09.09.2013 Views

Bronnendossier - David van der Linden

Bronnendossier - David van der Linden

Bronnendossier - David van der Linden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Bronnendossier</strong><br />

De herroeping <strong>van</strong> het Edict <strong>van</strong> Nantes:<br />

Religie, migratie en politiek in<br />

vroegmo<strong>der</strong>n Europa<br />

Samenstelling:<br />

<strong>David</strong> <strong>van</strong> <strong>der</strong> <strong>Linden</strong><br />

Universiteit Utrecht © 2011


I. Primaire bronnen<br />

Bron 1. Toespraak <strong>van</strong> intendant René de Marillac op het stadhuis <strong>van</strong> Rouen, 31 oktober<br />

1685, Archives Municipales Rouen, inv. nr. A28, vroedschapresoluties 1671-­‐1694, f. 283v.<br />

Hij [Marillac] zei dat het de wens <strong>van</strong> de Vorst was dat er voortaan niet meer dan één Re-­‐<br />

ligie in zijn Koninkrijk is, dat dit de glorie <strong>van</strong> God en het belang <strong>van</strong> de staat diende, dat<br />

de diversiteit <strong>van</strong> ideeën in zaken <strong>van</strong> geloof onvermijdelijk tot dezelfde diversiteit leid-­‐<br />

de in alle civiele zaken, dat het onmogelijk was zulke tegenstrijdige belangen te voorko-­‐<br />

men dan door alle harten te verenigen in eenzelfde geloof, opdat ze slechts door één<br />

geest gedreven worden, en in alle zaken dus hetzelfde doel voor ogen hebben. Diegenen<br />

on<strong>der</strong> u die vrijelijk terugkeren naar de Katholieke Religie zullen door Zijne Majesteit als<br />

loyale on<strong>der</strong>danen worden behandeld en zullen door hem overladen worden met gun-­‐<br />

sten, maar zij die volharden in hun criminele standvastigheid zullen beschouwd worden<br />

als on<strong>der</strong>danen die rebelleren tegen God en de Vorst, en we gedwongen zijn tegen hen de<br />

noodoplossingen in te zetten die ons zijn gezonden om hun onfortuinlijke koppigheid te<br />

breken, namelijk troepen bij hen inkwartieren totdat ze hun dwalingen hebben afgezwo-­‐<br />

ren.<br />

Bron 2. Secretaris <strong>van</strong> de markies De Beuvron aan de vroedschap <strong>van</strong> Rouen, Dieppe 26<br />

november 1685, Archives Municipales Rouen, inv. nr. 398, correspondentie met de<br />

vroedschap <strong>van</strong> Rouen, ff. 12r-­‐v.<br />

/f. 12r/ Mijnheer de markies De Beuvron gelast me u te de verordening mede te delen<br />

die hij hier heeft gebruikt jegens de bevolking <strong>van</strong> de R.P.R. [Religion Prétendue Réfor-­‐<br />

mée] <strong>van</strong> deze stad, met als doel ze te intimi<strong>der</strong>en en hen te dwingen zo snel mogelijk<br />

hun geloof af te zweren. Hij heeft de stad in meer<strong>der</strong>e wijken opgedeeld en heeft evenzo-­‐<br />

veel manschappen <strong>van</strong> zes tot acht personen samengesteld, zowel soldaten als stadsma-­‐<br />

gistraten, en ie<strong>der</strong>e eenheid werd geleid door de luitenant-­‐generaal, mijnheer Esne, of<br />

door de vroedschappen en de wijkmeesters, die waren verdeeld over de eenheden. De<br />

manschappen hebben een meest nauwkeurige inspectie verricht in alle kamers /f. 12v/<br />

<strong>van</strong> ie<strong>der</strong> huis om te weten hoeveel personen er nog restten om te bekeren, om hun na-­‐<br />

men te noteren in een register dat ie<strong>der</strong> bij zich droeg, en om hun kamers en on<strong>der</strong>dak te<br />

noteren zodat men er soldaten heen kon sturen (…), om tegelijkertijd de verklaringen<br />

<strong>van</strong> afzwering te ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> hen die vrijwillig hun geloof wilden afzweren, en ten<br />

slotte om de an<strong>der</strong>en alle mogelijke vermaningen te doen om hen tot afzwering dwingen,<br />

en om de hardnekkigen te bedreigen. Dit alles heeft zo goed gewerkt dat het grootste<br />

deel en haast ie<strong>der</strong>een <strong>van</strong> deze bevolkingsgroep zich binnen twee dagen heeft overge-­‐<br />

geven, zodat er nog maar weinig overblijven om te bekeren, die zich zon<strong>der</strong> twijfel ook<br />

zullen bekeren, aangezien er nog constant mensen hun geloof afzweren.<br />

2


Bron 3. Minister Seignelay aan de markies De Beuvron te Rouen, Versailles 25 maart<br />

1686, Bibliothèque Nationale de France Parijs, NAF Ms. 1206, correspondentie inzake de<br />

