Advies over draagkracht OostvaardersWold - ARK Natuurontwikkeling
Advies over draagkracht OostvaardersWold - ARK Natuurontwikkeling
Advies over draagkracht OostvaardersWold - ARK Natuurontwikkeling
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Notitie <strong>draagkracht</strong> <strong>OostvaardersWold</strong><br />
Definitief<br />
Deze notitie is opgesteld naar aanleiding van de vraag vanuit de Provincie Flevoland <strong>over</strong> de<br />
<strong>draagkracht</strong> van het <strong>OostvaardersWold</strong>, dat wil zeggen, het aantal grote grazers dat in het gebied kan<br />
<strong>over</strong>leven. Deze notitie is een aanvulling op het “<strong>Advies</strong> Strategisch Beheer <strong>OostvaardersWold</strong>”.<br />
Theoretische <strong>draagkracht</strong><br />
Geen natuurgebied is één op één vergelijkbaar met het nog te ontwikkelen <strong>OostvaardersWold</strong>.<br />
Vanuit de <strong>draagkracht</strong> van de Oostvaardersplassen kan wel een theoretische en globale <strong>draagkracht</strong><br />
voor het <strong>OostvaardersWold</strong> berekend worden. Algemeen wordt aangenomen dat de huidige<br />
aantallen dieren op het circa 2000 ha grote droge deel van de Oostvaardersplassen <strong>over</strong>eenkomen<br />
met de <strong>draagkracht</strong> van dit gebied. Bij een ruwe extrapolatie van deze <strong>draagkracht</strong> naar het<br />
<strong>OostvaardersWold</strong> wordt geschat dat in het <strong>OostvaardersWold</strong> ruimte is voor circa 200<br />
heckrunderen, 400 koniks en 2000 edelherten. Hierbij is rekening gehouden met de zonering voor de<br />
grote grazers in het <strong>OostvaardersWold</strong>, waarbij niet alle grazers <strong>over</strong>al kunnen komen.<br />
<strong>OostvaardersWold</strong> is niet Oostvaardersplassen<br />
Daarbij moet nadrukkelijk een aantal kanttekeningen geplaatst worden. De Oostvaardersplassen<br />
kennen een andere inrichting en uitgangspositie dan voor <strong>OostvaardersWold</strong> wordt voorgestaan. Zo<br />
is een groot aantal kavels in de Oostvaardersplassen specifiek geschikt gemaakt voor grauwe ganzen,<br />
die een belangrijke rol hebben als grazer van onder meer jong riet. Omwille van de ganzen werd<br />
onder andere de vegetatie kort gehouden en zijn plasdrasgraslanden ontwikkeld. Medio jaren 80 is<br />
hiervoor een aantal heckrunderen en koniks geïntroduceerd, tien jaar later een aantal edelherten. De<br />
grondsoort is wel vergelijkbaar, maar in tegenstelling tot grote delen van de Oostvaardersplassen<br />
staan grote delen van het <strong>OostvaardersWold</strong> onder invloed van dynamische waterpeilen. Daarnaast<br />
zijn in het <strong>OostvaardersWold</strong> recreanten toegestaan, die een nog onbekende invloed hebben op het<br />
voorkomen en de verspreiding van de grote grazers in ruimte en tijd. Het is bijvoorbeeld denkbaar<br />
dat edelherten de recreanten mijden en (delen van) het <strong>OostvaardersWold</strong> vooral in de winter zullen<br />
bezoeken.<br />
Overeenkomstig de Structuurvisie <strong>OostvaardersWold</strong> wordt het <strong>OostvaardersWold</strong> een grootschalig,<br />
voedselrijk en dynamisch samenhangend systeem, kenmerkend voor een delta. Het landschap wordt<br />
gevormd door natuurlijke processen zoals de werking van wind, water en/of grote grazers. Het<br />
bestaat uit een breed scala van in tijd en ruimte wisselende landschapselementen zoals moeras,<br />
zoete plas, kruiden- en faunarijk grasland, ruigte, struweel en haagbeuk-essenbos.<br />
Op de hoger gelegen gronden is een meer droge en bosrijke omgeving aanwezig die beschutting<br />
geeft bij slechte weersomstandigheden. In het lager gelegen deel is sprake van moerasvorming,<br />
<strong>over</strong>stromingsvlaktes en een relatief hoge dynamiek, beïnvloed door de weersomstandigheden en de<br />
seizoenen. De bodem is voedselrijk, planten en dieren groeien snel en kunnen in massale aantallen<br />
