beknopte omschrijving (in concept) - Landschapsmanifest
beknopte omschrijving (in concept) - Landschapsmanifest
beknopte omschrijving (in concept) - Landschapsmanifest
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Beknopte <strong>omschrijv<strong>in</strong>g</strong><br />
Landschapscollectie - C O N C E P T<br />
Wat is de werkwijze van de experts?<br />
Een aantal landelijke specialisten op het gebied van cultuurhistorie en<br />
landschap, Hans Renes (VU/UU), Guus Borger (UvA), Lammert Pr<strong>in</strong>s<br />
(RACM), Henk Baas (RACM), Jelle Vervloet (WUR) en Theo Spek (RACM/<br />
RUG) hebben vooral gekeken naar de cultuurhistorische waarden<br />
op landschappelijk niveau. Hierbij is gebruik gemaakt van een <strong>in</strong> de<br />
wetenschappelijke wereld gebruikelijke <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van landschapstypen,<br />
uitgebreid met het militaire landschap en het landgoederenlandschap.<br />
Om <strong>in</strong> de Landschapscollectie te komen, dient een landschap van<br />
een omvang te zijn dat het de meeste karakteristieken van het<br />
betreffende landschapstype kan bevatten. Ook moet een beheerder<br />
voldoende van het landschap <strong>in</strong> eigendom hebben om de ruimtelijke<br />
kwaliteit ervan te kunnen sturen. Sleutelbegrippen zijn onder andere<br />
ruimtelijke samenhang, representativiteit, gelaagdheid en gaafheid<br />
van ondergrond, zeldzaamheid, kavelpatroon en begroei<strong>in</strong>g. De staat<br />
van onderhoud is m<strong>in</strong>der meegewogen.<br />
1. Reitdiepdal<br />
Het Reitdiepdal draagt nog de sporen van zijn ontstaan onder <strong>in</strong>vloed<br />
van zee en getij en vertelt het verhaal van vijfentw<strong>in</strong>tig eeuwen bewon<strong>in</strong>gsgeschiedenis.<br />
Er is veel reliëf <strong>in</strong> het land, zoals oeverwallen,<br />
wierden en dijken, en oude prielen, geulen en meanders, her<strong>in</strong>nerend<br />
aan het sterk kronkelende Reitdiep, voordat deze werd rechtgetrokken.<br />
Ook het oorspronkelijke verkavel<strong>in</strong>gspatroon (onregelmatige<br />
blokverkavel<strong>in</strong>g) en het oude wegenpatroon is, ondanks de aanleg<br />
van een aantal moderne wegen <strong>in</strong> recente tijden, op veel plaatsen<br />
goed bewaard gebleven.<br />
2. Westerwolde<br />
Zeer gaaf esdorpenlandschap <strong>in</strong> het uiterste oosten van de prov<strong>in</strong>cie<br />
Gron<strong>in</strong>gen langs de oude stroomdalen van de Westerwoldse Aa en<br />
Ruiten Aa. Het dalsysteem zelf vertoont een <strong>in</strong>teressante chronologie<br />
met verlaten meanderbochten van zeer diverse afmet<strong>in</strong>gen en<br />
ouderdom. Op de grote en kle<strong>in</strong>e dekzandkoppen ten weerszijden<br />
van het dal komen talrijke archeologische v<strong>in</strong>dplaatsen voor uit de<br />
Steentijd, Bronstijd, IJzertijd en Vroege Middeleeuwen.<br />
3. Beetsterzwaag<br />
Het dorp is ontstaan op een zandrug vanuit het westelijk gelegen<br />
Oud-Beets en was al <strong>in</strong> de 17de eeuw vermaard om de daar<br />
aanwezige buitenhuizen. Vooral <strong>in</strong> de 19de eeuw v<strong>in</strong>dt een groei<br />
plaats naar een deftig dorp met ‘een kilometer adellijke huizen’,<br />
omr<strong>in</strong>gd door tu<strong>in</strong>en, parken en bossen, waaraan o.a. de namen<br />
van bekende ontwerpers als Roodbaard, Spr<strong>in</strong>ger en Van Lunteren<br />
zijn verbonden.<br />
Fotograaf: Natuurmonumenten, Joop van Reeken
4. Friese meren<br />
Zeer karakteristiek voor het Friese laagveenlandschap zijn de grote<br />
meren, vaak ontstaan als gevolg van turfw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met<br />
oeverafslag. In tegenstell<strong>in</strong>g tot veel meren <strong>in</strong> Holland, zijn veel van<br />
de grotere Friese meren niet drooggelegd. Dit gebied kenmerkt zich<br />
door de aanwezigheid van veel water <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een gaaf<br />
bewaard gebleven verkavel<strong>in</strong>gspatroon.<br />
5. Marpolders<br />
De Friese droogmakerijen zijn <strong>in</strong> de regel veel kle<strong>in</strong>er dan de Hollandse,<br />
als gevolg van een beperktere kapitaalvoorzien<strong>in</strong>g, een ger<strong>in</strong>gere<br />
druk op de cultuurgrond en de wijdverbreide aanwezigheid<br />
van zandbodems. De Marpolders bezitten <strong>in</strong> de Hempensermeer een<br />
prachtig voorbeeld van Friese droogmakerij uit 1784, al is de noordkant<br />
verstoord door de aanleg van de weg Leeuwarden-Drachten. De<br />
droogmakerij kenmerkt zich door een regelmatig, vierkant, verkavel<strong>in</strong>gspatroon,<br />
een r<strong>in</strong>gdijk en een r<strong>in</strong>gsloot. Het is momenteel een<br />
waardevol weidevogelreservaat, met diverse blauwgraslanden.<br />
6. Mieden<br />
De Mieden ligt op de overgang van het Fries-Drentse keileemgebied<br />
en het Lauwersmeergebied, en kenmerkt zich nu als een open veenweidelandschap.<br />
Het gebied herbergt vele sporen uit het verleden,<br />
zoals (afgedekte) p<strong>in</strong>goruïnes, dekzandruggen, kreekruggen, sporen<br />
van turfw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g of kerkplaatsen. De 10e/11e eeuwse veenverkavel<strong>in</strong>g<br />
met veervormige afwater<strong>in</strong>gssloten is <strong>in</strong> grote delen van het<br />
gebied nog goed herkenbaar.<br />
7. Noard-fryslan buitendyks<br />
Het betreft een prachtig voorbeeld van een buitendijkse zomerpolder,<br />
die laat zien hoe kwelders werden bedijkt en later ook werden<br />
<strong>in</strong>gepolderd. Op dit moment worden veel zomerpolders weer omgevormd<br />
tot kwelders, maar de getuigenissen van dit proces blijven<br />
goed herkenbaar. Opvallende en tamelijk unieke elementen <strong>in</strong> dit<br />
gebied zijn de ‘dobben’, buitendijkse dr<strong>in</strong>kpoelen die als heuvels <strong>in</strong><br />
het vlakke landschap opduiken.<br />
8. Slachtedyk<br />
Het betreft een zeer oude ‘b<strong>in</strong>nendijk’ van Westergo, zo rond 1200 <strong>in</strong><br />
gedeelten aangelegd. Het is de enige dijk die niet is afgegraven nadat<br />
Westergo geheel door een r<strong>in</strong>gdijk was beschermd. De Slachtedijk is<br />
door samenwerk<strong>in</strong>g tussen Barradeel, Franekeradeel, Manaldumadeel,<br />
Baarderadeel en Hannaarderadeel aangelegd. Deze samenwerk<strong>in</strong>g<br />
gaf de dijk de naam De Vijf Delen Slachtedijk. In de dijk liggen<br />
talrijke ‘zijlen’ (uitwater<strong>in</strong>gssluizen), waar men door middel van<br />
schotbalken het water kon blokkeren.<br />
9. Terschell<strong>in</strong>g (gedeeltelijk)<br />
Het Waddeneiland Terschell<strong>in</strong>g bestaat grotendeels uit du<strong>in</strong>en, maar<br />
ook uit dorpen met cultuurland. In het grensgebied van du<strong>in</strong>en en<br />
‘polder’ ligt een zone met elzenhagen. In cultuurhistorisch opzicht<br />
zijn de du<strong>in</strong>gebieden <strong>in</strong>teressant door een aantal bijzondere elementen,<br />
zoals de du<strong>in</strong>weitjes en tu<strong>in</strong>en.<br />
10. De Klenkce<br />
Historische havezathe met gaaf bewaard beekdal- en heidelandschap<br />
bij Oosterhesselen <strong>in</strong> het zuidoosten van Drenthe. Het uit de late<br />
13e eeuw stammende landgoed heeft een fraai 17e-eeuws landhuis<br />
en vier tot het landgoed behorende boerderijen. De geometrische<br />
structuur van het landgoed gaat vloeiend over <strong>in</strong> het aangrenzende<br />
esdorpenlandschap van de Klencker Esch, het stroomdallandschap<br />
van het Drostendiep en de heidevelden en jeneverbesstruwelen van<br />
het Klenckerveld.<br />
11. Drentse Aa<br />
Beek- en esdorpenlandschap van uitzonderlijk hoge cultuurhistorische,<br />
aardkundige en ecologische waarde. Meer dan zesduizend jaar<br />
cont<strong>in</strong>ue bewon<strong>in</strong>g, waardoor landschap zeer veel pre- en proto-
historische, middeleeuwse en vroegmoderne tijdlagen en relicten<br />
vertoont. Meer dan 3500 archeologische v<strong>in</strong>dplaatsen. Talrijke<br />
hunebedden, grafheuvels, urnenvelden, Celtic fi elds en karrensporenbundels.<br />
Uitzonderlijk gave cultuurlandschapspatronen met enkele<br />
tientallen historische esdorpen, middeleeuwse essen, 17e-19e-eeuwse<br />
beekdalverkavel<strong>in</strong>gen en grote heidevelden als het Balloërveld en<br />
de Gasterense Du<strong>in</strong>en.<br />
12. Dw<strong>in</strong>gelderveld<br />
Het grootste natte heideveld van Noordwest-Europa, samengesteld<br />
uit de voormalige veldgronden van de nederzett<strong>in</strong>gen Ansen, Dw<strong>in</strong>geloo,<br />
Lhee en Kraloo, ligt op een moeilijk doorlatende ondergrond<br />
van keileem waar<strong>in</strong> tal van veentjes en natte slenken zijn ontstaan.<br />
