16.09.2013 Views

Regionale BOVO procedure 2012-2013 - BOVO Haaglanden

Regionale BOVO procedure 2012-2013 - BOVO Haaglanden

Regionale BOVO procedure 2012-2013 - BOVO Haaglanden

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong><br />

schooljaar <strong>2012</strong> - <strong>2013</strong>


De gegevens in deze uitgave zijn met grote zorgvuldigheid samengesteld. Voor mogelijke onjuistheid en/of<br />

onvolledigheid van de hierin verstrekte informatie kan <strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong> geen aansprakelijkheid aanvaarden,<br />

evenmin kunnen er aan deze gegevens rechten worden ontleend.


Voorwoord<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Voor een goede overstap van primair naar het voortgezet onderwijs hebben de schoolbesturen van Den Haag,<br />

Leidschendam-Voorburg en Rijswijk afspraken met elkaar gemaakt over het proces van aanmelding en inschrijving op<br />

een VO-school. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde ‘<strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>’. <strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong> is opgericht<br />

om deze afspraken uit te voeren en waar nodig informatie en ondersteuning te bieden aan de betrokken partijen.<br />

Het <strong>procedure</strong>boek bevat informatie omtrent afspraken, testen en toetsen, richtlijnen voor het vormen van het<br />

basisschooladvies en informatie over de onderwijsvormen waar basisschoolverlaters naar door kunnen stromen. In de<br />

bijlagen vindt u het <strong>BOVO</strong>-tijdpad en de regeling screenings- en testinstrumenten voor PrO en LWOO.<br />

Contactgegevens <strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong> maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Zuid-Holland West (SWVZHW). Onze adresgegevens<br />

zijn:<br />

SWVZHW<br />

t.a.v. <strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong> Telefoonnr. : 070 – 315 63 50<br />

Binckhorstlaan 145 E-mail : helpdesk@bovodigitaal.nl<br />

2516 BA Den Haag Website : www.bovohaaglanden.nl en www.bovodigitaal.nl<br />

<strong>BOVO</strong> Helpdesk<br />

Bij de helpdesk kunt u terecht voor:<br />

• vragen over de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>;<br />

• ondersteuning bij advisering en verwijzing;<br />

• vragen over het werken in <strong>BOVO</strong>-digitaal (bijv.: waar moeten de gegevens genoteerd worden, wat te doen met<br />

uitzonderingsgevallen e.d.);<br />

• technische vragen over <strong>BOVO</strong>-digitaal (bijv. inloggegevens, netwerkproblemen, e.d.).<br />

Aansturing<br />

<strong>BOVO</strong> wordt gecoördineerd door Mattanja Kats. Besluitvorming over de <strong>BOVO</strong>- <strong>procedure</strong> en andere <strong>BOVO</strong> zaken,<br />

vindt plaats in het PO-VO platform, een overleg waar alle schoolbesturen van Den Haag, Leidschendam-Voorburg en<br />

Rijswijk deel aan nemen.<br />

Verspreiding van informatie<br />

<strong>BOVO</strong> voorziet de betrokkenen op verschillende wijzen van informatie en voorlichting. Zes maal per jaar verschijnt de<br />

<strong>BOVO</strong> Nieuwsbrief met belangrijke periodieke informatie over de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> en andere onderwijsgerelateerde<br />

zaken. Daarnaast worden de PO- en VO-scholen via e-mail bericht over ontwikkelingen die invloed hebben op de<br />

<strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>.<br />

<strong>BOVO</strong> verstuurt haar informatie per email aan de betrokkenen. Hiervoor worden de emailadressen gebruikt die door<br />

de scholen zijn ingevoerd in <strong>BOVO</strong>-digitaal. <strong>BOVO</strong> adviseert scholen om ook de e-mailadressen van directies en het<br />

algemene e-mailadres van de school op te geven. Naast emailverkeer maakt <strong>BOVO</strong> informatie ook beschikbaar via de<br />

<strong>BOVO</strong>-webstie: www.bovohaaglanden.nl<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 1


INHOUDSOPGAVE<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Voorwoord ........................................................................................................................................... 1<br />

1. <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> ..................................................................................................... 5<br />

1.1. Voor welke leerlingen geldt de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>? ............................................................................................ 5<br />

1.1.1. Ouders en de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> ................................................................................................................... 5<br />

1.2. Vier doelstellingen ............................................................................................................................................. 5<br />

1.2.1. Basisschooladvies ......................................................................................................................................... 5<br />

1.2.2. Behandeling door de VO-school ................................................................................................................... 6<br />

1.2.3. Helder en eerlijk proces van aanmelding en toelating ................................................................................. 6<br />

1.2.4. Verzameling van gegevens rond het schoolkeuzeproces ............................................................................. 6<br />

