec hésitation ?
J: « Oui, avec beaucoup d’hésitation et, à certains
moments, c’est déjà provocateur en soi de ne
pas adopter de point de vue. Nous avons déjà remarqué
que c’est déstabilisant pour les gens. »
T: « Bien sûr, on a bien un avis. Dans les premières
semaines de répétition de Fobbit, par exemple, nous
avons en fait réalisé inconsciemment un pamphlet
anti-guerre. Puis nous nous sommes dit : notre volonté
de ne pas propager la guerre est tout de même
évidente, pas besoin d’en faire un spectacle. Nous
voulions dresser le portrait d’un homme, et distiller
entre les lignes ce que nous pensions. Nous voulions
que les gens s’identifient ou se posent les questions
que nous nous sommes aussi posées pendant le
processus de création. »
« Sally était à la fois agent double pour les services
secrets et active dans des groupements d’opposition
d’extrême-gauche. Elle s’est mariée à plusieurs
reprises. Femme de militaire, elle a vécu un
temps dans une base militaire. Plus tard, elle s’est
remariée avec un médecin et s’est installée dans un
faubourg. Elle a ensuite épousé un ingénieur du son
hollywoodien, nominé aux Oscars pour son travail
dans Citizen Kane. Plus tard, elle deviendra membre
– et sans difficulté – de cadre idéologique. Beaucoup
de ses décisions sont motivées par un insondable
sentiment de solitude. Sa décision de pointer
une arme sur Ford relève peut-être davantage de
la tentative désespérée d’être considérée comme
un être à part entière que d’un geste véritablement
porté par sa foi dans la révolution. Pourtant, c’est
bien elle qui appuie sur la détente. Pour moi, cela en
dit très long sur la manière dont l’histoire s’écrit. Il
en va de même pour Ford, qui est devenu président
par hasard, après que Nixon se soit fourvoyé dans le
scandale du Watergate en 1974. Ford est cependant
l’initiateur des accords d’Helsinki, dont il pourra se
targuer plus tard d’avoir été le préambule à la chute
du mur de Berlin. Il porte la responsabilité du retrait
des troupes américaines du Vietnam. Mais il ne sera
jamais élu démocratiquement. Il ne cessera de se
battre avec un complexe d’infériorité… »
ce ne sont pas des héros...
J: « Les héros ne sont pas tellement intéressants.
Je me demande s’ils existent vraiment. L’histoire
s’écrit davantage par accident que grâce au
penseur d’un grand projet. »
T: « On rencontre parfois des personnages
comme Robespierre, dont l’image est inattaquable.
Je pourrais difficilement les appeler des héros. Nous
l’appelons, en néerlandais, ‘l’infroissable’ (de onkreukelbare),
car cela sonne plus ‘bête’ que ‘l’incorruptible’
(de onkreukbare), le surnom qu’il avait déjà
reçu de son vivant. À l’époque de la révolution française,
de nombreux révolutionnaires vont tomber
en décadence après l’exécution du roi. Ils se réfugient
dans les palais et s’emparent de ceux-ci. Mais
Robespierre continue d’habiter dans un petit appartement,
dans la maison d’un ébéniste. La seule
chose à laquelle il consacre de l’argent, c’est l’achat
d’un coûteux manteau bleu ciel qu’il fait réaliser par
le meilleur tailleur. Mais nous ne ferons certainement
pas de spectacle sur Robespierre sans nous
soucier du monde dans lequel nous vivons. En plus
de lire et de consulter du matériel plus historique,
nous voulons aussi aller discuter avec des gens directement
impliqués dans les révolutions arabes. »
Qu’est-ce qui relie Robespierre à cette
époque, l’actualité politique en 2012 ?
