Evaluatie Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Lisse

Evaluatie Integraal Veiligheidsbeleid
gemeente Lisse
Evaluatie Woninginbraken
Evaluatie Hangjongerenproblematiek

Samenvatting
Een tekort aan meetgegevens en onduidelijk regie en communicatie, dat waren de twee conclusies
van de analyse van het integraal veiligheidsbeleid.
In deze evaluatie zal duidelijk gemaakt worden dat er inmiddels voldoende meetgegevens om de
veiligheidssituatie in kaart te brengen zijn, namelijk:
De Veiligheidsbarometer;
Jongeren in Beeld;
NIPO onderzoek;
Het burgerpanel;
Het kleurcodesysteem van de Politie;
Enquêtes, zoals de enquête ‘Veilig uitgaan in Lisse’;
De Veiligheidsmonitor 2008;
De Staat van de Gemeente 2008.
Op het gebied van regievoering en communicatie is er een hoop verbetert, maar valt er nog wel een
en ander te verbeteren.
Het speerpunt woninginbraken behoeft blijvende aandacht. Het hangjongerenvraagstuk is onderdeel
geworden van regulier beleid, en het is niet nodig het nog als speerpunt te handhaven.
Voorgesteld wordt om veiligheid in en om de school tot nieuw speerpunt van het integrale
veiligheidsbeleid te maken.
Speerpunt Woninginbraken
Het speerpunt aanpak woninginbraken is, mede door de aanpak op de verschillende onderdelen door
in- en externe partners, een aandachtsveld dat steeds meer raakt ingebed. Echter nog niet
voldoende en het is geen gemakkelijk proces. Het vergt tijd en veel energie. Het aantal
woninginbraken ligt in Lisse relatief laag. De stevige inzet op fysieke en planologische preventie
door middel van het PKVW door de gemeente en Trias draagt hier zeker aan bij. Het loopt
voortvarend bij huurwoningen en nieuwbouwprojecten. De aanpassingen bij bestaande
koopwoningen en het eventueel verbeteren van relevante omgevingsfactoren blijft echter nog
achter. Het blijft dus belangrijk om woninginbraken als speerpunt op de agenda te houden. De politie
stelt voor met dit speerpunt aan te haken bij de buurtschouwen en/of op basis van de inbraakcijfers
wijkgericht onder de aandacht te brengen.
Aanbeveling: het kernoverleg veiligheid verzoeken het speerpunt met gerichte acties een impuls te
geven met specifieke aandacht voor bestaande koopwoningen. Dit kan gerealiseerd worden met het
jaarlijks ter beschikking gestelde budget van € 15.000,-
Speerpunt Hangjongeren
Er is inmiddels een helder overzicht van de hangjongerenproblematiek in Lisse. De ketenpartners
weten elkaar te vinden, en zijn het over het algemeen eens en tevreden met de werkwijze. De
gezamenlijke aanpak van overlast veroorzakende hangjongeren door alle partners en de
communicatie (in- en extern) hierover is bepalend geweest voor de afname van het aantal
incidenten jeugdoverlast. Hangjongerenproblematiek is bij de verschillende disciplines onderdeel
geworden van het dagelijks bewustzijn; dat wil zeggen: het vraagstuk is onderdeel geworden van
regulier beleid. Hierdoor en ook nog eens in relatie tot de zeer beperkte omvang van het vraagstuk
bestaat dan ook niet langer de noodzaak om het als speerpunt te benoemen.
De aandacht voor en mogelijke aanpak van de hangjongerenoverlast vergt echter wel een blijvende
uitwisseling van informatie en een goede onderlinge communicatie. Het hangjongerenoverleg en een
goed gebruik van het programma ‘Jongeren in Beeld’ kunnen hier een belangrijke bijdrage aan
leveren.
2

Hierover worden daarom de volgende aanbevelingen worden gedaan:
1. Het hangjongerenoverleg regulier laten plaatsvinden, aansluitend aan het signaleringsoverleg. De
coördinator IV neemt hier het voortouw in.
