Leven op een vuilnisbelt - Terre des Hommes

Leven op een vuilnisbelt Juli 2007
In Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh
leven tientallen gezinnen tussen het
vuilnis. Veel kinderen komen van het
platteland met hun ouders of komen alleen
opzoek naar werk. Projectmedewerker
Menno Gibson zocht de kinderen op.
"De stank", zegt Gibson, dat is het eerste wat
je tegemoet komt wanneer je de vuilnisbelt
betreedt. Het is moeilijk voor te stellen dat
daar kinderen, zelfs hele gezinnen op leven.
Samen met medewerkers van
partnerorganisatie Vulnerable Children
Association Organization (VCAO) ging Gibson
de vuilnisbelt op. "Eerst moesten de laarzen
aan, want je wilt niet weten wat daar allemaal
ligt." Veel kinderen hebben ook laarzen aan,
maar verwonden zich toch regelmatig aan
scherpe voorwerpen. Ze worden behandeld op
de vuilnisbelt bij een kleine medische post,
gesteund door Terre des Hommes.
Partnerorganisatie VCAO helpt kinderen naar
school en dat is vaak niet makkelijk, weet
Gibson. Veel ouders rekenen op de inkomsten
van hun kinderen. Daarnaast zijn er ook
kinderen die nauwelijks nog contact hebben
met hun ouders en moeilijk te benaderen zijn.
Persoonlijk verslag
www.terredeshommes.nl
Zij leven met de dag en zwerven rond de
vuilnisbelt.
Het verzamelen van vuil levert in verhouding
tot andere werkzaamheden redelijk wat op.
"Dat is juist het paradoxale", zegt Gibson.
"Enerzijds wil je dat die kinderen naar school
gaan en anderzijds is de verleiding om hier
wat bij te verdienen erg groot gezien de
omstandigheden waarin zij leven." De meeste
kinderen geven het verdiende geld uit aan
eten. Iedereen heeft z'n eigen expertise. De
een verzamelt papier, de ander plastic of
batterijen. Als er een vuilniswagen aan komt
rijden, duiken alle kinderen als haviken erop
om de meest waardevolle spullen als eerste
naar boven te halen. Niet zelden vallen hierbij
gewonden omdat de kinderen door messen of
zware voorwerpen worden geraakt.
In de buurt van de vuilnishoop ligt een
sloppenwijk waar veel gezinnen die werken op
de vuilnisbelt een kamertje hebben. Daar trof
Gibson de negenjarige Neang. Zij is een van
de kinderen die wordt gesteund door VCAO.
Neang werkte op de vuilnisbelt, maar wilde
dolgraag naar school. Dankzij VCAO kreeg ze
een kans. Verlegen vertelde Neang dat ze later
graag voor een NGO wil gaan werken, "Om
andere kinderen te helpen."
1 - 2

Medewerkers van VCAO benadert de kinderen
en probeert ze te stimuleren weer naar school
te gaan. De partnerorganisatie zorgt ervoor
dat ruim 450 kinderen naar school gaan. Dit
zijn niet alleen vuilnisprikkers. Sommige
kinderen zwerven rondom de vuilnisbelt in de
hoop werk te vinden. Deze kinderen zijn,
naast de kinderen die werken op de
Persoonlijk verslag
www.terredeshommes.nl
vuilnishoop, zeer kwetsbaar voor
mensenhandelaren. "Als daar een kind wordt
weggehaald, valt het nauwelijks op", zegt
Gibson en gruwelt tegelijkertijd van de
gedachte. De partnerorganisatie krijgt
gelukkig veel ruimte van de lokale overheid
om haar werk voort te zetten op de vuilnisbelt
in Phnom Penh. Zodat kinderen als Neang
weer naar school kunnen.
2 - 2