Zeer waardevol <strong>in</strong> cultuurhistorisch opzicht is aan de zuidoostzijde<br />
de overgang van het heideveld naar het kle<strong>in</strong>e esgehucht Kraloo. Een<br />
markant cultuurhistorisch element uit de meer recente tijd is de grote<br />
radiotelescoop aan de noordkant, die onlangs de monumentenstatus<br />
heeft gekregen en door vrijwilligers wordt onderhouden.<br />
13. Fochteloerveen –Veenhuizen<br />
Uitgestrekt hoogveenreservaat op de grens van Friesland en Drenthe<br />
dat als één van de we<strong>in</strong>ige gebieden <strong>in</strong> ons land nog een <strong>in</strong>druk<br />
geeft van de uitgestrektheid en open vegetatie van de voormalige<br />
Noord-Nederlandse hoogveenlandschappen. Het gebied bevat talrijke<br />
historische verven<strong>in</strong>gssporen, hoofdzakelijk ontstaan door boerenverven<strong>in</strong>g.<br />
Aan de westrand van het gebied ligt de 13e-eeuwse<br />
randveenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g Fochtelo. Ten oosten van het Fochteloerveen is<br />
<strong>in</strong> de 14e eeuw de randveenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g Veenhuizen gesticht.<br />
14. Orvelte<br />
Museumdorp <strong>in</strong> Midden-Drenthe met uitzonderlijk goed bewaarde<br />
dorpsstructuur, historische gebouwen en landschapsopbouw. In de<br />
jaren ’60 beschermd als prototype van een Drents esdorp. Zowel de<br />
open structuur van het dorp zelf, de talrijke historische gebouwen,<br />
als de goed bewaarde essen, groenlanden en heidevelden geven nog<br />
een goed <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> de opbouw van het 19e- en vroeg 20e-eeuwse<br />
Drentse esdorpenlandschap. De Noordesch heeft als enige es <strong>in</strong> Drenthe<br />
nog de orig<strong>in</strong>ele kle<strong>in</strong>schalige esverkavel<strong>in</strong>g.<br />
15. Kamperhoek/Ketelbos<br />
In de noordpunt van Oostelijk Flevoland, tegen het Ketelmeer en<br />
de A6 ligt het gebied Kamperhoek/Ketelbos. Dit 40 ha grote gebied<br />
bestaat uit drie onderdelen: de Pleisterplas (een voormalig zanddepot),<br />
het Ketelbos, en een terre<strong>in</strong> met vochtig grasland. Het gebied is<br />
van belang als oudste vorm van natuurbouw <strong>in</strong> Nederland, waarvoor<br />
het besluit <strong>in</strong> 1965 werd genomen door de toenmalige Rijksdienst<br />
voor de IJsselmeerpolders. Deze dienst liep <strong>in</strong> het ‘maken’ van natuur<br />
voorop <strong>in</strong> Nederland.<br />
16. Schokland<br />
Schokland was een eiland <strong>in</strong> de Zuiderzee dat maar we<strong>in</strong>ig boven het<br />
water uitstak. Als gevolg van enkele zware stormen en landafslag<br />
<strong>in</strong> de 18de en 19de eeuw werd het leven op Schokland uite<strong>in</strong>delijk<br />
onhoudbaar en werd het eiland <strong>in</strong> 1859 ontruimd. Na de drooglegg<strong>in</strong>g<br />
van de Noordoostpolder werd Schokland “een eiland op het<br />
droge”. De oude keileembult die de kern vormt van Schokland is<br />
duidelijk zichtbaar <strong>in</strong> het vlakke polderland, evenals restanten van de<br />
voormalige dorpen. De contouren van het eiland zijn door middel van<br />
beplant<strong>in</strong>gen rondom het eiland zichtbaar gemaakt.<br />
17. Ankeveen en Kortenhoef<br />
Veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsgebied begrensd door de Horstermeer. Restanten<br />
van de typisch bij dit landschapstype passende strookvormige<br />
percelen die gebruikt worden als grasland. Huizen en boerderijen<br />
gebouwd <strong>in</strong> l<strong>in</strong>ten aan bewon<strong>in</strong>gs- en ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsassen. Sporen van<br />
turfw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de vorm van legakkers, petgaten en verbreedde sloten.<br />
Voormalige veenderijplassen zijn droog gelegd. Dieper liggende<br />
droogmakerijen accenturen verschillen <strong>in</strong> polderpeil.
18. Landgoederen Zuid-Kennemerland<br />
Deze landgoederenreeks ligt <strong>in</strong>geklemd tussen de bebouw<strong>in</strong>g van<br />
Santpoort, Haarlem, Heemstede aan de oostzijde en de jonge du<strong>in</strong>en<br />
aan de westzijde. De landgoederen ontwikkelden zich tussen de 16de<br />
en de 20ste eeuw op strandwal, strandvlakte en afgegraven jonge<br />
du<strong>in</strong>en. Ondanks de ruimtedruk van nabijgelegen stad en dorpen<br />
is het karakter van een reeks landgoederen betrekkelijk goed <strong>in</strong><br />
stand gebleven. Het gebied vormt een aaneenschakel<strong>in</strong>g van tu<strong>in</strong>en,<br />
parken en bossen, waarbij naar <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g vaak is <strong>in</strong>gespeeld op landschappelijke<br />
kwaliteiten van strandwal, strandvlakte en du<strong>in</strong>en.<br />
19. Naardermeer<br />
Het Naardermeer is een mislukte droogmakerij aan de noordfl ank van<br />
het Gooi, gelegen op de grens van de kleipolders langs de voormalige<br />
Zuiderzee en het zuidwaarts gelegen veengebied. Dankzij de toestroom<br />
van water uit het Gooi via doorlaatbare zandlagen <strong>in</strong> de ondergrond<br />
is het meer de eeuwen door een open waterplas gebleven.<br />
Het Naardermeer is dus niet door verven<strong>in</strong>g ontstaan. Rond het meer<br />
is de historische gegroeide structuur van het agrarische cultuurlandschap<br />
nog goed herkenbaar.<br />
20. Nijenburg/Kooimeer<br />
Op de oostelijke fl ank van de strandwal Limmen-Heiloo ligt ten noorden<br />
van Heiloo het landgoed Nijenburg. Het hoogteverschil tussen<br />
de strandwal en de strandvlakte wordt nog geaccentueerd door het<br />
opgaande hout van de Heilooër Bosschen. In de strandvlakte ligt het<br />
Kooimeer, de naamgever van de aanpalende Alkmaarder stadswijk.<br />
Het Kooimeer is één van de vele kle<strong>in</strong>e droogmakerijen rond Alkmaar<br />
die het beg<strong>in</strong> vormen van de rijke bedijk<strong>in</strong>gstraditie van Hollands<br />
Noorderkwartier.<br />
21. Stell<strong>in</strong>g van Amsterdam<br />
De Stell<strong>in</strong>g van Amsterdam is een verdedig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ie van onderl<strong>in</strong>g<br />
samenhangende gebouwen, kaden, sloten, kanalen en sluizen met<br />
een totale lengte van 135 km. De Stell<strong>in</strong>g werd tussen 1883 en 1920<br />
rond Amsterdam gebouwd en vormt de laatste fase <strong>in</strong> een lange militaire<br />
traditie waar<strong>in</strong> water werd gebruikt om het land te beschermen<br />
tegen vijandige dreig<strong>in</strong>gen of aanvallen. Een echte waterl<strong>in</strong>ie dus.<br />
De meest tot de verbeeld<strong>in</strong>g sprekende onderdelen van de Stell<strong>in</strong>g<br />
zijn waarschijnlijk de 42 forten. In het oog spr<strong>in</strong>gen ze niet, want de<br />
meeste forten liggen verscholen <strong>in</strong> hoog opgaand hout.<br />
22. Texel<br />
De zuidpunt van Texel wordt gekenmerkt door een onregelmatige<br />
oude verkavel<strong>in</strong>g- en wegenstructuur en een grote landschappelijke<br />
verscheidenheid op korte afstand. De jonge du<strong>in</strong>en <strong>in</strong> het westen<br />
vallen op door lange ruggen die gescheiden worden door langwerpige<br />
laagten. De Hoge Berg op Texel draagt haar naam met recht. De<br />
hoge keileembult is gevormd tijdens één van de vroegere ijstijden<br />
en vormt nog steeds de kern van het eiland. Keileem is een zeer<br />
taaie, stenige grondsoort die goed bestand is tegen de slag van het<br />
water. Dankzij de keileem <strong>in</strong> de ondergrond kan Texel al eeuwenlang<br />
weerstand bieden tegen de oprukkende zee en heeft Nederland de<br />
ons vertrouwde vorm. Niet zonder reden wordt de Hoge Berg dan<br />
ook aangeduid als het ophangpunt van de Nederlandse kust. Op de<br />
Hoge Berg treft men een bijzondere vorm van perceelscheid<strong>in</strong>g aan.<br />
Het gaat om de zogeheten tuunwallen, aarden wallen die zijn opgebouwd<br />
uit graszoden. Meestal is een tuunwal een meter hoog en aan<br />
de bovenzijde een halve meter breed.<br />
23. Veengebied Midden Noord-Holland<br />
Het Veengebied Midden-Noord-Holland valt uiteen <strong>in</strong> twee deelgebieden,<br />
te weten het Schermereiland en het Wormer- en Jisperveld.<br />
De ruimtelijke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van beide deelgebieden wordt gekenmerkt<br />
door een onregelmatige strokenverkavel<strong>in</strong>g en brede sloten. Water is<br />
dom<strong>in</strong>ant aanwezig <strong>in</strong> het landschapsbeeld. Met name de verkavel<strong>in</strong>g<br />
van het Wormer- en Jisperveld weerspiegelt duidelijk de ongeregelde<br />
gang van zaken <strong>in</strong> de niet-landsheerlijk geleide veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen.