J: « Il y a surtout beaucoup de questions qui
sont lancées. Existe-t-il des scénarios pour une
révolution ? Pourquoi, bon Dieu, trouve-t-on si peu
d’exemples de révolutions qui ne se sont pas terminées
dans un bain de sang ? Pourquoi la révolution
dévore-t-elle ses propres enfants ? Hannah Arendt
écrit que la révolution française a été le brouillon de
toutes les révolutions suivantes. »
T: « Dans un certain sens, la révolution française
est née dans un contexte de pauvreté poignante. Il
n’en va pas autrement des révolutions arabes. Cela
commence chaque fois avec des gens qui ont faim
et avec quelqu’un qui est assis, depuis bien trop
longtemps déjà, derrière son bureau, et qui ne veut
pas lâcher le morceau. Donnez à quelqu’un un bureau
et une carte de visite, et il se passe des choses
étranges dans sa tête. Tout à coup, la question n’est
plus : pourquoi suis-je là derrière ce bureau ? Mais
bien : que faire pour rester le plus longtemps possible
derrière ce bureau ? Et comment expliquer que
ceux qui finissent par le pousser de son bureau vont
eux-mêmes s’installer derrière ce bureau ? Et alors
qu’on n’arrive à nouveau pas à s’en débarasser ? Je
ne sais pas. C’est humain. Tellement humain. C’est
ce qui est alarmant. »
avez-vous un bureau et des cartes de visite ?
T: « Non. Dieu merci. »
J: « Mais nous avons un site Web. »
38 qui me mettent profondément en colère. J’aime aus-
on doit, par accident, un grand courant historique de mouvements de gauche. Elle change sans cesse
39

They create theatre with a grand gesture towards the
smallness of man. They do it with powerful images,
strong commitment and a dip into reality. Thomas
Bellinck and Jeroen Vander Ven, the Steigeisen duo.
‘On a sidewalk table at the Al Jazeera bar’. It was
here that they met. In 2005, on the first day of their
entrance exam at the RITS in Brussels. They had to
wait for the jury’s decision and set off together to
find a pub in Molenbeek that served draught beer.
That turned out not to be so easy, so they just sat
down outside the Al Jazeera. They spent the whole
afternoon there, in a way that could be a metaphor
for the way that Jeroen Vander Ven and Thomas
Bellinck have worked together for the past several
years: each half in the shade, half in the sun.
Jeroen: ‘At the end of that afternoon half of Thomas’
face was sunburned.’
During their years at the RITS they worked together
regularly. Including a performance about
Robespierre, a figure they examine closely again
this year in De Onkreukelbare. Jeroen: ‘Thomas
was in the directing course and I was in the acting
course. The more things we did together, the clearer
it became that we were in a certain way compatible.
We found a kind of method for working together.’ In
2009 their graduation project was Fobbit, a performance
based on interviews they did with Belgian
troops in Afghanistan and eyewitness accounts.
This performance soon made it clear to the theatre
world that these two youngsters had firmly established
themselves. Historical-documentary, visually
powerful, masters at evoking atmosphere and
the questions that matter. In 2009 they founded their
own group: Steigeisen.
interview / eng
THE BOYS WITH
THE CLIMBING-IRON
inTeRVieW WiTh ThoMas beLLincK anD JeRoen VanDeR Ven oF sTeiGeisen
– ANNA LuytEN
steigeisen?
J: ‘We were in urgent need of a name when Thomas
came up with this.
T: ‘Instead of looking for a name that reflects
what you create, you hope that what you make will
ultimately transmit itself to your name. I was browsing
in Der Grosse Duden, a German picture dictionary
from the thirties, when I came across the word
‘Steigeisen’. It has a warm ring to it, it is a comfortable
word, but ultimately it is a boot with sharp
spikes. It is a climbing-iron for going up glaciers. The
spelling checker always changes it into ‘steengeiten’
(rock-goats)’.
one of your trademarks is your particular focus
on ordinary people in major events. and a fascination
with political reality and how it affects ordinary
people’s lives.
T: ‘I want to create things that relate to the world
I live in, things that anger or bewilder me. For example,
De Onkreukelbare starts out from the character
of Robespierre and the French Revolution, but
because of the Arab Spring this performance soon
acquires a double meaning. I want to say something
about what is happening around me. Sometimes
this manifests itself in more political action and
sometimes in theatre.’
J: ‘If something surprises me, I want to try and
get closer to it. I do this by creating a performance
about it. I want to communicate this surprise. And
especially: what the ordinary person’s story actually
says when it concerns a political situation in which
he finds himself or for which he is a model.’
billysallyJerry © kurt VanDerelst
Do the two of you work together using
a certain method?
