IFKS Magazine 2012 - IFKS skûtsjesilen

urgum: erop of eronder
Geale Tadema
kon moeilijk
hoogte houden
op het thuiswater.
(Foto: Binne
Kramer)
Bijna was de IFKS-openingswedstrijd op de Burgumer Mar voor het derde jaar op rij niet
doorgegaan. Weerplaza gaf voor de gehele dag 5 Bft aan met windstoten van 7. Dat is
het ook geweest. ‘It waaide dat it rikke’.
Het begon ’s ochtends droog en zonnig, maar met erg
veel wind. Teveel, vonden Eelke Boersma en Bouke
van der Vaart en voeren niet uit. De overige schippers
en bemanningen kregen het flink voor de kiezen. De
zeilen waren dichtgereefd. Vooral bij a-klein stond er
weinig vierkante meter doek. Pieter Jansma, die normaal
gesproken wel een beetje wind kan hebben met
zijn ‘Twa Famkes’, gaf aan dat er op het schip vaker
geknikt moest worden. Remy de Boer had een fok als
van een valkje aangeslagen. Klaas Kuperus (Makkum,
De Zes Gebroeders) en Arend Wisse de Boer
(Gorredijk, Oude Zeug) leverden met hun grote skûtsjes
een daverende strijd die Klaas in zijn voordeel
beslechtte. Al leek ‘De Zes Gebroeders’ vaak op een
snelle duikboot. Het veelvuldig hellende schip kwam
telkens weer overeind.
‘kan dat meIsje wel zeIlen?’
IFKS-kampioen Sieb Meijer heeft vorig jaar het roer overgedragen aan
dochter Froukje. Het tweede ‘meisje’ in de vloot is schipper Noortje
Goedhart. Ze is 35, moeder van twee kinderen en zeilt al 10 jaar bij de
IFKS. In het dagelijks leven doet ze operaties in hoofd en hals, als
specialistisch KNO-arts in het MCL.
‘Ik moet altijd extra oppassen voor mijn handen en mijn zicht.
Daarom is aan boord de veiligste plek voor mij aan het roer´, lacht
Noortje Goedhart. ‘Ik mijd de lier.’ Ze debuteert dit jaar als schipper
op de Gerrit Ynze, echtgenoot Geert-Jan is mee als trimmer. Het is de
ploeg waar ook Govert Riksen mee voer, Noortje heeft het roer van
hem overgenomen. Ze wordt als schipper door de heren IFKSschippers
‘getest’, merkt ze. ‘Bij Lemmer Ahoy roepen ze me regels
toe die niet kloppen. Ik herken dat gedrag ook in mijn werk als arts,
prachtig, dat zie ik als een prettige uitdaging.’
Haar schip is nog niet een geoliede machine zoals bij Froukje op
de Jonge Jasper. Maar er wordt aan gewerkt, met steun van haar
beschermeling en leermeester Floris Bottema. Noortje haar ouders
wonen aan de Groene Wal in Heeg. Toen Floris tien jaar geleden een
De ‘Oude Zeug’ bleef daarentegen gestaag op één
oor de knobbelige Burgumer Mar doorklieven. ‘It
Doarp Eastermar’ van Geale Tadema speelde in de
kop geen rol van betekenis op het thuiswater. Geale
kon geen hoogte lopen. Uiteindelijk eindigde hij als
vijfde achter de jubilerende Koos Lamme. Koos zeilt
nu 25 jaar bij de IFKS en is dit jaar terug op de
‘Verwisseling’, het skûtsje waarop hij destijds debuteerde
met broer Sippe. In a-klein was het Rinze
Herrema die het beste bij het Piter Jehannesgat uit de
start kwam en ook als eerste over de eindstreep kwam,
gevolgd door Jaap Hofstee en André Wiersma.
Bij het inzeilen was al te zien dat de ‘Drie
Gebroeders’ van Freddy van der Heide de vlagen lastig
kon wegzeilen. Vele malen kon je het water vanuit
de roef op de rútsjes zien. In de wedstrijd ging het in
de tweede route van de Olympische baan dan ook
mis. Nadat Freddy al eens aan boord was getrokken
door Jan Wartena sloeg het schip om in twee op
elkaar volgende vlagen.
Bij het lichten van de Drie Gebroeders bleek dat
Koos van Drunen zijn 2 jaar oude mast had verloren,
afgebroken op vier noesten. Door het gereefde zeil
was de druk van de gaffel hier te groot geweest. Het
publiek zag een spectaculaire wedstrijd, maar jammer
genoeg was het niet verantwoord om ’s middags nogmaals
te strijden. De elementen hadden gewonnen.
beroep deed op nieuwe bemanning, stapte Noortje bij hem op het
schip en heeft door de jaren heen bij hem zo’n beetje alle functies
aan boord wel verkend. ‘Ook al varen wij nu op een eigen schip in
dezelfde klasse, Floris blijft altijd behulpzaam, dat vinden wij
bijzonder.’
7