Sandra Schruijer - NIP
Sandra Schruijer - NIP
Sandra Schruijer - NIP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
34 de psycholoog / juli-augustus 2013<br />
de psycholoog / juli-augustus 2013 35<br />
venalisme<br />
auteur: sandra schruijer<br />
venalisme<br />
forum<br />
Over de perverse consequenties van<br />
outputfinanciering in het hoger onderwijs<br />
Venalisme<br />
Volgens <strong>Sandra</strong> <strong>Schruijer</strong> werkt het huidige systeem<br />
van output financiering bij goedkeuring van dissertaties<br />
omkoopbaarheid (venalisme) in de hand. <strong>Schruijer</strong><br />
illustreert dit aan de hand van een eigen ervaring. Een<br />
uniek geval of doorstaan er vaker dubieuze manuscripten<br />
de academische proeve van bekwaamheid? Willem van<br />
der Does, Wouter van Joolingen, Maurits van der Molen<br />
en Rolf Zwaan reageren.<br />
De affaire-Stapel heeft de<br />
wetenschap in binnen- en<br />
buitenland beroerd (Abma,<br />
2012). Terwijl zijn gedrag<br />
ten scherpste wordt veroordeeld,<br />
blijft de vraag hoe<br />
dergelijk frauduleus gedrag<br />
zo lang onopgemerkt kon<br />
blijven. De publicatiedruk waaraan onderzoekers zijn<br />
blootgesteld rechtvaardigen zijn normoverschrijdend<br />
gedrag niet, maar werken ‘sloppy science’ (Levelt,<br />
2012) wel in de hand.<br />
In deze bijdrage wil ik ingaan op een andere misstand<br />
binnen het hoger onderwijs, die grotendeels<br />
onbesproken blijft, doch mijns inziens ook ernstig is.<br />
Ik noem het venalisme.<br />
‘Venalisme’ of ‘venaliteit’ betekent omkoopbaarheid<br />
en de term wordt door historici gebezigd om de praktijken<br />
in Frankrijk gedurende de Middeleeuwen en<br />
het Ancien Régime te omschrijven waarbij publieke<br />
ambten werden verkocht (Daly, 2000; Doyle, 1996).<br />
Outputfinanciering werkt venalisme in de hand, zo<br />
is mijn betoog. Ik wil dit illustreren aan de hand van<br />
een persoonlijke ervaring over mijn rol als externe<br />
examinator van een proefschrift aan een Nederlandse<br />
universiteit.<br />
systeem-psychodynamisch perspectief<br />
Ook al weid ik uit over deze casus, het is niet mijn bedoeling<br />
een enkel geval aan de kaak te stellen. De casus<br />
dient als illustratie. Het gaat er mij nu om te begrijpen<br />
hoe de beschreven wanpraktijk kan gebeuren. Daartoe<br />
situeer ik mijn ervaring in de universiteit als sociaal<br />
systeem dat opereert in een grotere context, een<br />
context die druk uitoefent op het systeem. Deze druk<br />
brengt psychische spanningen teweeg die moeilijk te<br />
verdragen zijn door de betrokken actoren, ingebed in<br />
rollen, posities en belangen. Deze spanningen kunnen<br />
resulteren in irrationeel gedrag dat, zolang het<br />
functioneel is voor de betrokkenen (om politieke en<br />
emotionele redenen), gedurende lange tijd onbewust,<br />
onopgemerkt dan wel onbesproken kan blijven. Om<br />
misstanden op te heffen is het niet toereikend om<br />
symptomen te bestrijden; we dienen te kijken naar de
36 de psycholoog / juli-augustus 2013<br />
de psycholoog / juli-augustus 2013 37<br />
venalisme<br />
auteur: sandra schruijer<br />
venalisme<br />
gemiddeld eens per<br />
maand maak ik een<br />
promotie mee: als<br />
promotor, commissielid of<br />
opponent. meestal hang ik<br />
tevreden mijn toga weer in<br />
de kast en niet zelden ben ik<br />
onder de indruk van het hoge<br />
niveau. een enkele keer vond<br />
ik na afloop dat we problemen<br />
hadden gemist die voor<br />
de verdediging rechtgezet<br />
hadden moeten worden.<br />
maar zelfs die keer was het op<br />
het randje, niet eroverheen.<br />
Kortom, op grond van eigen<br />
ervaringen beschouw ik het<br />
relaas van collega schruijer<br />
als uitzonderlijk. dat maakt<br />
het niet minder schokkend.<br />
systemische krachten en machten die deze misstanden<br />
in stand houden.<br />
Kortom, ik neem in deze bijdrage een systeempsychodynamisch<br />
perspectief in (Vansina & Vansina-<br />
Cobbaert, 2008), met als doel een discussie te initiëren<br />
over wetenschappelijke verantwoordelijkheid en<br />
integriteit.<br />
De casus<br />
Niet lang geleden werd ik gevraagd als externe<br />
beoordelaar zitting te nemen in een promotiecommissie.<br />
Het manuscript schoot tekort op fundamentele<br />
punten. Ik stuurde mijn negatief advies, met redenen<br />
omkleed, naar het opgedragen adres.<br />
Terwijl ik wachtte op de oproep om als examencommissie<br />
bijeen te komen, ontmoette ik de tweede promotor<br />
op een receptie. Vanuit collegiale overwegingen<br />
stelde ik hem op de hoogte van mijn negatief advies,<br />
zonder in details te treden. Hij was reeds op de hoogte<br />
en beet mij toe dat ik het niet begrepen had – de overige<br />
examinatoren hadden immers hun goedkeuring<br />
laat de referent terugkeren<br />
de beschreven reacties van<br />
de promotor, decaan en rector<br />
zijn verwerpelijk. de expromotor<br />
en commissieleden<br />