1.3. <strong>BOVO</strong>-digitaal .................................................................................................................................................... 6<br />

1.4. <strong>BOVO</strong> en ouders ................................................................................................................................................ 6<br />

1.5. De afspraken ...................................................................................................................................................... 7<br />

1.6. Het <strong>BOVO</strong>-tijdpad .............................................................................................................................................. 7<br />

1.7. Het basisschooladvies ........................................................................................................................................ 7<br />

1.8. <strong>Regionale</strong> VerwijzingsCommissie (RVC-VO) ....................................................................................................... 8<br />

1.8.1. Criteria RVC-VO ............................................................................................................................................ 8<br />

1.8.2. Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO – PrO ............................................................................. 9<br />

1.8.3. Geldigheidsduur toetsen en testen .............................................................................................................. 9<br />

1.9. Het onderwijskundig rapport (OKR) ................................................................................................................ 10<br />

1.10. De uitwisselingsmarkt ...................................................................................................................................... 10<br />

1.11. Inzage ouders ................................................................................................................................................... 10<br />

1.12. Toelatingscriteria en voorrangsregels ............................................................................................................. 10<br />

1.13. Plaatsingsbesluit .............................................................................................................................................. 11<br />

1.14. Loting ............................................................................................................................................................... 11<br />

1.15. Overzicht beschikbare plaatsen ....................................................................................................................... 11<br />

1.16. Meldpunt niet-geplaatste leerlingen ............................................................................................................... 11<br />

2. Protocollaire handelingen en het <strong>BOVO</strong>-tijdpad ...................................................................... 12<br />

2.1. Basisschoolverlaters groep 7 (PO) ................................................................................................................... 12<br />

2.2. Overdracht bij schoolwisseling in groep 8 (PO) ............................................................................................... 12<br />

2.3. Plaatsing toelatingscriteria en voorrangregels op schoolwebsite en melding aan <strong>BOVO</strong> ............................... 13<br />

2.4. Behandelbesluit (VO) ....................................................................................................................................... 13<br />

2.5. <strong>BOVO</strong> vergoedingsregeling CAP en SEM .......................................................................................................... 13<br />

2.5.1. <strong>BOVO</strong> Vergoedingsregeling CAP voor LWOO- en PrO-leerlingen ............................................................... 14<br />

2.5.2. Het intelligentieonderzoek ......................................................................................................................... 14<br />

2.5.3. <strong>BOVO</strong> Vergoedingsregeling SEM voor LWOO- en PrO-leerlingen .............................................................. 14<br />

2.5.4. Het sociaal-emotioneel onderzoek via <strong>BOVO</strong> ............................................................................................ 14<br />

2.6. <strong>BOVO</strong> cursussen ............................................................................................................................................... 15<br />

2.6.1. <strong>BOVO</strong> voorlichtingsmiddagen .................................................................................................................... 15<br />

2.6.2. <strong>BOVO</strong>-digitaal starterscursus ..................................................................................................................... 15<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 2


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

3. Onderwijstypen ..................................................................................................................... 16<br />

3.1. Praktijkonderwijs (PrO) .................................................................................................................................... 16<br />

3.2. Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) .................................................................................................... 16<br />

3.3. Onderbouw VO ................................................................................................................................................ 17<br />

3.4. Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (vmbo) ................................................................................... 17<br />

3.4.1. Basisberoepsgerichte leerweg (BBL) .......................................................................................................... 18<br />

3.4.2. Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL) ......................................................................................................... 18<br />

3.4.3. Gemengde leerweg (GL) ............................................................................................................................. 18<br />

3.4.4. Theoretische leerweg (TL) .......................................................................................................................... 19<br />

3.4.5. Sectoren ..................................................................................................................................................... 19<br />

3.5. Havo en vwo .................................................................................................................................................... 20<br />

3.5.1. Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) ........................................................................................... 20<br />

3.5.2. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) ................................................................................... 20<br />

3.5.3. Profielen havo en vwo ................................................................................................................................ 20<br />

3.6. Kopklas ............................................................................................................................................................. 20<br />

3.7. Internationale Schakelklas VO (ISK) ................................................................................................................. 21<br />

4. Leerlinggebonden financiering en voortgezet speciaal onderwijs ............................................ 22<br />

4.1. <strong>Regionale</strong> Expertise Centra (REC’s) in Den Haag en omgeving ........................................................................ 23<br />

4.2. Indicatie criteria ............................................................................................................................................... 24<br />

4.2.1. Wat zit er in de rugzak? .............................................................................................................................. 24<br />

4.2.2. Hoe verloopt de aanvraag? ........................................................................................................................ 24<br />

4.2.3. Wanneer aanvragen? ................................................................................................................................. 24<br />

