15.09.2013 Views

4de ned .indd

4de ned .indd

4de ned .indd

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

de 20e eeuw<br />

Naar een communicatiemaatschappij<br />

René De Herdt


Het MIAt<br />

een unIeke reflectIe op onze sAMenlevIng<br />

Het MIAT toont hoezeer onze samenleving tussen 1750<br />

en 2000 is geëvolueerd en hoe grondig de industriële<br />

revoluties het dagelijks leven hebben veranderd.<br />

In het museum illustreren tal van voorwerpen, machines<br />

en evocaties de vooruitgang in de 19e en 20e eeuw.<br />

Maar het MIAT gaat ook dieper in op het leven van<br />

onze voorouders. Je krijgt als bezoeker niet alleen een<br />

buitengewoon uitzicht over de stad Gent, maar ook een<br />

goed inzicht in hoe onze hedendaagse samenleving<br />

zich heeft ontwikkeld. Tijdens de eerste industriële<br />

revolutie waren de wol- en katoennijverheid innoverende<br />

nijverheden. Daarom legt het MIAT een<br />

bijzonder accent op textiel.<br />

Het MIAT is een jong museum. In 1990 werd het<br />

ondergebracht in de voormalige katoenspinnerij Desmet-<br />

Guéquier, een gebouw uit 1905. Het verwijst naar de<br />

periode waarin Gent nog een echte textielstad was. ‘Het<br />

Manchester van het continent’ werd ze genoemd.<br />

Via een metalen trap daal je af naar het MIAT. Vroeger<br />

bevond zich hier een zogeheten ‘meers’: ‘de Minnemeers’.<br />

Op dit lage weidegebied (‘meers’) in de noordelijke<br />

bocht van de Leie werd vanaf de 16e eeuw linnen te<br />

bleken gelegd. Nu bevindt er zich een verftuin met een<br />

veertigtal verschillende planten die gebruikt werden<br />

om textiel artisanaal te verven. De naam ‘Minnemeers’<br />

verwijst tevens naar de ‘meermin’, een heidens symbool<br />

voor de bedrieglijke kracht van de zinnelijkheid, dat werd<br />

gerecupereerd door de middeleeuwse kerk.<br />

Uiterst rechts staat een bronzen standbeeld van<br />

Pierre De Geyter (1848-1922), een ontwerp van<br />

kunstenaar Tom Frantzen. Het werd opgericht in 1998,<br />

ter herinnering aan de Gentenaar die ‘De Internationale’<br />

componeerde, het lijflied van de socialistische beweging.


NAAR EEN<br />

commuNicAtiEmAAtschAppij<br />

De 20e eeuw: produceren voor de consumptiemaatschappij<br />

In de 19e eeuw ontstonden op het noordelijk halfrond industriële grootmachten.<br />

De liberale economie waar ze op stoelden, wordt in de 20e eeuw voortgezet.<br />

Het arme zuidelijke halfrond levert de grondstoffen, terwijl het Noorden de grote<br />

winsten opstrijkt. Het economisch leven wordt in veel gevallen nog geregeld<br />

door het optreden van de staat. De arbeider krijgt een aanvaardbaar loon en<br />

kan rekenen op allerlei sociale voorzieningen. Er komt meer vrije tijd en de<br />

ontspanningsmogelijkheden nemen toe, net als het comfort.<br />

Europa moet zijn plaats als industriële koploper afstaan aan de VS. Twee<br />

verwoestende oorlogen, met daartussen de economische wereldcrisis van 1929-<br />

1939, dragen daartoe bij. Hoewel tussen 1945 en 1985 de nieuwe Amerikaanse<br />

grootmacht verwikkeld is in een ‘Koude Oorlog’ met de communistische Sovjet-<br />

Unie en in de westerse landen de dekolonisatie inzet, breekt een gouden tijd van<br />

materiële overvloed en consumptie aan. Vanaf 1989 valt het Oostblok uiteen en<br />

begint de derde industriële revolutie. Daarin spelen biotechniek, het audiovisuele en<br />

de informatica een cruciale rol. Het pad naar de mondialisering en de communicatie-<br />

en informatiemaatschappij is hiermee voorgoed geëffend.<br />

i. Bij de aanvang van de 20e eeuw<br />

La belle époque<br />

De benaming “Belle Époque” ontstond na de Eerste Wereldoorlog. Met veel nostalgie werd toen<br />

teruggeblikt op, de periode tussen 1890 en 1914, een tijd van grote ontdekkingen, ongeziene vooruitgang<br />

en het geloof in de onbegrensde mogelijkheden van wetenschap en technologie.<br />

Rond de eeuwwisseling bevond de industrie zich in een stroomversnelling. Nieuwe sectoren zoals de<br />

staal- en de metaalnijverheid, de scheikundige industrie, de elektriciteitsproductie en de petroleumwinning<br />

maakten een stormachtige ontwikkeling door. Transatlantische schepen zorgden voor snel en goedkoop<br />

transport. Telegraaf en telefoon voorzagen in communicatie op lange afstand. In 1908 bracht Henry Ford de<br />

eerste betaalbare auto op de markt, de Ford T. Een jaar later stak de Fransman Louis Blériot voor het eerst<br />

met een vliegtuig het Kanaal over. In de kunstwereld ontstonden stromingen als het fauvisme, het kubisme<br />

en het impressionisme. Rijke industriëlen zoals Armand Solvay lieten door architecten als Victor Horta en<br />

Henry van de Velde een Art Nouveau huis bouwen.


1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

Voor België was de Belle Epoque een tijd van nooit geziene<br />

industriële en commerciële expansie. Tegen 1914 was ons land<br />

de vijfde handelsnatie ter wereld. Op sociaal gebied ging achter<br />

dit moderne dynamische België nog een andere realiteit schuil.<br />

Deze wereld werd bevolkt door fabrieksarbeiders, kleine boeren,<br />

handwerkers, dienstboden, leurders, thuiswerkers en ambachtslui.<br />

Arbeiders- en vrouwenbewegingen streden voor meer sociale<br />

rechtvaardigheid en stemrecht. Levensbeschouwelijke tegenstellingen<br />

concentreerden zich nog steeds op de strijd rond het onderwijs.<br />

Kasseibestrating<br />

De belle époque werd in Gent, Brussel en Antwerpen onder meer<br />

gekenmerkt door grote saneringswerken: men opende nieuwe<br />

straten en boulevards, en legde pleinen, squares en openbare parken<br />

aan. Dit stuk 19e-eeuwse verharde openbare weg bestaat uit ruw<br />

behouwen porfierkeien. Porfier was een granietsoort uit Henegouwen<br />

die in Vlaanderen zeer geliefd was voor het aanleggen van wegen. (1)<br />

straatverlichting<br />

Grote booglamp met originele lamphouder en ophangingssysteem.<br />

Het (witte) licht werd verkregen door een vonk die tussen twee<br />

koolstofstaven oversloeg. Het was zo fel dat één lamp een heel plein<br />

kon verlichten. (2)<br />

De kar van de scharensliep, 1890<br />

De scharensliep was een volksfiguur die met zijn wagen, een soort<br />

mobiele werkplaats, door de straten trok om gereedschap te slijpen.<br />

(Herkomst: Van Windsen, Desteldonk) (3)<br />

Woonhuis en interieur, ca. 1910<br />

Reconstructie van de gevel en het interieur van een woning van<br />

vóór W.O.I. Let op de schaarse verlichting met een kooldraadlamp.<br />

Verwarmen gebeurde met steenkool in een kookhaard. Aangezien er<br />

nog geen lopend water was, moest het water opgepompt worden uit<br />

een waterput. Wonen, koken en andere huishoudelijke taken, zoals<br />

strijken, gebeurden in één ruimte. Het feit dat er elektriciteit was,<br />

wijst erop dat dit een interieur van een beter betaalde arbeider was.<br />

(1)


