Oefeningen en correcties de woordvolgorde van het Nederlands
Oefeningen en correcties de woordvolgorde van het Nederlands
Oefeningen en correcties de woordvolgorde van het Nederlands
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
speelgoed terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>./ De kin<strong>de</strong>r<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> straks <strong>het</strong> speelgoed terugbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
10. Zij heeft al haar vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> op haar verjaardag uitg<strong>en</strong>odigd./Op haar verjaardag heeft ze al<br />
haar vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> uitg<strong>en</strong>odigd./ Al haar vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> heeft ze op haar verjaardag uitg<strong>en</strong>odigd./Al<br />
haar vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> heeft zij uitg<strong>en</strong>odigd op haar verjaardag.<br />
11. Pakt u die tas ev<strong>en</strong> voor mij aan!<br />
12. Doet u <strong>de</strong> ram<strong>en</strong> alstublieft dicht!/Doet u alstublieft <strong>de</strong> ram<strong>en</strong> dicht!<br />
13. U moet drie maal daags <strong>de</strong>ze medicijn<strong>en</strong> innem<strong>en</strong>./ Drie maal daags moet u <strong>de</strong>ze<br />
medicijn<strong>en</strong> innem<strong>en</strong>./ Deze medicijn<strong>en</strong> moet u drie maal daags innem<strong>en</strong>.<br />
14. Heeft <strong>de</strong> werkster <strong>het</strong> hele huis in é<strong>en</strong> ocht<strong>en</strong>d opgeruimd?/Heeft <strong>de</strong> werkster <strong>het</strong> hele huis<br />
opgeruimd in één ocht<strong>en</strong>d?<br />
15. Mijn zoon is hem tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> concert gisteravond tegegekom<strong>en</strong>./Mijn zoon is hem<br />
gisteravond tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> concert teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. / Tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> concert is mijn zoon hem<br />
gisteravond teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. / Gisteravond is mijn zoon hem tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> concert<br />
teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>./Gisteravond is mijn zoon hem teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s <strong>het</strong> concert.<br />
Correctie oef<strong>en</strong>ing 10<br />
1. Het is stil op straat, want er is e<strong>en</strong> voetbalwedstrijd.<br />
2. De wedstrijd is om neg<strong>en</strong> uur begonn<strong>en</strong>, maar ik heb nog ge<strong>en</strong> tijd gehad om te kijk<strong>en</strong>.<br />
3. Ligt je broer al lang in <strong>het</strong> ziek<strong>en</strong>huis <strong>en</strong> is hij al lang ziek?<br />
4. Ik zal prober<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, maar ik beloof niets.<br />
5. Maria <strong>de</strong>kt <strong>de</strong> tafel <strong>en</strong> Alberto kookt <strong>het</strong> et<strong>en</strong>.<br />
6. Ik heb niet veel geld, want ik heb teveel uitgegev<strong>en</strong>.<br />
7. Ik moet eig<strong>en</strong>lijk boodschapp<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, maar ik heb ge<strong>en</strong> zin om met dit weer naar buit<strong>en</strong> te<br />
gaan.<br />
8. Volg<strong>en</strong><strong>de</strong> week krijg ik e<strong>en</strong> flat of (volg<strong>en</strong><strong>de</strong> week krijg ik) e<strong>en</strong> huis.<br />
Correctie oef<strong>en</strong>ing 11<br />
1. Hij is ziek of hij heeft ge<strong>en</strong> zin.<br />
2. Ik ga om 6 uur in e<strong>en</strong> restaurant et<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarna ga ik naar <strong>de</strong> bioscoop.<br />
3. Ik wil <strong>het</strong> wel, maar ik kan <strong>het</strong> niet, want ik heb ge<strong>en</strong> tijd.<br />
4. Piet zou kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> Maria zou kom<strong>en</strong>, maar Piet komt alle<strong>en</strong>, want ze hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
5. babysit. / Piet <strong>en</strong> Maria zoud<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ……………..<br />
6. We nem<strong>en</strong> <strong>de</strong> hond mee, maar/<strong>en</strong> <strong>de</strong> kat blijft thuis.<br />
7. Je komt thuis of je gaat weg.<br />
19
Change language