2. In het hangjongerenoverleg met de ketenpartners de meest effectieve wijze van ‘vullen’ en
gebruiken van het programma Jongeren in Beeld vastleggen en hun commitment hierover
uitspreken.
3. Het overlastprotocol ondertekenen en hierover communiceren in De Lisser en de website.
Inleiding/aanleiding
In mei 2005 heeft de gemeenteraad ingestemd met het ‘Integraal Veiligheidsbeleid gemeente Lisse’.
Daaropvolgend heeft de gemeenteraad in november 2006 ingestemd de aanpak van drie
speerpunten verwoord in de notitie ‘Aanpak hangjongerenproblematiek, woninginbraken en
uitgaansoverlast’.
Dit document bevat een evaluatie van het Integraal Veiligheidsbeleid en een evaluatie van de
speerpunten woninginbraken en hangjongerenproblematiek. Daarnaast wordt in het kader van het
integraal veiligheidsbeleid een nieuw speerpunt geïntroduceerd.
Het speerpunt Uitgaansoverlast is geen onderdeel van deze evaluatie. In het Coalitieprogramma
2006-2010 is een relatie gelegd met het vraagstuk van de sluitingstijden. De proef met de ‘vrije’
sluitingstijden loopt tot 1 november a.s. en het onderzoek naar uitgaansoverlast zal dit najaar
worden afgerond. De evaluatie van dit speerpunt is voorzien voor de raadsvergadering van januari
2009.
Werkwijze
Voor de evaluatie van het veiligheidsbeleid zijn de conclusies uit de analyse van het integraal
veiligheidsbeleid als uitgangspunt genomen. De conclusie was dat
1. er een tekort is aan meetgegevens; en
2. dat bij de aanpak van het veiligheidsbeleid regie en deugdelijke communicatie ontbreken.
Om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken van de twee genoemde conclusies en de aanpak,
vormgeving en inbedding van het integrale veiligheidsbeleid zijn interviews gehouden met de
belangrijkste partijen die betrokken zijn bij (de uitvoering van) het veiligheidsbeleid. Er zijn
gesprekken zijn gevoerd met de burgemeester, politie, brandweer, hoofd Bestuurlijk Juridische
Zaken, beleidsmedewerker Jeugd en Speelruimte , TRIAS woondiensten en de
Jeugdopbouwwerkers.
Daarnaast wordt in de evaluatie nog kort ingegaan op de beleidsvelden die de gemeenteraad bij de
vaststelling van het veiligheidsbeleid als aandachtsgebieden heeft benoemd.
De speerpunten woninginbraken en hangjongerenproblematiek zijn eind 2007 reeds tussentijds
geëvalueerd. In de eindevaluaties worden de cijfers en acties uit de tussenevaluaties meegenomen
nader behandeld en beoordeeld.
Bij alle evaluaties is gebruik gemaakt van cijfers van de politie Hollands- Midden, voor zover deze ten
tijde van het opstellen van dit document beschikbaar waren. De bevindingen zijn vergeleken met de
uitgangspunten zoals die in het verleden zijn vastgesteld. Hierbij is getracht inzicht te geven in de
vraag in hoeverre de gestelde doelstellingen bereikt zijn, hoe de aanpak is verlopen, het
ambitieniveau nu en later en het nieuwe speerpunt.
3

Evaluatie Integraal veiligheidsbeleid
Bij de vaststelling van het Integraal Veiligheidsbeleid in 2005 zijn door de raad een twaalftal
aandachtgebieden benoemd, waaruit de 3 speerpunten zijn gekomen, nl. Woninginbraken,
hangjongeren en uitgaansoverlast. Hierna wordt eerst kort ingegaan op de aandachtsgebieden.
1. Woninginbraken
Dit onderwerp wordt verder behandeld in de evaluatie van het speerpunt ‘Woninginbraken’.
2. Roofovervallen
Roofovervallen, waaronder ook berovingen, vinden slechts sporadisch plaats in Lisse.