5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

mosterdfabriek tierenteyn<br />

Reconstructie van mosterdwinkel Tierenteyn met de originele houten<br />

winkelpui in neoclassicistische stijl.<br />

In 1818 startte Petrus Tierenteyn met een kruidenierszaak in Gent,<br />

waar hij volgens de bereidingswijze uit Dijon mosterd produceerde.<br />

De winkelpui zelf dateert uit het begin van de 20e eeuw. Hoewel<br />

toen de belle époque en de art nouveau floreerden, is hij traditioneel<br />

vormgegeven.<br />

In de mosterdwinkel staat een gietijzeren cilindermolen (eerste<br />

kwart 20e eeuw) voor het pletten van mosterdzaad. Na het pletten<br />

werden de zaadjes met azijn gemengd. De brij moest 24 uur rusten<br />

en zwellen in houten tonnen. Nadien maalde een grote pletmolen de<br />

mosterd.<br />

Na het zwellen werd de gemalen brij tussen twee molenstenen<br />

fijngewreven. Deze pletmolen (ca. 1900) moest na elke draaibeurt<br />

gedemonteerd, gespoeld en grondig gereinigd worden. Dit was een<br />

zeer omslachtig werk, vooral door het gewicht van de molenstenen.<br />

Men ziet ook een mandenfles of ‘dame jeann’. Deze typische fles<br />

werd gebruikt voor het transport van vloeistoffen. Hier zijn de<br />

mandenflessen gevuld met azijn.<br />

Men bemerkt ook houten mosterdvaatjes (eerste kwart 20e eeuw),<br />

waarin de mosterd werd bewaard. Een klasseerkast en een kasregister<br />

vervolledigen het geheel. Al deze opbjecten zijn afkomstig van de<br />

Mosterdfabriek Tierenteyn-Verlent Gent. (5) (6) (7)<br />

triomfboog voor de Gentse<br />

wereldtentoonstelling, 1913<br />

Deze verkleinde reconstructie van een triomfboog is gebaseerd op<br />

een ontwerp van de belangrijke Gentse architect Geo Henderick<br />

(1879-1957). In tegenstelling tot zijn ‘Hal der Machines en der<br />

Elektriciteit’ voor de wereldtentoonstelling werd dit voorstel niet<br />

gerealiseerd. (8)<br />

Evocatie van de gelagzaal van grand<br />

café Gambrinus<br />

Café Gambrinus was een befaamd grand café met een restaurant<br />

in de Vlaanderenstraat, bij het voormalige Zuidstation in Gent.<br />

Het was genoemd naar de god van het bier en de bierbrouwers.<br />

Het oorspronkelijke art nouveau-interieur uit 1897 werd na W.O.I<br />

gewijzigd. Hier ziet men slechts twee van de vijf schilderijen die tot<br />

het interieur behoorden. Deze twee anonieme schilderijen in sociaal-


10<br />

11<br />

12<br />

realistische stijl – we zien een spinnerij en weverij – verheerlijken de<br />

Gentse industrie. (9)<br />

Tot dit interieur behoort ook een grammofoon. De grammofoon werd<br />

geperst in bakeliet en ze werd afgetast door de groeftaste (pick-up)<br />

van de platenspeler. Hierbij volgde de naad de slingeringen in de<br />

groef. Het elektrisch signaal werd versterkt in de geluidsversterker<br />

en aan een luidspreker doorgegeven. Dankzij talrijke verbeteringen<br />

verscheen naast de 78-toerenplaat met een speelduur van ca. 4,5 min<br />

per kant de 33-toeren langspeelplaat met een speelduur van 22 tot<br />

30 min. (10)<br />

(Merk Chantal. Herkomst L. Moeremans, Gent).<br />

Leeskast medische apparatuur, begin<br />

20e eeuw (11)<br />

In België werd aan het begin van de 20e eeuw steeds meer<br />

aan geboortebeperking gedaan. Naast de coïtus interruptus<br />

(vroegtijdige terugtrekking) gebruikte men vooral vaginale douches,<br />

spoelringen en irrigatiemethodes. Bij vaginale douches werd na<br />

de geslachtsgemeenschap lauw water, gemengd met citroensap,<br />

zeepsop of azijn, in de vagina gespoten. Het pessarium werd door<br />

een minderheid van de vrouwen gebruikt.<br />

Voorwerpen:<br />

- Spoelkan en spons (Verzameling MIAT)<br />

- Pessarium (3 stuks) en zaaddodende middelen<br />

(Verzameling prof. M. Thiery, Gent)<br />

- Bladzijde uit ‘Het middelenboekje’ van de Nieuwe Malthusiaanse<br />

Bond (Verzameling prof. M. Thiery)<br />

De afbeeldingen tonen achtereenvolgens:<br />

1. een sponsje met zijden lintje dat vóór de<br />

geslachtsgemeenschap in de schede moest worden gebracht;<br />

2. een irrigator, waarmee na de geslachtsgemeenschap de<br />

vagina werd gespoeld;<br />

3. een pessarium, dat als barrière in de schede van de vrouw<br />

werd gebracht.<br />

- Werkboekje (mevrouw De Cuyper-Temmerman, 1908)<br />

- Strijkijzers op houtskool (Legaat J. Storme)<br />

Vier schilderijen van de socialistische<br />

arbeidersbeweging (12)<br />

Constant Dratz (1875-1930) schilderde deze werken in 1924 voor<br />

de Internationale Coöperatieve Tentoonstelling in het Gentse<br />

Citadelpark.


13<br />

14<br />

15<br />

1. ‘De vlag en standaard van de Textielarbeiderscentrale van België’<br />

(13)<br />

2. ‘Muze neemt arbeidster onder haar hoede’. Dit schilderij illustreert<br />

de rol van de vrouw in de arbeidersvereniging.<br />

3. ‘Hulde aan Emiel Moyson, met de vaandels van Gentse spinners en<br />

wevers, de oudste vlaggen van arbeidersorganisaties in<br />

Vlaanderen’<br />

4. ‘De weldaden van de vakvereniging als een symbolische<br />

levensboom’<br />

(Herkomst: Museum voor Schone Kunsten, Gent)<br />

metaaldraaibank comhaire, vóór 1914<br />

Eind 19e en begin 20e eeuw groeide Gent uit tot het belangrijkste<br />

centrum voor machinebouw in Vlaanderen. Gentse machine- en<br />

motorenfabrieken, zoals Carels, Vande Kerckhove en de Phoenix<br />

waren, internationaal gekend. (14)<br />

Constructie: Atelier Comhaire, Gent<br />

Natte vlascontinu, 1902<br />

De Gentse vlasnijverheid bereikte in het eerste kwart van de<br />

20e eeuw haar hoogtepunt. Gent telde toen de drie grootste<br />

vlasfabrieken van Vlaanderen: La Lys, La Liève en La Linière Gantoise.<br />

De machines kwamen bijna uitsluitend uit Ierland. Aan deze beruchte<br />

natte continu’s werkten enkel spinsters. Ze waren onderbetaald<br />

en leden door de slechte arbeidsomstandigheden vaak aan<br />

beroepsziekten. (15)<br />

Constructeur: J. Mackie & Sons, Belfast<br />

(Herkomst: Stedelijk Textielinstituut H. Story, Gent)


