Kol Peter Wijninga - Nederlandse Officieren Vereniging
Kol Peter Wijninga - Nederlandse Officieren Vereniging
Kol Peter Wijninga - Nederlandse Officieren Vereniging
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Kol</strong> P.W.W. WIJNINGA<br />
O PI N I E<br />
Een<br />
vliegverbod<br />
tijdens de<br />
Arabische<br />
Lente<br />
Carré 4 - 2011 pagina 16<br />
Een no-flyzone is een gebied waar een vliegverbod<br />
heerst. Dergelijke zones zijn meestal opgezet in een<br />
militaire context, zoiets als een gedemilitariseerde zone<br />
in de lucht, en meestal om militaire vliegtuigen van een<br />
oorlogvoerend land in de regio te verbieden.<br />
Wikipedia<br />
The Security Council….<br />
Decides to establish a ban on all flights in the airspace<br />
of the Libyan Arab Jamahiriya in order to help protect<br />
civilians….<br />
UN Security Council Resolution 1973, 17 maart 2011<br />
Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat een oorlog vanuit de<br />
lucht kan worden gewonnen, zelfs met enige steun van<br />
de bevolking.<br />
Arnon Grunberg, Volkskrant, 28 maart 2011<br />
Wie gedacht had dat we na onze terugtrekking uit<br />
Uruzgan en met de grote bezuinigingsoperatie van<br />
Defensie in het vooruitzicht geen nieuwe militaire<br />
operaties meer zouden aangaan, weet inmiddels wel<br />
beter. Nederland heeft niet alleen besloten een politietrainingsmissie<br />
in Kunduz, Afghanistan, te ondersteunen,<br />
maar we nemen sinds kort ook nog deel aan het<br />
afdwingen van een wapenembargo en vliegverbod tegen<br />
het Libië van Muamar Kadhafi. Tussendoor hebben we<br />
wat Nederlanders en andere niet-Libische burgers weten<br />
te evacueren uit dat land met KDC-10, C-130 en een<br />
poging ondernomen met een Lynx-helikopter……<br />
Een vliegverbod boven Libië! Een déja-vu gedachte dringt<br />
zich op. De eerste keer dat we van een vliegverbod<br />
hoorden was na afloop van de Golfoorlog van 1991, toen<br />
in het noorden van Irak een vliegverbod van kracht werd<br />
om de Koerden te beschermen tegen Sadam Hoessein’s<br />
luchtmacht en in het zuiden van Irak om de sjiïtische<br />
moeras-Arabieren te beschermen. Dat vliegverbod bleef<br />
tot 2003 in stand, maar was weinig succesvol, waarna<br />
de Verenigde Staten besloten tot de inval. Ook tijdens<br />
de Bosnische oorlogen was vanaf 1993 een vliegverbod<br />
van kracht onder de naam Deny Flight. Dat leverde<br />
evenmin veel op, want het mandaat om door te pakken<br />
was gekoppeld aan een zogenaamd dual-key besluit, dat<br />
wil zeggen, zowel NAVO als de VN moesten het eens<br />
zijn over een eventuele offensieve actie. In 1995 hebben<br />
we in Srebenica geleerd dat dit op niets uitliep, met<br />
afschuwelijke gevolgen.<br />
Het vliegverbod boven Libië tekende zich al enige tijd<br />
af. De opstandelingen tegen het regime van Kadhafi<br />
boekten aanvankelijk in het oosten van het land veel<br />
succes en hadden de regio ten oosten van Ras Lanuf en<br />
nog enkele plekken in het westen van het land vrijwel<br />
geheel onder controle. Totdat Kadhafi’s troepen tot de<br />
tegenaanval overgingen. Toen bleek al gauw het gebrek<br />
aan organisatie en militaire ervaring aan de kant van de<br />
opstandelingen en het overwicht aan zware wapens aan<br />
de kant van Kadhafi. Het was een kwestie van tijd dat<br />
de opstandelingen het onderspit zouden delven met een<br />
welhaast voorspelbare bloedige afrekening tot gevolg.<br />
Wat voorts opviel, was dat de opstandelingen vrijwel<br />
unaniem waren in hun afwijzing van buitenlandse<br />
inmenging op de grond. Het doet weer terugdenken<br />
aan de Arabische, maar ook Afghaanse, aversie tegen<br />
buitenlandse aanwezigheid – zelfs ter verdediging of<br />
ondersteuning – op eigen grondgebied. In ieder geval<br />
was het op zeker moment wel klip en klaar dat zonder<br />
ondersteuning van buitenaf de opstand gedoemd zou<br />
zijn te mislukken. De opstandelingen werden steeds<br />
verder terug gedrongen naar het oosten van het land<br />
en Benghazi werd al bedreigd.<br />
De Libische opstandelingen staan niet alleen in hun<br />
afwijzing van interventie op de grond. Natuurlijk staat
de Arabische Liga ook niet te trappelen bij dit soort<br />
ideeën, maar belangrijker nog is dat de westerse<br />
mogendheden helemaal niet peinsden over dit soort<br />
militaire ondernemingen. Men had echter wel zijn<br />
bekomst van Kadhafi en dat ook meermalen zo geuit;<br />
het vertrek van Kadhafi was in de ogen van het Westen<br />
onvermijdelijk.<br />
Er ontstond dus een situatie die vanuit westerse<br />
optiek bijna als vanzelf moest leiden tot de keuze die<br />