2005 2006 2007 1 e helft 2008
Straatroof/ roofoverval 2 5 3 2
3. Geweld tegen personen (inclusief huiselijk geweld)
140
120
100
80
60
40
20
0
60
50
40
30
20
10
0
Geweld algemeen
Geweld tegen personen (algemeen)
Geweld specifiek
2005 2006 2007 1e helft 2008
2005
2006
2007
1e helft 2008
Bedreiging
Openlijk geweld
Straatroof
Huiselijk geweld
Ongeveer de helft van de geweldgevallen is mishandeling. Vooral in de horeca, en dan met name in
de schoolvakanties, is er een toename waarneembaar van het aantal incidenten waarbij geweld met
eventuele verwondingen plaatsvindt. Betrokkenen daders en slachtoffers, komen vooral uit Lisse en
de direct omliggende gemeenten (Lisserbroek, Sassenheim en Voorhout). De politie spant zicht in de
4

aangiftebereidheid te vergroten en verklaart daarmee ook de toename van het aantal incidenten op
sommige onderdelen.
4. Jeugdcriminaliteit en 5. drugscriminaliteit
2005 2006 2007 1 e helft 2008
Drusgscriminaiteit (wo alcohol) 40 51 61 41
Jeugdcriminaliteit 83 97 104 57
120
100
80
60
40
20
0
Jeugdcriminaliteit
2005 2006 2007 1e helft
2008
80
60
40
20
0
Drugscriminaliteit (w o alcohol)
2005 2006 2007 1e helft
2008
De algehele tendens van criminaliteit in de gemeente (en ook landelijk) is dat verdachten/daders
steeds jonger worden. Een directe oorzaak hiervoor is niet bekend, ook al omdat de politie
jeugdcriminaliteit niet apart registreert. Het Jeugdopbouwwerk (JOL) is een belangrijke component
en voorpost in het gemeentelijk samenhangend jeugdbeleid, met name vanwege zijn sterk
signalerende functie. Met de pilot Buurtgericht werken en de komst van een buurtregisseur is hier
nog eens een belangrijke component aan toegevoegd. Ook het periodieke hangjongerenoverleg
biedt veel inzicht in de bewegingen en beweegredenen van jongeren. Drank- en drugsgerelateerde
incidenten zijn toegenomen. Uit informatie van de politie blijkt dat de toename in grote mate wordt
veroorzaakt door personen van Oosteuropese afkomst.
6. Sociale onveiligheid (vandalisme, overlast, vernieling, ordeverstoring, baldadigheid)
2005 2006 2007 1 e helft 2008
Vernieling aan openbaar vervoer 5 1 3 0
Vernieling van/ aan auto 128 88 118 61
6
4
2
0
Vernieling aan openbaar vervoer
2005 2006 2007 1e helft
2008
140
120
100
80
60
40
20
0
Vernieling van/aan auto
2005 2006 2007 1e helft
2008
5

Het aantal vernielingen is in Lisse betrekkelijk laag, in vergelijking met omliggende gemeenten. De
politie gaat er vanuit dat de stijging in 2007 het gevolg is van de mogelijkheid om via internet
aangifte te doen van vernielingen. De aangiftebereidheid neemt hierdoor duidelijk toe.
Het aantal overlastmeldingen is redelijk stabiel (zo rond de 800 meldingen per jaar), maar de aard is
veranderd. Het aantal meldingen van jeugdoverlast daalt behoorlijk; zo is na een gerichte aanpak en
samenwerking tussen politie, Jol, ondernemers en de gemeente de overlast in en rond Blokhuis tot
nagenoeg nul teruggebracht. De drank- en drugsgerelateerde incidenten nemen echter toen. De
reden van deze toename is hierboven bij punt 4 en 5 al aangegeven.
Zowel raad als college van Lisse hebben in het verleden de wens uitgesproken om (meer) tot
wijkbeheer te komen. Zo krijgen burgers meer invloed op hun eigen woon- en leefomgeving en
kunnen zij door die invloed eventuele wijzigingen bewerkstelligen. Ook het aanstellen van een
buurtregisseur heeft de mogelijkheden om op buurtniveau overleg te plegen met burgers vergroot.