Hugenoten in Normandië, ff. 50r-­‐v.<br />

/f. 50r/ Omdat Zijne Majesteit de ontsnapping <strong>van</strong> zijn on<strong>der</strong>danen <strong>van</strong> de R.P.R. [Religi-­‐<br />

ion Prétendue Réformée] en <strong>van</strong> de nouveaux convertis wil verhin<strong>der</strong>en, heeft hij u uit-­‐<br />

gekozen om zorg te dragen voor Normandië, en met dit doeleinde verlangt hij dat u alle<br />

kusten inspecteert; dat u alle plekken on<strong>der</strong>zoekt waar de genoemde religionnaires en<br />

nouveaux convertis zich kunnen inschepen om naar het buitenland te gaan; en dat u op<br />

alle plaatsen waar u het nodig acht voldoende wachtposten plaatst die in staat zijn om<br />

hen die naar de kust komen om zich in te schepen te arresteren. (…) /f. 50v/ Om precies<br />

geïnformeerd te worden over alle bewegingen <strong>van</strong> de voornoemde religionnaires en<br />

nouveaux convertis, zult u in alle plaatsen <strong>van</strong> Normandië een aantal betrouwbare ka-­‐<br />

tholieken uitkiezen, die de intenties <strong>van</strong> de genoemde religionnaires en nouveaux con-­‐<br />

vertis kunnen ontdekken dankzij de omgang die ze met hen hebben, en die aan u nauw-­‐<br />

keurig verslag zullen uitbrengen opdat hun plan verhin<strong>der</strong>d kan worden. U zult zelfs een<br />

kleine beloning geven aan hen die u zult uitkiezen voor deze zaken, indien ze hun taak<br />

goed uitvoeren.<br />

Bron 4. Verslag <strong>van</strong> het verhoor <strong>van</strong> Jacques Simon, Caen 30 januari 1690, Archives Na-­‐<br />

tionales Parijs, serie TT, inv. nr. 237/2, stukken betreffende de Hugenoten te Caen, ff.<br />

117-­‐119.<br />

/f. 117/ [Jacques Simon verklaarde] dat de vrouw <strong>van</strong> Jean Caignard, die bij Anne du<br />

Bois inwoont in een kamer boven de zijne, op de <strong>der</strong>de etage, meer<strong>der</strong>e malen in de ka-­‐<br />

mer <strong>van</strong> on<strong>der</strong>vraagde was gekomen, en hem had gezegd dat het jammerlijk was dat ze<br />

geen kerk meer hadden waar ze konden bidden, en dat ze daarom zelf samen moesten<br />

komen. Ze verzocht on<strong>der</strong>vraagde dringend om er mee in te stemmen dat deze bijeen-­‐<br />

komst in de kamer <strong>van</strong> on<strong>der</strong>vraagde zou plaatsvinden, en daarmee ingestemd hebben-­‐<br />

de /f. 118/ hadden ze afgesproken om er de zondag voorafgaand aan de afgelopen Kerst<br />

samen te komen. Desbetreffende zondagmorgen trad voornoemde Quesnel, vrouw <strong>van</strong><br />

voornoemde Caignard, de kamer binnen met Suzanne Quesnel, haar zus; Anne du Bois;<br />

meubelmaker Jean Gautier met zijn vrouw, wonende in de Rue Neuve; de vrouw <strong>van</strong><br />

Isaac l’Honorey, meubelmaker wonende in dezelfde straat; de vrouw <strong>van</strong> ene Sablons,<br />

apotheker wonende tegenover de herberg Le Signe de la Croix; en Anne Bourget. Nadat<br />

on<strong>der</strong>vraagde zijn bijbel had genomen, had hij eruit voorgelezen in bijzijn <strong>van</strong> voor-­‐<br />

noemde personen, waarna genoemde Anne du Bois de bijbel had overgenomen en er ook<br />

uit had voorgelezen; vervolgens zongen ze hardop een psalm <strong>van</strong> hun Religion Préten-­‐<br />

due Réformée, uit het psalmenboek dat on<strong>der</strong>vraagde en enkele an<strong>der</strong>en bij zich hadden,<br />

en vervolgens knielden ze neer om hardop hun gebeden te doen die op de psalmen vol-­‐<br />

gen, en nadat de ceremonie ten einde was ging ie<strong>der</strong> zijns weegs, nadat genoemde vrouw<br />

<strong>van</strong> Caignard had verklaard dat de gehele verga<strong>der</strong>ing op dezelfde plaats bijeen zou ko-­‐<br />

men op kerstochtend. Op desbetreffende dag omstreeks negen uur ’s morgens (…) /f.<br />

119/ hadden ze allereerst allen geknield en samen hardop gebeden, waarna on<strong>der</strong>-­‐<br />

vraagde hen hardop een an<strong>der</strong>e preek voorlas, en ze vervolgens hardop samen een<br />

psalm <strong>van</strong> hun Religie zongen, en daarna we<strong>der</strong>om knielden om hardop te bidden, en<br />

zelfs hadden gebeden voor de gezondheid en het behoud <strong>van</strong> de Vorst, en voor de vrede<br />

<strong>van</strong> het koninkrijk.<br />

3


Bron 5. Toelichting reconnaissanceregister Waalse kerk Rotterdam, Gemeentearchief<br />

Rotterdam, archief Waalse kerk, inv. nr. 143, reconnaissanceregister, f. 1r.<br />

De vervolgingen in Frankrijk hebben een groot aantal hervormden doen bezwijken; de<br />

