Oefeningen en correcties de woordvolgorde van het Nederlands
Oefeningen en correcties de woordvolgorde van het Nederlands
Oefeningen en correcties de woordvolgorde van het Nederlands
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Correctie oef<strong>en</strong>ing 16<br />
1. Weet jij wat we in <strong>het</strong> op<strong>en</strong> leerc<strong>en</strong>trum gaan do<strong>en</strong>?<br />
2. E<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>tje, ik moet ev<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> waar <strong>het</strong> station is.<br />
3. Kun je me zegg<strong>en</strong> hoe je dat woord schrijft?<br />
4. Waarom je me dat vraagt, begrijp ik niet.<br />
5. Hoeveel huur ik voor mijn woning betaal, wil ik niet zegg<strong>en</strong>.<br />
6. Zeg e<strong>en</strong>s welk t.v. programma jij <strong>het</strong> leukst vindt.<br />
7. Ik zou graag will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wie je die onzin heeft verteld.<br />
8. Van wie Rachida dat horloge gekreg<strong>en</strong> heeft, weet ik niet.<br />
9. Ik vraag me af waaraan ik dit ca<strong>de</strong>au te dank<strong>en</strong> heb.<br />
Correctie oef<strong>en</strong>ing 17<br />
1. Omdat > voegwoord <strong>het</strong> al wek<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>t > bijzin, staat <strong>het</strong> water in <strong>de</strong> gracht heel hoog. ><br />
hoofdzin met inversie<br />
2. Bij ons staat er water in <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r > hoofdzin met inversie - <strong>en</strong> > voegwoord - ook bij <strong>de</strong><br />
bur<strong>en</strong> staat <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r blank. > hoofdzin met inversie<br />
3. Ik heb <strong>de</strong> bloem<strong>en</strong> > eerste <strong>de</strong>el hoofdzin, - die - ik vorige week (gekreg<strong>en</strong>) heb > bijzin, -<br />
(weggegooid). > twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el hoofdzin. Ze war<strong>en</strong> dood. > hoofdzin.<br />
4. De man verdi<strong>en</strong><strong>de</strong> e<strong>en</strong> hoog salaris > hoofdzin, - maar > voegwoord - hij werkte niet erg<br />
hard. > hoofdzin<br />
5. Mijn zoon wil<strong>de</strong> op voetball<strong>en</strong> > hoofdzin, - zodat > voegwoord - ik weer geld aan<br />
voetbalkleding moest (uitgev<strong>en</strong>).<br />
6. Aangezi<strong>en</strong> > voegwoord - ze erg slordig was > bijzin, maakte ze veel fout<strong>en</strong>. > hoofdzin<br />
met inversie<br />
7. Jamila heeft met <strong>de</strong> buurvrouw > eerste <strong>de</strong>el hoofdzin, - die - vorige week naast ons is<br />
(kom<strong>en</strong>) (won<strong>en</strong>) > bijzin, - (k<strong>en</strong>nisgemaakt).> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el hoofdzin.<br />
8. Bij ons op school ontstaan heel wat relaties. > hoofdzin met inversie<br />
9. Ludmilla > eerste <strong>de</strong>el hoofdzin, - die - bijna dagelijks in <strong>de</strong> tuin werkt > bijzin, - neemt<br />
tomat<strong>en</strong> voor mij mee. > twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el hoofdzin<br />
10. Hij riep > hoofdzin : “Ik kom eraan.” > hoofdzin<br />
11. Als > voegwoord - je iets heel graag wilt, > bijzin - dan > voegwoord - lukt <strong>het</strong> ook<br />
meestal wel. > hoofdzin met inversie<br />
12. Er war<strong>en</strong> <strong>het</strong> afgelop<strong>en</strong> jaar weer meer treinreizigers > hoofdzin – <strong>en</strong> > voegwoord - er<br />
war<strong>en</strong> nog meer vertraging<strong>en</strong>. > hoofdzin<br />
13. “Als > voegwoord - je nu niet je mond houdt > bijzin, - ga (jij) dan <strong>de</strong> klas maar uit”, ><br />
hoofdzin met inversie - riep <strong>de</strong> doc<strong>en</strong>t boos. > hoofdzin met inversie<br />
14. Ik vraag me af > hoofdzin - of > voegwoord - je wel gelijk hebt. > bijzin<br />
15. Je kunt nu nog wel ev<strong>en</strong> (weggaan), > hoofdzin - maar > voegwoord - je moet om zev<strong>en</strong><br />
uur thuis (zijn).<br />
16. Omdat > voegwoord - ik d<strong>en</strong>k > bijzin - dat > voegwoord - je <strong>het</strong> nu wel weet, > bijzin - is<br />
dit <strong>de</strong> laatste oef<strong>en</strong>zin.<br />
22
Change language