4.3. Opbouw van het dossier cluster 4 ................................................................................................................... 25<br />

4.4. De indicatiestelling........................................................................................................................................... 26<br />

4.5. Trajectverloop .................................................................................................................................................. 27<br />

4.5.1. Aanmeldpunten.......................................................................................................................................... 27<br />

4.6. Welke kinderen gaan er naar REC 4? ............................................................................................................... 27<br />

4.6.1. Stoornissen en psychiatrische aandoeningen ............................................................................................ 28<br />

4.6.2. Integraliteit ................................................................................................................................................. 28<br />

4.6.3. Externe hulpverlening ................................................................................................................................ 28<br />

4.6.4. Ernstige onderwijsbeperking ...................................................................................................................... 28<br />

4.6.5. Zorgstructuur regulier onderwijs ............................................................................................................... 29<br />

4.7. Extra tips .......................................................................................................................................................... 29<br />

5. Toetsen en testen .................................................................................................................. 31<br />

5.1. Didactisch onderzoek ....................................................................................................................................... 31<br />

5.1.1. CITO Eindtoets ............................................................................................................................................ 31<br />

5.1.2. Drempelonderzoek ..................................................................................................................................... 32<br />

5.1.3. Cito Leer- en onderwijsvolgsysteem (Cito LOVS) ....................................................................................... 32<br />

5.1.4. Adaptief toetsen......................................................................................................................................... 33<br />

5.2. Intelligentieonderzoek ..................................................................................................................................... 33<br />

5.3. Sociaal-emotioneel onderzoek ........................................................................................................................ 34<br />

6. RVC-VO ................................................................................................................................. 36<br />

6.1. Aanvragen van een indicatiestelling ................................................................................................................ 36<br />

6.1.1. Wie vraagt een RVC-beschikking aan? ....................................................................................................... 36<br />

6.1.2. Voor welke leerlingen kan een indicatiestelling worden aangevraagd en wanneer? ................................ 36<br />

6.1.3. Het aanmeldingsformulier ......................................................................................................................... 37<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 3


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

6.1.4. Het Leerlingdossier ..................................................................................................................................... 38<br />

6.1.5. Handtekeningen op onderzoeken .............................................................................................................. 39<br />

6.1.6. Toegestane instrumenten voor de indicatiestelling ................................................................................... 39<br />

6.1.7. Onderzoek criterium sociaal-emotionele problematiek ............................................................................ 39<br />

6.1.8. Berekening van leerachterstanden ............................................................................................................ 39<br />

6.2. De Beoordeling ................................................................................................................................................ 40<br />

6.2.1. Volledigheid leerlingdossier ....................................................................................................................... 40<br />

6.2.2. Completeren van het onvolledige leerlingdossier ..................................................................................... 40<br />

6.2.3. De beoordeling ........................................................................................................................................... 41<br />

6.2.4. Criteria voor praktijkonderwijs .................................................................................................................. 41<br />

6.2.5. Criteria voor Leerwegondersteunend onderwijs ....................................................................................... 41<br />

7. Van Toetsing tot Advies ......................................................................................................... 42<br />

7.1. Het basisschooladvies ...................................................................................................................................... 42<br />

7.2. Het adviesgesprek met de ouders ................................................................................................................... 42<br />

7.3. Na het advies van de school ............................................................................................................................ 43<br />

7.4. Checklist voor de ouders ................................................................................................................................. 44<br />

7.4.1. Het voortgezet onderwijs ........................................................................................................................... 45<br />

Bijlage 1 - <strong>BOVO</strong> tijdpad <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong><br />

Bijlage 2 - Lijst toegestane instrumenten<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 4


1. <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong><br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> is een verzameling afspraken die de schoolbesturen van het primair onderwijs en het<br />

voortgezet onderwijs met elkaar gemaakt hebben met betrekking tot de overgang van basisonderwijs naar<br />

voortgezet onderwijs. Alle basisscholen (PO) en scholen voor voortgezet onderwijs (VO) in Den Haag, Rijswijk<br />

en Leidschendam-Voorburg (<strong>BOVO</strong>-regio), hebben onderling afgesproken zich hieraan te houden.<br />

1.1. Voor welke leerlingen geldt de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>?<br />

De <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> is van toepassing op de instroom in het voortgezet onderwijs in de <strong>BOVO</strong>-regio in één van<br />

de volgende VO-onderwijstypen:<br />

• praktijkonderwijs<br />

• vmbo (evt. met leerwegondersteunend onderwijs)<br />

• havo<br />

• vwo (inclusief gymnasium)<br />

De afspraken gelden voor alle leerlingen met een basisschooladvies voor één van deze onderwijstypen.<br />