één tekende zijn geloofsafzwering om te zwichten voor het geweld, de an<strong>der</strong> nam <strong>van</strong>-­‐<br />

wege hetzelfde geweld deel aan de bijgelovige cultus <strong>van</strong> de Katholieke kerk. Meer<strong>der</strong>e<br />

personen on<strong>der</strong> deze zwakken, die hadden toegegeven aan de vervolgingen, hebben ver-­‐<br />

volgens kans gezien om het koninkrijk te verlaten, en hebben zich vervolgens gemeld bij<br />

deze consistorie om te betuigen dat ze spijt hebben <strong>van</strong> hun val, om vergiffenis te vragen<br />

aan God, en genoegdoening te verschaffen aan de Kerk. De consistorie heeft goedgevon-­‐<br />

den hen in vrede te ont<strong>van</strong>gen, nadat ze een publieke bekentenis hebben gedaan in bij-­‐<br />

zijn <strong>van</strong> de gehele gemeenschap, en nadat hun de meest krachtige aansporingen zijn ge-­‐<br />

daan niet meer in dezelfde fout te vervallen.<br />

Bron 6. Kerkenraadnotulen Waalse kerk Rotterdam, 19 mei 1687, Gemeentearchief Rot-­‐<br />

terdam, archief Waalse kerk, inv. nr 1, kerkenraadnotulen 1652-­‐1694, f. 146.<br />

De consistorie, in overweging genomen hebbende dat de grote vervolging ons met een<br />

zeer groot aantal vluchtelingen uit Frankrijk overspoelt, zowel zieken als geteisterden,<br />

en ziende dat de beurs <strong>van</strong> onze diaconie daar veel on<strong>der</strong> lijdt, heeft goedgevonden dat<br />

om de beurs <strong>der</strong> diaconie weer in staat te stellen voornoemde vluchtelingen te kunnen<br />

on<strong>der</strong>steunen – zowel zij die in gezondheid verkeren als de zieken – uit ons midden<br />

mijnheer Pielat, één onzer predikanten, mijnheer Timmers, één onzer ou<strong>der</strong>lingen, &<br />

Isaac Poortugael, één onzer diakenen, af te vaardigen naar onze Heren burgemeesters,<br />

om hen toestemming te vragen een collecte te mogen houden.<br />

Bron 7. Vroedschapsresolutie Rotterdam, 18 augustus 1681, Gemeentearchief Rotter-­‐<br />

dam, archief gemeentesecretarie, inv. nr. 30, vroedschapresoluties 1684-­‐1688, f. 89r.<br />

Alle de gene die uijt Vrankrijck, ofte eenige an<strong>der</strong>e quartieren over en ter sake <strong>van</strong> de<br />

Religie haer inde Stad begeven, met intentie <strong>van</strong> alhier met haer gantsche familie te blij-­‐<br />

ven wonen, en eenigh handwerk ofte neringe doende, ofte commercie zijn drijvende, sal<br />

men met soodanighe cleijne benioicien, immuniteijten, ofte met het geven <strong>van</strong> eenige<br />

weijnige penningen soodanigh begunstigen, als haer Ed. [Edelen] ter meeren dienste <strong>van</strong><br />

de Commercie, ende minste costen <strong>van</strong> de Stad sullen te vinden te behoren.<br />

Bron 8. <strong>David</strong> Mallot aan vroedschap Rotterdam, 7 augustus 1685, Gemeentearchief Rot-­‐<br />

terdam, archief gemeentesecretarie, inv. nr. 30, vroedschapresoluties 1684-­‐1688, f. 176r.<br />

Ik, <strong>David</strong> Mallot uit Rouen in Frankrijk, de gereformeerde Religie belijdende, verklaar<br />

ne<strong>der</strong>ig dat wegens de miserabele behandeling <strong>van</strong> de voornoemde religie in het voor-­‐<br />

noemde Koninkrijk, en nadat ik een groot deel <strong>van</strong> mijn bezittingen had achtergelaten,<br />

waaron<strong>der</strong> zich al mijn gereedschappen <strong>van</strong> een zeer om<strong>van</strong>grijke hoedenwerkplaats<br />

bevonden, die ik had ingericht in de voornoemde stad, dat ik in mijn tegenspoed ge-­‐<br />

dwongen was een an<strong>der</strong>e haven te zoeken in zo’n gevaarlijke storm, en nadat ik alles<br />

goed had on<strong>der</strong>zocht meende ik geen beter toevluchtsoord te kunnen vinden dan in dit<br />

land, en hoofdzakelijk in deze stad waarover u Heren het bestuur heeft, omdat u gewend<br />

4


ent de vluchtelingen te helpen en on<strong>der</strong>steunen. Dit alles gezien hebbende, en omdat ik<br />

<strong>van</strong> plan ben een hoedenwerkplaats in te richten zoals ik had gedaan in de voornoemde<br />

stad Rouen, ben ik zo vrij om u te verzoeken me de volgende privileges te vergunnen:<br />

vrijstelling <strong>van</strong> wacht en tocht, vrijstelling <strong>van</strong> imposten, en een lening <strong>van</strong> f400 jaarlijks<br />

om mijn hoedenwerkplaats in te stellen, gedurende de toekomende drie jaren.<br />

Bron 9. Resolutie Gecommitteerde Raden Staten <strong>van</strong> Holland, 20 december 1695, Natio-­‐<br />

naal Archief Den Haag, archief Gecommitteerde Raden Staten <strong>van</strong> Holland, inv. nr. 3045,<br />

f. 411v-­‐412r.<br />

/f. 411v/ Is naer voorgaende deliberatie ende in agtingh genoomen sijnde dat Elias Be-­‐<br />

noist, gerefugieert frans praedicant tot Delft aengenoomen, ende on<strong>der</strong> den titel <strong>van</strong> His-­‐<br />

toire de l’Edict de Nantes geschreeven hebbende*, de historie <strong>van</strong> de vervolgingen die de<br />

gereformeerde kercke Jesu Christi in Vranckrijck heeft moeten uijtstaen, nae het rapport<br />