Ten zuiden van het Zwet overheerst een noord-zuid gerichte verkavel<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g,<br />
maar ten noorden van deze brede waterloop botsen<br />
verschillende ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen op elkaar.<br />
24. Veengebied Waterland<br />
De ruimtelijke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het Waterlandse veengebied wordt<br />
gekenmerkt door een onregelmatige strokenverkavel<strong>in</strong>g en brede<br />
sloten. Karakteristiek voor het gebied is een zeer open, bijna boomloos<br />
landschap dat doorsneden wordt door een dicht patroon van<br />
waterlopen. Water is dom<strong>in</strong>ant aanwezig <strong>in</strong> het landschapsbeeld.<br />
Rietkragen en rietlanden onderstrepen het natte karakter van het<br />
gebied. De verkavel<strong>in</strong>g weerspiegelt de ongeregelde gang van<br />
zaken <strong>in</strong> de niet-landsheerlijk geleide veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen. Op tal van<br />
plaatsen treft men verlaten huisplaatsen aan. Daaruit blijkt dat het<br />
nederzett<strong>in</strong>gspatroon <strong>in</strong> Waterland s<strong>in</strong>ds de ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong>grijpend is<br />
veranderd.<br />
25. Wierdijk<br />
Vanouds werden dijken aangelegd en opgehoogd met kleizoden. Stak<br />
men die zoden b<strong>in</strong>nendijks, dan g<strong>in</strong>g dat ten koste van hoogwaardige<br />
landbouwgrond en was de schade groot. Buitendijks gestoken zoden<br />
waren m<strong>in</strong>der kostbaar, maar even schadelijk. Door buitendijkse<br />
aardhal<strong>in</strong>g verlaagde men het maaiveld en werd de zee uitgenodigd<br />
om bij storm met nog meer kracht de dijk te belagen. Bij dijkonderhoud<br />
en dijkverzwar<strong>in</strong>g drong zich steeds weer de vraag op waar<br />
men bij de m<strong>in</strong>ste schade de maximale hoeveelheid aarde kon halen.<br />
26. Zuidfront vest<strong>in</strong>g IJmuiden<br />
De ‘Festung IJmuiden’ maakte deel uit van de ‘Atlantikwal’, de serie<br />
verdedig<strong>in</strong>gswerken die de Duitse bezetter langs de gehele West-<br />
Europese kust heeft aangelegd. IJmuiden was erg strategisch door de<br />
aanwezigheid van de havens en de hoogovens. De Festung bestond<br />
uit een groot aantal bunkers, maar ook uit draketandversperr<strong>in</strong>gen,<br />
tankgrachten en zelfs opgehoogde du<strong>in</strong>en. Op die manier werd ook<br />
het landfront zo sterk mogelijk <strong>in</strong>gericht. In het du<strong>in</strong>gebied ten zuiden<br />
van IJmuiden zijn veel sporen van de Festung bewaard gebleven,<br />
hetgeen het gebied een bijzondere toegevoegde waarde geeft, naast<br />
de aanwezige natuurwaarden.<br />
27. s-Gravelandse Buitenplaatsen<br />
Reeks van naast elkaar gelegen, rechthoekig begrensde landgoederen,<br />
voortgekomen uit een ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsconcessie voor van een stuk heide<br />
ten westen van Hilversum, met een totale omvang van ca vier bij 1,25<br />
kilometer. De concessie uit 1625 werd verleend aan zes vermogende<br />
Amsterdamse participanten die hier 27 identieke kavel lieten aanleggen.<br />
Daarbij werden twee of tweeëneenhalve kavel samengevoegd<br />
tot één aaneengesloten eigendom. Deze regelmatige verkavel<strong>in</strong>g en<br />
strakke landschappelijke en stedenbouwkundige opzet is s<strong>in</strong>dsdien<br />
nauwelijks meer gewijzigd. Het aanvankelijk gemengde karakter van<br />
agrarisch gebied en luxe woonoord veranderde e<strong>in</strong>d 17de eeuw <strong>in</strong><br />
een meer uitgesproken buitenplaatskarakter dat het s<strong>in</strong>dsdien heeft<br />
behouden. Uniek als type aanleg en gaaf bewaard gebleven.<br />
28. Dal van de Overijsselse Vecht<br />
Smal rivierdal, tot aan ca 1900 eeuw <strong>in</strong>geklemd tussen uitgestrekte<br />
heidevelden. De sterk kronkelende Vecht, gekanaliseerd <strong>in</strong> 1908,<br />
zorgde voor hoogteverschillen en verschil <strong>in</strong> terre<strong>in</strong>omstandigheden<br />
over korte afstand. Stuifdu<strong>in</strong>en, bossen, heide, akkerland, weiden,<br />
veengebieden en enkele buitenplaatsen wisselen elkaar af. Onderl<strong>in</strong>ge<br />
samenhang van terre<strong>in</strong>omstandigheden, grondgebruik en daaraan gekoppelde<br />
(agrarische) bebouw<strong>in</strong>g is nog goed afl eesbaar, te meer daar<br />
de agrarische gehuchten de afgelopen eeuw nauwelijks zijn gegroeid.<br />
De kanalisatie van de rivier wordt deels weer ongedaan gemaakt.<br />
29. Kampereiland<br />
Gebied <strong>in</strong> de voormalige delta van de IJssel, s<strong>in</strong>ds ca het jaar 1000<br />
ontgonnen en <strong>in</strong> fasen tot <strong>in</strong> de 17de en 18de eeuw <strong>in</strong>gepolderd.<br />
Typerend zijn de vele tientallen, goed herkenbare huisterpen. Deze
ieden plaats aan één boerderij en liggen verspreid over het landschap<br />
waar<strong>in</strong> verder restanten van kreken en prielen aan de <strong>in</strong>vloed<br />
van de zee <strong>in</strong> het gebied her<strong>in</strong>neren en de verscheidene dijken en<br />
kaden van de bedijk<strong>in</strong>gsgeschiedenis getuigen.<br />
30. Landgoederen Twente<br />
De stuwwal van Oldenzaal was bijzonder populair bij de Twentse<br />
textielfabrikanten, vooral door het heuvelachtige karakter en de<br />
ligg<strong>in</strong>g ten opzichte van de steden. Het glooiende landschap bood<br />
de mogelijkheden voor de aanleg van modieuze landschapsparken.<br />
Op de Tankenberg, Hakenberg of Paaschberg verschenen fraaie<br />
buitenhuizen met aangelegde tu<strong>in</strong>en. Nog altijd vormt dit landschap<br />
een fraai ensemble van (voormalige) buitenplaatsen, met daartussen<br />
oude boerderijen en bossen. Kle<strong>in</strong>e beekjes stromen af naar de<br />
D<strong>in</strong>kel, die ter plaatse nog fraai meandert.<br />
31. Reestdal<br />
Het stroomdal van het riviertje de Reest met zijn aangrenzende cultuurlandschappen<br />
vormt één van de meest gave beekdallandschappen<br />
van ons land. Omdat de sterk meanderende loop van de Reest al<br />
vanaf de Middeleeuwen de politieke grens vormde tussen Drenthe en<br />
Overijssel is deze loop nooit gekanaliseerd. In het oosten ontsprong<br />
het riviertje vroegere <strong>in</strong> uitgestrekte hoogveenmoerassen. Langs de<br />
midden- en benedenloop ligt ten weerszijden van het dal een langgerekte<br />
keten van hoge dekzandkoppen die reeds <strong>in</strong> het Mesolithicum<br />
bezocht werden door jagers en vissers. Vanaf de Volle Middeleeuwen<br />
zijn deze koppen <strong>in</strong> gebruik genomen als éénmanses met op de fl ank<br />
een <strong>in</strong>dividuele boerderij. Zo ontstond het huidige hoevenlandschap,<br />
dat op een aantal plaatsen wordt afgewisseld door fraaie 17e-eeuwse<br />
havezathen met bijbehorende landgoederen.<br />
32. Twickel<br />
Het landgoed Twickel is 4000 hectare groot, en bestaat uit akkers en<br />
weilanden, bossen en eeuwenoude eiken, heidevelden en vennen.<br />
Daartussen sl<strong>in</strong>geren zich beken en houtwallen. Karakteristiek zijn<br />
de ongeveer honderdvijftig boerderijen, die herkenbaar zijn aan<br />