J: ‘Last year we made Lethal Inc., a performance
based on research into ‘humane’ execution methods.
It is about a camp commandant and a Holocaust denier
who designs execution devices and is founded
on the amazement that people can do such things.
Together with the actor Joris Hessels we did the
research, read and watched films together. For our
other productions we talk to witnesses. We are also
doing this as we prepare for De Onkreukelbare. We
are reading Hannah Arendt and Zizek, but yesterday
we also watched a Woody Allen film.
We throw all these things onto one big pile and
then start to work with them. At a certain point the
roles become clear. I don’t sit waiting for instructions
from Thomas, but he is ultimately the director
and makes the decisions.
T: ‘From a certain point Jeroen gets up on stage
and I go and sit in front of it. I want to have and maintain
an overview. I’m a control freak. I want to see
what I am making and don’t like loose ends. Everything
you see must have meaning. Sometimes I myself
perform for other directors, which is good. An actor
is vain and yet very vulnerable. This is something
a director must always bear in mind.’
that at that time everything from the sixties was
actually being turned upside down’.
can you also indulge your fascination for the
ordinary man in the character of Robespierre, who
you are now involved with?
T: ‘One of the questions that really interests me
here is how is it possible that a fairly ordinary figure
like Robespierre could become one of the most
feared figures of the revolution in such a short time.
There are so many myths surrounding the man. He
has so much blood on his hands. While in one of his
first pieces of writing he advocates civil rights for
Jews and actors, and the abolition of slavery and
capital punishment. How does this change so suddenly,
and why does it suddenly become so violent?
This ordinariness is not a value judgment but an observation.
Consequently a performance like this is
also about us. How ordinary are we ourselves? We
try to chase after the big events, but we ourselves
are not the great thinkers and geniuses of our time.
That’s the advantage of a performance: you fill it with
lots of questions you cannot answer’.
They are not heroes...
J: ‘Heroes are not that interesting. I wonder whether
they even exist. History tends to unfold more by accident
than as a result of someone’s great plan.’
T: ‘Sometimes you have figures like Robespierre
who have an unassailable reputation. I would hardly
call them heroes. We call him the ‘onkreukelbare’
(the ‘unimpeachable’) because it sounds more ‘pathetic’
than ‘ the incorruptible’ which is the nickname
he was given during his lifetime. At the time of the
French Revolution many revolutionaries lapsed into
decadence following the execution of the king.
They invaded the palaces and took them over.
But Robespierre continued to live in a small flat in
a carpenter’s house. The only thing he spent any
money on was an expensive sky-blue coat he had
made by the best tailor. But we would certainly not
create a performance about Robespierre and ignore
the world in which we live today. Besides reading
and looking at more historical material, we also
plan to talk to people who were directly involved in
the Arab revolutions.’
is this also the advantage: that in a performance
What links Robespierre to the present, to the political
scene in 2012?
you don’t need to present firm views and slo-
J: ‘A lot of questions are raised. Are there scegans,
but in fact are able to treat your subject narios for a revolution? Why in God’s name do we
in Billy, Sally, Jerry and the 38. gun, Willy Thomas matter tentatively?
have so few examples of a revolution that has not
and isabelle Van hecke also appear on stage as J: ‘Yes, very tentatively, and sometimes not taking resulted in a bloodbath? Why does revolution de-
well as Jeroen.
up a position is provocative in itself. We have noticed vour its own children? Hannah Arendt writes that
T: ‘It was a different way of working, since I had that it knocks people off balance’.
the French Revolution was a blueprint for all sub-
Thomas, you appeared in the documentary series
already written the script beforehand. Which does T: ‘One has an opinion, of course. During the first sequent revolutions’.