/f. 412r/ aen haer Edele Mogende gedaen, hem nog dagelijcx geoccupeert hout, is, ende<br />

met het schrijven <strong>van</strong> saecken, die <strong>van</strong> seer veel stigtingh ende utiliteijt sijn voor de gere-­‐<br />

formeerde kercken deeser landen, ende de leedematen <strong>van</strong> dier, goet gevonden en<strong>der</strong><br />

verstaen, dat hem bij continuatie ende tot nae<strong>der</strong> ordre <strong>van</strong> haer Edele mogende jaer-­‐<br />

lijcx op acte, ofte ordre <strong>van</strong> secreete dienste betaelt sal worden de somme <strong>van</strong> drie hon-­‐<br />

<strong>der</strong>t vijfftien guldens.<br />

* De Franse editie verscheen in drie delen tussen 1693 en 1695, on<strong>der</strong> de titel Histoire de<br />

l’Édit de Nantes; de Ne<strong>der</strong>landse vertaling volgde in 1696. De volgende fragmenten zijn afkomstig<br />

uit deze laatste editie.<br />

Bron 10. Algemene voorrede in Elie Benoist, Historie <strong>der</strong> Reformatie en Vervolginge <strong>der</strong><br />

Gereformeerde Kerken in Vrankryk, dl. 1 (Amsterdam, 1696).<br />

Men wil dat een History-­‐schrijver een volkomene onsijdigheid beware, dat hy noit sijn<br />

byson<strong>der</strong> gevoelen doe blijken, dat hy met sijne redeneringe den Lezer niet voor af in<br />

neme, en dat hy sig bindende aan een gantsch blote beschrijvinge <strong>van</strong> de saken en om-­‐<br />

standigheden, nimmermeer het merkteken, of <strong>van</strong> partye, of <strong>van</strong> voorspraak of <strong>van</strong> Reg-­‐<br />

ter aanneme. Ik hebbe <strong>van</strong> dese strenge wetten my ontslagen; ik hebbe geredeneert, ik<br />

hebbe mijn meninge voorgestelt, ik hebbe bewesen, ik hebbe nu en dan we<strong>der</strong>legt, na<br />

dat ik oordeelde dat de saak vereyschte. (...) Maar ik sal my vergenoegen twee saken tot<br />

mijn verweringe te stellen. De eerste is, dat mijn advijsen, en mijn redeneringen moeten<br />

worden aangemerkt, als die <strong>van</strong> de Personen voor wien ik spreek, ‘t sy om datse sijn uit-­‐<br />

treksels <strong>van</strong> de redeneringen, dewelke tot hun voordeel gebragt sijn; ‘t sy datse uyt de<br />

sake selven spruyten, en vertonen omtrent dese stoffe dat af vor<strong>der</strong>de. De tweede is, dat<br />

het een onvermijdelijke nootwendigheid is, dat ik mijn Historie een Caracter en merk-­‐<br />

teyken <strong>van</strong> een verantwoordinge aan passe: om dat ik deselve schreef om tot een we<strong>der</strong>-­‐<br />

spraak te dienen tegens de geweldige uytbul<strong>der</strong>ingen <strong>van</strong> die gene die ons hebben ver-­‐<br />

volgt; het was dan niet te vermijden, dat ik nu en dan mijn opmerkingen by het verhaal<br />

<strong>der</strong> geschigten vervoegde, op dat ik des te beter het bedrog en de onrechtmatigheyd <strong>van</strong><br />

dese dewelke ik beschuldigde, mag doen blijken, en de onschuld <strong>der</strong> gener die ik soek te<br />

regtvaardigen in schoner dag te stellen.<br />

5


Bron 11. Voorrede tweede deel in Elie Benoist, Historie <strong>der</strong> Refomatie en Vervolginge <strong>der</strong><br />

Gereformeerde Kerken in Vrankryk, dl. 2 (Amsterdam, 1696).<br />

Ik hebbe niets verhandeld, <strong>van</strong> het welke ik geen naauwkeurige Memorien in handen<br />

hebbe gehad, of daar ik zelve geen getuyge <strong>van</strong> ben geweest. En wanneer ik geen ge-­‐<br />

noegsame sekerheit hebbe gehad <strong>van</strong> de saken die my verhalens waardig dachten, hebbe<br />

ik my ingetoogen met deselve te verhandelen, in beteykenissen <strong>van</strong> hun onsekerheden.<br />

Ik hebbe my beholpen met een (men zecht) of met eenige an<strong>der</strong>e spreekwyse <strong>van</strong> ver-­‐<br />

twyfelinge, die de saak haar natuerlyk merkteeken niet onttrekt, dog egter doet aanmer-­‐<br />

ken, dat sy niet so seker gaat als de rest.<br />

Bron 12. Elie Benoist, Historie <strong>der</strong> Reformatie en Vervolginge <strong>der</strong> Gereformeerde Kerken in<br />

Vrankryk, dl. 2 (Amsterdam, 1696), p. 502.<br />

Orangen gevoelde mede de wreetheden die men overal in an<strong>der</strong>e plaatsen pleegde. (...)<br />

Aldaar passeerde niets dat merkwaardiger was, als het proces dat een Kindt <strong>van</strong> negen<br />

jaren, Louis Villeneuve genoemt, de Soon <strong>van</strong> een Soldaat <strong>van</strong> ‘t guarnisoen, gemaakt<br />

wiert, die valschelijk beschuldigt wiert, dat hy eenige oneerbiedigheyt in de Kapelle <strong>van</strong><br />

de Capucijns soude gepleegt gehadt hebben. Men liet hem opentlijk <strong>van</strong> de Beul geese-­‐<br />

len, alhoewel het ongehoort is, dat men die gestrengheden tegen Kin<strong>der</strong>en on<strong>der</strong> haar<br />

rijpheyt <strong>van</strong> verstant, pleegt. Men bragt hem <strong>van</strong> Kruys-­‐straat tot Kruys-­‐straat, om de<br />

executie zoo veelmalen we<strong>der</strong> te beginnen; en om de saak noch zoo veel te plechtelyker<br />

te maken, zoo koos men daar toe de Sondagh (...). Dat selve gebeurde op den agtsten July<br />