16<br />

3. Kinderen in de jutespinnerij, ca. 1919<br />

Deze Hollandse meisjes naaiden jute tot zakken.<br />

Fototentoonstelling over kinderarbeid.<br />

Kinderarbeid kwam nog voor in de lichte en ambachtelijke nijverheid<br />

en in de landbouw. (16)<br />

1. Kinderen uit La Linière Gantoise<br />

Groepsfoto van kinderen op weg naar de vlasspinnerij La Linière<br />

Gantoise, genomen aan de Hoogpoort te Gent. Veel jongens en<br />

meisjes moesten ’s morgens rond 4 uur opstaan. Ze woonden op<br />

anderhalf tot 2 uur loopafstand van de fabriek.<br />

2. Landelijke betoging in Brussel, 1906<br />

Op 15 augustus 1906 manifesteerden in Brussel de kinderen en<br />

vrouwen uit de natte vlasspinnerijen voor een vermindering van<br />

het aantal arbeidsuren. Uiterst rechts op de foto staat Jan Samijn,<br />

voorzitter van de vakvereniging van de Gentse vlasbewerkers.<br />

(Herkomst: Verzameling Archief en Museum van de Socialistische<br />

Arbeidersbeweging (Amsab), Gent)<br />

4. Stakende textielarbeiders in Kortrijk, 1909<br />

Groep stakende meisjes en vrouwen uit de vlasfabriek van M. De Kien en Co., op de dag dat zij Josef Coole<br />

(tweede van links vooraan), secretaris van de Kortrijkse vakbond, naar de gevangenis vergezelden. Coole<br />

was veroordeeld tot zes maanden gevangenis omdat hij zijn arbeidsters in het openbaar had verdedigd.<br />

(Herkomst: Verzameling Archief en Museum van de Socialistische Arbeidersbeweging (Amsab), Gent)<br />

5. Kleine jongen helpt bij de bietenoogst, ca. 1902<br />

(Herkomst: Seminarie voor Historische en Vergelijkende Pedagogiek, Gent)<br />

6. Vlasbewerking: het samenbinden van de bussels<br />

Het slijten of trekken van het vlas gebeurde op het eind van de maand juni. De kinderen gingen niet naar<br />

school en hielpen bij de vlasboeren. Het vlas werd met wortel en al uit de grond getrokken en in bussels<br />

gebonden.<br />

7. Vlasbewerking: het eggen<br />

Na het zaaien van het vlas volgde het eggen, waarbij het jonge zaad in de grond werd ‘gedekt’. Jongens<br />

werden bij deze bewerking als volwaardige arbeidskracht naast een volwassen man ingeschakeld.<br />

(Copyright: J. Ballegeer en J.P. Braems)<br />

8. Bloembollenpelsters in Nederland, 1924<br />

“We waren twaalf, als er controle was moesten we ‘veertien’ zeggen. ’t Was elke dag drie kwartier heen en<br />

terug naar de bollenschuur. Een fiets hadden we niet. Die kon je wel huren, voor 1,25 guldens in de week,<br />

maar als je niet meer dan een kwartje in de maand kreeg, was dat zonde.”


9. Stoelenmatster en zoontje, 1910<br />

De huiskamer werd vaak omgevormd tot werkplaats voor de vrouw en enkele kinderen. Dit is de werkplaats<br />

van een stoelenmatster en haar zoon in Mechelen. Dit vak telde rond 1900 zevenhonderd arbeiders, die tot<br />

60 uur per week werkten en daarvoor amper zeven frank kregen.<br />

10. Meisje in een steenbakkerij in Steendorp (Oost-Vlaanderen)<br />

In de steenbakkerij werkten zeer veel kleine kinderen. Bijna alles gebeurde in openlucht en het werk was<br />

erg vermoeiend. Volwassenen begonnen om 3 uur ’s morgens, kinderen en jongeren om 4 uur. Ze werden<br />

soms slapend aangekleed en door hun vader naar de werf gedragen. Daar kregen ze koud water in hun<br />

gezicht om hen wakker te maken. Het werk werd haast ononderbroken voortgezet tot 9 of 10 uur ’s avonds.<br />

De behandeling van de werklieden was vaak zeer slecht. Veel meisjes werden nog op hun eerste werkdag<br />

ontmaagd. Dit ‘herenrecht’ wordt door Piet van Aken in zijn roman Klinkaart (1954) schrijnend beschreven.<br />

(Herkomst: Verzameling Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, Sint-Niklaas)<br />

11. Kuiper Warrinier met twee leerjongens, poserend voor zijn atelier te Brugge, ca. 1900<br />

In de kuiperijen, die rond de eeuwwisseling floreerden, werkten heel wat kleine jongetjes. Het werk van een<br />

kuiper bestond uit het maken van houten tonnen, tobben, emmers, waskuipen en boterkannen.<br />

(Copyright: G. Michiels, Brugge)<br />

12. Kleine kinderen maken het stro klaar voor de stoelenvlechters, Mechelen, 1910<br />

(Herkomst: Verzameling F. Van Bost, Gent)<br />

13. Hulpje van de schoorsteenveger<br />

Toen huizen nog met kolenvuren en houtkachels werden verwarmd, was schoorsteenveger een veel<br />

voorkomend beroep. De veger had lenige jongetjes in dienst die in de schouwen van grote huizen<br />

klommen om er het roet weg te kappen of te vegen. Het werk gebeurde blootsvoets om voldoende grip te<br />

hebben op de stenen. Het was gevaarlijk en de kinderen kregen een grote hoeveelheid roet en stof binnen.<br />

14. Schoenmakershulpjes<br />

De kinderen leerden van jongs af ‘de stiel’. Ze verdienden heel weinig, tot ze alle knepen van het vak<br />

beheersten. Soms hadden dergelijke hulpjes het veel harder te verduren dan fabrieksarbeidertjes.<br />

15. Schipperskinderen in een trekzeel, ca. 1925<br />

Een binnenschip werd door een paard of door de vrouw of kinderen van de schipper getrokken langs het<br />

jaagpad. Kinderen liepen zo tot 12 uur per dag. Schipperskinderen gingen vaak nauwelijks naar school.<br />

(Herkomst: Seminarie voor Historische en Vergelijkende Pedagogiek, Gent)<br />

16. Melkverkopertjes<br />

Naast het specifieke veldwerk moesten boerenkinderen ’s morgens vroeg naar de stad om er producten van<br />

de boerderij te verkopen. Het vervoer van de kannen melk en van de karnemelk (afgeroomde melk met een<br />

zurige smaak) gebeurde met hondenkarren.


ii. Eerste Wereldoorlog<br />

De Eerste Wereldoorlog is een rechtstreekse uitloper van het economisch kapitalistisch denken tijdens de<br />

belle époque, met z’n niet te stuiten optimisme, mateloos nationalisme en uitbuitend imperialisme. Vanaf<br />