Leuven Hulp as someone directing a play in pris-
not mean that we don’t make all sorts of changes few weeks of the rehearsal process for Fobbit, we T: ‘In a certain sense the French Revolution began
on. You worked with prisoners and psychiatric
during the working process.’
actually unconsciously created an anti-war pam- with grinding poverty. The Arab revolution is no dif-
patients. Together with Jeroen you detonated an
phlet. After a while we realised that it goes without ferent. It always starts with people who are hungry
easter egg outside the ministry to focus atten-
Billy, Sally, Jerry and the 38. Gun reflects on saying that we have no wish to advocate war. So we and with someone who has been sitting at a desk
tion on the problem of people without papers.
a september day in 1975, the day that the Us really don’t have to create a performance about this for too long and is reluctant to hand over power. Give
To what extent does this concrete social engage-
President Gerald Ford escaped an assassination now. We wanted to create a portrait of a man without someone a desk and a business card and strange
ment define your theatre performances?
attempt for the second time.
going into what we thought about him. You want peo- things happen in his mind. Suddenly the question is
T: ‘I’m not someone who easily walks about in
T: ‘The day Sara Jane Moore pointed her gun at ple to identify or to ask a question that we also asked no longer ‘why am I sitting at this desk?’, but ‘how
demonstrations holding banners. I would be very
Ford. Billy is based on Oliver Sipple, the man who ourselves during the actual process itself.’
can I make sure that I stay here for as long as possi-
reluctant to create a performance about those who
stood between Ford and Moore and reluctantly be- ‘In Billy, Sally, Jerry & the .38 Gun, Sally is simulble?’ And why is it that the people who ultimately re-
have no papers because I know it would become a
came a symbol of the gay movement. These are three taneously a double informer for the secret services move him from his desk themselves take his place at
pamphlet. But because I personally know people
lives that come together almost by chance’.
and a member of extreme left-wing opposition that desk? And why can’t you get rid of them? I don’t
who have no papers and the people who went on
J: ‘In this performance the wonder we want to groups. She has been married several times. For a know. It’s human. Superhuman. That is what makes
hunger strike, these are situations that enrage me.
communicate lies in the question of how this sad time she lived as a military wife on a military base. it so frightening’.
In such cases I am not averse to misusing theatre so
president, this revolutionary housewife and this gay Later she married a doctor and lived in the suburbs.
that these problems receive at least media atten-
ex-soldier come together at that significant juncture. Then she married a Hollywood sound engineer Do you have a desk and name cards?
tion. By detonating an Easter egg, for example. Or by
These little people summon up a whole world’. who had been nominated for an Oscar for his work T: ‘No, Thank God.’
getting the hunger-striking people without papers to
T: ‘They are solitary figures who all accidentally on Citizen Kane. Later she became a member of left- J: ‘We do have a website though.’
sing the Belgian national anthem in unison in three
create a great historical movement which has had ist movements. All the time she effortlessly changes
languages. But the aim of that kind of theatre is dif-
repercussions to this very day. I do not know why, her ideological framework. A lot of her decisions
ferent from what Steigeisen creates. In prison one of
but our fascination for the average man apparently were driven by a feeling of loneliness. Her decision
the aims was also to let people who society gener-
goes very deep. In Billy, Sally... you see how spon- to point a pistol at Ford was maybe more like a desally
regards as ‘scum’ be appreciated for what they
taneously and coincidentally three historical moveperate attempt to be seen as a fully-fledged human
did on stage. I am not a therapist. I learned a lot as a
ments have come together: American imperialism being than an action based on a genuine belief in
stage director in prison and in the psychiatric clinic.
in the seventies, the revolutionary movements of the revolution. Yet she was the one who pulled the
I enjoy working with people who have a highly sensi-
that time and the reversal of the idea of freedom trigger. This tells me a lot about how history is made.
tive bullshit meter. I was not there to create ‘theatri-
from the sixties. Recently I read in The Seventies The same goes for Ford, who accidentally became
cal nonsense’ and beat around the bush. Of course
Unplugged, which is a compendium of that time, president after Nixon got into deep trouble over the
a director has an ego too, and wants to come up
that it is actually typical of the seventies that a Watergate scandal in 1974. He launched the Helsinki
with a solution for everything. But while I was there
great many ordinary people resorted to violence agreements, and later he was proud that this her-
I learned not to push an actor back and forth just to
in terrorist activities. We were born in 1983. There alded the fall of the Berlin Wall. He was responsible
put a scene together at any cost. I’ve learned to look
at an actor to see what is there and what really happens
instead of seeing what I want to see. This does
not go smoothly and I still find it very difficult.’