1663. Men segt dat de Beul, die min<strong>der</strong> Beul was als de gene, die sijn dienst tot die on-­‐<br />

menschelyke daadt gebruykten, in tranen wegsmolt, wanneer hy die onrechtvaardige<br />

condemnatie executeerde.<br />

Bron 13. Jacques Pineton de Chambrun, Les larmes de Jacques Pineton de Chambrun, Pasteur<br />

de la Maison de Son Altesse Serenissime, de l’Eglise d’Orange, & Professeur en Theologie<br />

(Den Haag, 1687), pp. 5-­‐6.<br />

/p. 5/ Een kind <strong>van</strong> 9 jaar oud, Louis de Villeneuve geheten, werd er <strong>van</strong> beschuldigd een<br />

oneerbiedigheid te hebben begaan in de kapel /p. 6/ die men had opgericht in het Kas-­‐<br />

teel. Deze arme onschuldige werd in een grote toren gezet, waar hij de nachten door-­‐<br />

bracht met het luidkeels schreeuwen om de hulp <strong>van</strong> zijn va<strong>der</strong> en moe<strong>der</strong>, & de daarop-­‐<br />

volgende Zondag werd hij tijdens een publiek spektakel tentoongesteld, precies op het<br />

tijdstip dat men normaal naar de Kerk ging, met een strop om de nek, gebonden & ge-­‐<br />

kneveld, gegeseld door een beul, die vreselijk huilde om wat men hem dwong te doen,<br />

omringd door soldaten <strong>van</strong> het garnizoen, & terwijl de tamboer roffelde op alle kruis-­‐<br />

punten <strong>van</strong> de stad. Dit ongehoorde spektakel raakte me zo diep in het hart, dat ik misse-­‐<br />

lijk werd, & en er een halszaak <strong>van</strong> maakte bij de Commandant, die ik recht in het gezicht<br />

zijn onmenselijkheid verweet, & de barbaarsheid die hij had gebruikt tegen deze on-­‐<br />

schuldige, die ik mijn hele leven als een grootse Geloofsgetuige heb beschouwd.<br />

6


Bron 14. Ambassadeur graaf d’Avaux aan Lodewijk XIV, Den Haag, 31 januari 1686, Ar-­‐<br />

chives du Ministère des Affaires Étrangères Parijs, serie Hollande, inv. nr. 145, depêches<br />

1686, f. 72r.<br />

Men laat hier gravures vervaardigen die de verschillende soorten kwellingen aobeelden<br />

die men in Frankrijk de mensen <strong>van</strong> de zogenaamd gereformeerde religie in Frankrijk<br />

laat on<strong>der</strong>gaan, met een on<strong>der</strong>schrift in het Frans en Ne<strong>der</strong>lands die de uitleg <strong>van</strong> deze<br />

gravures bevat. (...) Ik ben zo vrij geweest een exemplaar bij te voegen. Men maakt ge-­‐<br />

bruik <strong>van</strong> dit soort zaken om het volk op te hitsen.<br />

Bron 15. Ambassadeur graaf d’Avaux aan Lodewijk XIV, Den Haag, 24 december 1682,<br />

Archives du Ministère des Affaires Étrangères Parijs, serie Hollande, inv. nr. 132, depê-­‐<br />

ches 1682, ff. 326v-­‐327r.<br />

/f. 326v/ Raadpensionaris Fagel, die allerlei soorten rechtsbevoegdheden benut opdat<br />

het volk <strong>van</strong> dit land zo veel als hem mogelijk is verwij<strong>der</strong>d raakt <strong>van</strong> Frankrijk, heeft<br />

aan alle predikanten <strong>van</strong> het gewest Holland /f. 327r/ laten gelasten om in hun preken<br />

met overdrijving voor te stellen wat men in Frankrijk hen <strong>van</strong> de R.P.R. [Religion Préten-­‐<br />

due Réformée] aandoet. Hij heeft hen gelast te zeggen dat de Staten gereed zijn om in<br />

dezelfde ellende te vervallen als die waarin zij <strong>van</strong> de religie in Frankrijk verkeren, dat<br />

God hen dit verzekerd had, en dat ze er alles aan moesten doen om te voorkomen dat<br />

een <strong>der</strong>gelijke ramp hen geen tweede keer zou overkomen, omdat het voornaamste doel<br />

dat men [de Fransen] heeft is om de religie te vernietigen.<br />

Bron 16. Verklaring <strong>van</strong> de titelprent in Elie Benoist, Historie <strong>der</strong> Reformatie en Vervolginge<br />

<strong>der</strong> Gereformeerde Kerken in Vrankryk, dl. 1 (Amsterdam, 1696).<br />

Geweld, verwaaten op de Koninklijke macht,<br />

Bind razende ‘t Gemoed met doodelijke zeelen,<br />

En treed d’Onnozelheid met voeten door zijn kracht,<br />

Terwijl de gewetendwang het helpt den moordrol speelen.<br />

De Maagd <strong>van</strong> Vrankrijk ziet die gruwlen <strong>van</strong> haar troon,<br />

