Middelpolder (chemische waterkwaliteit: -; oeverontwikkeling: ++)
Middelpolder (chemische waterkwaliteit: -; oeverontwikkeling: ++)
Middelpolder (chemische waterkwaliteit: -; oeverontwikkeling: ++)
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Flexpeil experiment Naardermeer<br />
• In het Naardermeer wordt in een afgesloten gedeelte het effect van flexibel peil op diverse aspecten van het functioneren<br />
van het watersysteem onderzocht. Met name het effect van een flexibel peilrange tussen -1,40 en – 0,90 m NAP op<br />
hoogveenbos wordt onderzocht, omdat de kwaliteit van dit bijzondere Natura2000 habitat niet achteruit mag gaan.<br />
Hoogveenbos is gevoelig voor wisselende grondwaterstanden. Het hoogveenbos is in Naardermeer ontwikkeld bij het<br />
huidige redelijk stabiele peilbeheer (fp -1,10 en -0,90 m NAP ). Vanuit de oevervegetatie is het wenselijk om de peilrange<br />
van het flexibele peilbeheer te vergroten. Ook een lagere externe aanvoer van fosfaat is wenselijk, die door middel van een<br />
grotere range van flexibel peil kan worden bereikt..<br />
• Het isoleren van het onderzoeksgebiedje is goed gelukt.Door de natte zomers van 2011 en 2012 was het lastig om het<br />
oppervlaktewaterpeil te laten uitzakken. Metingen aan grondwaterporie-chemie laat verschillen zien tussen de verschillende<br />
vegetatietypen en ook in de diepte. De <strong>chemische</strong> veranderingen van het poriewater als gevolg van veranderde<br />
grondwaterstanden zijn goed terug te meten in het veld. Verlaging van het oppervlaktewaterpeil leidt tot oxidatie van de<br />
oever, waarbij veel sulfaat lijkt vrij te komen dat zou kunnen uitspoelen naar de oppervlaktewaterlaag. De uitspoeling van<br />
sulfaat en mogelijk andere stoffen naar de waterlaag kan leiden tot een verslechtering van de <strong>waterkwaliteit</strong> en is mogelijk<br />
mede de oorzaak van de waargenomen toename van draadalgen in de Krabbescheersloot in de zomer.<br />
• Het hoogveenbos is gevoelig voor verdroging. Het neerslagoverschot is echter in belangrijke mate sturend voor de<br />
watervoorziening van het bos. De effecten van een lager oppervlaktewaterpeil hebben vermoedelijk slechts tot op een<br />
beperkte afstand van de sloot effect op de waterstanden in het hoogveenbos.<br />
• Met behulp van een zogenaamde SOFIE-cel (Sediment Or Fauna Incubation Experiment, SOFIE, Vink, 2002) is een<br />
ongestoord sediment-watersysteem geïsoleerd. Er zijn lab-metingen met behoud van de heersende redoxcondities<br />
uitgevoerd. Op dit systeem zijn twee peilveranderingen uitgevoerd, conform het scenario van eenmalige droogval (periode<br />
van 7 dagen) en inundatie. Dit scenario zet een aantal geo<strong>chemische</strong> veranderingen in gang die echter niet tot een<br />
irreversibele verandering van het systeem hebben geleid. Ook lijkt geen van de effecten van permanente aard te zijn. Al met<br />
al worden er geen significante risico’s voor de <strong>waterkwaliteit</strong> verwacht door peilverandering. De flux van fosfaat richting het<br />
oppervlaktewater is door het peilscenario weliswaar verhoogd, maar dit effect zal zich naar verwachting binnen enkele<br />
weken stabiliseren. Hierbij moet worden opgemerkt dat de fosfaatflux in de voorliggende situatie, vergeleken met andere<br />
watersystemen, qua grootte-orde vrij beperkt is.<br />
• Bij het introduceren van flexibel peilbeheer als beheermaatregel kan het echter zo zijn dat de peilveranderingen meer<br />
frequent voorkomen en mogelijk langduriger van aard zijn. Met name in dat laatste geval is het niet uit te sluiten dat<br />
naleveringsprocessen van nutriënten kunnen leiden tot een (tijdelijke) eutrofiering van het oppervlaktewater.<br />
• Het onderzoek wordt in 2013 voortgezet.