de zwart-witte luiken. Andere belangwekkende gebouwen zijn de<br />
watertoren, de (water)molen(s) en de houtzagerij. Het van oorsprong<br />
middeleeuwse huis zelf wordt omr<strong>in</strong>gd door tu<strong>in</strong>en die <strong>in</strong> hun variatie<br />
de tu<strong>in</strong>historie s<strong>in</strong>ds de renaissance tot heden tonen. U v<strong>in</strong>dt er<br />
een uitgestrekt park <strong>in</strong> Engelse landschapsstijl en een ‘formele tu<strong>in</strong>’<br />
<strong>in</strong> de Franse neo-barokstijl. Opvallend is ook de ommuurde moestu<strong>in</strong>.<br />
33. Wieden - Weerribben (gedeeltelijk)<br />
Veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g bestaande uit lange, smalle, naast elkaar gelegen<br />
graslandpercelen dat vanaf e<strong>in</strong>d 16de eeuw door turfw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g een<br />
nieuwe gedaante aannam. ‘Ribben’ zijn de stroken land waarop de<br />
uitgebaggerde turf te drogen werd gelegd. ‘Weren’ of ‘petgaten’ zijn<br />
verveende delen die volliepen met water. Door voortgaande verven<strong>in</strong>g<br />
werden de ribben steeds smaller, de weren steeds breder. Door<br />
erosie (stormen) ontstonden grote watervlakten, de Wieden. In de<br />
Weerribben is het niet zo ver gekomen. Na de verven<strong>in</strong>g groeide het<br />
open water van de weren geleidelijk dicht en bepaalde de rietteelt,<br />
samen met moerasbos, hooiland en open water de aanblik van het<br />
grotendeels onbewoonde landschap. Het oude verkavel<strong>in</strong>gspatroon<br />
van de Weerribben bleef echter herkenbaar. Het gebied vormt nu het<br />
grootste aaneengesloten laagveenmoeras <strong>in</strong> Noordwest-Europa.<br />
34. Eemland<br />
Onderdeel van een oud veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsgebied uit de 12e eeuw, dat<br />
later verdronken is. Veen weggeslagen of met een laag klei overdekt.<br />
Kans op sporen oude bewon<strong>in</strong>g onder het kleidek. Het merendeel<br />
van het gebied wordt beslagen door een zone met karakteristieke<br />
strookvormige percelen die ondanks de ruilverkavel<strong>in</strong>g nog aan de<br />
oorspronkelijke verkavel<strong>in</strong>g doen denken. Dit gebied is ook waardevol<br />
door zijn grote openheid, een eigenschap die thans <strong>in</strong> het Nederlandse<br />
veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsgebied steeds zeldzamer aan het worden is.<br />
De rest van het gebied wordt beslagen door de oeverlanden van de
kronkelende eeuw. Voornamelijk buitendijks gebied die de Eem als<br />
laaglandstroom accentueert.<br />
35. Grebbel<strong>in</strong>ie<br />
Zuidelijk deel van een voormalige militaire verdedig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ie door<br />
de Gelderse Vallei, die oorspronkelijk doorliep tot aan de kust van<br />
de voormalige Zuiderzee. Begonnen <strong>in</strong> 1745. De l<strong>in</strong>ie bestaat uit een<br />
reeks met elkaar samenhangende forten, dijken en waterwerken. Dit<br />
had ten doel een aantal <strong>in</strong>undatievlaktes <strong>in</strong> het leven te roepen die<br />
een vijandelijke aanval op Holland moesten vertragen totdat de eigenlijke<br />
l<strong>in</strong>ie, de Nieuwe Hollandse Waterl<strong>in</strong>ie <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g was gesteld.<br />
De l<strong>in</strong>ie heeft tevens grote cultuurhistorische betekenis als symbool<br />
van de strijd die het Nederlandse leger daar <strong>in</strong> de meidagen van 1940<br />
tegen een Duitse overmacht leverde.<br />
36. Haarzuilens<br />
Rond 1900 ontstaan complex van een <strong>in</strong> geromantiseerde middeleeuwse<br />
stijl opgetrokken kasteel en een dorpje met huizen <strong>in</strong> vakwerk-<br />
en cottagestijl. Dit geheel is omgeven door parken en tu<strong>in</strong>en<br />
waarvan de onderdelen <strong>in</strong> verschillende stijlen zijn aangelegd. Het<br />
groots opgezette geheel is ontworpen door het architectenbureau<br />
van P.J.H. Cuypers, op een plek waar de ruïne van het oude kasteel<br />
De Haar stond en het dorpje Haarzuilens, dat voor de bouw van<br />
het nieuwe complex werd afgebroken! De totstandkom<strong>in</strong>g van<br />
dit geheel is uniek en het heeft, ondanks enige verdicht<strong>in</strong>g van<br />
de dorpsbebouw<strong>in</strong>g, de orig<strong>in</strong>ele opzet en karakter grotendeels<br />
behouden.<br />
37. Kamerikse Nessen<br />
In 1494 werd de Oude Meije vergraven tot de Grecht. Daarmee<br />
werd de vaarweg van de Oude Rijn bij Woerden via Woerdens<br />
Verlaat, de Mijdrecht en de Amstel naar het noorden verbeterd.<br />
Het nog steeds aanwezige jaagpad op de oostelijke kade langs<br />
de Grecht getuigt van het belang dat deze vaarweg eertijds heeft<br />
gehad. Ten behoeve van de scheepvaart werden enkele meanders<br />
afgesneden en stukjes boerenland opgeofferd. Door die afsnijd<strong>in</strong>gen<br />
zijn de Kamerikse Nessen ontstaan, een aantal boezemlandjes<br />
op de westelijke oever van de Grecht die eeuwenlang extensief zijn<br />
gebruikt als hooiland. Vroeger onland, nu een verzamel<strong>in</strong>g waardevolle<br />
natuurgebieden die als natuurlijke parels glanzend de Grecht<br />
begeleiden.<br />
38. Landgoed L<strong>in</strong>schoten<br />
Het landgoed L<strong>in</strong>schoten is ontstaan op de grens van het rivierkleigebied<br />
en het verder van de grote rivieren gelegen klei-op-veenlandschap.<br />
Blijkens de ruimtelijke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het gebied g<strong>in</strong>g<br />
het om een restgebied dat van verschillende zijden <strong>in</strong> ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g is<br />
genomen. Het aan de noordzijde van de zogeheten Lange L<strong>in</strong>schoten<br />
gelegen landgoed is een van de meest omvangrijke historische<br />
buitenplaatsen van het Groene Hart. De kern van het complex wordt<br />
gevormd door een romantisch park <strong>in</strong> landschapsstijl dat rond het<br />
midden van de 19e eeuw is aangelegd volgens een ontwerp van de<br />
bekende architect J.D. Zocher jr.<br />
39. Landgoederen Langbroek<br />
De landgoederenzone van Langbroek ligt op de overgang van de<br />
Utrechtse Heuvelrug naar het Kromme Rijngebied. De centrale as<br />
van het gebied wordt gevormd door de Langbroeker Weter<strong>in</strong>g,<br />
vanouds de centrale afwater<strong>in</strong>g van dit klei-op-veengebied. De<br />
ruimtelijke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de landgoederenzone is zeer regelmatig,<br />
een duidelijke aanwijz<strong>in</strong>g dat de ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van het gebied<br />
<strong>in</strong>dertijd van hoger hand is aangestuurd. Op de gelijkvormige<br />
percelen staat een rijke afwissel<strong>in</strong>g van kastelen, landgoederen en<br />
oude boerderijen te midden van parkbossen en landbouwgronden.<br />
Laanstructuren en zichtlijnen verb<strong>in</strong>den de buitenplaatsen met hun<br />
landschappelijke omgev<strong>in</strong>g. Daarnaast vormt de gradiënt naar de<br />
Utrechtse Heuvelrug een visuele verrijk<strong>in</strong>g voor het Langbroekse<br />
coulissenlandschap.