En sterkt dat monster door haar bloedige plakkaaten,<br />

Haar macht vertoont ze door de scepter en de kroon,<br />

En maakt een bloedbad <strong>van</strong> haar Koninklijke staaten.<br />

De Roomsche Godsdienst, door een jonge Non verbeeld,<br />

Zoekt door haar vleijery ‘t Gemoed tot haar te trekken,<br />

Dat niet zo zeer de pijn als haar gelaat verveeld,<br />

Terwijl ze al schreiende haar Godt tracht op te wekken.<br />

Haar helpt noch perkament, noch zegel, woord noch eed.<br />

Zy ziet de waare kerk tot aan de grond toe sloopen.<br />

7


II. Tabellen en gra@ieken<br />

Gra_iek 1. Aantal Hugenoten naar regio dat het reconnaissanceregister <strong>van</strong> de Waalse<br />

kerk te Rotterdam tekende, 1686-­‐1715. N = 1,546.<br />

Angoumois<br />

Anjou<br />

Aunis<br />

Bretagne<br />

Champagne<br />

Guyenne & Gascogne<br />

Île de France<br />

Languedoc<br />

Normandië<br />

Orléanais<br />

Picardië<br />

Poitou<br />

Saintonge<br />

Overige regio’s<br />

Regio onbekend<br />

27<br />

23<br />

18<br />

48<br />

48<br />

85<br />

112<br />

85<br />

74<br />

53<br />

100<br />

114<br />

50<br />

121<br />

0 100 200 300 400 500 600<br />

Bron: Gemeentearchief Rotterdam, archief Waalse kerk, inv. nr. 128, reconnaissancere-­‐<br />

gister.<br />

8<br />

588


Tabel 1. Beroepen <strong>van</strong> protestantse gezinshoofden in Dieppe (1685-­‐1686), en beroepen<br />

<strong>van</strong> Hugenoten wier bezit werd geconoisqueerd na hun vlucht uit Dieppe (1685-­‐1689).<br />

A. Beroepen <strong>van</strong> alle<br />

protestantse gezinshoofden,<br />

1685-1686<br />

9<br />

B. Beroepen <strong>van</strong> vertrokken<br />

protestantse gezinshoofden,<br />

1685-1689<br />

Beroepstak aantal % <strong>van</strong> totaal aantal % <strong>van</strong> A<br />

1. Dienstmeid, knecht 63 4,1 4 6,3<br />

2. Ambachten<br />

Kleding, textiel 148 12<br />

Glas en steen 15 2<br />

Ivoor 22 2<br />

Leer 16 3<br />

Metaal 39 1<br />

Hout 44 6<br />

Overige ambachten 54 7<br />

Subtotaal 338 21,8 33 9,7<br />

3. Verkopers<br />

Kleding, textiel 48 6<br />

Etenswaren 58 11<br />

Overig 8 0<br />

Subtotaal 114 7,4 17 14,9<br />

4. Zeevaart 154 10,0 95 61,7<br />

5. Kooplieden 83 5,4 14 16,9<br />

6. Vrije beroepen<br />

On<strong>der</strong>wijs 3 0<br />

Rechtspraak 2 0<br />

Medisch 20 4<br />

Leger 5 0<br />

Kerk 3 1<br />

Subtotaal 33 2,1 5 15,2<br />

7. Overige beroepen 6 0,4 1 16,7<br />

8. Beroep onbekend 756 51,9 146 22,2<br />

Totaal 1547 100,0 315 20,4<br />

Bronnen: Bibliothèque Nationale de France Parijs, Mélanges Colbert, inv. nr. 6, Register<br />

<strong>van</strong> de nouveaux convertis te Dieppe (A); Archives Nationales Parijs, série TT, inv. nr. 19,<br />

Register <strong>van</strong> geconoisqueerde protestante bezittingen in Dieppe (B).


Gra_iek 2. Hugenoten uit Dieppe die het reconnaissanceregister <strong>van</strong> de Waalse kerk te<br />

Rotterdam tekenden, 1686-­‐1688. N = 226.<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d j f m a m j j a s o n d<br />

1686 1687 1688<br />

Bron: Gemeentearchief Rotterdam, archief Waalse kerk, inv. nr. 128, reconnaissance-­‐<br />

register.<br />

Tabel 2. Armenzorgratio in de Waalse kerk <strong>van</strong> Rotterdam, 1681-­‐1710.<br />

Jaren<br />

Gemiddeld aantal<br />

bedeelden per jaar<br />

Bronnen: Gemeentearchief Rotterdam, archief Waalse kerk, inv. nrs. 203-­‐205, armen-­‐<br />

zorgrekeningen, 1681-­‐1710; Doopregisters Waalse kerk, inv. nrs. 124-­‐126.<br />

10<br />

Om<strong>van</strong>g Waalse<br />

gemeente<br />

Armenzorgratio<br />

in %<br />

1681-­‐1685 68 644 10,6<br />

1686-­‐1690 194 1822 10,6<br />

1691-­‐1695 239 1790 13,3<br />

1696-­‐1700 249 1524 16,4<br />

1701-­‐1705 241 1742 13,8<br />

1706-­‐1710 220 1320 16,7


III. Secundaire literatuur<br />

Bron 1. Elisabeth Labrousse, ‘Calvinism in France, 1598-­‐1685’, in: Menna Prestwich, ed.,<br />