are few people of our generation who can picture
anything of the seventies. Usually one thinks of this
time as: something like the sixties, but with more of
an economic crisis. Even though you can just feel
for withdrawing US troops from Vietnam. But he was
never democratically elected. He always continued
to struggle with an inferiority complex.’
billY, sallY,
jerrY…
p. 03
De onkreukelbare
p. 20
41

agenDa
Datum
Date
Date
Dag Jour Day uur
heure
hour
titel
titre
title
februari / février / february
taal
langue
language
boventitels
surtitres
surtitles
plaats
lieu
location
01 Wo ME WE 20:00 oeDipus / bêt noir NL FR / EN BoL WWW.KVS.BE
20:30 bezette staD / ville occupÉe NL / FR FR / NL BoX WWW.KVS.BE
02 do jE tH 20:30 bezette staD / ville occupÉe NL / FR FR / NL BoX WWW.KVS.BE
03 VR VE FR 20:30 bezette staD / ville occupÉe NL / FR FR / NL BoX WWW.KVS.BE
04 zA SA SA 20:00 oeDipus / bêt noir NL FR / EN BoL WWW.KVS.BE
20:30 bezette staD / ville occupÉe NL / FR FR / NL BoL WWW.KVS.BE
12 zo dI Su 20:00 saint amour NL BoL 04
14 dI MA tu 20:00 au-Delà dANS(E) BoL 04
15 Wo ME WE 20:00 au-Delà dANS(E) BoL 04
20:30 billY, sallY, jerrY… NL FR / EN BoX 03
16 do jE tH 20:30 billY, sallY, jerrY… NL FR / EN BoX 03
17 VR VE FR 20:30 billY, sallY, jerrY… NL FR / EN BoX 03
18 zA SA SA 20:30 billY, sallY, jerrY… NL FR / EN BoX 03
25 zA SA SA 20:00 premiÈre raYmonD NL / FR BoL 06
29 Wo ME WE 19:00 inleiDing / introDuction 06
20:00 raYmonD NL / FR BoL 06
maart / mars / march
01 do jE tH 18:00 vernissage sanDer buYck / Yazan khailili CAFé CoNGo 14
20:00 raYmonD + nagesprek / Discussion NL / FR BoL 06
02 VR VE FR 20:00 raYmonD NL / FR BoL 06
20:30 lint EN BoX 05
03 zA SA SA 20:00 raYmonD NL / FR BoL 06
20:30 lint EN 05
04 zo dI Su 15:00 raYmonD NL / FR BoL 06
06 dI MA tu 12:30 raYmonD NL / FR BoL 06
20:30 honDsDagen NL BoX 08
07 Wo ME WE 20:00 raYmonD NL / FR BoL 06
20:30 honDsDagen NL BoX 08
08 do jE tH 20:00 raYmonD NL / FR BoL 06
20:30 sioen CoNCERt BoX 44
09 VR VE FR 20:00 raYmonD NL / FR BoL 06
10 zA SA SA 20:00 raYmonD NL / FR BoL 06
14 Wo ME WE 20:00 branDen NL BoL 09
15 do jE tH 20:00 branDen NL BoL 09
21 Wo ME WE 20:00 barakstaD NL FR / EN BoL 10
22 do jE tH 20:00 barakstaD NL FR / EN BoL 10
23 VR VE FR 20:00 barakstaD NL FR / EN BoL 10
24 zA SA SA 20:30 premiÈre keffiYeh / maDe in china ARAB / FR / NL NL / FR BoX 12
25 zo dI Su 15:00 keffiYeh / maDe in china ARAB / FR / NL NL / FR BoX 12
15:00 barakstaD NL FR / EN BoL 10
27 dI MA tu 12:30 keffiYeh / maDe in china ARAB / FR / NL NL / FR BoX 12
28 Wo ME WE 19:30 inleiDing / introDuction NL BoX 12
20:30 keffiYeh / maDe in china ARAB / FR / NL NL / FR BoX 12
29 do jE tH 20:00 oom wanja NL BoL 17