hebben het laten afweten.<br />
ik ken meer recente voorbeelden<br />
van proefschriften<br />
die niet sterk zijn, maar ik zie<br />
geen dalende trend – integendeel.<br />
tot de jaren tachtig<br />
van de vorige eeuw werden<br />
in mijn vakgebied met enige<br />
regelmaat proefschriften<br />
afgeleverd die nu met moeite<br />
voor masterscriptie zouden<br />
doorgaan. door het geringe<br />
aantal proefschriften in de<br />
klinische psychologie en<br />
psychiatrie kon de markt toen<br />
zijn werk al helemaal niet<br />
aan het manuscript verleend. Ik opperde de inhoudelijke<br />
discussie te voeren tijdens de vergadering van de<br />
beoordelingscommissie.<br />
De uitnodiging voor een commissiebijeenkomst<br />
bleef echter uit. Via e-mail informeerde ik meermalen<br />
bij de eerste promotor wanneer de vergadering zou<br />
plaatsvinden. Tevens vroeg ik om het inhoudelijke<br />
commentaar van de andere commissieleden, en ik<br />
verzocht expliciet mijn commentaar naar hen door te<br />
sturen. Ook vroeg ik om een inhoudelijke reactie van<br />
de promotoren op mijn rapportage.<br />
De enige reactie die ik ontving, was of ik wel in de<br />
commissie wilde blijven, en zo ja, of een bepaalde datum<br />
mij zou schikken voor de publieke ceremonie. De<br />
promotor legde de procedure van de betreffende faculteit<br />
uit, die voorschreef dat tweemaal ‘ja’ en eenmaal<br />
‘nee’ voldoende was om het proefschrift formeel te<br />
verdedigen. Er was geen commissiebijeenkomst nodig<br />
omdat de andere commissieleden een ‘ja’ hadden gegeven<br />
– overigens zonder commentaar, want dat was<br />
immers niet nodig. Als ik de inhoud aan de orde wilde<br />
doen. voor je het wist was de<br />
promovendus hoogleraar. enfin,<br />
van mij geen klachten dus<br />
dat vroeger alles beter was.<br />
eén ding was wel beter,<br />
namelijk het instituut van de<br />
referent. de referent diende<br />
onafhankelijk te zijn van<br />
promotores, moest een beargumenteerd<br />
oordeel schrijven<br />
en kon eisen stellen voor verbetering<br />
of aanvulling. pas als<br />
de referent tevreden was, kon<br />
het manuscript naar de promotiecommissie<br />
die alleen ja<br />
of nee mocht zeggen. de referent<br />
is onlangs afgeschaft.<br />
het is nu aan de commissie<br />
om wijzigingen te eisen, maar<br />
dat gebeurt weinig.<br />
ondanks het feit dat ik<br />
nog geen probleem waarneem,<br />
betreur ik het afschaffen<br />
van de referent. schruijer<br />
heeft namelijk wel gelijk in<br />
haar analyse van het systeem.<br />
dat is niet beperkt tot<br />
de promotie, maar treft alle<br />
lagen van de universiteit.<br />
de cultuurloze klerk die de<br />
vorige staatssecretaris was,<br />
heeft onze bestuurders geprest<br />
tot prestatieafspraken.<br />
er moeten meer studenten<br />
in- en uitstromen, anders<br />
wordt er gekort. gezien de<br />
prikkels die daarvan uitgaan,<br />
is het een wonder dat er nog<br />
kwaliteit wordt geleverd.<br />
de strubbelingen op de vrije<br />
stellen kon dat op de dag van de verdediging zelf.<br />
bizar Ik was geschokt. Ik ontdekte dat de betreffende<br />
kandidaat eerst een andere promotor had gehad.<br />
Ik ken deze persoon en belde haar. Het leek haar<br />
onwaarschijnlijk dat het project ooit zou resulteren in<br />
een proefschrift, daarom had ze besloten haar rol als<br />
promotor op te geven.<br />
Ik schreef de decaan maar ontving geen antwoord.<br />
Uiteindelijk kreeg ik hem telefonisch te spreken.<br />
Ik informeerde hem over de kwestie. Hij was van<br />
mening dat er niets aan de hand was, omdat de juiste<br />
procedure was gevolgd. Vervolgens verstuurde ik<br />
een e-mail naar de rector waarop ik nooit antwoord<br />
ontving. Wel kreeg ik enkele weken later een e-mail<br />
van de decaan, met de mededeling dat de promovenda<br />
heel wel in staat was mijn commentaar te pareren.<br />
Bijgevoegd was een tekst met daarin haar reactie op al<br />
mijn argumenten. Ze had echter veel van mijn commentaar<br />
niet begrepen; de ernst ervan evenmin.<br />
Vervolgens heb ik meerdere collega’s geraadpleegd,<br />
met inachtneming van de benodigde anonimiteit. Ik<br />
universiteit zijn een rechtstreeks<br />
gevolg van systeemfouten<br />
die recent verergerd<br />
zijn.<br />
het lijkt een kwestie van<br />
tijd tot ook bij promoties de<br />
kwaliteit onder druk komt.<br />
de nederlandse organisatie<br />
voor Wetenschappelijk<br />
onderzoek (nWo) speelt<br />
geen positieve rol, nu in ons<br />
vakgebied het contract van<br />
sommige promovendi is<br />
verkort tot drie jaar. de promoties<br />
zullen niettemin het<br />
laatste onderdeel zijn waar<br />
de kwaliteit te lijden zal<br />
hebben – hier is tenminste<br />
nog stevige selectie aan de<br />
poort en een groot belang<br />
voor zowel promovendus als<br />
promotor bij een toonbaar<br />
product.<br />
moet het systeem op de<br />
helling? ik kan geen systeem<br />
bedenken dat tegelijkertijd<br />