International Calvinism, 1541-1715 (Oxford, 1985), pp. 309-­‐310.<br />

The Edict of Nantes was revoked in October 1685. (…) Having ofoicially become, once<br />

more, toute catholique, France could now deal severely (and did not fail to do so) with<br />

those French who did not attend mass on Sundays. For a while, the Court could olatter<br />

itself with the thought that the R.P.R. [Religion Prétendue Réformée] had <strong>van</strong>ished for-­‐<br />

ever from the kingdom. But disenchantment followed quickly. At least 200,000 Hugue-­‐<br />

nots, perhaps more, managed to escape abroad, despite the prohibition and the very<br />

heavy penalties incurred by those caught in the act. As for the Protestants left in France,<br />

the majority of them put up a stubborn and cunning resistance to forced Catholicization.<br />

Even if their children were baptized by a priest and even if they themselves were unable,<br />

for several years, to evade going to mass, at least they obstinately refused to take Com-­‐<br />

munion à la papauté, as they called it among themselves.<br />

Bron 2. Willem Frijhoff, ‘Uncertain Brotherhood. The Huguenots in the Dutch Republic’,<br />

in: Bertrand <strong>van</strong> Ruymbeke en Randy J. Sparks, eds., Memory and Identity. The Huguenots<br />

in France and the Atlantic Diaspora (Columbia, 2003), 128-­‐171, aldaar pp. 129-­‐132.<br />

/p. 129/ The Huguenots were not the oirst group of French-­‐speaking refugees in the<br />

Netherlands. After the creation of the Conseil des Troubles (the so-­‐called Council of<br />

Blood) in 1567 by the duke of Alba, the representative of King Philip II in the Nether-­‐<br />

lands, for the repression of Protestantism, a huge exodus of Protestants, mainly Calvin-­‐<br />

ists, but also some Anabaptists and Lutherans, had started to move to foreign towns and<br />

regions. They went to England primarily, but also to Emden, Wesel, and Cologne on the<br />

eastern bor<strong>der</strong>, and to other safe places abroad. After the beginning of the rebellion, con-­‐<br />

solidated by the rise of the northern economy, the Dutch towns also became safe havens<br />

for all kinds of religious minorities. (…) /p. 131/ The French-­‐speaking refugees from the<br />

south were called Walloons. Due to their language and their numbers, they managed in<br />

many places to maintain their own group identity, living together in distinct districts and<br />

organizing themselves in their own special way.<br />

/p. 132/ Seen from the perspective of the Second Refuge, the most important achieve-­‐<br />

ment of the First Refuge was the elaboration of a stable network of institutions where<br />

French-­‐speaking refugees could oind appropriate help, shelter, and support: the local<br />

congregations of the Walloon church with their institutions of social support and charity.<br />

(…) They made the northern Netherlands from the outset an attractive place for the Hu-­‐<br />

guenots. The Protestants who oled from France to the northern Netherlands found there<br />

not only a society prone to accept them as brothers of the same faith, but also a fully de-­‐<br />

veloped system of assistance, accustomed to help persecuted co-­‐religionists, and indeed<br />

an organized Reformed church using the same language and liturgy.<br />

11


Bron 3. Willem Frijhoff, ‘Uncertain Brotherhood’, pp. 143-­‐144.<br />

/p. 143/ Informed by the swelling stream of refugees, and urged on by their needs and<br />

demands, several state assemblies and town councils took almost at the same time ap-­‐<br />

propriate measures for the beneoit of the refugees. (…) The States of Holland and West-­‐<br />

Friesland took their oirst measure in favour of the refugees on 25 September 1681, when<br />

they granted full exemption from all the extraordinary provincial taxes for a period of<br />

twelve years to all persons of the Reformed religion. (…) /p. 144/ Local measures soon<br />

followed and completed provincial legislation. They were roughly of two kinds: the oirst<br />

was of an inclusive nature, the second of an exceptional kind. Free citizenship and free<br />

entrance into the guilds were granted on the one hand, while exemption from taxes and<br />

free exercise of commerce and craftsmanship outside the guilds were granted on the<br />

other.<br />

Bron 4. G. C. Gibbs, ‘Some Intellectual and Political Inoluences of the Huguenot Emigrés in<br />

the United Provinces, c. 1680-­‐1730’, Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis<br />

<strong>der</strong> Ne<strong>der</strong>landen, 90:2 (1975), pp. 255-­‐287, aldaar p. 260.<br />

A numberless, but not always nameless legion of Huguenots went to swell, at least ini-­‐<br />

tially, the proletariats of Amsterdam, Rotterdam, Leiden and Haarlem. The prospects that<br />

faced them there were a good deal less alluring than the land olowing with milk and<br />

honey which seemed to beckon them. (…) Many Huguenots, indeed, stood in need of oi-­‐<br />

nancial assistance, and the task of providing it, especially in times of oinancial difoiculty,<br />

soon proved too large a problem for organized charity, whether in the form of repeated<br />

church collections, or municipal largesse, or a rash of municipal lotteries.<br />

Bron 5. Eugène Haag en Émile Haag, La France protestante, ou Vies des Protestants français<br />

qui se sont faits un nom dans l’histoire, dl. 2 (Parijs, 1847), pp. 173-­‐174.<br />