20:30 keffiYeh / maDe in china + nabespr. / Disc. ARAB / FR / NL NL / FR BoX 12
30 VR VE FR 20:00 oom wanja NL BoL 17
20:30 keffiYeh / maDe in china ARAB / FR / NL NL / FR BoX 12
31 zA SA SA 20:30 keffiYeh / maDe in china ARAB / FR / NL NL / FR BoX 12
april / avril / april
05 do jE tH 20:00 aDmiral freebee solo CoNCERt BoL 44
20:30 premiÈre sleeping elephant FR NL BoX 16
06 VR VE FR 20:30 sleeping elephant FR NL BoX 16
07 zA SA SA 20:30 sleeping elephant FR NL BoX 16
11 Wo ME WE 20:00 goD van De slachting NL BoL 17
20:30 sleeping elephant FR NL BoX 16
12 do jE tH 20:00 goD van De slachting NL BoL 17
20:30 sleeping elephant FR NL BoX 16
14 zA SA SA 22:00 bal in De box 4 44
20 VR VE FR 20:00 titus anDronicus NL FR / EN BoL 18
21 zA SA SA 20:00 titus anDronicus NL FR / EN BoL 18
22 zo dI Su 15:00 titus anDronicus NL FR / EN BoL 18
25 Wo ME WE 20:00 titus anDronicus NL FR / EN BoL 18
20:30 à l’attente Du livre D’or FR NL BoX 19
26 do jE tH 12:30 à l’attente Du livre D’or FR NL BoX 19
20:00 titus anDronicus NL FR / EN BoL 18
27 VR VE FR 20:00 titus anDronicus NL FR / EN BoL 18
20:30 à l’attente Du livre D’or FR NL BoX 19
28 zA SA SA 20:00 titus anDronicus NL FR / EN BoL 19
20:30 à l’attente Du livre D’or FR NL BoX 19
pagina
page
page
mei / mai / may
03 do jE tH 20:00 zita swoon group CoNCERt BoL 44
04-09 4 x exhibit b (kfDa) NL / FR / ENG éGLISE GESù KERK 23
05 zA SA SA 09:00 Debat euthanasiewet NL BoX KVS.BE
06 zo dI Su 14:00 wijkfeest SQ. M. duRAS KVS.BE
24 do jE tH 20:00 la crÉation Du monDe (kfDa) BoL 22
25 VR VE FR 20:00 la crÉation Du monDe (kfDa) BoL 22
26 zA SA SA 18:00 la crÉation Du monDe (kfDa) BoL 22
31 do jE tH 20:00 strange fruit CoNCERt BoL 44
juni / juin / june
01 VR VE FR 20:00 strange fruit CoNCERt tHéâtRE NAtIoNAL 44
20:30 premiÈre De onkreukelbare NL FR BoX 20
02 zA SA SA 20:30 De onkreukelbare NL FR BoX 20
06 Wo ME WE 20:30 De onkreukelbare NL FR BoX 20
08 VR VE FR 20:00 ouDe meesters NL BoL 23
20:30 De onkreukelbare NL FR BoX 20
09 zA SA SA 20:00 ouDe meesters NL BoL 23
20:30 De onkreukelbare NL FR BoX 20
15 VR VE FR 22:00 bal in De box 5 44
on tour
bruno vanDen broecke
KVS
MISSIE / MISSIoN
februari / fÉvrier / februarY
19 staDsschouwburg amsterDam WWW.SSBA.NL
maart / mars / march
1, 2 30 cc & stuk / schouwburg leuven WWW.StuK.BE
7, 8 theater am kirchplatz liechtenstein WWW.tAK.LI
13 kurtheater baDen WWW.KuRtHEAtER.CH
20, 21 la halle aux grains blois WWW.HALLEAuXGRAINS.CoM
22 le carre chateau-gontier WWW.LE-CARRE.oRG
24 centre culturel huY WWW.ACtE2.BE
27 maison De la culture arlon WWW.MAISoN-CuLtuRE-ARLoN.BE
29, 30 la comÉDie De bÉthune WWW.CoMEdIEdEBEtHuNE.oRG
april / avril / april
4, 5 le granD t nantes (f) WWW.CoMEdIEdEBEtHuNE.oRG