aanzet tot productie, kwaliteit<br />
bevordert en weinig<br />
bureaucratie met zich meebrengt.<br />
het systeem werkt<br />
zolang ieder zijn verantwoordelijkheid<br />
neemt, wat<br />
in het beschreven voorbeeld<br />
door sociale druk niet is<br />
gelukt. het herinvoeren<br />
van de referent zou hier een<br />
bijdrage kunnen leveren,<br />
maar tegen extreme gevallen<br />
is geen kruid gewassen.<br />
diederik stapel is gepromo-<br />
We moeten kijken<br />
naar systemische<br />
krachten die misstanden<br />
in stand<br />
houden<br />
legde hen voor wat in mijn ogen de fundamentele problemen<br />
van het proefschrift waren. Anderen schetste<br />
ik de in mijn ogen bizarre procedure. Mijn collega’s<br />
waren ontdaan. Hun adviezen varieerden van uit de<br />
commissie stappen, op de dag zelf de kandidaat en<br />
promotoren confronteren, de knaw informeren en de<br />
pers inlichten.<br />
Ik besloot mijn formele rol als externe beoordelaar<br />
niet op te geven. Immers, ik was officieel benoemd<br />
en kon op de promotiedag zelf mijn bezorgdheden<br />
toelichten in de commissie, zoals de eerste promotor<br />
veerd toen het systeem van<br />
de referent nog bestond.<br />
Willem van der Does is als<br />
hoogleraar Experimentele<br />
Psychopathologie verbonden<br />
aan de Rijksuniversiteit Leiden<br />
en aan het Leids Universitair<br />
Medisch Centrum. E-mail:<br />
vanderdoes@fsw.leidenuniv.nl.<br />
De vorige staatssecretaris<br />
heeft<br />
onze bestuurders<br />
geprest tot prestatieafspraken
38 de psycholoog / juli-augustus 2013<br />
de psycholoog / juli-augustus 2013 39<br />
venalisme<br />
auteur: sandra schruijer<br />
venalisme<br />
had voorgesteld, en de kandidaat haar proefschrift<br />
kon verdedigen. Ik verwachtte overigens niet dat een<br />
discussie ertoe zou leiden dat de kandidaat haar proefschrift<br />
zou moeten intrekken. Wel verwachtte ik een<br />
platform waarop mijn bezorgdheden konden worden<br />
besproken met de andere commissieleden.<br />
Statistische fouten<br />
De dag voorafgaande aan de verdediging belde ik de<br />
twee andere externe beoordelaars, van wie ik er een<br />
kwaliteit mag wat kosten<br />
We weten het allemaal: we<br />
gedragen ons naar de eisen die<br />
aan ons gesteld worden. als de<br />
ns wordt afgerekend op treinen<br />
die op tijd rijden, is het op zijn<br />
minst verleidelijk treinen niet te<br />
laten wachten en overstappende<br />
reizigers in de kou te laten staan.<br />
en dus gaan we heel ver in het<br />
tot de eindstreep brengen van<br />
kandidaten omdat we worden<br />
afgerekend op het aantal dat die<br />
eindstreep haalt. ook al vinden<br />
we dat sommige kandidaten dat<br />
niet echt verdienen.<br />
in die situatie wordt voor ieder<br />
individu de grens van wat toelaatbaar<br />
is op de proef gesteld.<br />
iedere docent aan een universiteit<br />
kent gevallen van studenten<br />
of promovendi die voorbij een<br />
point of no return gekomen zijn en<br />
daarom niet meer kunnen falen.<br />
het alsnog laten zakken van die<br />
studenten kost de universiteit<br />
en de student geld en status1 .<br />
Kortom, de situatie die sandra<br />
schruijer beschrijft is voor bijna<br />
iedereen herkenbaar. sommigen<br />
kunnen de verleiding en druk<br />
1 Bijv. http://www.groene.nl/2013/20/uw-<br />
5-kost-mij-twaalfduizend-euro<br />
niet weerstaan en overschrijden<br />
de grens van het toelaatbare.<br />
misschien is het probleem<br />
dat we ons te weinig druk<br />
maken om de kwaliteit van de<br />
kwaliteitsmaat. gekeken wordt<br />
naar wat eenvoudig meetbaar<br />
is, bijvoorbeeld simpele tellingen<br />
van output en citaties. het probleem<br />
daarmee is dat dergelijke<br />
kwaliteitsmaten perverteren<br />
doordat mensen zich op de maat<br />
richten en niet op de kwaliteit<br />
zelf.<br />
studiesucces mag een goede<br />
maat zijn voor de kwaliteit van<br />
een onderwijsinstelling zolang<br />
we niet studenten bewust naar<br />
de eindstreep slepen om het<br />
rendement te verhogen. de<br />
h-index kan een goede indicatie<br />
geven van de kwaliteit van een<br />
onderzoeker, maar wel zonder<br />
opportunistisch citatiegedrag<br />
van (groepen) onderzoekers.<br />
instellingen voor onderwijs en<br />
onderzoek en degenen die daarop<br />
toezien zouden weer eens<br />
diep moeten nadenken wat ze eigenlijk<br />
verstaan onder kwaliteit.<br />
Bijna iedere betrokkene die je het<br />
zult vragen, zullen de termen die<br />
aan de lijn kreeg, om mijn zorgen te delen. Ik was<br />
verrast door zijn mededeling dat hij niet aanwezig zou<br />
zijn – iets wat hij bij de bepaling van de datum reeds<br />
had gemeld. Met andere woorden, ik kon sowieso<br />
geen discussie aangaan met de hele commissie. Ik<br />
vroeg hem of hij op de hoogte was van mijn negatief<br />
advies en of hij mijn rapport had gelezen. Het antwoord<br />
op beide vragen was ‘nee’. Hij was boos hierover<br />
en zei: ‘Het proefschrift was niet erg sterk, misschien<br />