voorkomen. Ze kunnen ook weer snel verdwijnen als de omstandigheden minder gunstig worden. Uit<br />
ervaringen uit diverse referentiegebieden waar grote grazers voorkomen zoals de Veluwe, Gelderse<br />
Poort en Oostvaardersplassen maar ook in bijvoorbeeld Polen, Bulgarijë, Letland en Frankrijk mag<br />
verwacht worden dat de verplaatsing van grote grazers door het gebied bepaald zal worden door
zojuist genoemde invloeden, maar ook bijvoorbeeld als gevolg van de mate van aanwezigheid van<br />
recreanten.<br />
Het bepalen van de <strong>draagkracht</strong> van een nieuw natuurgebied met een dynamiek en omvang als het<br />
<strong>OostvaardersWold</strong> en drie soorten grote grazers is gelet op voorgaande een uiterst onzekere<br />
theoretische exercitie.<br />
Jong struweel is goed voedsel, maar met het ouder en compacter worden van struweel schermt dit<br />
soms aanzienlijke oppervlaktes af van snoeiende of grazende herbivoren. Bos biedt soms weinig<br />
graasmogelijkheden, maar de eikels en noten van eik en beuk (mast) kan in jaren met veel mast de<br />
<strong>draagkracht</strong> van een terrein aanzienlijk verhogen. Soorten grazers concurreren niet alleen met<br />
elkaar, maar faciliteren elkaar ook. De ene soort maakt het landschap daarbij geschikter voor de<br />
andere soort. Ook is de aantalverhouding tussen de soorten aan verandering onderhevig. Bovendien<br />
speelt het weer een belangrijke rol: in gunstige jaren is de <strong>draagkracht</strong> veel groter dan in jaren met<br />
hoge waterstanden, droge zomers, lange winters, etc. Tevens speelt de concurrentie die grote<br />
grazers ondervinden van kleinere grazers een rol, bijvoorbeeld door konijnen of door broedende,<br />
ruiende of <strong>over</strong>winterende ganzen. De aantallen konijnen kunnen sterk variëren en ganzen zijn niet<br />
aan terreingrenzen gebonden, waardoor ze altijd naar elders kunnen uitwijken of juist in grote<br />
aantallen arriveren als de omstandigheden voor hun gunstig zijn. Draagkracht is dus geen vaststaand<br />
getal, maar iets dat afhankelijk is van veel factoren.<br />
<strong>ARK</strong> merkt nog op dat er in de Oostvaardersplassen nu in totaal veel minder dieren aanwezig zijn dan<br />
de Oostvaardersplassen en het <strong>OostvaardersWold</strong> samen aan kunnen. In de loop van de jaren<br />
groeien de kuddes langzaam tot de daadwerkelijke <strong>draagkracht</strong>. De conditie van de dieren aan het<br />
eind van de winter is een goede maat voor het benaderen van de <strong>draagkracht</strong>.<br />
Conclusie<br />
De <strong>draagkracht</strong> van een natuurgebied en dus de aantallen grazers die er kunnen <strong>over</strong>leven is geen<br />
vast getal, maar afhankelijk van tal van factoren. Op basis van een ruwe vergelijking met de<br />
Oostvaardersplassen wordt ingeschat dat het <strong>OostvaardersWold</strong> ruimte biedt aan circa 200<br />
heckrunderen, 400 koniks en 2000 edelherten, waarbij de onderlinge aantalverhoudingen kunnen<br />
variëren en daarmee het totaal aantal dieren. De begraasbaarheid van de vloedvlakte is afhankelijk<br />
van neerslag en dit kan resulteren in veel geringere aantallen dieren. De additionele graasdruk van<br />
ganzen en de ontwikkeling van het bos en struweel in de loop van de jaren bepalen echter mede<br />
hoeveel dieren daadwerkelijk voor zullen komen. Daarbij is het <strong>OostvaardersWold</strong> verbonden met<br />
het Horsterwold en de Oostvaardersplassen, waardoor de aantallen op een willekeurig moment sterk<br />
beïnvloed worden door immigratie en emigratie. Ook het ontwijken of juist negeren van recreanten<br />
zal een grote invloed hebben op het voorkomen van de verschillende soorten grazers in het<br />
<strong>OostvaardersWold</strong>.<br />
Leo Linnartz<br />
<strong>ARK</strong> <strong>Natuurontwikkeling</strong><br />
27 september 2010