Daarnaast worden de ‘lijnen met de gemeente’ door de burgers als korter ervaren, en wordt de
slagkracht van de gemeente vergroot. De eerste aanzetten, onder meer in de pilot Buurtgericht
werken 2007/2008, daartoe zijn nu gegeven en worden door de verschillende ketenpartners als erg
positief ervaren.
7. Diefstal van of vanuit een auto
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
Diefstal uit/vanaf auto's
2005 2006 2007 1e helft 2008
141 121 161 67
Autoinbraken zijn een terugkerend probleem in Lisse. De inbraken vinden met name plaats in de
Blinkerd, de Poelpolder en de Keukenhof. In de Poelpolder en de Keukenhof is dit met name het
geval omdat er behoorlijk veel auto´s staan, zonder dat daar veel direct zicht op is. In de Blinkerd
zijn, na een wijkschouw, concrete maatregelen genomen met betrekking tot het groen, de verlichting
en de bewoners hebben een brief ontvangen waarin de autoinbraken en de aanpak onder de
aandacht zijn gebracht. Er zijn sindsdien nauwelijks nog autoinbraken geweest.
8. Fietsendiefstal
180
160
140
120
100
80
60
40
20
0
Diefstal fiets/brom-/snorfiets
2005 2006 2007 1e helft
2008
166 129 147 96
In het grafiekje zijn alleen de gevallen
opgenomen waarvan daadwerkelijk
aangifte is gedaan. Het
gaat in 90% van de gevallen om
fietsendiefstal, diefstal van andere
tweewielers komt weinig voor. Verder
is voor de burgers fietsendiefstal een
grote ergernis en ziet het Rijk het
bestrijden ervan als speerpunt.
Doelstelling is 100.000 minder
gestolen fietsen in 2010 ten opzichte
van 2006.
6

Een landelijke Stuurgroep heeft een plan van aanpak ontwikkeld en de VNG spoort leden aan om
aandacht aan dit plan van aanpak te besteden. In 2008 wordt een landelijke publiekscampagne
georganiseerd.
In Lisse worden fietsen met name gestolen op plekken waar ook veel fietsen gebruikt worden: rond
horecagelegenheden en bij het Fioretticollege. Dit punt wordt onderdeel van het speerpunt
Veiligheid in en rond scholen.
9. Diefstal uit winkels of bedrijven
Het aantal winkeldiefstallen is vorig jaar fors toegenomen. De daders die worden aangehouden zijn
veelal jongeren, of personen van Oosteuropese herkomst. Dit laatste is ook vaak het geval bij
betrapte of gesignaleerde zakkenrollers. De politie heeft dit signaal opgepakt en agenten in
opleiding ingezet. Het aantal winkeldiefstallen tot nu toe in 2008 laat een hoopvolle vermindering
zien.
2005 2006
1e helft
2007 2008
Inbraak bedrijf/kantoor 67 47 76 36
Winkeldiefstal 49 42 72 26
80
60
40
20
0
10. Verkeer
Inbraak bedrijf/kantoor
2005 2006 2007 1e helft
2008
400
300
200
100
0
Verkeer/ongevallen
80
70
60
50
40
30
20
10
0
2005 2006 2007 1e helft
2008
Winkeldiefstal
2005 2006 2007 1e helft
2008
Het aantal aanrijdingen en het aantal letselgevallen is al een aantal jaren redelijk stabiel. In ongeveer
15% van de gevallen is er enig persoonlijk letsel. De politie is voornemens in de toekomst aandacht
te besteden aan het doorrijden na een ongeval en de ‘hotspotplekken’ binnen de gemeente.
7

In 2008 zijn er tot dusverre 27 aanrijdingen met letsel geweest. In de rest van de gevallen gaat het
om slechts materiele schade of doorrijden na een ongeval. Dit laatste kwam een keer voor bij een
aanrijding met letsel.