ben ik iets te mild geweest.’<br />
schruijer noemt ook noemen:<br />
inzicht, begrijpen, kritische reflectie,<br />
en wellicht nog meer, zoals vernieuwing<br />
en doorbraak. de kunst is<br />
die begrippen terug te laten komen<br />
in hoe we kwaliteit bepalen.<br />
daarbij moeten we niet bang zijn<br />
om subjectief te zijn. Kwaliteit<br />
is immers in hoge mate zelf een<br />
subjectief begrip. ook zou de<br />
overheid niet bang moeten zijn<br />
risico te nemen door vertrouwen<br />
te geven, en de financiering<br />
minder van output maar van<br />
geleverde inspanning af te laten<br />
hangen. en daarbij bedenken dat<br />
kwaliteit best wat mag kosten.<br />
Wouter van Joolingen is hoogleraardirecteur<br />
van ELAN, instituut voor<br />
Teacher Education and Science<br />
Communication van de Universiteit<br />
Twente. E-mail: W.R.vanJoolingen@<br />
utwente.nl.<br />
We maken ons te<br />
weinig druk om de<br />
kwaliteit van de<br />
kwaliteitsmaat<br />
De externe beoordelaar fluisterde dat er nog<br />
wel meer schortte aan het proefschrift …<br />
Ik probeerde de andere externe beoordelaar te<br />
contacteren, hetgeen niet lukte. De commissie kwam<br />
bijeen op de dag zelf voorafgaande aan de ceremonie.<br />
Handen werden geschud en toga’s aangetrokken. Op<br />
mijn vraag of we het proefschrift konden bespreken,<br />
antwoordde de decaan dat daarvoor ruim de tijd zou<br />
zijn na de ceremonie.<br />
Tijdens de ceremonie had ik de gelegenheid de<br />
kandidaat en het publiek te confronteren met mijn beoordeling<br />
en vroeg ik naar een reactie op mijn hoofdbezwaar,<br />
zoals geuit in mijn inmiddels vier maanden<br />
oude rapport. Geen nieuwe inzichten kwamen naar<br />
voren. Evenmin waren in het uiteindelijke manuscript<br />
eenvoudige statistische fouten gecorrigeerd die ik in<br />
mijn rapport had geconstateerd, zoals het tweezijdig<br />
toetsen daar waar eenzijdig getoetst had moeten<br />
worden. Dit had niet meer dan tien minuten in beslag<br />
hoeven nemen. Een van de interne examinatoren nam<br />
de tijd om een kwestie naar voren te brengen die haar<br />
stokpaardje leek te zijn. Laatstgenoemde prees het<br />
proefschrift uitbundig. Echter, deze kwestie lag buiten<br />
het kader van het proefschrift.<br />
Boosheid<br />
Na de ceremonie en voordat het diploma zou worden<br />
uitgereikt, zou er dan toch eindelijk aandacht zijn voor<br />
mijn bezwaren. Maar na het rondje met de vraag ‘hoe<br />
vonden we de verdediging?’ kreeg ik wederom niet<br />
de ruimte. Na afgekapt te zijn, uitte ik eindelijk mijn<br />
boosheid. Ik zei dat deze commissie geen commissie<br />
was omdat er tot op dat moment alleen individuele<br />
consultaties hadden plaatsgevonden, de commissieleden<br />
niet geïnformeerd waren over de waarderingen<br />
van de commissieleden en dat er geen gelegenheid<br />
was, zelfs niet op de dag van de ceremonie, meningen<br />
uit te wisselen. Hierop stond de decaan recht, zette<br />
zijn baret op en spoorde eenieder aan zijn of haar<br />
positie in te nemen in het cortège.<br />
Tijdens de receptie sprak ik kort met de eerste<br />
promotor, de decaan en de andere aanwezige externe<br />
beoordelaar. De promotor verzuchtte dat als ik mijn<br />
commentaar nu maar naar haar had gestuurd en niet<br />
naar het door haarzelf opgegeven adres, dan hadden<br />
alle problemen voorkomen kunnen worden (grappig,<br />
want tot op dat moment werd gedaan alsof er geen<br />
problemen waren …). De decaan vertelde me dat de<br />
procedure rond het toekennen van doctorstitels zou<br />
worden gewijzigd. En de externe beoordelaar nam me<br />
terzijde en fluisterde in mijn oor dat er nog wel wat<br />
meer schortte aan het proefschrift …<br />
Ik kwam die dag uitgeput thuis.<br />
Analyse<br />
De hierboven geschetste dynamiek lijkt collusief van<br />
aard. Collusie is een overwegend onbewust proces<br />
waarbij betrokkenen een confrontatie met de realiteit<br />
vermijden uit angst voor negatieve gevolgen (angst<br />
voor afwijzing, bedreiging van het zelfbeeld, machteloosheid;<br />
zie bijv. Gray & <strong>Schruijer</strong>, 2010; <strong>Schruijer</strong>,<br />
2008). Collusie is een systemisch fenomeen – alle betrokken<br />
partijen zijn medeplichtig (e.g. Harvey, 1988,<br />
1999). In onderhavige casus lijkt er eveneens sprake te<br />
zijn van een gedeeld belang om geen kritiek te uiten:<br />
(1) de kandidaat wil het proefschrift afronden na jarenlange<br />
arbeid;<br />
(2) de promotoren willen er ook vanaf, zonder netelige<br />
kwesties, opdat ze een nieuwe doctor aan hun<br />
palmares kunnen toevoegen;<br />
(3) individuele commissieleden willen enerzijds als<br />
goede collega’s optreden die bereid zijn gemeenschapswerk<br />
te doen, terwijl het aannemelijk is dat<br />
ze anderzijds hiermee geen tijd willen verliezen<br />
omdat dergelijk werk weinig oplevert in de jaarlijkse<br />
beoordeling, terwijl<br />
