3 B 0799i Gebruikershandleiding webapplicatie RTL pdf, 474kb - Rdw

RDW Gebruikershandleiding Webapplicatie RTL
3. Invoeren van gegevens algemeen
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke gegevens ingevoerd kunnen worden en waar rekening mee moet
worden gehouden als gegevens worden ingevoerd. Het gaat om de volgende gegevens:
• Kenteken
• Meldcode
• Plaats overschrijvingsbewijs
• Indicator consumentenfinanciering
• Voertuigverplichtingen
• Bedrijfsnummer
• Postcode
• Huisnummer
3.1 Kenteken
Een kenteken moet altijd aan de volgende eisen voldoen:
• Het kenteken bestaat altijd uit 6 karakters.
• Het kenteken mag alleen bestaan uit letters en cijfers.
• Scheidingstekens (ofwel de “streepjes”) zijn niet toegestaan: dus geen 02-DDB-1 maar 02DDB1
en geen DR-68-XN maar DR68XN).
Bij het invoeren van kentekens maakt het niet uit of gebruik wordt gemaakt van hoofdletters of kleine
letters.
3.2 Meldcode
Een meldcode moet altijd aan de volgende eis voldoen:
• Een meldcode mag alleen bestaan uit cijfers en de letter ‘X’
De meldcode van een voertuig is altijd gelijk aan de laatste 4 cijfers van het Voertuig Identificatie
Nummer (VIN) of chassisnummer. Indien er minder dan 4 cijfers zijn in het VIN, moeten alleen de
aanwezige cijfers worden opgegeven aangevuld met een voorloop ‘x’.
Ter voorbeeld: het VIN is ABC341HG, dan is de meldcode X341.
3.3 Plaats overschrijvingsbewijs
Bij elke aanmelding kan worden aangegeven waar het overschrijvingsbewijs van het voertuig zich
bevindt. Door vast te leggen dat het overschrijvingsbewijs zich bij de leasemaatschappij bevindt, wordt
opname in bedrijfsvoorraad geblokkeerd. Uitzondering is de situatie wanneer de opname in
bedrijfsvoorraad wordt uitgevoerd door een bedrijf dat als “vertrouwde relatie” is opgegeven door de
leasemaatschappij. Wanneer geen plaats wordt vastgelegd of wordt aangegeven dat de gebruiker van het
voertuig beschikt over het overschrijvingsbewijs, wordt opname in bedrijfsvoorraad niet geblokkeerd. De
plaats van het overschrijvingsbewijs bestaat uit de volgende waarden:
• “-“: een streepje wordt als standaard in het register van de RDW opgenomen wanneer geen
specifieke waarde wordt opgegeven.
• “L”: de letter L houdt in dat het overschrijvingsbewijs zich bij de leasemaatschappij bevindt.
• “H”: de letter H houdt in dat het overschrijvingsbewijs zich bij de “houder” van het voertuig
bevindt. Met “houder” wordt hier de klant van de leasemaatschappij bedoeld die het voertuig
gebruikt.
3 B 0799i - versie 4 april 2013
10