juni / juin / june
7, 8 espace culturel champs fleuri saint-Denis, la reunion
WWW.tHEAtREuNIoN.RE
bruno vanDen broecke & wim helsen
KVS
GIj dIE MIj NIEt zIEt
februari / fÉvrier / februarY
20 staDsschouwburg amsterDam WWW.SSBA.NL
(SuCCESoPtIE)
21 staDsschouwburg amsterDam WWW.SSBA.NL
steigeisen
KVS & StEIGEISEN
BILLy, SALLy, jERRy & tHE
38.GuN
februari / fÉvrier / februarY
29 30cc & stuk / soetezaal leuven WWW.StuK.BE
maart / mars / march
01 30cc & stuk / soetezaal leuven WWW.StuK.BE
16, 17 De brakke gronD amsterDam WWW.BRAKKEGRoNd.NL
22, 23 ntgent / minnemeers WWW.NtGENt.BE
25 festival cement Den bosch WWW.FEStIVALCEMENt.NL
28, 29 c-mine cc genK WWW.C-MINECuLtuuRCENtRuM.BE
mohameD ouachen
KVS & LES tANNEuRS
RuE du CRoISSANt
maart / mars / march
8 zuiDerpershuis antwerpen WWW.zuIdERPERSHuIS.BE
manu riche, thomas gunzig & josse De pauw
KVS & tHéâtRE NAtIoNAL
RAyMoNd
maart / mars / march
13 30cc / schouwburg leuven WWW.30CC.BE
20 c-mine cc genk WWW.C-MINECuLtuuRCENtRuM.BE
30, 31 ntgent / groot huis WWW.NtGENt.BE
josse De pauw, peter vermeersch & pierre vervloesem
KVS & KAAItHEAtER
WEG
maart / mars / march
25, 28 cc mechelen WWW.CuLtuuRCENtRuMMECHELEN.BE
april / avril / april
27, 28 De brakke gronD amsterDam WWW.BRAKKEGRoNd.NL
johan DehollanDer
KVS & CAMPo
A L’AttENtE du LIVRE d’oR
mei / mai / maY
02 cc De werft geel WWW.dEWERFt.BE
04 c-mine cc genk WWW.CuLtuuRCENtRuMGENK.BE
08 cc / magDalenazaal brugge WWW.CCBRuGGE.BE
10, 11 nona ism cc mechelen WWW.CuLtuuRCENtRuMMECHELEN.BE
15, 16 pba / l’eDen charleroi WWW.CHARLERoI-CuLtuRE.BE
23, 24 antigone kortrijk WWW.ANtIGoNE.BE
30, 31 campo gent WWW.CAMPo.Nu
raven ruëll
KVS & toNEELHuIS / oLyMPIQuE dRAMAtIQuE
tItuS ANdRoNICuS
juni / juin / june
7 het toneelhuis antwerpen WWW.toNEELHuIS.BE
johan helDenbergh & titus De voogDt
KVS & CIE CECILIA
VoRSt - FoRESt
WWW.CoMPAGNIE-CECILIA.BE
tickets & info:
www.kvs.be
t 02 210 11 12
Deze publicatie /
cette publication /
this publication
REdACtIE / RédACtIoN / EdItoRS
jempi de Cooman, Patrick de Coster,
Hildegard de Vuyst, jan Goossens,
Nicole Petit, Griet Rigole,
ula Sickle, Chaima tahiri, Ellen Ronsmans,
An Vanderdonckt, Amaryllis
jacobs, Rosemarie Verlinden, Koen
Monserez, Lotte Van Craeynest,
Sébastien Hendrickx, Anna Luyten
VoRMGEVING / GRAPHISME / dESIGN
Something Els
VERtALING / tRAduCtIoN /
tRANSLAtIoN
NL > FR: Miles translations
NL > ENG: Gregory Ball
dRuK / IMPRESSIoN / PRINtEd By
Epc (de Persgroep Publishing)
kVs
PLoEG / éQuIPE / tEAM
jamal Ahidar, Margareta Andersen,
jan Beeck, donald Berlanger, Vicky
Bogaert, Claudine Bogemans, Monique
Bruyninckx, Nicole Bynens, Roger
Campens, Ilina Chitova, Caroline de
Becker, jimmy de Boelpaep, Marc de
