DE DROES TAN HET FAA R D. - Dieren Digitaal

14
De vehikel van de aanstekingsstof van den droes is eensdeels
in de uitvloeijende stof uit den neus van het droesige
paard, en antlerdeels in den etter uit de in verzwering overgegane
klicren onder de kaak gehuisvest ; beide kunnen den
aanstekenden droesstof op het gezondc paard overbrengen; en
doze daadzaalc pleit loch ten sterkste voor de bevestiging der
aanstekelijkheid van den droes. Hoe verscher de uityloeijende
slot of de otter is, hoe eer worth het droesgift overgedragen;
door de vrije lucht , door de warmte en het uittlroogen daarentegen
worth, de aanstekingskraelit van het droesgift aanzienlijk
verminderd.
voonzEOGING VAN DEN APLOOP VAN DEN DEOES.
Hoewel men den droes over bet algemeen gcnomen , voor
eene weinig gevaarftike ziektc houden kan en wag, welke
doorgaans schielijk en gemakkelijk alloopt en geneest ; zoo
mag men cvenwel denzelven .00k geenszins, in alle zijne vormen
, voor cone geheel onbedindende ziekte aanzien , dewip
dezelve bij cone ondoehna I ige behandeling zoo dik werf eenen
zeer ongunstigen uitgang neemt ; overigens kan men zich de
volgende verschijnselen, (naar onze ondervinding) bij de voorlegging
ten mine maken. Hoe minder het paard door de
ziekte aangetast worth, hoe ligtere ziekteverschijnselen zich
voordoen , hoe vrolijker bet paard blijft , hoe meer de eetlust
gewenscht blijft , hoe spoediger zich uitvloeijing uit den neus
vertoont , hoe eerder de verharde klieren in otter overgaan,
zooveel te gunstiger mag men de voorzegging stellen; van
velen worth bet ontstaan en verzamelen van slijm in de coghoeken
yoor een goed teeken gehouden. Hoe dieper bet
paard de kop bat hangen , hoe doffer en bewusteloozer
hetzelve met bag neerbangende 'top blijft staan , hoe medigvuldiger
zich de koortsrillingen herhalen , en hoe sterker
deze zijn ; hoe moeljelijker en benaauwder de ademlialing is;
hoe sneller en sterker de pols slaat ; hoe minder de eellust
is; hoe moeijelijker het slikken is ; hoe !anger het duurt, voor