Grammatica niv 3 4 - Drenthe College
Grammatica niv 3 4 - Drenthe College
Grammatica niv 3 4 - Drenthe College
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Grammatica</strong> - zinsdelen<br />
De persoonsvorm<br />
Een werkwoord noemen we de persoonsvorm als die in een zin aangeeft:<br />
a. de tijd (tegenwoordige of verleden tijd) : ik slaap<br />
b. enkelvoud of meervoud : zij slaapt<br />
Als je de persoonsvorm zoekt, kun je het beste de zin in een andere tijd zetten. Het<br />
werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.<br />
Voorbeeld :<br />
1a.Ik moet de opgaven nog maken.<br />
1b. Ik moest de opgaven nog maken<br />
2a. Ik zoek dat in mijn woordenboek op.<br />
2b. Ik zocht dat in mijn woordenboek op.<br />
In niet-vraagzinnen is de persoonsvorm het tweede zinsdeel.<br />
Oefening 1 Persoonsvorm – Noteer de persoonsvorm<br />
1. Door de storm waaiden de pannen van het dak.<br />
2. Ik sloeg de spijker op de kop.<br />
3. Ik sloeg de spijker op de kop.<br />
4. September was dit jaar erg nat.<br />
5. September was dit jaar erg nat.<br />
6. Hij zou dat wel even doen.<br />
7. Hij zou dat wel even doen.<br />
8. Hij zou dat wel even doen.<br />
9. De opkomst viel erg mee.<br />
10. Morgen zullen we hem kopen.<br />
<strong>Grammatica</strong> Nederlands <strong>niv</strong>eau 3 en 4<br />
Zorg Welzijn 2010-2011 5