/p. 173/ BENOIST, ÉLIE. Zoon <strong>van</strong> François Benoist, conciërge in het Hôtel de La Tré-­‐<br />

mouille, en <strong>van</strong> Marie Cal<strong>der</strong>one, werd geboren te Parijs op 20 januari 1640. (...) Toegela-­‐<br />

ten tot het predikantschap in 1664, werd hij in 1665 beroepen naar Alençon, waar hij<br />

zijn pastorale functies uitoefende gedurende twintig jaar, temidden <strong>van</strong> lastige omstan-­‐<br />

digheden die <strong>van</strong> zijn kant evenveel voorzichtigheid als handigheid vereiste. Alençon, dat<br />

on<strong>der</strong> haar inwoners een aanzienlijk aantal protestanten telde, was een stad die te be-­‐<br />

langrijk was om niet de aandacht <strong>van</strong> de katholieke bekeer<strong>der</strong>s op zich te vestigen. Een<br />

beroemde jezuïet, Père de la Rue, werd erheen gestuurd, en tussen hem en Benoist brak<br />

een hevige controverse uit over verschillende theologische on<strong>der</strong>werpen. (...) /p. 174/<br />

Nadat het Edict <strong>van</strong> Nantes was herroepen moest de predikant <strong>van</strong> Alençon Frankrijk<br />

verlaten. Hij scheepte zich in te Dieppe en ging naar Den Haag, waar hij het beroep ont-­‐<br />

ving als <strong>der</strong>de predikant in de Waalse kerk <strong>van</strong> Delft. Hij diende deze kerk tot aan 1715,<br />

toen hij na 51 jaar predikantschap de titel <strong>van</strong> emeritus predikant verkreeg. Hij stierf op<br />

15 november 1728, in zijn 89e levensjaar.<br />

12


Bron 6. Haag en Haag, La France protestante, dl. 8 (Parijs, 1858), p. 245.<br />

PINETON DE CHAMBRUN, JACQUES, predikant en professor in de theologie te Orange.<br />

(...) Hij vervulde reeds enkele jaren de post <strong>van</strong> predikant in de kerk <strong>van</strong> Orange, toen in<br />

1660 de bezetting plaatsvond <strong>van</strong> het prinsdom door de troepen <strong>van</strong> Lodewijk XIV, een<br />

bezetting die vijf jaar duurde, en gedurende welke periode er zelden een dag voorbijging<br />

of hij was niet bezig met het verdedigen <strong>van</strong> zijn kudde, ofwel tegen de eisen <strong>van</strong> de mili-­‐<br />

taire commandanten, ofwel tegen de argumenten <strong>van</strong> de Jezuïeten of an<strong>der</strong>e monniken.<br />

In die lastige omstandigheden gaf hij blijk <strong>van</strong> evenveel standvastigheid als tact en voor-­‐<br />

zichtigheid.<br />

Bron 7. Arie <strong>van</strong> <strong>der</strong> Schoor, Stad in aanwas: Geschiedenis <strong>van</strong> Rotterdam tot 1813 (Zwol-­‐<br />

le, 1999), pp. 204-­‐205.<br />

De Rotterdammers voeren <strong>van</strong>ouds ook ver<strong>der</strong> zuidwaarts, naar Frankrijk. Van de<br />

Noord-­‐Franse havens was het Normandische Rouen aan de Seine, met de voorhavens Le<br />

Havre en Haroleur, het belangrijkst. Op Rouen volgde Dieppe, terwijl in veel min<strong>der</strong>e ma-­‐<br />

te ook Calais, Boulogne, Montreuil, Fécamp en Caen werden aangedaan. De handelsgoe-­‐<br />

<strong>der</strong>en die de Rotterdammers naar al deze Noord-­‐Franse havens vervoerden, bestonden<br />

hoofdzakelijk uit haring, kabeljauw, schelvis, makreel en zalm, producten <strong>van</strong> de walvis-­‐<br />

<strong>van</strong>gst zoals traan en baleinen, en ver<strong>der</strong> kaas, boter, granen, lijnzaad en meekrap. Ook<br />

lakens <strong>van</strong> de Rotterdamse textielnijverheid werden geëxporteerd. Tegenover de grote<br />

uitvoer naar Noord-­‐Franse havens stond een bescheiden invoer <strong>van</strong> Franse producten<br />

als granen, canvas, papier, glas en zijden stoffen naar Rotterdam.<br />

13


IV. A@beeldingen<br />

A_beelding 1. Soldaten misdragen zich in Orange, 1661. Gravure door de Ne<strong>der</strong>landse<br />

prentkunstenaar Jan Luyken in Historie <strong>der</strong> Reformatie en Vervolginge <strong>der</strong> Gereformeerde<br />

Kerken in Vrankrijk.<br />

Bron: Elie Benoist, Historie <strong>der</strong> Gereformeerde Kerken in Vrankrijk, dl. 2 (Amsterdam,<br />

1696)<br />

A_beelding 2. Detail <strong>van</strong> aobeelding 1.<br />

Bron: Elie Benoist, Historie <strong>der</strong> Reformatie en Vervolginge <strong>der</strong><br />

Gereformeerde Kerken in Vrankrijk, dl. 2 (Amsterdam, 1696).<br />

14


A_beelding 3. Titelprent <strong>van</strong> Historie <strong>der</strong> Reformatie en<br />

Vervolginge <strong>der</strong> Gereformeerde Kerken in Vrankrijk. Gra-­‐<br />

vure door Jan Luyken.<br />

Bron: Elie Benoist, Historie <strong>der</strong> <strong>der</strong> Reformatie en Vervolginge<br />

<strong>der</strong> Gereformeerde Kerken in Vrankrijk, dl. 1 (Amster-­‐<br />

dam, 1696).<br />

15


A_beelding 4. Verspreiding <strong>van</strong> protestantse gemeenschappen in<br />

Frankrijk omstreeks 1600.<br />

Bron: Mack P. Holt, The French Wars of Religion (2e ed., Cambridge,<br />

2005), p. 32.<br />

16

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!