In het Samenwerkingsverband Holland Rijnland pleegt de gemeente overleg met 16 gemeenten en
een aantal externe partijen (waaronder bijvoorbeeld de Fietsersbond en 3VO) over verschillende
verkeersveiligheidsplannen, die allemaal voortvloeien uit Duurzaam Veilig. De gemeente heeft in
februari 2008 het Verkeerscirculatieplan 2006-2016 vastgesteld. Verder is in de Nota Impuls
Verkeersveiligheid onder meer te lezen dat in Lisse het aantal letselslachtoffers de laatste 3 jaar is
gedaald en heel hard op weg is om een afname van letselongevallen met 15%** geheel te halen. Het
districtsjaarplan van de Politie Duin- en Bollenstreek stelt, voor zover van belang, dat vooral op
wegen buiten de bebouwde kom streng gecontroleerd gaat worden op snelheidsovertredingen en
gevaarlijk verkeersgedrag, zoals het rijden onder invloed en het rijden zonder autogordel.
** genoemd in de Nota Mobiliteit
11. Milieu
De gemeente Lisse werkt in het kader van milieu met het Milieubeleidsplan 2008-2011. Hierin is
uitvoerig aandacht gegeven aan de verschillende facetten en ambities van het milieubeleid. Een van
de uitgangspunten uit dit plan is dat er jaarlijks wordt gerapporteerd wat de voortgang van de
projecten is en wat er waar is gemaakt van de ambities. De hieronder weergegeven grafiek geeft
het aantal milieugerelateerde overtredingen weer, uit zowel de APV als de wet Milieubeheer.
250
200
150
100
50
0
Milieu
2005 2006 2007 1e helft
2008
201 209 182 83
12. Risicobeheersing (rampbestrijding, gebruiksvergunningen en brandpreventie)
In 2007 is een (parttime) medewerker rampbestrijding gestart. Over de stand van zaken en
voortgang hieromtrent wordt u apart geïnformeerd. De inhaalslag gebruiksvergunningen is afgrond.
De gemeente Lisse heeft circa 170 gebruiksvergunningplichtige objecten. Op dit moment wordt de
controle op de gebruiksvergunningen – in tijdsplanning – uitgevoerd. In juni 2008 zijn de grote
horecagelegenheden in Lisse gecontroleerd en in orde bevonden.
Tekort aan meetgegevens en ontbreken van deugdelijke communicatie en regie bij aanpak van
de problematiek.
Tekort aan meetgegevens
Om ‘harde’ gegevens te hebben met betrekking tot zaken die op het terrein van Integrale Veiligheid
betrekking hebben, bestaan inmiddels de volgende gegevens/meetinstrumenten:
De Veiligheidsbarometer (zie hieronder).
Jongeren in Beeld. Op dit programma wordt nader ingegaan bij de evaluatie
hanjongerenproblematiek.
NIPO onderzoek. Dit is een continue monitoring van de dienstverlening binnen de gemeente.
In maart 2007 is een onderzoek uitgevoerd “Lissenaren over veiligheid, Lokaal Loket en de
Wmo.” Voor wat betreft Veiligheid was de belangrijkste conclusie is dat inwoners van de
gemeente Lisse zich veilig voelen in hun direct woonomgeving en weinig overlast ervaren.
Het burgerpanel;
8

Het kleurcodesysteem van de Politie; Herin wordt eens in de twee weken per locatie de
overlast weergegeven met een kleur. Hieruit volgt dan bijpassende actie. Zie hiervoor verder
de evaluatie van de hangjongerenproblematiek;
Enquêtes, zoals de enquête ‘Veilig uitgaan in Lisse’;
De Veiligheidsmonitor 2008 (wordt tweejaarlijks gehouden);
De Staat van de Gemeente.
Al met al is de indruk dat er op het werkveld ‘veiligheid’ en de daaronder vallende deelgebieden
inmiddels voldoende meetgegevens voorhanden zijn.