1907 ontstonden er bij de Europese mogendheden twee blokken: de Centralen (Oostenrijk-Hongarije,<br />

Duitsland, Turkije…) en de Geallieerden (Servië, Rusland, Frankrijk, België, Groot-Brittannië…). Een<br />

bewapeningswedloop zorgde voor een oorlogspsychose: niemand wou de oorlog, maar iedereen was er<br />

ook van overtuigd dat een vlugge diplomatieke overwinning met militaire ingrepen mogelijk was. Tegen<br />

alle verwachtingen in mondden de vijandelijkheden uit in een loopgravenoorlog.<br />

Oostenrijk greep de moord op aartshertog en troonopvolger Franz Ferdinand door de Serviër Prinzip<br />

(Sarajevo, 28 juni 1914, zie tekening) aan om Servië de oorlog te verklaren. Hierop volgde een reeks<br />

ultimatums en oorlogsverklaringen tussen de landen van de twee blokken. In het Westen trokken de<br />

Duitsers door België en Noord-Frankrijk, met als doel Parijs. Dat bereikten ze niet. Ook hun poging om het<br />

Kanaal te bereiken stuitte op het verzet van het Belgisch leger, dat zich achter de IJzer had ingegraven.<br />

Wat eind 1914 begon als een ‘militaire wandeling’ tussen enkele Europese hoofdsteden, draaide uit op<br />

een nooit geziene slachtpartij. Deze loopgravenoorlog duurde tot 11 november 1918. Toen ondertekende<br />

Duitsland een wapenstilstand in het bos van Compiègne nabij Parijs. De ’Groote Oorlog’, gevoerd door<br />

moderne geïndustrialiseerde staten, maar met verouderde militaire strategieën, was op menselijk vlak<br />

catastrofaal: 10 miljoen doden, 20 miljoen gewonden en enorme verwoestingen. Het optimisme van vóór<br />

1914 was gefnuikt. Talrijke politieke problemen bleven onopgelost en het vredesverdrag van Versailles<br />

(1919) bevatte al de kiemen van de Tweede Wereldoorlog.<br />

17<br />

Reconstructie van een loopgracht uit de<br />

Eerste Wereldoorlog (17)<br />

tekening aanslag Franz Ferdinand<br />

Op 28 juni 1914 werden de Habsburgse kroonprins Franz Ferdinand<br />

en zijn vrouw neergeschoten in Sarajevo. Deze aanslag vormde de<br />

directe aanleiding voor het begin van de Eerste Wereldoorlog.<br />

Foto Zeppelin<br />

In 1915 zette Duitsland Zeppelins in bij aanvallen op Groot-Brittannië.<br />

Op 7 juni 1915 haalde een Britse piloot een Zeppelin neer boven<br />

Gent. Het luchtschip stortte te pletter op het klooster van Onze-<br />

Lieve-Vrouw-visitatie in Sint-Amandsberg.<br />

(Stadsarchief Gent)


18<br />

iii. De interbellumperiode<br />

19<br />

20<br />

Leeskast Eerste Wereldoorlog:<br />

‘Vechten om te overleven’ (18)<br />

De Duitse invasie in België (augustus 1914) ging gepaard met<br />

gruwelen tegenover de burgerbevolking. Het dagelijks leven werd<br />

beheerst door de strijd om te overleven. De industrie lag grotendeels<br />

plat en de werkloosheid nam enorme proporties aan. Vooral bij<br />

vrouwen uit de textiel- en vlassector liep het werkloosheidscijfer<br />

hoog op. Zij engageerden zich o.a. in liefdadigheidsorganisaties, in<br />

hospitalen aan het front en zelfs in de wapenindustrie.<br />

- Strijkijzers met steen. Het strijkijzer kon worden gevuld met een<br />

gloeiende steen, zodat de strijkzool warm werd (Legaat J. Storme)<br />

- Soepkan, gamel, koffiebrandtoestel voor Leuvense stoof<br />

- Sunlight- en Condorzeep<br />

Fabriekspoort met aanplakbiljetten en<br />

affiches (19)<br />

Reproducties van affiches, aanplakbiljetten en verordeningen<br />

uitgevaardigd tijdens de Wederopbouw. Dit materiaal dateert van na<br />

28 november 1918.<br />

(Herkomst fabriekspoort: katoenspinnerij Van Acker, Gent)<br />

Leeskast jaren 1920: ‘terug naar de<br />

haard en de kinderen’ (20)<br />

In de jaren 1920 nam in België de vrouwelijke tewerkstelling in<br />

de landbouw en de industrie enorm af; ook in de dienstensector<br />

konden vrouwen zich nauwelijks handhaven. De huisarbeid moest<br />

het definitief afleggen tegen de gemechaniseerde arbeid. Het<br />

zogenaamde ‘traditionele gezin’ – met een buitenshuis werkende<br />

vader en een huismoeder – werd meer en meer de norm.<br />

- Typemachine Pheinmetall Borsig, sigarettenhouder<br />

- Gietijzeren strijkijzers. Het strijkijzer moest eerst opgewarmd<br />

worden op een kachel. (Legaat J. Storme)


21<br />

22<br />

23<br />

hoedenstoompersmachine (21)<br />

Een hoed staat altijd goed. De eerste bolhoed werd rond 1850<br />

in Engeland ontworpen door James en George Lock. Hun<br />

opdrachtgever, Thomas Williame Coke, 2de Graaf van Leicester,<br />

zocht aanvankelijk een hoofddeksel dat hard genoeg was om zijn<br />

jachtopzichters, op zoek naar stropers, te beschermen tegen slagen<br />

op het hoofd en een ruiter te paard tegen laaghangende takken.<br />

Het ontwerp van de Locks werd op grote schaal geproduceerd door<br />

hoedenmakers Thomas en William Bowler. De bolhoed kreeg in het<br />

Engels dan ook de naam “bowler hat”.<br />

Rond de eeuwwisseling piekte de populariteit van de bolhoed<br />

wereldwijd. Het werd een tijdsicoon. De bolhoed vormde de<br />

middenweg tussen de hoge hoed die gedragen werd door hogere<br />

sociale klasse en de stoffen pet van de arbeider.<br />

Contructeur: A. De Herdt – De Groof, F. Vande Cruys, Brussel<br />

huishoudtoestellen die het leven van de<br />

vrouw vergemakkelijkten<br />

De opgestelde toestellen waren een luxe die enkel de hogere klasse<br />

zich kon permitteren. (22)<br />

1. Kolenfornuizen uit een burgerhuis<br />

Fornuis, L.F.B., 1925 en fornuis Godin<br />

2. Rolveger<br />

Met dit apparaat, de voorloper van de stofzuiger, maakte de<br />

huisvrouw gemakkelijk de vloerbedekking en de tapijten schoon.<br />

De rolveger werd in 1876 uitgevonden en was zeer populair.<br />

Constructeur: Bissel’s Elite<br />

3. Stofzuiger Hoover, tweede helft 20e eeuw<br />

De mechanische stofzuiger werd rond de eeuwwisseling uitgevonden.<br />

In 1908 begon de Amerikaan William Hoover met het vervaardigen<br />

van elektrische stofzuigers. Vanaf de jaren 1920 verspreidde de<br />

stofzuiger zich ook over Europa. Tien jaar later was hij in België<br />

razend populair.<br />

4. Sanitair comfort in een burgerhuis<br />

- Badkuip in vuurvaste klei, verstevigd met ijzeren banden<br />

(Constructeur: Rudford & Co Manufacturers [Stourbridge])<br />

- Warmwaterboiler op steenkool, Houben en gasboiler Idalia,<br />

ca. 1880


24<br />

25<br />

26<br />

27<br />

De vrouw tijden het interbellum<br />

- In 1919 werd het algemeen (enkelvoudig) stemrecht voor mannen<br />

vanaf 21 jaar ingevoerd. Vrouwen moesten nog tot na de Tweede<br />

Wereldoorlog wachten. (Stadsarchief Brussel)<br />

- Studentes van de kandidaturen lichamelijke opvoeding leggen<br />

examen af bij professor Irène Van den Oostende-Van der Bracht,<br />

de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de Gentse universiteit.<br />