Boelpaep, jempi de Cooman, Patrick
de Coster, Remi de Pauw, Kevin de
Vlieger, Hildegard de Vuyst, Véronique
delvaux, Guy dermul, Iman devre,
Karel dombrecht, Geert drobé, johan
dutoit, Inge Floré, Brigitte Ghysels,
jan Goossens, Sébastien Hendrickx,
Fatima Ikhlef, Amaryllis jacobs,
Paul Kerstens, tatyana Kushta, Ivo
Kuyl, Steven Lorie, Barbara Matthijs,
Koen Monserez, Ralf Nonn, Patrick
Nys, danny op de Beeck, Anna
owusu Asante, Wannes Paulissen,
tony Pauwels, Nicole Petit, Vladimir
Ponamarjv, Herwig Popieul, Griet
Rigole, Ellen Ronsmans, jean Schols,
Max Stuurman, dimitri Stuyven, Lieven
Symaeys, Chaima tahiri, Rakesh
thielemans, Willy thomas, Marcel
thumas, Lotte troch, Willy Van Barel,
ditte Van Brempt, Hilde Van daele,
Kathy Van den Bossche, An Van der
donckt, Els Vande Kerckhove,
Peggy Vandemeerssche, Wannes
Vandeweerdt, Pieter Vantomme,
Catherine Vervaecke, Mieke Verdin,
Annie Vermeiren, Hélène Vrydaghs
Samen met toneelhuis en LLS 387
ondersteunt KVS in ’10-’13 het
artistieke parcours van Benjamin
Verdonck. / Avec toneelhuis et LLS
387, le KVS soutient en ’10-’13 le
parcours artistique de Benjamin
Verdonck. / In ’10-’13, KVS supports
Benjamin Verdonck’s artistic progress
together with toneelhuis and LLS 387.
RAAd VAN BEStuuR /
CoNSEIL d’AdMINIStRAtIoN /
BoARd oF dIRECtoRS
Afgevaardigden Stad
Brussel / Représentants de la Ville
de Bruxelles / Representatives of
the City of Brussels:
Hilde Vernaillen, yamila Idrissi,
Roel jakobs, Gertie Lindemans
& Hugo Weckx
Afgevaardigden Vlaamse Gemeenschap /
Représentants de la Communauté
flamande / Representatives of the
Flemish Community:
jos Geysels, Frank Meysman,
Mireille Schreurs, Linde de Corte
& jean-Pierre Rondas
Afgevaardigde Vlaamse Gemeenschapscommissie
/ Représentant de
la Commission communautaire
flamande / Representative of the
Flemish Community Commission:
Wim Borremans
Regeringscommissaris /
Commissaire du gouvernement /
Government Commissioner:
Marie-Paule Quix
MEt toELAGEN VAN / AVEC LE SoutIEN
dE / SuBSIdISEd By de Stad Brussel,
de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse
Gemeenschapscommissie,
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
SPoNSoRS de Morgen, Le Soir,
Brussel deze Week, Knack, Canvas,
Radio 1, Cobra.be
43

kvs_
muziek /
musiQue /
music
zita swoon group
neW olD WorlD
03.05 - 20:00
© gauthier bourgeois
sioen
08.03 – 20:00
fabrizio cassol
strange fruit
with oumou sangare, marie Daulne,
kris Dane, claron mcfaDDen, baba sissoko,
DaviD linx, eric legnini, stÉphane gallanD,
michel hatzigeorgiou anD manY others…
31.05 + 01.06 (tn) - 20:00
© gioVanni plozner
© mf plissart
aDmiral freebee
solo
05.04 - 20:00
bal in De box
14.04 + 15.06 - 22:00
© eD templeton