Het ontbreken van deugdelijke communicatie en regie
De tekortkomingen voor wat de communicatie tussen verschillende partijen betreft is onderwerp
geweest van de verschillende interviews die voor de totstandkoming van deze evaluatie. Uit deze
interviews en uit andere bevindingen komen de volgende beelden naar voren:
- De regiefunctie van de gemeente wordt weliswaar over het algemeen goed opgepakt, maar
dit vergt veel ambtelijke capaciteit;
- Het vervullen van de regierol gaat niet altijd even vlekkeloos;
- De lijnen tussen de verschillende instanties worden over het algemeen als kort beschouwd,
maar vaak slechts op ‘werkvloerniveau’;
- De integrale samenwerking behoeft blijvende aandacht;
- Het verloop in personeel binnen de samenwerkende instanties werkt niet bevorderlijk voor
de communicatie en het ‘binnenshuis’ houden van specifieke kennis.
Veiligheidsbarometer
In het coalitieprogramma 2006-2010 is opgenomen dat een veiligheidsbarometer zal worden
ingevoerd. In maart 2008 is de veiligheidsbarometer vormgegeven.
Met de grafiek wordt maandelijks aan de inwoners van Lisse getoond hoe het is gesteld met de
veiligheid gespecificeerd naar een aantal onderwerpen. Zo kan periodiek een vergelijk worden maakt
in het veiligheidsniveau naar onderwerp. De veiligheidsbarometer laat bijvoorbeeld zien hoeveel
aangiftes van auto-inbraken er in een bepaalde periode zijn gedaan en hoeveel meldingen van
jongerenoverlast bij politie en gemeente zijn ingediend.
Voor de keuze in de onderwerpen die in de veiligheidsbarometer verwerkt is ondermeer aansluiting
gezocht bij de speerpunten die voortvloeien uit het integraal veiligheidsbeleid. Voor het vullen van
de barometer wordt gebruik gemaakt van “objectieve” gegevens. Dit is, ook met het oog op de tijd
die het anders zou kosten om tot een weergave te komen, de meest logische keuze.
De volgende onderwerpen zijn in de barometer verwerkt: Woninginbraken, Uitgaansoverlast,
Hangjonderenproblematiek, Verkeersongevallen met persoonlijk letsel, Autodiefstallen en Huiselijk
geweld. De veiligheidsbarometer wordt maandelijks op drie manieren aan de burgers en instellingen
van Lisse bekend gemaakt, te weten 1. een publicatie in De Lisser; 2. een publicatie op de
internetpagina van Lisse en 3. een weergave op het bij de publieksbalie hangende beeldscherm.
250
200
150
100
50
0
VEILIGHEIDSBAROMETER LISSE
April Mei Juni
Uitgaansoverlast Hangjongerenoverlast Huiselijk Geweld
Woninginbraken Autodiefstal Verkeer
9

Wijkschouwen .
Naar aanleiding van klachten met betrekking tot parkeeroverlast die binnengekomen zijn hebben de
Brandweer en de Politie het voornemen geuit regelmatig te controleren of hierdoor de
bereikbaarheid van hulpdiensten niet in gevaar komt. Het parkeren van auto’s op het trottoir of op
smalle delen van de openbare weg neemt hand over hand toe; dit leidt niet alleen tot mogelijk
onveilige situaties, maar zorgt ook voor overlast voor voetgangers. Een controle in juni heeft in de
wijken Poelpolder, Meerenburgh en de Blinkerd een aantal knelpunten aan het licht gebracht,
waarop actie wordt ondernomen. De actie bestaat uit het meenemen van de knelpunten bij het
reguliere onderhoud van wegen en groenstroken. Zo wordt bezien of het mogelijk is om meer
parkeerplaatsen te realiseren, of wegen te verbreden. De Brandweer gebruikt ook het ‘gele kaartensysteem’:
verkeerd of blokkerend geparkeerde auto´s krijgen een waarschuwing onder hun
ruitenwisser, en de kentekens worden genoteerd. Bij meerdere notities volgt een bekeuring.
Het voornemen is om dit soort schouwen vaker en gerichter uit te voeren en burgers te informeren
over de noodzaak van bereikbaarheid van hulpdiensten.
Nieuw speerpunt
Veiligheid in en rond scholen;
De school hoort voor iedereen een veilige plek te zijn. De laatste tijd zijn er veel incidenten geweest,
bijvoorbeeld rond de Beekbrug. Gebleken is dat behoefte is aan een eenduidige aanpak, waarbij alle
relevante partijen een rol spelen.