(Archief Universiteit Gent)<br />

- Na de Eerste Wereldoorlog onderging de uiterlijke verschijning<br />

van vrouwen een grote verandering. Het nieuwe schoonheidsideaal<br />

was een jongensachtig meisjestype, dat schijnbaar vrijgevochten<br />

door het leven ging.<br />

Kolenfornuis of ‘cuisinière’ (24)<br />

uit burgerhuis, eerste kwart 20ste eeuw<br />

Vervaardigd door Gentse stovensmid Charles Van Acker & Co.<br />

(Brouwerij Excelsior)<br />

ciné palace (26)<br />

Het MIAT reconstrueerde een eigen filmzaaltje: Ciné Palace is<br />

genoemd naar een merkwaardige art deco-filmzaal op de Korenmarkt<br />

in Gent (nu Cinema Sphinx). Aan de ingang staat een Triarcfilmprojector<br />

voor stomme films. De fotovergroting toont een rij<br />

wachtenden aan de ingang voor een filmvoorstelling in de Nouveau<br />

Cirque in de Sint-Pietersnieuwstraat in Gent. (Stadsarchief Gent). Op<br />

de houten staander liggen het ontwerp van Geo Henderick voor Ciné<br />

Palace en foto’s van het toenmalige interieur. Boven de inkom hangt<br />

een calicot van Metropolis (1929), een futuristische film van Fritz<br />

Lang. In Ciné Palace staat een Zeiss Ikon-projector uit 1945 waarop<br />

nog filmklassiekers worden afgespeeld. Dat gebeurt elke tweede<br />

zondag van de maand. De zaaldeuren zijn afkomstig van Ciné Savoy<br />

uit Gent en de toonkasten van Ciné Rex in Antwerpen.<br />

In de nabijheid van het zaaltje ziet men nog een calicot ter promotie<br />

van de film Casablanca (1942) met Humphrey Bogart en Ingrid<br />

Bergman. In dit kader bevinden zich originele filmtickets uit 1930.<br />

tRiARc-filmprojector voor stomme film<br />

(27)


28<br />

29<br />

30<br />

31<br />

Evocatie van een arbeiderswoonkamer<br />

uit de interbellumperiode<br />

Reconstructie van de gevel en het origineel interieur van een<br />

woonkamer uit de jaren 1920-1930. De kookhaard is voorzien<br />

van een fornuis en er staat reeds een koelkast. De strijkplank en<br />

naaimachine waren de traditionele hulpmiddelen van de vrouw. Haar<br />

inspiratie vond ze in vrouwentijdschriften en in het kookboek van de<br />

Boerinnenbond. (28)<br />

Koffiebranderij sao paulo, interbellum<br />

Het branden van koffie is een delicaat proces dat de koffie zijn<br />

typische smaak bezorgt. Tijdens het branden (‘roosteren’) verandert<br />

de intense warmte de structuur van de boon en worden de essentiële<br />

oliën uit de koffie verwijderd. (29)<br />

(Herkomst: Koffiebranderij Sao Paulo, Sint-Amandsberg, Gent)<br />

Fotovergrotingen<br />

De fotovergrotingen aan de wand illustreren het sociale leven in het<br />

interbellum: (30)<br />

1. Betoging van de huishoudsters in de straten van Cuesmes in de<br />

Borinage tijdens de wilde staking van 1932.<br />

(Herkomst: Verzameling Archief en Museum van de Socialistische<br />

Arbeidersbeweging. (Amsab, Gent)<br />

2. ‘Arbeidsverbod voor vrouwen lost de crisis niet op’. Vrouwendag<br />

in Deinze (Oost-Vlaanderen) in 1934. Tijdens de crisisjaren<br />

probeerde de regering de arbeid van gehuwde vrouwen<br />

te ontmoedigen en te beperken, wat hevig protest uitlokte.<br />

(Herkomst: Verzameling Archief en Museum van de Socialistische<br />

Arbeidersbeweging (Amsab, Gent)<br />

3. Een schippersvrouw aan het werk in de jaren 1930.<br />

(Stadsarchief Antwerpen)<br />

4. Ontspanning aan het Noordkasteel in Antwerpen. In 1936 werd<br />

een jaarlijks betaalde vakantie van zes dagen ingevoerd.<br />

(Stadsarchief Antwerpen)<br />

De huisuitzetting<br />

Reconstructie van een stootkar met huisraad (tafel, stoelen, bed...) na<br />

een woonstuitzetting. De beurscrash van 1929 was nadelig voor alle<br />

klassen in de samenleving. Deze opstelling toont wat een arbeider<br />

zonder werk en woonst in crisistijd moest ondergaan. (31)