men uiteindelijk heeft gemaakt: Kadhafi moet weg, de<br />
opstandelingen worden zonder hulp van buitenaf in de<br />
pan gehakt en interventie met grondtroepen is in ieders<br />
ogen zeer ongewenst. Daar komt bij dat niets doen in de<br />
ogen van velen, met name in Amerikaanse ambtelijke en<br />
diplomatieke kringen, een non-optie was. Het deed hun<br />
te veel denken aan het niet handelen van internationale<br />
gemeenschap tijdens het bloedbad in Rwanda in 1994.<br />
Wat blijft er dan over? Aangezien Kadhafi ook zijn<br />
luchtmacht inzette tegen de opstandelingen, lag een<br />
vliegverbod voor de hand. Kadhafi had echter niet<br />
alleen zijn luchtmacht in de strijd geworpen, maar ook<br />
zijn zwaar gemechaniseerde grondtroepen met tanks<br />
en artillerie. Daarnaast duurden de internationale<br />
beraadslagingen over een dergelijke actie zolang dat<br />
een vliegverbod mogelijk te laat zou komen. Het is<br />
vooral aan de overtuigingskracht van de Amerikaanse<br />
VN-ambassadeur Susan Rice te danken dat er uiteindelijk<br />
een Amerikaans voorstel in de VN Veiligheidsraad in<br />
stemming werd gebracht waarin, naast het vliegverbod<br />
en een wapenembargo, de mogelijkheid werd geboden<br />
de burgers ook te beschermen tegen aanvallen door<br />
Kadhafi’s troepen. Verrassend genoeg werd haar<br />
voorstel snel aangenomen en maakten Rusland en<br />
China geen gebruik van hun vetorecht, wat als impliciete<br />
instemming kan worden beschouwd. Het aanvallen<br />
van Kadhafi’s grondtroepen, inclusief zijn tanks en<br />
artillerie, die tegen de opstandelingen werden ingezet,<br />
was daarmee geoorloofd.<br />
Als we dan terugkijken naar de no-fly zones boven<br />
Irak en Bosnië, dan gaat de vergelijking met Libië al<br />
gauw mank. In die historische gevallen bestond geen<br />
mandaat voor het aanvallen van grondtroepen, slechts<br />
voor zelfverdediging. Dat was het grote manco van die<br />
operaties. De vergelijking gaat eerder op – hoe vreemd<br />
dat ook klinkt – voor de luchtacties boven Kosovo in<br />
het kader van operatie Allied Force 1999. Ook tijdens de<br />
crisis in Kosovo deinsden de westerse mogendheden<br />
terug voor het sturen van grondtroepen. Allied Force was<br />
echter zeker geen afdwinging van een vliegverbod, er<br />
werd vooral gebombardeerd. Het succes daarvan wordt<br />
tot op de dag van vandaag door sommigen in twijfel<br />
getrokken. Het liet in ieder geval lang op zich wachten.<br />
Maar in Kosovo zelf was de operatie aanvankelijk<br />
succesvoller dan Servië. Dat had veel te maken met<br />
het optreden van wat in het westen bekend werd als<br />
de Kosovo Liberation Army, de KLA, beter bekend onder<br />
de Kosovaars-Albanese afkorting UÇK. Hoewel de<br />
paramilitaire UÇK-milities ook van misdrijven tegen<br />
de etnisch Servische minderheid in Kosovo werden<br />
beschuldigd, hebben hun acties tegen het Servische leger<br />
in Kosovo zeker ook tot effect gehad dat het Servische<br />
leger zich bloot moest geven en dus een doelwit werd<br />
voor de luchtaanvallen van de NAVO. In die specifieke<br />
situatie werd duidelijk dat een luchtoffensief tegen een<br />
regulier grondleger effectief kan zijn met steun van<br />
opstandelingen uit de bevolking. De UÇK zijn destijds<br />
ook wel eens aangeduid als “de grondtroepen” van de<br />
NAVO. En dat was slechts ten dele bedoeld als grapje.<br />
Overigens vervulde de Noordelijke Alliantie tijdens de<br />
Amerikaanse aanval op het Taliban-regime in Afghanistan<br />
een soortgelijke rol.<br />
Bij het schrijven van dit stukje lijkt zich de geschiedenis<br />
deels te herhalen. Strategisch gezien is de situatie in Libië<br />
totaal anders dan in Kosovo, maar in tactisch opzicht is er<br />
veel overeenkomst. Doordat Kadhafi de opstandelingen<br />
met zwaar gemechaniseerde grondtroepen aanvalt, stelt<br />
hij zich bloot aan luchtaanvallen ter bescherming van de<br />
burgers die in opstand zijn gekomen. Of omgekeerd:<br />
dankzij de luchtaanvallen op Kadhafi’s zware wapens<br />
boeken de opstandelingen uit de bevolking van Libië<br />
weer winst op Kadhafi’s grondtroepen.<br />
Of Arnon Grunberg gelijk krijgt of niet met zijn stelling<br />
in de Volkskrant doet helemaal niet ter zake. Het is een<br />
kwestie van semantiek. Het is een oorlog op de grond<br />
met steun vanuit de lucht. Maar je kunt het ook zien als<br />
een oorlog vanuit de lucht met steun van de bevolking<br />
op de grond. Voor de politici en strategen maakt het<br />
verschil, voor de mensen op de grond en in de lucht<br />
helemaal niet.<br />
De Arabische Lente zet door in Libië.<br />
Carré 4 - 2011 pagina 17