here - Nationaal Park De Meinweg

4. Snel vluchten
Aan de onderkant van de hellingen zijn moerasachtige
heidevelden ontstaan doordat het
grondwater zich daar verzamelt. In deze vochtige
terreinen groeien zeldzame planten en leeft de
adder. De kans om er één te zien is niet groot,
maar soms steken ze het pad wel eens over: een
toevalstreffer! Adders zijn giftig maar zolang ze
zich niet aangevallen voelen, zullen ze niets doen.
Op deze heidevelden houdt Staatsbosbeheer
zoveel mogelijk variatie in plantengroei in stand,
zodat de adders op de open plekken kunnen
zonnen en bij gevaar snel in de begroeiing
kunnen vluchten. Dit geldt trouwens ook voor de
vele andere reptielen die in De Meinweg leven,
zoals de zandhagedis, levendbarende hagedis,
hazelworm en gladde slang.
Na een vierde rooster loopt u het bos in. Bij de
eerste kruising RA de bredere onverharde weg op.
Onder spoorviaductje (IJzeren Rijn!) door. Volg het
brede pad, negeer alle zijwegen. Honderd meter
na het viaduct ligt aan de rechterzijde een verstild
bosven, het Vlodropper Ven.
5. Onderduiken
Het Vlodropper Ven is één van de ongeveer
negentig vennen en vennetjes in De Meinweg. De
begroeiing in dit ven is weelderig. Er leven veel
kikkers en libellen en ieder jaar broedt er een
koppel dodaarzen, kleine fuutjes die voortdurend
onderduiken op zoek naar voedsel.
Vanaf het ven terug naar de brede zandweg, in
dezelfde richting RD. Ruiterpad kruisen. Tweede
kruisende ruiterpad (dit is bij dikke Amerikaanse
eik) RA inlopen.
Na een paar honderd meter door klaphekje het
bos uit, het landbouwgebied in. Honderd meter
verder LA, eikenlaan in, in de richting van twee
grote tuincentra verderop. Volg asfaltweggetje
tussen de tuincentra door. Deze RD blijven volgen,
op driehoekige T-splitsing RA.
6. Pimpernel
Dit laaggelegen gebied heet het Herkenboscher
Broek. Die naam geeft aan dat het altijd al een
vochtig gebied was. Tegenwoordig wordt het
Wandelroute De Meinweg
voor meer informatie: info@staatsbosbeheer.nl of www.staatsbosbeheer.nl
overtollige water afgevoerd via gegraven beekjes.
Opvallend zijn de bermen vol met bloemen, zoals
de Grote Pimpernel die in de zomer opvallende
donkerrode knopige bloemen heeft
Weg blijven volgen, bij volgende T-splitsing, RA, in
bos LA en na water nogmaals LA.
7. Turfkuilen
De waterplassen in dit moerasachtige bos zijn
oude lopen van de rivier de Roer. Door de
eeuwen heen heeft de loop van de rivier zich
steeds verplaatst. Als een meander of loop van de
rivier werd afgesloten, blijft het water stilstaan en
gaat het langzaam verlanden. De naam
Turfkoelen (turfkuilen) geeft aan dat de mensen
hier vroeger turf als brandstof hebben gewonnen.
RD langs weg met essen. Bij grote weg LA
fietspad op en RA het eerste onverharde pad in (u
hebt hier zicht op de Beatrixhof). Bij de
toegangsweg van deze boerderij RA door de
beukenlaan, dan LA de smalle asfaltweg op. Deze
weg blijven volgen.
8. Onder water
Op sommige plaatsen is hier zicht op de Roer die
zich door het landschap snijdt. Gemiddeld elke vijf
jaar treedt de snelstromende Roer ’s winters flink
buiten zijn oevers. Dan kan het totale Roerdal tot
aan Roermond onder water staan. Met het
rivierwater komt veel voedselrijk slib mee dat in
het gebied achterblijft. Van oudsher is dit gebied
daarom interessant voor de landbouw.
Bij een grote poel met de bocht naar rechts mee,
terug naar het dorp. In Herkenbosch door de
Hammerstraat. Negeer alle (ook grotere)
zijstraten, iets verder wordt de straat omzoomd
door grote laanbomen. Ga RA, het fiets/voetpad
naar kasteel Daelenbroeck op (Kasteellaan). Na
ca. 400 m door het kleine hek rechts van het
toegangshek.
9. Daelenbroeck
Kasteel Daelenbroeck was eeuwenlang van
strategisch belang. Van hieruit konden de kasteelheren
in de 14de eeuw de handelsroutes naar