Verschillende scholen in de duin- en bollenstreek en in Lisse het Fioretticollege en het Novacollege
zijn zelf al enige tijd bezig om schoolveiligheid te realiseren c.q. te vergroten. In de gemeente Leiden
is men al ver met de samenwerking op dit gebied met scholen. De politie Hollands- Midden en
Justitie werkt hier ook aan mee. Activiteiten die in het verleden zijn uitgevoerd, hadden echter
veelal een ad hoc karakter. Duidelijke bindende afspraken tussen partijen ontbreken. Hiervoor kan
nu het convenant Veiligheid in en om de school uitkomst bieden.
Er is, in samenwerking met de gemeente Hillegom, de middelbare scholen en de Politie Hollands-
Midden een convenant opgesteld. Dit convenant regelt de rol van de verschillende partijen op het
gebied van veiligheid, en wordt om de twee jaar geëvalueerd. De ondertekening is voor het Fioretti
College voorzien na de zomer, waarna het Nova College zal volgen.
Vervolgens zal, overigens zonder de gemeente Hillegom, overleg gevoerd gaan worden met de
basisscholen om tot een convenant te komen. Met name, althans meer dan voor de middelbare
scholen, zal hierbij ook aandacht worden geschonken aan de veiligheid rondom de scholen, zoals de
verkeerssituatie.
Verdere uitwerking van dit speerpunt zal plaatsvinden in het Kernoverleg Veiligheid. Voor nietfysieke
maatregelen ter bevordering van de veiligheid in en rond de school zal worden aangesloten
bij het actieplan ‘Duurzaam veilig’. Hiervoor is geen verder budget vereist.
10

Conclusies
Integraal veiligheidsbeleid;
Inmiddels is een heel scala aan meetgegevens voorhanden, die afzonderlijk en gezamenlijk een goed
beeld geven van de integrale veiligheid in Lisse.
Qua regie en communicatie is er weliswaar veel verbeterd, maar is er nog veel te winnen. Zo is
blijvende aandacht voor onderlinge afspraken en het elkaar op de hoogte houden van cruciaal
belang.
De lijnen zijn op communicatievlak weliswaar kort, maar toch wordt contact soms als moeizaam
ervaren. Ook het verloop in personeel werkt niet bevorderlijk voor de communicatie.
Het aantal geweldsmeldingen is in de afgelopen periode toegenomen, net als de drugs- en
alcoholgerelateerde incidenten. Dit kan te maken hebben dat, door het inzetten van
toezichthouders, het aantal gesignaleerde incidenten is toegenomen, en niet zozeer het aantal
incidenten opzich.
Aanbevelingen
Organisatorische aanbevelingen:
1. taken neerleggen en laten waar ze horen: op bovengemeentelijk-, gemeentelijk- of
wijkniveau;
2. samenwerking met partners in veiligheid continueren en daar waar nodig versterken en
uitbreiden, bijvoorbeeld richting Alverha en scholen;
3. veiligheid blijven benaderen als integraal samenhangend concept;
4. de evaluaties eens per jaar plaats laten vinden;
5. ten behoeve van de borging van het oplossing de bewoners betrekken bij het
verbeterproces;
Doelmatige aanbevelingen:
1. gebruikmaken van de expertise en betrokkenheid van de bewoners (bewonersparticipatie),
waardoor de sociale kwaliteit verbetert. De buurtregisseur kan hierin een scharnierfunctie
vervullen;
2. gericht investeren in sociale kwaliteit, wat een direct positief effect heeft op de veiligheid en
indirect door afname van dreiging en overlast op veiligheid;
3. investeren in het voorkomen van jeugdoverlast;
4. blijvend onder de aandacht brengen van het PKVW, met name in de particuliere sector;
Aanbevelingen op basis van individuele bevindingen
1. intensiveer de wijkschouwen, om de bereikbaarheid van buurten voor hulpdiensten te
garanderen;
2. actief de verrommeling van de openbare ruimte tegen gaan, door aanpak van
parkeerproblematiek. De GOA kan hierin een sleutelrol spelen;
11