(4) de decaan en rector staan te trappelen om de promotievergoeding<br />
in ontvangst te nemen en tevens<br />
om de reputatie van de faculteit en universiteit<br />
hoog te houden.<br />
Ongewenste kritiek<br />
De enige persoon die kennelijk handelde in lijn met<br />
haar wetenschappelijke integriteit was de voormalige
40 de psycholoog / juli-augustus 2013<br />
de psycholoog / juli-augustus 2013 41<br />
venalisme<br />
auteur: sandra schruijer<br />
venalisme<br />
VENALISME of HET GROTE COMPLOT IN DE NEDERLANDSE PSYCHOLOGIE?<br />
aan de bijdrage van<br />
mevrouw schruijer<br />
behoeven niet veel<br />
woorden vuil gemaakt te<br />
worden. Zij gebruikt de<br />
affaire-stapel als startpunt<br />
voor een ‘systeem-psychodynamische’<br />
analyse van<br />
het wel en wee binnen een<br />
enkele promotiecommissie,<br />
om vervolgens te concluderen<br />
dat de honorering van<br />
dubieuze proefschriften en<br />
de affaire-stapel beide het<br />
gevolg zijn van een systeemfout<br />
— outputfinanciering<br />
van onderzoek. Zij gaat zelfs<br />
zover om het gedrag binnen<br />
de promotiecommissie psychodynamisch<br />
te duiden als<br />
‘collusief ’.<br />
maar met de introductie<br />
van de term ‘venalisme’ als<br />
kenmerk van het systeem<br />
van output financiering<br />
benadert zij de reguliere en<br />
meervoudige betekenis van<br />
het begrip ‘collusief ’ — waarmee<br />
gedoeld wordt op een<br />
heimelijke verstandhouding<br />
tussen twee of meerdere partijen<br />
om door list of bedrog<br />
promotor. Kritiek was ongewenst, hetgeen onder<br />
meer bleek uit<br />
(1) het vermijden van een arena waar ideeën en meningen<br />
konden worden gedeeld en bediscussieerd,<br />
bijvoorbeeld door de commissie vooraf niet bijeen<br />
te roepen en door commissieleden alleen individueel<br />
te consulteren;<br />
(2) het negeren van kritiek, bijvoorbeeld door niet te<br />
reageren op e-mails, maar ook door statistische<br />
fouten ongecorrigeerd te laten;<br />
(3) het actief onderdrukken van kritiek zodat die niet<br />
besproken hoefde te worden, bijvoorbeeld, door<br />
mijn rapport niet te verspreiden onder de commissieleden,<br />
door te suggereren dat ik als commissielid<br />
vervangen zou kunnen worden, en door het uiten<br />
van twijfels over de kwaliteit van het proefschrift<br />
ná de ceremonie;<br />
Een proefschrift<br />
levert tachtig- à<br />
negentig duizend euro<br />
overheids geld op<br />
de open competitie met<br />
anderen te ontwijken en<br />
daarmee voordeel te behalen,<br />
binnen of buiten de wet.<br />
het is een ernstige beschuldiging<br />
om de outputfinanciering<br />
van psychologisch<br />
onderzoek als zodanig te<br />
kenschetsen. gelukkig is<br />
deze beschuldiging alleen<br />
gebaseerd op een persoonlijk<br />
verslag van de eigen<br />
frustraties opgelopen in<br />
een promotiecommissie en<br />
kunnen we deze aantijgingen<br />
rustig terzijde schuiven.<br />
aan de nederlandse<br />
universiteiten werd in 1983<br />
outputfinanciering ingevoerd<br />
— de ‘voorwaardelijke<br />
financiering’. sindsdien is het<br />
onderzoek in de psychologie<br />
met grote sprongen vooruitgegaan.<br />
voorheen waren<br />
er eilandjes van excellentie<br />
in de nederlandse psychologie.<br />
nu is het psychologisch<br />
onderzoek in de breedte<br />
van hoog niveau. de laatste<br />
visitatiecommissie (research<br />
review psychology, 2011;<br />
Qanu, 2012) concludeerde<br />
(4) het uitoefenen van subtiele en niet zo subtiele<br />
druk, bijvoorbeeld door op intimiderende wijze<br />
mijn academische waarde te betwijfelen;<br />
(5) de geïnduceerde zelftwijfel, ik voelde immers ook<br />
de behoefte mijn kritiek op het proefschrift en de<br />
procedure te toetsen aan de mening van collega’s;<br />
(6) het reduceren van innerlijk conflict door de kandidaat<br />
the benefit of the doubt te geven resulterend<br />
in een milde beoordeling, of door te vertrouwen<br />
op het oordeel van andere commissieleden (in de<br />
veronderstelling dat zij het gelezen hebben) of van<br />
de promotor;<br />
(7) het aanmeten van een bureaucratische houding,<br />
zoals uitgedrukt in de stelling dat er niets aan de<br />
hand is omdat de procedure is gevolgd (‘we laten<br />
het huis afbranden – de veiligheidsvoorschriften<br />
zijn immers gevolgd …’);<br />
(8) de aard van de procedure zelf die alleen maar om<br />
een ‘ja’ of een ‘nee’ vraagt. (Persoonlijk vind ik<br />
het immoreel een ‘nee’ te geven zonder uitleg.<br />
Afwijzing betekent extra werk, zodat een ‘ja’ de<br />
weg van de minste weerstand is voor gehaaste<br />
beoordelaars.)<br />
Het gevolg van dit alles is dat een doctorstitel is toegekend<br />
op basis van een uiterst zwak manuscript. Aan<br />
de financiële en emotionele behoeften van alle actoren<br />
is voldaan, maar de wetenschappelijke integriteit is<br />
aangetast. De samenleving wordt opgescheept met de<br />
consequenties.<br />
dat het nederlands onderzoek<br />
in de psychologie<br />
