Bijbelse Geschiedenis deel 2 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Bijbelse Geschiedenis deel 2 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Bijbelse Geschiedenis deel 2 - Welkom bij de John Bunyan Stichting
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Daar gaan <strong>de</strong> broers, naar Egypte.<br />
Ze zijn weer met z’n tienen, want<br />
Benjamin is er nu <strong>bij</strong>. In hun zakken<br />
hebben ze dubbel geld en veel<br />
geschenken voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkoning. Na<br />
een lange, bange reis komen ze in<br />
Egypte aan. Maar wat valt dat mee! De<br />
on<strong>de</strong>rkoning is zó vrien<strong>de</strong>lijk voor<br />
hen! En Simeon komt ook weer <strong>bij</strong><br />
hen.Wat een blijdschap is er <strong>bij</strong> <strong>de</strong><br />
broers! De on<strong>de</strong>rkoning vraagt naar<br />
hun va<strong>de</strong>r en als hij Benjamin ziet,<br />
zegt hij: „Mijn zoon, God zij u genadig.”<br />
Maar dan wordt het Jozef te veel.<br />
Hij gaat snel naar een an<strong>de</strong>r vertrek<br />
en huilt van diepe ontroering en blijdschap.Toch<br />
zegt hij niet tegen zijn<br />
broers wie hij is.Waarom niet? Omdat<br />
hij weten wil of ze werkelijk veran<strong>de</strong>rd<br />
zijn, sinds hij door hen verkocht<br />
is.<br />
De broers krijgen heerlijk eten in het<br />
paleis van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkoning.Wat is het<br />
allemaal vreemd! Eerst was <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkoning<br />
zo boos en nu is hij zo vrien<strong>de</strong>lijk!<br />
En bovendien laat hij <strong>de</strong> broers<br />
plaatsnemen aan tafel, precies op volgor<strong>de</strong><br />
van leeftijd. Hoe kan dat? En als<br />
ze gaan eten, krijgt Benjamin wel vijf<br />
keer zoveel als <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren. Maar <strong>de</strong><br />
broers zijn er niet jaloers op. Ze zijn<br />
alleen heel erg verbaasd.<br />
De volgen<strong>de</strong> morgen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />
ezels gela<strong>de</strong>n en gaan <strong>de</strong> broers weer<br />
op weg naar huis.Wat zal va<strong>de</strong>r blij<br />
zijn, dat Simeon en Benjamin allebei<br />
gewoon mee terug komen! Wat is het<br />
meegevallen! Opgewekt gaan ze op<br />
weg. Maar opeens… hoor eens! Wat is<br />
dat? Achter hen op <strong>de</strong> weg horen ze<br />
het getrappel van paar<strong>de</strong>n. Daar<br />
22<br />
8. IK BEN J OZEF<br />
komen soldaten aan! Wat rij<strong>de</strong>n ze<br />
snel! Bij <strong>de</strong> broers hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n<br />
stil. „Sta eens stil!”, roept <strong>de</strong> hoofdman<br />
bul<strong>de</strong>rend. „Waarom hebben jullie <strong>de</strong><br />
zilveren beker van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkoning<br />
gestolen? Wat zijn jullie een stelletje<br />
ondankbare dieven!”<br />
Verschrikt staan <strong>de</strong> broers stil. Zij zou<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> beker van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkoning<br />
gestolen hebben…? O nee, ze weten<br />
zeker dat dat absoluut niet waar is.<br />
Dat moet een vergissing zijn! „Kijk<br />
maar in onze zakken,” zeggen ze rustig,<br />
„wij hebben niets gestolen. En als<br />
u die beker wel in onze spullen vindt,<br />
zijn wij allemaal uw slaven.”<br />
De soldaten doorzoeken <strong>de</strong> zakken<br />
van <strong>de</strong> broers. En dan… dan steekt<br />
een soldaat ineens triomfantelijk <strong>de</strong><br />
beker omhoog. In <strong>de</strong> zak van<br />
Benjamin zat hij verstopt. „Zie je wel?”<br />
zegt <strong>de</strong> hoofdman boos, „jullie zijn<br />
dieven. Ga onmid<strong>de</strong>llijk mee naar <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rkoning, allemaal!” Met gebogen<br />
hoof<strong>de</strong>n en beven<strong>de</strong> harten volgen <strong>de</strong><br />
broers <strong>de</strong> soldaten. O, wat gebeurt er<br />
toch allemaal? De broers kunnen ook<br />
niet weten dat Jozef die beker stilletjes<br />
in Benjamins zak heeft laten stoppen.<br />
Ze kunnen ook niet weten dat hij<br />
hen beproeven wil, of ze voor<br />
Benjamin net zo slecht zijn, als vroeger<br />
voor hem. O, ze weten niet eens<br />
dat die boze on<strong>de</strong>rkoning hun broer<br />
is.Wat zijn ze bang!<br />
Wat later staan ze bevend voor <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rkoning. O, wat spreekt hij boos<br />
tegen hen! En dan… dan zegt hij dat<br />
Benjamin zijn slaaf moet wor<strong>de</strong>n.Want<br />
hij heeft gestolen. De an<strong>de</strong>ren mogen<br />
naar huis, maar Benjamin moet hier<br />
blijven.