plaatje - SVAT Astatine - Universiteit Twente
plaatje - SVAT Astatine - Universiteit Twente
plaatje - SVAT Astatine - Universiteit Twente
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De Rubik’s Cube<br />
Speelgoed uit Hongarije<br />
In 1974 werd, wat later bleek, de meest populaire<br />
puzzel aller tijden uitgevonden: de Rubik’s Cube.<br />
Zijn uitvinder was de Hongaar Ernő Rubik. Rubik was<br />
professor in de architectuur aan de universiteit van<br />
Boedapest en ontwikkelde de kubus in eerste instantie<br />
voor zijn studenten om ze een beter inzicht te geven in<br />
3D-objecten. In 1975 nam hij een octrooi op de kubus<br />
binnen Hongarije en in de jaren daarop werden er<br />
testmodellen geproduceerd voor de speelgoedmarkt.<br />
In 1980 maakte de Rubik’s Cube zijn internationale<br />
debuut en won gelijk, in dat zelfde jaar, de prestigieuze<br />
“Spiel des Jahres” prijs. In 2005 vierde de kubus zijn<br />
25-jarige jubileum en vanaf begin 2009 zijn er al<br />
350 miljoen puzzels verkocht, waarmee het de best<br />
verkochte puzzel is. De kubus heeft sinds de jaren<br />
tachtig weinig aan populariteit verloren; wat maakt<br />
deze puzzel toch zo intrigerend?<br />
De puzzel<br />
De Rubik’s Cube is een kubus opgebouwd uit 26 kleinere<br />
kubusjes (33-1, omdat de kubus van binnen hol<br />
is). Ieder vlak van de kubus heeft een bepaalde kleur<br />
en ieder vlak kan om zijn eigen as draaien. Door aan<br />
de vlakken te draaien gaan de kleuren van de kubus<br />
door elkaar en de uitdaging is dan ook om op alle vlakken<br />
weer dezelfde kleur te krijgen. Simpel toch? In de<br />
praktijk blijkt dit toch een heel karwei.<br />
De simpelste oplossing is het slopen van de kubus<br />
en hem weer goed in elkaar zetten. Dit is misschien<br />
een flauwe methode, maar vaak wel de manier waar<br />
menig kubist mee begint. Als je de kubus uit elkaar<br />
haalt, krijg je een goed inzicht in het mechanisme. Zo<br />
blijken de 6 centra met elkaar verbonden te zijn en kun<br />
je ze niet ten opzichte van elkaar verplaatsen, je weet<br />
dus gelijk al welk vlak welke kleur heeft. Verder zijn er<br />
12 ribben met ieder twee verschillende kleuren, deze<br />
passen maar op één plaats en maar op één manier<br />
georiënteerd. Hetzelfde geldt voor de 8 hoeken: iedere<br />
hoek heeft drie kleuren en past maar op één manier in<br />
de kubus. Verder blijkt ieder blokje uniek gekleurd te<br />
zijn en is er dus maar één oplossing. Maar hoe komen<br />
we aan die oplossing?<br />
De wiskunde achter de kubus<br />
Men vraagt zich nu misschien af in hoeveel verschillende<br />
posities die Rubik’s Cube zich kan bevinden.<br />
Laten we allereerst kijken naar de hoeken. Om<br />
6<br />
Jeroen van den Berg<br />
de eerste hoek op te vullen hebben we in totaal 8<br />
verschillende hoekblokjes. Als we de eerste hoek<br />
hebben opgevuld met een bepaald blokje blijven er<br />
voor de volgende hoek maar 7 blokjes over, voor die<br />
daarop 6 etc. Dus het aantal posities van de hoeken is<br />
8x7x6x5x4x3x2x1=8! .<br />
Nu kan ieder hoekblokje op eenzelfde plek op 3 manieren<br />
georiënteerd zijn. Dit geldt voor alle 8 de hoeken,<br />
dus het aantal posities van de hoeken waarbij ook<br />
rekening gehouden wordt met de oriëntatie is 38 x 8! .<br />
Hetzelfde kunnen we doen voor de ribben. Er zijn 12<br />
ribben die op eenzelfde plek op 2 manieren georiënteerd<br />
kunnen worden. Dit geeft dus 2 12 x 12! posities.<br />
In het totaal zijn er dus 38 x 8! x 212 x 12! =<br />
519.024.039.293.878.272.000 mogelijke posities<br />
waarin een Rubik’s Cube kan verkeren! Gelukkig voor<br />
de geschrokken lezer is het niet mogelijk om alle posities<br />
te verkrijgen door alleen aan de kubus te draaien.<br />
Sloop de kubus maar eens en zet alles weer goed op<br />
één hoekje na, dat verkeerd georiënteerd is. Je kunt<br />
nu draaien wat je wilt, maar je zult de kubus nooit opgelost<br />
krijgen.<br />
Er zijn dus wat regeltjes, namelijk dat de oriëntatie van<br />
het laatste hoekje afhangt van de rest, hetzelfde geldt<br />
voor de oriëntatie van de laatste ribbe. Verder blijkt het<br />
niet mogelijk om twee blokjes van plaats te laten ver-