40. Stichtse Venen<br />
Karakteristiek voor de Stichtse venen ten oosten van de Vecht zijn<br />
de lange doorgaande kavels. De uitgestrekte veenplassen met hun<br />
legakkers, petgaten en verland<strong>in</strong>gsverschijnselen herbergen veel natuurwaarden<br />
en hebben een grote recreatieve betekenis. Alle stadia<br />
tussen open water en geheel verlande moerassen zijn hier te v<strong>in</strong>den.<br />
Langs de boorden van de Vecht is het veen afgedekt door een laag<br />
rivierklei. Waar deze laag te dik was, heeft men om begrijpelijke<br />
redenen afgezien van het wegbaggeren van de veenlaag. Het hoog<br />
opgaande hout rond de kastelen en de buitenplaatsen langs de Vecht<br />
contrasteert fraai met de grote open ruimte van het uitgestrekte<br />
veen- en plassengebied.<br />
41. Aalten<br />
Het landschap rond Aalten kenmerkt zich door afwissel<strong>in</strong>g van<br />
weilanden, essen, beken en landgoederen, zoals Epp<strong>in</strong>k en Walfort.<br />
De voormalige havezate Walfort dateert uit de middeleeuwen, het<br />
huis vormt nu het middelpunt van een fraai landgoed. Een groot<br />
aantal kle<strong>in</strong>e bosjes liggen verspreid door het landschap, hetgeen de<br />
kle<strong>in</strong>schaligheid benadrukt. Het Aaltense Goor is een oud cultuurlandschap<br />
met kle<strong>in</strong>e percelen grasland, omgegeven door heggen.<br />
Het vormt het restant (een reservaat) van een oud cultuurlandschap<br />
dat eertijds veel ruimer was verspreid. Dit oude cultuurlandschap is<br />
tijdens de ruilverkavel<strong>in</strong>g van Harreveld-Zieuwent en Aalten grotendeels<br />
verloren gegaan.<br />
42. Arkemheen (gedeeltelijk)<br />
Poldergebied op de overgang van het hogere Pleistocene zand en de<br />
voormalige Zuiderzee. Verkavel<strong>in</strong>g aan de westzijde strookvormig,<br />
naar het oosten toe onregelmatiger. Hier nog sporen van kronkelende<br />
beekloopjes. Grondgebruik: grasland. Nagenoeg onbewoond.<br />
Weidse vergezichten. Resten van oude bewon<strong>in</strong>g, voormalige veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsnederzett<strong>in</strong>gen<br />
op verdronken terpjes <strong>in</strong> de ondergrond.<br />
43. Heerlijkheid Marienwaerdt<br />
De Heerlijkheid Mariënwaerdt is een landgoed van ruim 900 hectare<br />
<strong>in</strong> de Betuwe, gelegen <strong>in</strong> de kom van de rivier de L<strong>in</strong>ge tussen<br />
de dorpen Beesd en Tricht. Op het terre<strong>in</strong> van een vervallen abdij<br />
ontwikkelde zich vanaf de 18de eeuw een landhuis, dat uitgroeide<br />
tot een complex bestaande uit drie landhuizen, zeventien boerderijen<br />
waarvan veertien monumentale hofsteden en vele hooibergen en<br />
vloedschuren. Grote delen zijn agrarisch natuurgebied met uitgestrekte<br />
akkers, boomgaarden, bossen en weilanden. De structuur<br />
en het aanzien van het gebied hebben de afgelopen eeuw slechts<br />
ondergeschikte wijzig<strong>in</strong>gen ondergaan waardoor het gebied een zeer<br />
gaaf karakter heeft.<br />
44. Hemmen<br />
Kle<strong>in</strong> dorp, tevens landgoed. Typerend voor het rivierenlandschap.<br />
Stroomruggen en kle<strong>in</strong>e kommen wisselen elkaar af. Het gebied<br />
wordt doorsneden door talrijke resten van oude stroomgeulen van<br />
voorlopers van de Rijn. De huizen en de boerderijen zijn gelegen op<br />
kunstmatig opgeworpen hoogten die men hier aanduidt als woerden.<br />
Hoog opgaand hout met hardhout ooibos en karakteristieke lanenstructuren<br />
begeleid door hoog opgaand geboomte completeren het<br />
historische beeld. Aan het e<strong>in</strong>de van een zichtas v<strong>in</strong>den we de resten<br />
van het voormalige kasteel. Parkaanleg <strong>in</strong> Engelse stijl. Dicht bij het<br />
kasteel een ommuurde kasteeltu<strong>in</strong> die zeer fraai is <strong>in</strong>gericht.<br />
45. IJssellandschap bij Voorst<br />
Het rivierenlandschap langs de IJssel behoort tot de meest gave<br />
cultuurlandschappen langs onze grote rivieren. Het IJssellandschap<br />
ten oosten van Voorst is hiervan een prachtig voorbeeld. In het<br />
landschap zijn diverse oude meanderbochten te herkennen met <strong>in</strong><br />
de b<strong>in</strong>nenbocht het karakteristieke microreliëf van kronkelwaarden.<br />
Interessante cultuurhistorische elementen zijn verder het beekdal van<br />
de Voorster Beek, het oude kerkenpad bij Voorst en de oude toren<br />
van het Slot Nijenbeek aan de IJssel bij Gietelo.
46. Kampenlandschap Hackfort c.a<br />
Rondom het van oorsprong 14e-eeuwse kasteel Hackfort ligt een<br />
besloten kampenlandschap met boerderijen, essen, kampen, bosjes,<br />
sloten, poelen, houtwallen en s<strong>in</strong>gels. Door het landgoed stroomt de<br />
Baakse beek, hier ook wel Hackfortse beek genoemd. Het landgoed<br />
kent ook een groot aantal karakteristieke oude boerderijen kent,<br />
met hooibergen en oude boomgaarden. Bij het kasteel ligt aan de<br />
Hackfortse beek een oude watermolen.<br />
47. Stuifzand- en heidelandschap Kootwijk-Hoog Buurlo<br />
Grootste stuifzandgebied van Noordwest-Europa, ontstaan door<br />
grootschalige beweid<strong>in</strong>g en plaggenlandbouw tijdens de Late Middeleeuwen<br />
en Nieuwe Tijd. Icoon voor de overexploitatie van gemeenschappelijke<br />
gronden door de vroegere mens. Talrijke archeologische<br />
relicten, deels begraven onder het stuifzand. Vroegmiddeleeuwse<br />
voorgangers van Kootwijk zijn <strong>in</strong> de jaren ’70 opgegraven <strong>in</strong> het<br />
stuifzand. Uitgestrekte heidevelden en vliegdengebieden. Historische<br />
schaapskooien en wegenpatronen.<br />
48. Landgoederen W<strong>in</strong>terswijk<br />
Vanwege de zeer gevarieerde bodemkundige ondergrond kent het<br />
landschap van W<strong>in</strong>terswijk ook <strong>in</strong> landschappelijk opzicht een sterke<br />
variatie. Op de hogere dekzandgronden en keileemplateaus die direct<br />
langs de beken lagen vond plaatselijk al <strong>in</strong> de prehistorie bewon<strong>in</strong>g<br />
plaats. Een groot deel van het landschap is echter pas vanaf de Middeleeuwen<br />
<strong>in</strong> gebruik genomen, met als belangrijkste kenmerken<br />
een sterk verspreide bewon<strong>in</strong>g met bijbehorende éénmansessen en<br />
weilandkampjes, omzoomd door houtranden. Door het achterwege<br />
blijven van rigoreuze ruilverkavel<strong>in</strong>gen is het cultuurlandschap <strong>in</strong><br />
deze streek nog altijd zeer kle<strong>in</strong>schalig en uitzonderlijk gaaf.<br />
49. Marienborn<br />
Indrukwekkende landgoederenzone ten westen van Arnhem. Gaat<br />
terug op oud kerkelijk bezit (o.a. klooster Mariëndaal) waar het<br />
Arnhemse patriciaat buitenplaatsen heeft gesticht. Dit zijn onder<br />
andere Mariëndaal, Lichtenbeek en Warnsborn. Gradiëntsituatie op<br />
de zuidhell<strong>in</strong>g van een stuwwal. Hier ontstond een afwisselend landschap<br />
met golvende akkers en graslanden, afgewisseld met tu<strong>in</strong>en<br />
en parken en karakteristieke lanenstructuren. Het gebied wordt doorsneden<br />
door de Slijpbeek.<br />
50. Oldenaller<br />
Landgoed gelegen op de overgang van het hogere pleistocene zand<br />
en de voormalige Zuiderzee. Verkavel<strong>in</strong>g hoofdzakelijk blokvormig,<br />
onregelmatig. Vooral aan de zuidkant houts<strong>in</strong>gels. Statige lanen<br />
begroeid met hoog opgaand hout. Grondgebruik aan de noord- en<br />
westzijde voornamelijk grasland. Hogerop ook akkers maar voornamelijk<br />
bosaanplant op voormalige heidevelden.<br />
51. Speulder- en Sprielderbos<br />
De historische bosgebieden van de nederzett<strong>in</strong>gen Speuld en Spriel<br />
op de stuwwal van de Noordwest-Veluwe vormen tezamen één van<br />
de grootste en best bewaarde malebossen van de Veluwe. Reeds<br />
<strong>in</strong> de late prehistorie was dit gebied relatief dicht bewoond getuige<br />
de talrijke grafheuvels en nederzett<strong>in</strong>gssporen relicten ter plekke.<br />
Bovendien is enkele jaren geleden een groot Celtic fi eldcomplex<br />
ontdekt <strong>in</strong> dit bos (omwalde akkers uit de IJzertijd). Het Speulder- en<br />
Sprielderbos bestaat voor het merendeel uit hoogopgaande eiken- en<br />
beukenbomen die <strong>in</strong> de volksmond bekend staan als het ‘bos van de<br />
dansende bomen’.<br />
52. Staverden – Leuvenhorst<br />
Landgoederengebied aan weerszijden van de Staverdense Beek.<br />
Dicht bij dit natuurlijke, kronkelende loopje onregelmatige graslandpercelen.<br />
Aan de randen kle<strong>in</strong>e hoger gelegen dekzandkopjes<br />
met kampen die door houtwallen omgeven zijn. Oude boerderijen<br />
waarvan de oorsprong teruggaat tot de middeleeuwen. Naar het
zuiden toe, grenzend aan het Uddelermeer karakteristieke jonge,<br />
van oorsprong zeer drassige heideontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g: Meerhoeve. Naar het<br />
noorden toe uitgebreid bosgebied met sporen van een ouder onregelmatig<br />
padenpatroon.<br />
53. Veluwefl ank boven Epe<br />
Bovenste gedeelte van het dal van de Vlasbeek en de Dorpsche Beek<br />
