AL-24-34 - Intranet - Cah

D.2 Becijfering
De examinatoren beoordelen tentamenresultaten binnen een module volgens de in
het modulewerkboek aangegeven berekeningswijze. Een cijfer voor een
moduleonderdeel rondt hij op gehele getallen af:..,50 naar boven en ..,49 naar
beneden. Indien gewenst kan ook gebruik worden gemaakt van een
goed/voldoende/onvoldoende beoordeling.
D.3 Herkansingen
Indien een module niet voldoende is, kan de student het resultaat van één
of meer moduleonderdelen door middel van herkansingen verbeteren.
D.3.1 Algemene regels rondom herkansen
1 De student heeft recht op een herkansing voor de onderdelen van een module,
zolang het moduleonderdeel geldig is.
2 Indien de geldigheidstermijn van een moduleversie is verstreken en de student heeft
nog geen voldoende resultaat behaald, krijgt de student een intekening voor de
nieuwe moduleversie. Dat kan betekenen, dat de student moduleonderdelen opnieuw
zal moeten volgen.
3 Ook moduleonderdelen die met een 6 (zes) of hoger zijn afgesloten kan een
student herkansen.
4 Het resultaat van de herkansing vervangt het eerste resultaat. Indien de student na
inschrijving niet aan een herkansing deelneemt, krijgt hij het cijfer 1 (één).
D 3.2 Planning van herkansingen
1 Herkansingen worden aangeboden volgens het tentamenjaarrooster, waarin ook de
momenten van herkansing voor elk tentamen opgenomen zijn. Uitgangspunt is, dat
herkansingen zo spoedig mogelijk na het reguliere tentamen worden aangeboden.
2 Voor een moduleonderdeel heeft een student het recht op 2 (twee) tentamen
momenten binnen de termijn van één jaar.
D.4 Registratie Studievordering
1 De instelling registreert studievorderingen.
2 Een student ontvangt studiepunten door:
a. Voldoende modules.
Voor een voldoende module kent de examencommissie het aantal studie
punten toe dat daarvoor in het leerplan vermeld staat.
b. Voldoende moduleonderdelen.
Voor elk moduleonderdeel dat de student met een tentamen afsluit en
waarvoor hij een voldoende beoordeling krijgt (minimaal 6), ontvangt hij één
studiepunt per 28 sbu.
E Voortgangsbeoordeling na het eerste studiejaar
E.1 Algemeen
1. Twee keer per jaar (na semester 1 en na semester 2) wordt voor elke student de
studievoortgang vastgesteld door de beoordelingsvergadering.
2. Het eind van een semester valt in januari/februari en juni/juli. Indien na afloop van het
betreffende semester nog modules of moduleonderdelen van het betreffende
leerplanjaar gepland staan, zijn voor de voortgangsbeoordeling alleen de modules en
moduleonderdelen van toepassing die voor het eind van het betreffende semester
door het moduleteam zijn beoordeeld.
4