32<br />

33<br />

34<br />

Bakelietpers<br />

Oorspronkelijk werd plastic gebruikt om allerlei materialen te<br />

imiteren, maar al snel merkte men dat het ook eigen kwaliteiten<br />

had. Bakeliet was het eerste echt synthetische plastic. Het werd in<br />

1909 uitgevonden door de naar de Verenigde Staten uitgeweken<br />

Gentenaar Leo Baekeland. Vooral in het interbellum was deze<br />

kunststof enorm populair. Deze pers voor wisselende persvormen is<br />

het resultaat van een kwarteeuw technische vooruitgang. (32)<br />

Constructieatelier: Machinefabrik Giesserei Nestal (D)<br />

Leeskast jaren 1930:<br />

‘Vrouwenarbeid doet de werkloosheid<br />

stijgen en schaadt de familie’ (33)<br />

De titel komt van een Franse krant (november 1931). De economische<br />

crisis van de jaren 1930 legde een ernstige hypotheek op de<br />

beroepsarbeid van de vrouw. Ook de doorbraak van het fascisme en<br />

nazisme betekende een terugval voor de situatie van de vrouwen.<br />

Volgens extreem rechts hoorden vrouwen thuis aan de haard en<br />

moesten ze zoveel mogelijk kinderen op de wereld zetten. Bij de<br />

overschakeling op een oorlogseconomie werden veel vrouwen in de<br />

wapenindustrie ingezet.<br />

De kast toont diverse voorwerpen die gebruikt werden in die periode:<br />

- Schuurpoeder Reynco<br />

- Tondeuse<br />

- Thermometer met grotere schaal om de lichaamstemperatuur bij<br />

te houden en zo de vruchtbare periode van een vrouw te bepalen.<br />

(Verzameling prof. M. Thiery)<br />

- Grafieken waarop de lichaamstemperatuur van een vrouw werd<br />

bijgehouden. (Verzameling prof. M. Thiery)<br />

- Strijkijzers verwarmd met spiritus (alcohol). Bij dit type strijkijzer<br />

werd brandspiritus gebruikt als brandstof. (Legaat J. Storme)<br />

Evocatie van een confectieatelier voor<br />

dameslingerie, ca. 1940-1950 (34)<br />

Een selectie grondstoffen voor en afgewerkte producten van<br />

dameslingerie: korsetten, bustehouders in verschillende stadia van<br />

afwerking. De etalagepop Tina is een beschilderde plaasteren pop<br />

van omstreeks 1940.<br />

We zien:<br />

1. Een stoffensnijmachine, een onmisbaar instrument in de<br />

confectienijverheid om volgens knippatronen op maat stukken


35<br />

weefsel te snijden.<br />

(Constructeur: Phillipsohn & Leschziner N 1022, Berlijn)<br />

2. Huismodellen van naai- of borduurmachines uit het eerste kwart<br />

van de 20e eeuw<br />

Elektrisch fabrieksschakelbord,<br />

interbellum<br />

Controle- en schakelbord op marmer uit een bedrijf dat elektriciteit<br />

opwekte door een stoommachine met dynamo of/en turbo-alternator.<br />

De eerste elektrische centrales ontstonden bij het begin van de<br />

20e eeuw, hoewel veel bedrijven toen nog hun eigen energie<br />

produceerden. (35)<br />

Constructeur: Neyt en De Smedt, Gent<br />

‘Zusters, stemt rood!’<br />

Kopie van een socialistische affiche voor de gemeenteraadsverkiezingen<br />

van 1932.<br />

(Herkomst: Stadsarchief Gent)<br />

iV. De tweede Wereldoorlog<br />

36<br />

Leeskast over de tweede Wereldoorlog<br />

Met de inval van Hitlers leger in Polen op 1 september 1939<br />

begon een nieuwe wereldoorlog. Die werd gevoerd door de<br />

zogeheten ‘asmogendheden’ (Duitsland, Italië en Japan) en de<br />

Geallieerden (Frankrijk, Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie, de V.S.<br />

+ hun bondgenoten). Op 10 mei 1940 begon het Duitse leger<br />

met de bezetting van België, Nederland en Luxemburg. Mannen<br />

maar vooral ook vrouwen werden geconfronteerd met het harde<br />

bezettingsregime: door de voedselschaarste, de rantsoenering en<br />

het urenlang aanschuiven namen vele vrouwen hun toevlucht tot hun<br />

zuinigheid en vindingrijkheid om het huishouden overeind te houden.<br />

Sommigen collaboreerden met de nazi’s uit politieke overtuiging<br />

of door familiale invloeden. Anderen traden uit humanitaire<br />

overwegingen in het georganiseerd verzet. De meesten hielden<br />

zich afzijdig. Honderdduizenden stierven in de uitroeiingskampen.<br />

Op 6 juni (‘D-day’) 1944 vielen de Geallieerden Normandië binnen.


België werd bevrijd in september 1944. Duitsland capituleerde<br />

onvoorwaardelijk op 7 mei 1945. (36)<br />

1. Amidonstijfsel, gemaakt van zetmeel of rijst, diende om de was op<br />

te stijven en tijdens W.O.II ook om de soep aan te dikken.<br />

2. Kookboekje met oorlogsrecepten<br />

3. Wastoestel waarmee men water in beweging kon brengen<br />

4. Tondeuse<br />

5. Strijkijzers met gas. Het gas werd als brandstof gebruikt om het<br />

ijzer op te warmen.<br />

(Legaat J. Storme)<br />

V. Na 1945: van consumptietijdperk naar<br />

informatiemaatschappij<br />

Na de Tweede Wereldoorlog brak in het Westen dankzij het heropbloeien van de democratie en de<br />

vrijemarkteconomie een gouden tijd aan. Doorgedreven specialisatie en automatisering in de industrie,<br />

goedkope grondstoffen en nieuwe vormen van energie brachten een welvaartsstijging met zich mee. De<br />

kwaliteit van het leven verbeterde aanzienlijk en de Europese Unie groeide uit tot een machtig handelsblok.<br />

Veel westerse landen werden verzorgingsstaten en vrouwen werden ingeschakeld in het arbeidsproces.<br />

Kolonies scheurden zich af van hun moederlanden.<br />

Omstreeks 1964 ontstond er bij de jongere generatie een nieuwe mentaliteit. Studentenrevoltes, zoals<br />

die van mei 1968 in Parijs, stelden de bestaande maatschappij in vraag. Vanaf de jaren 1970 kwam er een<br />

einde aan de stijgende economische welvaart, onder meer door de drastische stijging van de aardolieprijs.<br />

In de derde wereld heerste vaak schrijnende armoede. De val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989<br />

betekende het einde van de Koude Oorlog tussen het kapitalistische en het communistische machtsblok.<br />

Terwijl de industrie een mondiaal gegeven werd, bleven de rijke industrielanden de internationale<br />

instellingen domineren. Nieuwe technieken, zoals internet, leidden tot een nieuwe informatiemaatschappij<br />

waarin communicatie, media en beeldcultuur uitzonderlijk belangrijk zijn.<br />

37<br />

Bottelarij: volautomatische vul- en<br />

kurkmachine, jaren 1950<br />

Deze evocatie van een bottelarij illustreert de automatisering in de<br />

bedrijven. De vulmachine werd gebruikt om wijnflessen te vullen. De<br />

volle flessen werden vervolgens op een lopende band gezet, waar<br />

ze automatisch gekurkt en van een etiket voorzien werden. Op de<br />

achtergrond staan enkele grote houten wijntonnen, flessenwagentjes<br />

en flessenbakken. (37)<br />

(Herkomst: Wijnhandel en jeneverstokerij Bruggeman, Gent)