westelijk van de aan de kop van het dal gelegen buurschap Tongeren.<br />
Tegenstell<strong>in</strong>gen open, gesloten. Overgang van hoog naar laag.<br />
Dicht bij Tongeren houtwallen en houts<strong>in</strong>gels. In het gebied komen<br />
naast oudere weilanden <strong>in</strong> het natste gedeelte, jonge heideontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen<br />
voor met de voor deze kenmerkende regelmatige structuur.<br />
54. Veluwezoom<br />
Het zuidoostelijke gedeelte van de Veluwe. Landschappelijke gradiënt:<br />
vanuit het dal van de IJssel tot boven op de stuwwal met uitgestrekte<br />
bossen en heidevelden. Dicht bij de rivier en op de fl anken van de<br />
stuwwal v<strong>in</strong>den we bewon<strong>in</strong>g. Niet alleen dorpen maar ook kastelen<br />
en buitenplaatsen. Heel apart is de Plantage bij de hof van Dieren,<br />
een fraai aangelegde bosaanplant waarvan de structuur terug gaat<br />
tot de 18e eeuw. Voorts aan de lage zijde het kasteel Middagten met<br />
aanpalende tu<strong>in</strong>en, akkers en weilanden. Boven op de stuwwal een rijk<br />
bodemarchief met prehistorische vondsten uit meerdere perioden.<br />
55. Waardenburg en Neerijnen<br />
Zowel het b<strong>in</strong>nendijkse als het buitendijkse gebied vallen onder dit<br />
gebied. Het terre<strong>in</strong> is georiënteerd rond het kasteel Waardenburg<br />
en het Huis Neerijnen, die respectievelijk uit de 13de en 14de eeuw<br />
dateren. Het bijbehorende lanenstelsel is van voor 1800. B<strong>in</strong>nendijks<br />
is het landschap typisch voor het rivierengebied. Het is een van de<br />
we<strong>in</strong>ige uiterwaarden waar<strong>in</strong> bos en hoge grienden voorkomen. Omdat<br />
dorpsuitbreid<strong>in</strong>g beperkt bleef en het historische grondgebruik<br />
niet wezenlijk veranderde is het historisch-ruimtelijke karakter van<br />
het gebied nog steeds sterk dom<strong>in</strong>ant.<br />
56. Wolfheze<br />
Terre<strong>in</strong> waar<strong>in</strong> het verdwenen dorpje Wolfheze. Van het tufstenen<br />
kerkje zijn <strong>in</strong> de ondergrond alleen nog de funder<strong>in</strong>gen terug gevonden.<br />
Resten van oude akkerkampen liggen verscholen onder een<br />
heideveld. Een voor hoog Nederland zeer zeldzame situatie. Van de<br />
oude wegenstructuur is nog veel zichtbaar. Sporenbundels, maar ook<br />
begeleidende wallen. Ook een deel van de wallen rond de akkers zijn<br />
nog gespaard gebleven<br />
57. Landgoed Bergh<br />
Imposant, van oorsprong 12e-eeuws kasteel op de noordoostfl ank<br />
van de stuwwal van het Montferland met uitgestrekt landgoed<br />
op deze stuwwal. Het kasteel begon rond 1100 als mottekasteel<br />
(omgrachte heuvel met houten verdedig<strong>in</strong>gstoren) en werd door<br />
de Heren van Bergh <strong>in</strong> de latere Middeleeuwen uitgebouwd tot een<br />
zeer <strong>in</strong>vloedrijke burcht. Het bijbehorende landgoed bevat tal van<br />
cultuurhistorische relicten uit onder meer de Middeleeuwen en de<br />
Nieuwe Tijd.<br />
58. Landgoederen Wassenaar<br />
Ten zuiden van Wassenaar is de geleidelijke overgang tussen de<br />
strandwallen en de wat lager gelegen strandvlaktes aan weerszijden<br />
daarvan op veel plaatsen nog goed herkenbaar. De ruimtelijke<br />
samenhang tussen de besloten strandwallen en het open en waterrijke<br />
veenlandschap van de strandvlakten is op veel plaatsen goed<br />
bewaard gebleven. Daardoor vormt de zone met landgoederen ten<br />
zuiden van Wassenaar <strong>in</strong> de westelijke Randstad een gebied met<br />
hoge cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten.<br />
59. Nieuwkoop<br />
De Nieuwkoopse Plassen zijn door verven<strong>in</strong>g ontstaan. Het veen<br />
werd hier eertijds gebaggerd en op het land te drogen gelegd. Zo<br />
ontstonden grote trek- of petgaten, met daartussen de vaak smalle<br />
legakkers. De rijkdom aan planten en vogels maakt dit moerasgebied
zeer belangrijk. Daarnaast is van belang dat het plassengebied van<br />
Nieuwkoop behoort tot de stiltegebieden <strong>in</strong> de Randstad.<br />
60. Veenontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen bij Berkenwoude<br />
De ruimtelijke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het noordelijke deel van de Krimpenerwaard<br />
wordt bepaald door lange en smalle kavels. Over een afstand<br />
van meer dan tien kilometer heeft de verkavel<strong>in</strong>g langs de rivier<br />
dezelfde richt<strong>in</strong>g. Daaruit blijkt dat de ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g van dit veengebied<br />
<strong>in</strong> de middeleeuwen van hoger hand is aangestuurd. Het landschap<br />
wordt gekenmerkt door een grote openheid en de dom<strong>in</strong>ante<br />
aanwezigheid van water. De eerste bewoners hebben zich gevestigd<br />
op de wat hogere gronden langs de Hollandse IJssel. Zo ontstond het<br />
lange bebouw<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>t langs deze rivier. De eerste boerderijen zijn<br />
waarschijnlijk op lage huisterpen gebouwd.<br />
61. Vlietlanden – Aalkeetbuitenpolder<br />
De Vlaard<strong>in</strong>gse Vlietlanden behoren tot de boezem van Delfl and.<br />
Na de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de molenbemal<strong>in</strong>g werden deze vlietlanden<br />
gebruikt als bergboezem wanneer er door hoge buitenwaterstanden<br />
niet uitgewaterd kon worden. Enige malen per jaar stonden deze<br />
landen zodoende onder water. In droge tijden werden deze boezemlanden<br />
extensief gebruikt als hooiland. Daardoor is daar een rijke<br />
vegetatie tot ontwikkel<strong>in</strong>g gekomen. Tegenwoordig is het beheer<br />
van het grasland en het waterpeil afgestemd op de geschiktheid van<br />
het gebied voor weidevogels. Dat geldt ook voor de graslanden <strong>in</strong> de<br />
aangrenzende Aalkeet-Buitenpolder. In deze polder ligt nog een van<br />
de we<strong>in</strong>ige eendenkooien die <strong>in</strong> Midden-Delfl and is overgebleven.<br />
62. Zouweboezem<br />
Kort na 1277 werd door het nieuw gestichte hoogheemraadschap<br />
van de Alblasserwaard tussen de Lek en de L<strong>in</strong>ge een dwarsdijk<br />
aangelegd. Deze dijk, thans bekend als de Zouwedijk, beroofde het<br />
gebied van de Vijfheerenlanden van zijn natuurlijke afwater<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
westelijke richt<strong>in</strong>g. Ter verbeter<strong>in</strong>g van de afwater<strong>in</strong>g werd daarop<br />
het riviertje de Zederik, dat bij Arkel <strong>in</strong> de L<strong>in</strong>ge uitstroomde, door<br />
middel van een nieuw kanaal verbonden met de Lek bij Ameide. Dit<br />
nieuwe kanaal staat thans bekend als de Oude Zederik. De eeuwen<br />
door zijn de boezemlanden <strong>in</strong> gebruik geweest voor de griend- en<br />
rietteelt. Ten behoeve van de <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van deze cultuurhistorische<br />
en natuurwaarden wordt de griend- en rietcultuur nog steeds<br />
op beperkte schaal voortgezet.<br />
63. zuidelijke Diefdijk<br />
In 1284, kort na de aanleg van de Zouwedijk, besloten de heren van<br />
Arkel, Vianen, Hageste<strong>in</strong>, Everd<strong>in</strong>gen en Ter Leede tot onderl<strong>in</strong>ge<br />
samenwerk<strong>in</strong>g ter verbeter<strong>in</strong>g van de waterhuishoud<strong>in</strong>g van het<br />
gebied dat later bekend zou staan als de Vijfheerenlanden. Een van<br />
de eerste resultaten van die samenwerk<strong>in</strong>g was de aanleg van de<br />
Diefdijk tussen de Lek bij Everd<strong>in</strong>gen en de L<strong>in</strong>ge bij Leerdam. De<br />
aanleg van die dijk bood de heren de mogelijkheid hun landen te<br />
beschermen tegen het uit Gelderland toestromende polder- en overstrom<strong>in</strong>gswater.<br />
Doorbraakgaten laten zien dat de dijk deze functie<br />
niet altijd naar behoren heeft vervuld. Het zogeheten Wiel van Bassa<br />
is een van de grootste doorbraakgaten <strong>in</strong> Nederland.<br />
64. Kop van Schouwen/Schelphoek<br />
De Kop van Schouwen is een cultuurhistorisch bijzonder du<strong>in</strong>gebied,<br />
ontstaan <strong>in</strong> diverse verstuiv<strong>in</strong>gsperioden. Op grond van de<br />
hoogteverschillen worden lage du<strong>in</strong>en (b<strong>in</strong>nendu<strong>in</strong>en, de oudste) en<br />
hoge du<strong>in</strong>en (buitendu<strong>in</strong>en) onderscheiden. De laagste delen van de<br />
b<strong>in</strong>nendu<strong>in</strong>en waren het vochtigst en werden <strong>in</strong> gebruik genomen<br />
als cultuurland. Dat is te zien aan de begreppel<strong>in</strong>g en de houtwallen<br />
van de elzenmeten. Een elzenmeet is omr<strong>in</strong>gd door een lage houtwal<br />
of sloot. De Schelphoek is een heus ‘lieu de memoire’: een krekengebied<br />
ontstaan bij de watersnoodramp van 1953, toen een 500 meter<br />
breed gat <strong>in</strong> de dijk bij Schelphoek geslagen werd. Caissons en een<br />
betonschip <strong>in</strong> de herstelde dijk her<strong>in</strong>neren hier nog aan.