varieert van erg goed tot<br />
excellent. en over promoties<br />
wordt opgemerkt dat, vanuit<br />
internationaal perspectief,<br />
het nederlandse systeem<br />
een success story genoemd<br />
kan worden. de kwaliteit<br />
van promovendi steekt ver<br />
uit boven het internationaal<br />
gemiddelde.<br />
mevrouw schruijer zal<br />
het verslag van de visitatiecommissie<br />
ongetwijfeld bestempelen<br />
als een collusieve<br />
vrucht. natuurlijk kan niet<br />
onmiddellijk worden hard<br />
gemaakt dat de sprong, die<br />
het nederlands onderzoek<br />
in de psychologie heeft gemaakt<br />
sinds de invoering van<br />
de voorwaardelijke financiering,<br />
het directe gevolg<br />
is van de outputfinanciering<br />
van het onderzoek. en<br />
niemand zal beweren dat het<br />
systeem van outputfinanciering<br />
volmaakt is. maar het is<br />
net als met democratie — er<br />
is nog geen beter systeem<br />
gevonden.<br />
De prangende vraag is of het hierboven beschreven<br />
geval uniek is. Uit eigen ervaring weet ik dat er wel<br />
vaker dubieuze manuscripten als voldoende worden<br />
gehonoreerd. ‘De markt selecteert’ wordt er dan als<br />
troost opgemerkt. Ondertussen raken integere wetenschappers<br />
en promovendi die prachtige proefschriften<br />
schrijven (want die zijn er zeker) gefrustreerd en<br />
gedemotiveerd. Wellicht is het overbodig te vermelden<br />
dat een vergelijkbare dynamiek uiteraard ook kan<br />
spelen bij het toekennen van bachelors-, masters- en<br />
andere titels.<br />
Om de collusieve dynamiek nader te begrijpen,<br />
dienen we te kijken naar het systeem van outputfinanciering.<br />
De perverse consequenties ervan zijn<br />
duidelijk. Een met succes verdedigd proefschrift levert<br />
het universitair departement tachtig- à negentigduizend<br />
euro aan overheidsgeld op. Middels geld kunnen<br />
onderzoekers en daarmee publicaties worden aangeschaft,<br />
onmisbaar in een wereld waar publish or perish<br />
het credo is.<br />
Universiteiten die grootse ambities koesteren, hebben<br />
de neiging narcistische leiders te benoemen (Maccoby,<br />
2000), die op hun beurt nieuwe angsten voeden<br />
waartegen men zich weer dient te wapenen, enzovoort<br />
(e.g. Brown, 1997; Stein, 2003). Ambitie is inmiddels<br />
trouwens synoniem geworden voor de beste te zijn<br />
in plaats van het goede te doen. Prestatie is gereduceerd<br />
tot dat wat meetbaar is (aantallen studenten en<br />
publicaties, impact scores, en andere key performance in-<br />
het gaat echter niet aan<br />
om het systeem te bestrijden<br />
met een enkele anekdote in<br />
de hand. met de introductie<br />
van de term ‘venalisme’<br />
doet mevrouw schruijer het<br />
voorkomen alsof er in het<br />
onderzoek in de nederlandse<br />
psychologie sprake is van<br />
één groot complot, en dat op<br />
basis van één enkele casus<br />
én eigen ervaring. van mevrouw<br />
schruijer moet echter<br />
wel gezegd worden dat ze<br />
consequent is. met een aantal<br />
publicaties van gemid-<br />
dicators). Universiteiten opereren als private ondernemingen<br />
die kennis produceren en verkopen ten koste<br />
van het waarderen van inzicht, begrijpen en kritische<br />
reflectie (Sievers, 2006; 2008). De economische logica<br />
gaat gepaard met politiek en berekenend gedrag – wie<br />
heeft er tijd om dienstbaar te zijn aan de wetenschappelijke<br />
gemeenschap? Academische instellingen zijn<br />
aldus debet aan de lagere standaarden waarover velen,<br />
inclusief de wetenschappers zelf, klagen.<br />
Ongezond systeem<br />
Terug naar Diederik Stapel. Een rotte appel? Ja, maar<br />
wel een rotte appel in een ongezond systeem. Om<br />
dit systeem te genezen dienen we naar het geheel te<br />
kijken. Daarmee bedoel ik niet het ontkennen van individuele<br />
verantwoordelijkheid, wel het beschouwen<br />
van de misstanden in een grotere systemische context.<br />
Het kan natuurlijk zijn dat er een beperkt belang is<br />
een rotte appel als uitdrukking te zien van systemisch<br />
falen. Gemakkelijker is het om naar een individu te<br />
wijzen en zich te beroepen op de eigen onschuld – om<br />
ondertussen de eigen straatjes schoon te vegen.<br />
over de auteur <strong>Sandra</strong> <strong>Schruijer</strong> is hoogleraar organisatiepsychologie<br />
aan de Universiteit Utrecht. E-mail:<br />
s.g.l.schruijer@uu.nl. Dit artikel is een bewerking van:<br />
<strong>Schruijer</strong>, S. (2012). Venalism in higher education: A<br />
systems-psychodynamic perspective. Paper gepresenteerd<br />
op de OPUS-conferentie, London.<br />
deld 1.3 per jaar (na promotie;<br />
.4 fte) en een h-index van<br />
6 (Web of Knowledge) lijkt<br />
zij zich als hoogleraar geheel<br />
buiten het systeem van<br />
outputfinanciering geplaatst<br />
te hebben.<br />
Maurits van der Molen is hoogleraar<br />
Biologische Ontwikkelingspsychologie<br />
aan de Universiteit<br />
van Amsterdam. E-mail:<br />
m.w.vandermolen@uva.nl.