38<br />

39<br />

40<br />

Leeskast: ‘keuken, kookpot en kinderen’<br />

Met de demobilisatie na de Tweede Wereldoorlog werd de vrouw<br />

net als in 1918 teruggestuurd naar het huishouden en de kinderen.<br />

De situatie van buitenhuiswerkende vrouwen was niet altijd<br />

benijdenswaardig. Zij hadden in veel gevallen een laag betaalde<br />

baan in de textiel-, de confectie- of de voedingsnijverheid. In de<br />

geïndustrialiseerde landen betekenden de jaren vijftig het begin<br />

van een lange periode van stijgende levensstandaard, toenemende<br />

welvaart en meer comfort. Deze jaren vormden het hoogtepunt van<br />

de vrouw als ‘koningin van het huishouden’. De komst van stromend<br />

water, elektriciteit en huishoudtoestellen bracht een aanzienlijke<br />

verbetering in de gewone leefomstandigheden en verlichtte de<br />

dagelijkse taken.De tijd, die aan het huishouden werd besteed,<br />

daalde, maar de toenemende drang naar perfectie deed de druk op<br />

vrouwen nog toenemen. (38)<br />

- De plichten van de vrouw in het maatschappelijke en staatkundige<br />

vrouwen (‘Kristelijke arbeidersvrouwen’, 1945, privécollectie)<br />

- Vim waspoeder<br />

- Lux waspoeder<br />

- Coral waspoeder<br />

- Chocopasta Kwatta<br />

- Reisstrijkijzers (Legaat J. Storme)<br />

Evocatie van een interieur van<br />

arbeidersgezin, ca. 1950<br />

Deze woonkamer beschikt over een elektrisch fornuis, afzonderlijke<br />

verwarming, een ijskast, radio, mixer en een naaimachine met<br />

voetkast en continu. Het duurde tot na de wereldtentoonstelling<br />

van 1958 in Brussel tot de meeste Vlaamse gezinnen een televisie<br />

bezaten. (39)<br />

Kinderwelzijn, jaren 1950<br />

Babytafels en weegschaal. Instellingen voor kinderwelzijn<br />

bewezen ook na de Tweede Wereldoorlog hun doeltreffendheid.<br />

Jonge moeders maakten er kennis met de nieuwste medische<br />

ontwikkelingen. Baby- en kinderziektes die in het interbellum<br />

nog nefast waren geweest, verdwenen volledig. Ook preventief<br />

gynaecologisch onderzoek raakte stilaan ingeburgerd. Mede door<br />

de afnemende invloed van de kerk, werd het abortusprobleem einde<br />

jaren 1960 bespreekbaar. (40)


41<br />

42<br />

43<br />

Fotowand (41)<br />

1. De komst van het stromend water, gasfornuizen en elektrische<br />

huishoudapparaten verlichtte de huishoudelijke taken van heel wat<br />

huisvrouwen in de jaren 1950.<br />

(Foto: Herman Selleslaghs)<br />

2. Anti-Sovjetbetoging in New York, april 1959. Op het einde van de<br />

jaren 1950 nam de spanning tussen oost en west opnieuw toe.<br />

(Amsab, Gent)<br />

Breimachine (41)<br />

Na de naaimachine voor huishoudelijk gebruik in de 19de eeuw<br />

zorgde vanaf de jaren 1950 de breimachine voor de vereenvoudiging<br />

van het breiwerk van de huisvrouw.<br />

Passap Duomatic, Zwitserland<br />

televisie, ca. 1950 (41)<br />

In 1936 begon de BBC met de eerste publieke televisie-uitzendingen.<br />

Vanaf 1953 werd in de Verenigde Staten de kleurentelevisie<br />

ontwikkeld. In België was de eerste officiële televisie-uitzending te<br />

zien op 31 oktober 1953.<br />

Constructeur: Anex (IT)<br />

Leeskast jaren 1960: ‘het persoonlijke<br />

wordt politiek, maar met mate’<br />

Vanaf de jaren 1960 werd vrouwenarbeid dankzij de economische<br />

expansie en de hoogconjunctuur sterk aangemoedigd. Hoewel meer<br />

vrouwen betaalde arbeid verrichtten, waren ze vooral te vinden in<br />

de non-profitsector. Daar verdienden ze minder en waren er minder<br />

promotiemogelijkheden. In het midden van de jaren 1960 waaide<br />

een feministische golf over uit Amerika en begon de strijd tegen<br />

discriminatie en voor een gelijk loon. (42)<br />

1. Mixer, broodtoaster en vleesgrill op elektriciteit<br />

(Verzameling MIAT)<br />

2. Elektrische strijkijzers (Legaat J. Storme)<br />

Extruder voor plastiek (43)<br />

De eerste plastic voorwerpen voor huishoudelijk gebruik verschenen<br />

in Vlaanderen eind jaren 1950. Op de jaarbeurzen vochten de<br />

bezoekers toen nog voor eenvoudige witplastic drinkbekertjes, die


44<br />

45<br />

46<br />

door deze machines werden uitgespuwd.<br />

Plastickorrels werden in deze machine gesmolten en in vorm<br />

gestampt. De plastic voorwerpen vervingen voornamelijk voorwerpen<br />

in zink en bakeliet.<br />

Constructeur: Battersfeld, 1961<br />

sanitair comfort, jaren 1950<br />

Badkamerinrichting uit de jaren 1950-1960, met een lavabo<br />

en een verplaatsbaar wastoestel in plastic. Let ook op de twee<br />

Japanse wasmachines. Ze werden via een hendeltje met de hand<br />

aangedreven. (44)<br />

studentenkamer, ca. 1968<br />

In de jaren 1960 ontstond een nieuwe jongerencultuur.<br />

Hippiejongeren protesteerden tegen oorlog en hadden hun eigen<br />

kledingstijl, muziek en filosofie. De flower-powerperiode werd<br />

ook gekenmerkt door de seksuele revolutie. De pil, ontdekt in<br />

1956, bezorgde de vrouw een ongekende seksuele vrijheid en<br />

protestbetogingen voor abortus maakten dat er grote stappen<br />

werden gezet in de emancipatie van de vrouw. (45)<br />

Een Dolle mina komt op voor haar<br />

seksuele vrijheid<br />

‘Dolle Mina’ was een linkse, radicaal feministische actiegroep,<br />

ontstaan in december 1969 in Nederland. Zij kwam onder andere<br />

op voor een gelijk loon voor gelijke arbeid, meer en betere seksuele<br />

voorlichting en opvoeding, goede anticonceptie en zelfbeslissing<br />

over abortus (‘Baas in eigen Buik’). (46)<br />

Fotowand<br />

1. In 1969 riep de ‘National Organisation for Women’, één van de<br />

invloedrijkste Amerikaanse vrouwengroepen, secretaresses op om<br />

niet langer slaafs de bevelen van hun baas te volgen.<br />

2. Een vrouw aan het werk op een ouderwetse computer.<br />

(Kadoc, Leuven)<br />

3. Een airhostess in de cockpit van een vliegtuig. (Kadoc, Leuven)


47<br />

48<br />

49<br />

50<br />

Burotica/informatica<br />

Omstreeks 1941 werd in de Verenigde Staten een gigantisch grote<br />

computer gebouwd, de ENIAC. Hij bestond uit 19.000 radiobuizen.<br />

Computers werden in die periode enkel door overheden en grote<br />

bedrijven gebruikt. Met de eerste transistors in 1947 werden de<br />

computers kleiner. De geïntegreerde schakeling (1969) opende de<br />

weg naar de eerste homecomputers (1975-1985). (47)<br />

Constructeur: GA-General Automation<br />

industriële eenarmige robot eerste<br />

generatie, jaren 1980<br />

Computergestuurde robot van het type Smart die werd gebruikt voor<br />

het lassen van naden in de auto-industrie. (48)<br />

(Schenking : Volvo Cars Gent)<br />

politiemotor, 1977<br />

Deze motor Hona werd gebruikt door de Gentse politie. Hij staat<br />

symbool voor de federale staat België, die in 1993 tot stand<br />

kwam. De drie gemeenschappen – de Vlaamse, Franse en Duitse<br />

– zijn bevoegd zijn voor cultuur, onderwijs en persoonsgebonden<br />

aangelegenheden. De drie gewesten – het Vlaamse, het Waalse en<br />

het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – zijn bevoegd voor regionale<br />

materies, zoals economie, werkgelegenheid, landbouw en energie.<br />

Een aantal aangelegenheden bleven federaal: defensie, buitenlandse<br />

zaken, de sociale zekerheid… In 1995 kwam er een tiende provincie<br />

bij, toen de tweetalige provincie Brabant werd gesplitst in de<br />

eentalige provincies Vlaams- en Waals-Brabant. (49)<br />

Leeskast jaren 1970: ‘Vrouwen tussen<br />

inhaalbeweging en crisis’<br />

In de jaren 1970 waren er in Vlaanderen en Wallonië uitlopers van<br />

de feministische golf. De strijdthema’s van de nieuwe organisaties en<br />

actiegroepen gingen over gelijke kansen, de gelijke behandeling van<br />

vrouwen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, een evenwichtige<br />