65. Zak van Zuid-Beveland<br />
De poelgronden en dijken <strong>in</strong> de Zak van Zuid-Beveland zijn onderdeel<br />
van het zuidwestelijk zeekleigebied. Het betreft hier een gebied op de<br />
overgang van oudland en nieuwland. Rond Nisse zijn nog restanten<br />
te zien van de meidoornhagen, die hier als perceelsscheid<strong>in</strong>g dienden.<br />
Kenmerkend zijn de vele moerner<strong>in</strong>gssporen (bij S<strong>in</strong>outskerke<br />
en Nisse. Het ‘hollebollig land’), vliedbergen, (bloem)dijken, wielen<br />
(Zwaakse Weel) en de redelijk gave (r<strong>in</strong>g)dorpen. De opeenvolgende<br />
kle<strong>in</strong>schalige bedijk<strong>in</strong>gen getuigen van de gefaseerde landschapsontwikkel<strong>in</strong>g.<br />
B<strong>in</strong>nen het zuidwestelijk zeekleigebied is dit samen met de<br />
Yerseke Moer het enige overgebleven stuk oudland <strong>in</strong> Zeeland.<br />
66. Staats-Spaanse l<strong>in</strong>ies<br />
Aan het e<strong>in</strong>d van de 17e eeuw ontstond het idee om het gehele<br />
grondgebied van de Republiek door middel van ononderbroken l<strong>in</strong>ies<br />
af te grenzen. Hierbij maakte men gebruik van de natuurlijke omstandigheden,<br />
zoals hoogveenmoerassen en rivieren. In het krekengebied<br />
van Zeeuws-Vlaanderen lagen reeds verschillende vest<strong>in</strong>gen, zoals<br />
Hulst, Sas van Gent en Sluis. Deze werden opgenomen <strong>in</strong> de Staats-<br />
Spaanse l<strong>in</strong>ie, evenals een groot aantal nieuw aangelegde schansen<br />
die verschillende kle<strong>in</strong>ere accessen (zoals dijken) afsloten. Oude<br />
vest<strong>in</strong>gsteden, kle<strong>in</strong>e schansen, oude dijken, sluizen en kreken zijn<br />
nog voor een groot gedeelte <strong>in</strong> het landschap aanwezig.<br />
67. Yerseke en Kapelse Moer<br />
Feitelijk betreft het hier één gebied, dat door de latere aanleg van het<br />
kanaal door Zuid-Beveland <strong>in</strong> tweeën is gedeeld. Het is een zogenaamd<br />
‘Oudland’ en het zijn <strong>in</strong> Zeeland de laatste gebieden waar de<br />
ruilverkavel<strong>in</strong>g en andere recente ontwikkel<strong>in</strong>gen het landschap grotendeels<br />
ongemoeid hebben gelaten. Het kanaal door Zuid-Beveland<br />
vormt tegenwoordig een harde grens. De vroegere moerner<strong>in</strong>gsactiviteiten<br />
zijn hier nog goed herkenbaar <strong>in</strong> de vorm van ‘hollebollig land’.<br />
Tevens zijn er talrijke dr<strong>in</strong>kpoelen voor het vee <strong>in</strong> verband met het<br />
zoute grondwater. De vroegere kreken zijn nog goed te herkennen.<br />
68. Verdronken land van Saeft<strong>in</strong>ghe<br />
Het Verdronken land van Saeft<strong>in</strong>ge toont het Zeeuwse landschap zoals<br />
dat er voor de bedijk<strong>in</strong>gen uit moet hebben gezien: een ongerept<br />
gebied met lage beplant<strong>in</strong>g, doorsneden door geulen en honderden<br />
kle<strong>in</strong>e geultjes. In de bedijkte gebieden liggen nog altijd de restanten<br />
van dit soort systemen, maar hier kun je het systeem nog <strong>in</strong> volle<br />
glorie bewonderen. Menselijke sporen die getuigen van de mislukte<br />
pog<strong>in</strong>gen om het gebied <strong>in</strong> te polderen geven het gebied een extra<br />
verhaal mee.<br />
69. De Brand<br />
De Brand wordt gekenmerkt door de <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hoevestroken<br />
(boshoeveontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g) met een mooie landschappelijke geled<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
de strook vanaf de ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsbasis op de dekzandruggen, waar de<br />
bewon<strong>in</strong>g en de akkers, via een lagere zone met grasland naar de<br />
laagste delen met (hakhout)bos. Mogelijk zijn delen van het oorspronkelijke<br />
bos steeds blijven bestaan, al is het wel sterk door de mens<br />
aangepast: door omzett<strong>in</strong>g <strong>in</strong> eikenhakhout en door de aanlag van<br />
rabatten. De hakhoutcultuur is waarschijnlijk geïntensiveerd met de<br />
opkomst van de schoenen<strong>in</strong>dustrie (eekschillen voor leerbewerk<strong>in</strong>g).<br />
70. De Mortelen<br />
De Mortelen zijn bijzonder als een ‘beemdontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g’ die heeft geleid<br />
tot een kle<strong>in</strong>schalig landschap. Het natte, lage en door stroompjes<br />
doorsneden gebied (nederzett<strong>in</strong>gen met laar namen) is vanuit<br />
de oude nederzett<strong>in</strong>gen op de dekzandrug van Oirschot ontgonnen.<br />
Deels gebeurde dat <strong>in</strong> de Late Middeleeuwen, maar de laatste<br />
gemeenschappelijke weidegronden verdwenen pas <strong>in</strong> de Nieuwe<br />
Tijd. Het langdurige beheer als hooilanden leidde tot de vorm<strong>in</strong>g<br />
van blauwgraslanden, een tegenwoordig zeldzaam halfnatuurlijk<br />
landschapstype.<br />
71. Dommeldal<br />
De Dommel vormt een van de we<strong>in</strong>ige beken op de zandgronden
die grotendeels aan kanalisatie ontsnapten. Wel is <strong>in</strong> de afgelopen<br />
eeuw een reeks meanders afgesneden, maar de oude bedd<strong>in</strong>gen zijn<br />
nog <strong>in</strong> het terre<strong>in</strong> zichtbaar. In het dal langs de beek liggen hooi- en<br />
weilanden, <strong>in</strong> de hogere dekzandgebieden buiten het beekdal liggen<br />
de boerderijen en de bouwlanden. Verder van de beek af gaat dit<br />
landschap over <strong>in</strong> bossen en jonge ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen op de vroegere<br />
heidevelden. Plaatselijk staan nog rijen populieren, die her<strong>in</strong>neren<br />
aan de klompen<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> deze streek.<br />
72. Kamp<strong>in</strong>a<br />
Heidegebied met middeleeuwse ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen (Balsvoort) <strong>in</strong> de rand,<br />
tot aan jong ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gslandgoed. Een van de eerste heidegebieden<br />
die door een natuurbescherm<strong>in</strong>gsorganisatie (<strong>in</strong> dit geval Natuurmonumenten)<br />
werden verworven.<br />
73. Mastbos<br />
Het Mastbos is een van de oudste aangeplante bossen <strong>in</strong> Nederland<br />
en het eerste dat werd <strong>in</strong>geplant met naaldbomen. In 1514 liet de<br />
Baron van Breda hiertoe een bosbouwer, ene Hans Scaller, met<br />
dennenzaad uit Neurenberg komen. De naam van het bos verwijst<br />
naar de aangeplante dennen of ‘masten’. Hoewel het bos nadien een<br />
aantal malen opnieuw is <strong>in</strong>geplant, is het lanenpatroon nog altijd<br />
herkenbaar.<br />
74. Noordpolder van Ossendrecht<br />
Het Brabantse zandlandschap e<strong>in</strong>digt aan de westzijde met de<br />
