De gezellige onderneming waar het goed om ... - Starters Magazine

Basiskennis BTW
9 weetjes voor iedere starter
van een bedrijf
Als jonge ondernemer (starter) bent u vanaf de aanvang
van uw activiteit op enkele uitzonderingen na (zoals verzekeringsmaatschappijen,
geneesheren, verpleegsters, advocaten,
enz.) dadelijk btw-plichtig. Concreet houdt dit in
dat u BTW moet aanrekenen (u heeft dus geen keuze) op
de goederen en/of diensten die u aan uw klanten verstrekt
of levert. Omgekeerd zal u ook op de facturen die u van
uw leveranciers krijgt BTW aangerekend krijgen en betalen.
De basisprincipes zijn vrij eenvoudig, nl. de BTW die u
van uw klanten heeft ontvangen moet u doorstorten aan de
staat nadat u de betaalde BTW op uw leveranciersfacturen
heeft afgetrokken. Tot hiertoe de eenvoudige uitleg! De
theorie is wel wat ingewikkelder én in de praktijk zal niet
elke betaalde BTW (aan uw leverancier) aftrekbaar zijn.
1. Een beginnersfout!
De ontvangen btw zijn
géén inkomsten. Hoezo?
De btw is dus zoals hierboven aangehaald
een “verbruiksbelasting”, een
“belasting over de toegevoegde
waarde”. Met andere woorden, op de
verkopen van goederen (bv. een auto)
en diensten (bv. het onderhoud van de
auto) MOET BTW aangerekend tegen
een bepaald tarief (0%, 6%,12% of 21%).
Het is dus de bedoeling dat de eindgebruiker,
meestal een particulier (niet
de ondernemer), de BTW betaalt. De
verschillende ondernemingen in het
productie- of handelsproces kunnen
dus de btw die zij aangerekend krijgen,
onder bepaalde voorwaarden, aftrekken.
Op deze manier is de BTW eigenlijk
een neutrale belasting. Of ze volledig
neutraal is bespreken we verder in dit
artikel onder weetje 6.
– Eddy Claesen
Belangrijk voor een starter is te weten
dat de BTW die hij krijgt van zijn
klanten, géén inkomsten zijn, maar
wel gelden zijn die hij, na aftrek van de
aftrekbare btw, moet doorstorten aan
de STAAT.
2. Wat valt nu juist onder
de BTW? Wat zijn nu
diensten en leveringen ?
De btw wetgever spreekt over een
“4-tal belastbare handelingen”,
eenvoudig weg zijn ze als volgt te benoemen:
1. de leveringen van goederen (bv.
autobanden, de computer, enz.)
2. de leveringen van diensten (bv.
een etentje in het restaurant, de
prestaties van een boekhouder,
enz.)
3. de intracommunautaire verwerving
van goederen (bv. de
printer vanuit Duitsland – vanuit
een land dat tot de Europese Unie
behoort)
4. de invoer van goederen (bv. leer
uit Afrika – vanuit landen die niet
tot de EU behoren)
Tot hier de eenvoud! Want niet alle
BTW- handelingen worden echter effectief
aan BTW onderworpen. Er zijn
nl. ook een aantal vrijstellingen
voorzien. Van belang is te weten dat
sommige vrijstellingen het recht op
aftrek (de btw die u als handelaar betaald
heeft aan uw leverancier) van de
onderneming niet beïnvloeden, terwijl
andere vrijstellingen dit juist wel doen.
13
BTW
3. Welke BTW–plichtige
bent u?
Iedereen (rechtspersoon of natuurlijke
persoon) die in de uitoefening van
een economische activiteit (fabrikant,
handelaar, dienstenverstrekker,
landbouwer, …) geregeld en zelfstandig
(is dus niet de werknemer),
met of zonder winstoogmerk (dus ook
vzw’s) hoofdzakelijk of aanvullend leveringen
van goederen of diensten
verricht die in de BTW wetgeving
zijn omschreven, ongeacht op welke
plaats de economische activiteit wordt
uitgeoefend is EEN BTW-PLICHTIGE,
met verschillende door de wet opsomde
rechten en plichten. Elke woordje
in deze zin heeft dus zijn betekenis. De
wetgever heeft deze BTW-plicht nog
opgedeeld in de diverse categorieën.
De voornaamste zijn:
1. De gewone BTW-plichtigen (iedereen
die niet onder de één of
ander vrijstelling valt) bv. het boekhoudkantoor,
de autohandelaar,
enz.. Zijn verplichting is o.a. periodiek
een btw-aangifte indienen
(maar straks hier meer over).