taakverdeling binnen het gezin en het doorbreken van traditionele<br />

rolpatronen en rechtsregels. (50)<br />

Vrouwen kwamen op voor abortus en namen steeds meer deel aan<br />

het hoger onderwijs.<br />

1. Elektrische strijkijzers (Legaat J. Storme)<br />

2. Het rode boekje van de vrouw (Privécollectie)


51<br />

52<br />

53<br />

3. Indicator voor periodieke onthouding<br />

4. De pil met verpakkingen, diverse spiraaltjes, het condoom<br />

(Verzameling prof. M. Thiery)<br />

Leeskast over de jaren 1990-2000:<br />

‘Een stand van zaken’<br />

Tijdens de jongste decennia werden de huishoudelijke snufjes steeds<br />

gesofisticeerder.<br />

De situatie van de vrouwen is er in de loop van de 20ste en 21ste<br />

eeuw sterk op vooruitgegaan. De vrouwen zijn geleidelijk actiever<br />

en zichtbaarder in de politiek, op het werk en in het culturele<br />

leven. Toch betekent deze vooruitgang niet het einde van alle<br />

discriminatie en vooroordelen. Vrouwen verdienen nog steeds<br />

aanzienlijk minder dan hun mannelijke collega’s voor hetzelfde werk<br />

en zijn vaak nog ondervertegenwoordigd in de politiek. Aan de top<br />

van het internationale zakenwezen, de diplomatie, het leger en de<br />

academische wereld blijven vrouwen witte raven. (51)<br />

- Flessenverwarmer<br />

- Yoghurtmaker op electriciteit<br />

- Floppydisks<br />

- Stempelkaart (Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen)<br />

stereocamera voor luchtfotografie en<br />

cartografie, ca. 1970<br />

Deze stereocamera kon in 3D fotograferen en werd gebruikt voor het<br />

interpreteren van luchtfoto’s om kaarten uit te tekenen. (52)<br />

(Herkomst: Aero Survey, Sint-Niklaas)<br />

Vlaanderen in kaart<br />

Collage van kaarten door het Cartografisch Instituut Brussel op<br />

1:20.000. (52)<br />

camera<br />

Televisiecamera Thomson Cfs. (53)<br />

Constructeur: W. Vinten Ltd., Londen


twee gebouwen<br />

Het museum zelf bestaat uit twee afzonderlijke gebouwen. In het hoofdgebouw bevinden zich de<br />

museumcollecties. Het werd tussen 1905 en 1912 opgetrokken in Manchesteriaanse fabrieksstijl.<br />

In 1994 werd het aanpalende dienstgebouw ingehuldigd. Dat bevat de ontvangstruimte met<br />

museumbalie, museumcafé ‘De Soupape’ met museumwinkel en een auditorium-polyvalente zaal.<br />

In het museumcafé stellen twee schilderijen het textielveredelingsbedrijf Alsberge & Van Oost in<br />

Drongen voor. Reclameschilder Jules Gondry schilderde ze omstreeks 1904.<br />

Panorama<br />

Via de lift in de trappentoren bereik je de hoogste verdieping, met een van de meest<br />

spectaculaire panorama’s over het historisch centrum van Gent. Vlak voor je, aan de westkant, zie<br />

je het oude stadscentrum met van links naar rechts: de Sint-Jacobskerk, de Sint-Baafskathedraal,<br />

het Belfort, de Sint-Niklaaskerk, het Stadhuis, het ‘s Gravensteen en de silhouetten van andere<br />

kerken, kloosters en gildenhuizen.<br />

Zo moet het Gentse dakenpatroon er tijdens het ancien régime ongeveer hebben uitgezien. Als<br />

je tenminste de nieuwe flatgebouwen, het silhouet van de Boekentoren van de Gentse universiteit<br />

en het socialistisch mutualiteitengebouw (‘Bond Moyson’) op de Vrijdagmarkt even wegdenkt.<br />

In het noorden en het oosten zie je op de achtergrond nog restanten van fabrieksschouwen en<br />

fabrieken uit de 19e en 20e eeuw, met kranen en havenloodsen.<br />

Vijf niveaus<br />

Het hoofdgebouw telt vijf niveaus, elk zowat 900 m² groot. De twee hoogste vormen een<br />

organisch geheel. Je krijgt er een indringend beeld van de evolutie van de industriële<br />

samenleving.<br />

Op het hoogste niveau (niveau 5) – ‘Naar een nieuwe samenleving’ – toont het museum de<br />

evolutie van de samenleving tussen 1750 en 1900. Een belangrijk accent ligt op de eerste en<br />

tweede industriële revolutie en op (historische) kinderarbeid. Verspreid over de afdeling staan<br />

een vijftiental speelkasten met museumspelen. Die kunnen zowel in familieverband als door<br />

schoolgroepen gespeeld worden.<br />

Na het bezoek aan dit niveau daal je af naar de vierde verdieping, waar we zien hoe de<br />

maatschappij van 1900 tot 2007 evolueerde. Hier staan het dagelijks leven en de communicatie<br />

tussen mensen, met onder meer drukwerk en film, centraal. Dit niveau is onderverdeeld in drie<br />

afdelingen: ‘Het geluk van de huisvrouw’, het cinemazaaltje ‘Ciné Palace’ en de drukkerij en<br />

letterzetterij.<br />

Niveau 3 gaat in op het vervaardigingsproces in de industriële periode. De permanente opstelling<br />

‘Katoenkabaal’ toont de industriële productie van textiel. Ook de geschiedenis van textiel en<br />

hedendaagse en hoogtechnologische textielstoffen komen uitvoerig aan bod.<br />

Niveau 2 omvat een kleine zaal in het dienstgebouw. In dit auditorium-polyvalente zaal vinden<br />

tijdelijke tentoonstellingen plaats.<br />

Op niveau 1 staan de grote en zware machines, motoren, stoommachines en<br />

vlasverwerkingsmachines. Ze werden er geplaatst op de wijze van een machinegalerij tijdens de<br />

Gentse wereldtentoonstelling van 1913. Deze galerij kan op aanvraag bezocht worden.<br />

Niveau 0 of de kelderverdieping is niet toegankelijk voor het publiek. Hier bevinden zich de<br />

reserves van het MIAT, waar nog meer dan 50 % van de collectie opgeborgen is. De reserves zijn<br />

zo’n 1000 m² groot.


ColoFon<br />

tekst: René De Herdt<br />

Coördinatie: Ann Van Nieuwenhuyse<br />

Redactie: Patrick De Rynck<br />

Medewerking: Sabine De Groote,<br />

Brigitte De Meyer, Sofie De Schampheleire,<br />

Nele Desimpelaere, Maria De Waele,<br />

Pieter Neirinckx, Florian Preiss, Tanya Van Hecke,<br />

Lieve Van Schoors<br />

Fotografie: Josiane Kisteman<br />

Vormgeving: Rose-Marie Marchand<br />

D/2007/3938/009<br />

met dank aan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!