‘Brabantse Wal’, een steilrand die ooit door erosie door de rivier de<br />
Schelde is gevormd. Ten westen van die rand lag <strong>in</strong> de Middeleeuwen<br />
een veengebied, dat later is ontwaterd en verkaveld voor de<br />
landbouw. De meeste gebieden hebben daarbij <strong>in</strong> de loop van de tijd<br />
een nieuwe <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g gekregen. De Noordpolder van Ossendrecht is<br />
een van de we<strong>in</strong>ig gebieden waar het oude veenweidelandschap nog<br />
herkenbaar is. De markante begrenz<strong>in</strong>g door de Brabantse Wal maakt<br />
het landschap uniek.<br />
75. Oude Buisse Heide<br />
De Oude Buisse Heide is een 19e-eeuws ontg<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gslandgoed, dat is<br />
afgesplitst van het oudere landgoed De Moeren, dat voortkomt uit<br />
een beg<strong>in</strong> 17e-eeuwse turfafgrav<strong>in</strong>g. De vaarten die voor de afvoer<br />
van de turf zijn gegraven, zijn nog <strong>in</strong> het landschap herkenbaar. De<br />
Oude Buisse Heide is vooral bekend geworden door de dichteres en<br />
activiste Henriëtte Roland Holst, die het landgoed <strong>in</strong> 1914 erfde en <strong>in</strong><br />
1945 vermaakte aan Natuurmonumenten.<br />
76. Wouwse Plantage<br />
Oudst bekende voorbeeld van een aangeplant bos <strong>in</strong> Nederland. In<br />
1504 liet de Markies van Bergen op Zoom dit gebied met heide, vennen<br />
en struikgewas omvormen tot een productiebos met lanen. In de<br />
19e eeuw particulier geworden.<br />
77. Vloeiweiden – Plateaux<br />
De bevloei<strong>in</strong>g van hooilanden met voedselrijk beekwater is al vele<br />
eeuwen toegepast. In de 19e eeuw is op enige schaal geëxperimenteerd<br />
met nieuw aangelegde vloeiweiden, regelmatiger<br />
en grootschaliger dan de oude. Het vloeiweidensysteem van<br />
de Pelter Heggen <strong>in</strong> het reservaat De Plateaux, aangelegd <strong>in</strong><br />
1847, vormt het mooiste voorbeeld van een dergelijk 19e-eeuws<br />
vloeiweidensysteem <strong>in</strong> Nederland. Het systeem raakte rond 1920<br />
buiten gebruik en is daarna met populieren beplant. Natuurmonumenten<br />
heeft het systeem hersteld en bevloeit nu weer een<br />
gedeelte.<br />
78. Maasheggen<br />
Het Maasheggengebied vormt het belangrijkste heggenlandschap<br />
van ons land. De graslandpercelen zijn gescheiden door heggen van<br />
voornamelijk meidoorn. Meidoorns vormen heggen die voor het vee<br />
ondoordr<strong>in</strong>gbaar zijn en die hier <strong>in</strong> het verleden de ideale veeker<strong>in</strong>g<br />
vormden. Sloten zouden <strong>in</strong> dit relatief hooggelegen gebied een deel<br />
van het jaar water bevatten en slibden bij overstrom<strong>in</strong>gen dicht. In
het verleden werden de meidoorns ‘gevlochten’, een praktijk die de<br />
laatste jaren opnieuw wordt toegepast.<br />
79. Geuldal zuid<br />
De omgev<strong>in</strong>g van Epen vormt b<strong>in</strong>nen Zuid-Limburg een afwijkend<br />
gebied door de complexe geologische en bodemkundige gesteldheid.<br />
Bijzonder is het grote aantal heggen, vakwerkboerderijen en<br />
watermolens.<br />
80. Gulpdal bij Wittem<br />
Diep <strong>in</strong> het Heuvelland <strong>in</strong>gesneden beek, die <strong>in</strong> Gulpen uitstroomt<br />
<strong>in</strong> de rivier de Geul. Het dal is smaller en <strong>in</strong>tiemer dat het Geuldal.<br />
Een groot deel van de nog gebruikte doorwaadbare plaatsen <strong>in</strong><br />
Nederland ligt <strong>in</strong> de Gulp. In het beekdal ligt het middeleeuwse huis<br />
Neubourg met het bijbehorende landschapspark waar<strong>in</strong> enkele<br />
oudere lanen.<br />
81. Leudal<br />
Diep <strong>in</strong> een Maasterras <strong>in</strong>gesneden beekdal. De middenloop van<br />
de Leubeek werd als een van de we<strong>in</strong>ige beken op de Nederlandse<br />
zandgronden <strong>in</strong> de tw<strong>in</strong>tigste eeuw niet gekanaliseerd. Daarnaast<br />
van belang als een zeldzaam voorbeeld van een middeleeuws kloosterlandschap,<br />
met het klooster St Elisabethsdal en de daarbij horende<br />
watermolens en bouwlandkampen.<br />
82. Mookerheide - St. jansberg<br />
De Mookerheide vormt een heide- en bosgebied op de meest zuidelijke<br />
stuwwal van Nederland. Het gebied staat <strong>in</strong> het nationale geheugen<br />
gegrift door de Slag op de Mookerheide (de beide schansen<br />
hebben overigens niets met die slag te maken). Een grote Rome<strong>in</strong>se<br />
villa, die al gebruik maakte van het nog altijd hoog gewaardeerde<br />
uitzicht over het Maasdal, is enkele jaren geleden <strong>in</strong> de vorm van een<br />
buizenframe gereconstrueerd. Onderaan de stuwwal ligt de Plasmolen,<br />
een watermolen die wordt gevoed door gegraven sprengen.<br />
83. Oud Valkenburg<br />
De omgev<strong>in</strong>g van Oud Valkenburg vormt een gaaf deel van het<br />
lösslandschap, met de meanderende beek met de ernaast liggende<br />
graslanden, het kerkdorp Oud-Valkenburg op de rand van de overstrom<strong>in</strong>gsvlakte<br />
en de bouwlanden op de hell<strong>in</strong>g daarachter. In het<br />
dal naast het dorp liggen de beide middeleeuwse kastelen Genhoes<br />
(de naam betekent simpelweg Het Huis) en Schaloen, omgeven door<br />
lanenstelsels.<br />
84. Savelsbos<br />
Bosgebied op de steile westhell<strong>in</strong>g tussen het Maasdal en het Plateau<br />
van Margraten. Een van de we<strong>in</strong>ige gebieden <strong>in</strong> ons land die waarschijnlijk<br />
nooit ontbost zijn. Wel is het bos vele eeuwen <strong>in</strong>tensief als<br />
hakhout geëxploiteerd. In het bos zijn nog sporen te v<strong>in</strong>den van prehistorische<br />
mijnbouw: de gangen <strong>in</strong> de hell<strong>in</strong>g die door neolithische<br />
mijnwerkers zijn uitgegraven om vuursteen te w<strong>in</strong>nen.<br />
85. S<strong>in</strong>t-Pietersberg<br />
Krijtheuvel tussen de Maas en de Jeker, ten zuiden van Maastricht. In<br />
de Middeleeuwen <strong>in</strong> gebruik als weidegebied van de bewoners van<br />
het dorp S<strong>in</strong>t Pieter en van de boerderijen langs de Jeker. Zeker s<strong>in</strong>ds<br />
de 15e eeuw is er kalksteen (mergel) gewonnen <strong>in</strong> ondergrondse<br />
gangen, die <strong>in</strong> de loop van de tijd uitgroeiden tot een dicht gangennet.<br />
In de tw<strong>in</strong>tigste eeuw werd de berg grotendeels afgegraven<br />
door kalksteenw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dagbouw. Daarnaast is er een lange militaire<br />
geschiedenis, van het middeleeuwse kasteel Lichtenberg (met<br />
Valkenburg het enige Nederlandse hoogtekasteel), via het <strong>in</strong> 1701<br />
gebouwde fort St Pieter tot het gebruik van de gangen als Navohoofdkwartier<br />
tijdens de Koude Oorlog.