42<br />
de psycholoog / juli-augustus 2013<br />
venalisme<br />
auteur: sandra schruijer<br />
wetenschap is geen spel<br />
de ervaringen die sandra<br />
schruijer beschrijft, zijn zeer<br />
zorgwekkend. mijn eigen ervaring<br />
is anders. ik heb als extern<br />
lid in promotiecommissies aan<br />
verschillende universiteiten gediend<br />
in verschillende vakgebieden<br />
en heb nooit de druk gevoeld<br />
om een ondermaats proefschrift<br />
goed te keuren. maar dit komt<br />
waarschijnlijk omdat ik gelukkig<br />
nooit met een ondermaats<br />
proefschrift te maken heb gehad<br />
(in nederland althans). misschien<br />
was niet elk proefschrift<br />
even fantastisch, maar de kwaliteit<br />
was altijd voldoende om het<br />
doctoraat te verlenen.<br />
natuurlijk is mijn informatie<br />
slechts anekdotisch. schruijer<br />
poneert de stelling dat outputfi -<br />
nanciering venalisme in de hand<br />
werkt. dit lijkt mij zeer plausibel.<br />
ik kan me voorstellen dat het<br />
ene vakgebied hier gevoeliger<br />
voor is dan het andere, maar in<br />
principe is het problematisch dat<br />
alle deelnemers er baat bij hebben<br />
dat een promotie doorgaat.<br />
op de korte termijn althans. op<br />
de lange termijn is niemand ge-<br />
Literatuur<br />
Abma, R. (2012). Changes in publication culture and the Stapel<br />
fraud case. Paper gepresenteerd op de ESHHS conferentie,<br />
Montreal, Augustus.<br />
Brown, A. (1997). Narcissism, identity, and legitimacy.<br />
Academy of Management Review, 22, 643-686.<br />
Daly, K. (2000). Private vice, public service? Civil service and<br />
chose publique in fi fteenth century France. In A. Curry & E.<br />
Matthew, (Eds.), (2000), Concepts and patterns of service in the<br />
later Middle Ages. Boydell Press.<br />
Doyle, W. (1996/2011). Venality: The sale of offi ces in eighteenthcentury<br />
France. Oxford Scholarship Online October 2011,<br />
DOI:10.1093/acprof:oso/9780198205364.001.0001<br />
Gray, B. & <strong>Schruijer</strong>, S. (2010). Integrating multiple voices:<br />
Working with collusion. In C. Steyaert & B. van Looy (Eds.),<br />
Relational practices, participative organizing. Emerald: Bingley<br />
(pp.121-135).<br />
Harvey, J. (1988). The Abilene paradox and other meditations in<br />
management. Lexington Books.<br />
baat bij ondermaats onderzoek:<br />
de maatschappij niet, de universiteit<br />
niet, de promovendus niet,<br />
de promotor niet, de commissie<br />
niet en zeker het vakgebied niet.<br />
Buitenlandse gasten zijn<br />
vaak verbaasd dat de nederlandse<br />
promotie een proces ‘zonder<br />
tanden’ is. voor hen lijkt het een<br />
tijdrovend toneelstuk, opgevoerd<br />
voor familie en bekenden<br />
van de promovendus (en voor<br />
opponenten die zichzelf graag<br />
horen praten). mogelijk dat dit is<br />
hoe de tweede promotor wilde<br />
dat schruijer de situatie zag: als<br />
een uiteindelijk betekenisloze<br />
ceremonie.<br />
schruijer heeft echter volkomen<br />
gelijk dat het mogelijk moet<br />
zijn ernstige bezwaren aan te tekenen<br />
bij een proefschrift en dat<br />
deze bezwaren serieus dienen te<br />
worden genomen. Wat is anders<br />
de functie van een leescommissie?<br />
het mogelijke argument dat<br />
de rol van een leescommissie<br />
minimaal hoeft te zijn omdat de<br />
hoofdstukken in het proefschrift<br />
veelal al gepubliceerd zijn in peer<br />
reviewed journals snijdt geen<br />
hout. de zaak-stapel alsmede<br />
de grote nalatigheden en fouten<br />
die vaak ontdekt worden in<br />
artikelen die peer reviewed zijn<br />
(bijv. http://rolfzwaan.blogspot.<br />
nl/2013/04/pre-publication-posting-and-post.html)<br />
laten zien<br />
dat peer review geen afdoende<br />
fi lter is.<br />
schruijer heeft gelijk dat de<br />
huidige situatie rond het promotieproces<br />
ongezond is. het<br />
draagt bij tot de misvatting dat<br />
wetenschap een spel is. en dat is<br />
niet de indruk die we onderzoekers<br />
willen meegeven aan het<br />
begin van hun wetenschappelijke<br />
carrières.<br />
Rolf Zwaan is als professor Biological<br />
and Cognitive Psychology<br />
verbonden aan de afdeling Psychologie<br />
van de Erasmus Universiteit<br />
Rotterdam. E-mail: rolfzwaan@<br />
gmail.com.<br />
Ik heb nooit de druk<br />
gevoeld een ondermaats<br />
proefschrift<br />
goed te keuren<br />
Harvey, J. (1999). How come everytime I get stabbed in the back my<br />
fi ngerprints are on the knife. San Francisco: Jossey-Bass.<br />
Levelt, P. (2012). Falende wetenschap: De frauduleuze onderzoekspraktijken<br />
van sociaal-psycholoog Diederik Stapel. Eindrapport van de Commissie<br />
Levelt, 28 November 2012.<br />
Maccoby, M. (2000). Narcissistic leaders: The incredible pros, the<br />
inevitable cons. Harvard Business Review, January–February, 69-77.<br />
<strong>Schruijer</strong>, S. (2008). Samenwerking, collusie en de rol van devianten.<br />
Inaugurele rede, Universiteit Utrecht, 28 januari.<br />
Sievers, B. (2006). The psychotic organization: A socio-analytic<br />
perspective. Ephemera: Theory and politics in organization, 6(2), 104-<br />
120.<br />
Sievers, B. (2008). The psychotic university. Ephemera: Theory and<br />
politics in organization, 8(3), 238-257.<br />
Stein, M. (2003). Unbounded irrationality: Risk and organizational<br />
narcissism at Long Term Capital Management. Human Relations, 56,<br />
523-540.<br />
Vansina, L. & Vansina-Cobbaert, M.-J. (2008). Psychodynamics for<br />
managers and consultants. Londen: Wiley.<br />
Publicatieprijs<br />
voor<br />
aankomende<br />
auteurs<br />
De redactie van De Psycholoog wil jong talent in<br />
de psychologie aanmoedigen<br />
tot het schrijven van goede en originele artikelen<br />
in de Nederlandse taal. In 1995 heeft de redactie<br />
daarom een tweejaarlijkse Publicatieprijs voor<br />
aankomende auteurs ingesteld die in 2013 voor de<br />
negende keer zal worden uitgeloofd.<br />
De prijs bestaat uit publicatie als hoofd artikel in<br />
De Psycholoog en een bedrag van € 1200,-.<br />
Ingezonden manuscripten dienen aan<br />
de volgende voorwaarden te voldoen.<br />
1. het artikel biedt een gedegen overzicht van een<br />
psychologisch relevant onderwerp, waarin recent onderzoek,<br />
literatuur, theorievorming en/of toepassingen<br />
op originele wijze worden gepresenteerd.<br />
2. de lengte van het artikel bedraagt maximaal 5000<br />
woorden, inclusief referenties.<br />
3. het is geschreven in goed nederlands door een juniorpsycholoog,<br />
niet eerder afgestudeerd dan 1 augustus 2009.<br />
4. het manuscript moet uiterlijk op 1 september 2013 zijn<br />
ingediend volgens de geldende richtlijnen voor auteurs.<br />
uitgebreide richtlijnen kunnen bij de redactie worden aangevraagd,<br />
en zijn ook te vinden op internet (www.psynip.<br />
nl, bij de sectie van de psycholoog onder ‘voor auteurs’).<br />
5. het manuscript mag niet elders zijn aangeboden of<br />
gepubliceerd.<br />
Manuscripten kunnen tot 1 september 2013<br />
worden toegezonden aan:<br />
Jury Publicatieprijs De Psycholoog<br />
redactie@psynip.nl<br />
de ingezonden artikelen worden beoordeeld door een deskundige<br />
jury onder leiding van de voorzitter van de redactie<br />
van de psycholoog. daarbij wordt gelet op inhoudelijke en<br />
stilistische kwaliteit, originaliteit en de mate waarin een<br />
artikel van belang is voor een breed publiek van psychologen.<br />
elk ingezonden manuscript wordt beoordeeld en komt, na de<br />
gebruikelijke reviewprocedure, eventueel voor plaatsing in<br />
aanmerking. over beslissingen van de jury is geen correspondentie<br />
mogelijk.<br />
P R A K T I J K B E R I C H T<br />
Bedankt<br />
Intramed!<br />
“We hebben nooit geweten dat Intramed zo compleet is”.<br />
Vanaf het moment dat we met jullie praktijksoftware aan de slag<br />
gingen, loopt onze bedrijfsvoering op rolletjes. Plannen, registreren,<br />
declareren, behandeldossiers aanleggen en bijhouden gaan zo efficiënt<br />
dat we echt blij zijn dat we voor Intramed hebben gekozen. Trouwens,<br />
de medewerkers van de helpdesk zijn werkelijk fantastisch!<br />
Via de website van Intramed hebben we gebruik kunnen maken van<br />
een gratis proefperiode van 3 maanden. Hierdoor zijn we aan de slag<br />
gegaan zonder kosten of verplichtingen. Al snel bleek dat dit pakket<br />
prima aansloot bij onze wensen en zijn we na 3 maanden overgegaan<br />
tot een contract.<br />
Intramed praktijksoftware, compleet gebruiksgemak<br />
voor de GGZ<br />
Speciaal voor de 1e lijns GGZ:<br />
= Codeboek en aanlevering aan de LVE is geïntegreerd<br />
= Jaarlijkse gegevens export voor ROEP en LVE<br />
= DSM IV criteria makkelijk in te voeren via meerkeuzelijsten<br />
= Eigen bijdrage wordt automatisch verrekend en via nota’s<br />
gedeclareerd, desgewenst via Famed<br />
= Mogelijkheid telefonisch consult te factureren<br />
Speciaal voor de 2e lijns GGZ:<br />
= DBC registratie<br />
= Aanlevering mogelijk aan DIS-portal<br />
= De diagnosecode in de declaratiegegevens kan<br />
gemaskeerd worden<br />
= DSM IV criteria makkelijk in te voeren via meerkeuzelijsten<br />
= Met Intramed PLUS o.a. exporteren ROM data naar SBG<br />
Kijk op de website voor meer informatie over Intramed PLUS<br />
Al meer dan 19.000 gebruikers werken<br />
dagelijks met de Intramed software<br />
Noordkade 94 - 2741 GA<br />
Waddinxveen<br />
T 0182 62 11 07<br />
F 0182 62 11 99<br />
info@intramed.nl<br />
Op de website treft u tevens uitgebreide productinformatie voor uw praktijk:<br />
www.intramed.nl