Naast het reguliere voortgezet onderwijs is er het voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Basisscholen die<br />

leerlingen naar het VSO verwijzen hoeven zich voor deze leerlingen niet aan de gehele <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> te<br />

houden, omdat VSO-scholen een afwijkende aanmeldings<strong>procedure</strong> kennen (zie hoofdstuk 4). Wel vraagt<br />

<strong>BOVO</strong> de basisscholen om deze leerlingen in <strong>BOVO</strong>-digitaal te registreren, zodat van hen bekend is dat zij een<br />

alternatieve aanmeldings<strong>procedure</strong> doorlopen.<br />

1.1.1. Ouders en de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong><br />

Ouders/verzorgers van basisschoolverlaters spelen een belangrijke rol in de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>. Om vertragingen<br />

te voorkomen wordt hen gevraagd om rekening te houden met de volgende afspraken:<br />

• De leerling wordt door de ouders/verzorgers aangemeld op een V(S)O school die het onderwijstype<br />

aanbiedt overeenkomstig het basisschooladvies.<br />

• De ouders/verzorgers van de leerling houden zich aan het <strong>BOVO</strong>-tijdpad.<br />

1.2. Vier doelstellingen<br />

De <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> beoogt voor iedere leerling een soepele overgang van het PO naar het VO in Den Haag,<br />

Leidschendam-Voorburg en Rijswijk, met als doel een succesvolle voltooiing van het gekozen VO<br />

onderwijstype. In de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> gaat het om het basisschooladvies, de schoolkeuze, de aanmelding en<br />

de plaatsing van de leerling op een VO-school.<br />

1.2.1. Basisschooladvies<br />

Een leerling dient terecht te komen op het onderwijstype dat zo goed mogelijk past bij diens capaciteiten en<br />

wensen. Het doel is dat de leerling met zo veel mogelijk plezier aan de slag kan gaan, zich thuis voelt en zonder<br />

vertragingen het diploma kan halen. Tevens dient het geadviseerde onderwijstype goed aan te sluiten op<br />

verdere opleidings- en beroepswensen van de leerling.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 5


1.2.2. Behandeling door de VO-school<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De VO-school behandelt de aanmeldingen met zorg en transparantie. Om dit te waarborgen en verzwaring van<br />

de administratieve last te vermijden kunnen leerlingen in de <strong>BOVO</strong>-regio zich op één school tegelijk<br />

aanmelden.<br />

1.2.3. Helder en eerlijk proces van aanmelding en toelating<br />

<strong>BOVO</strong> informeert ouders/verzorgers, leerlingen en scholen op heldere, begrijpelijke manier en volgens<br />

afspraak. Het belang van het kind staat in de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> centraal. <strong>BOVO</strong>, ouders/verzorgers en scholen<br />

nemen kennis van de <strong>procedure</strong>s en houden zich aan de afspraken zodat partijen op elkaar kunnen rekenen.<br />

De <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> mag geen onnodige werkbelasting vergen voor een goede uitvoering van de overstap naar<br />

het VO.<br />

1.2.4. Verzameling van gegevens rond het schoolkeuzeproces<br />

<strong>BOVO</strong> biedt informatie rond het schoolkeuzeproces:<br />

• aan PO-scholen, zodat zij hun advisering kunnen evalueren, bijstellen en verantwoorden;<br />

• aan VO-scholen, zodat zij hun toelating kunnen evalueren, bijstellen en verantwoorden;<br />

• aan de gezamenlijke bestuurlijke partijen om het beleid te formuleren, te evalueren en waar nodig bij te<br />

stellen.<br />

1.3. <strong>BOVO</strong>-digitaal<br />

De <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> wordt voor een groot deel gefaciliteerd door <strong>BOVO</strong>-digitaal, de beveiligde website die het<br />

PO en VO in staat stelt om informatie uit te wisselen, zoals het basisschooladvies, didactische gegevens en<br />

andere relevante informatie.<br />

De deelnemende scholen leggen in <strong>BOVO</strong>-digitaal hun schoolgegevens vast. De gemeenten leveren<br />

persoonsgegevens van de basisschoolverlaters. Deze gegevens komen uit de gemeentelijke<br />

leerlingadministratie en worden door <strong>BOVO</strong> uitsluitend gebruikt ten behoeve van de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>.<br />

Wanneer de <strong>procedure</strong> is afgerond worden alle persoonsgebonden leerlinggegevens in <strong>BOVO</strong>-digitaal weer<br />

vernietigd. Voor statistische doeleinden worden alleen geanonimiseerde gegevens bewaard die betrekking<br />

hebben op de gehele leerlingenpopulatie. Uit overleg met het landelijke College Bescherming<br />

Persoonsgegevens in Den Haag is gebleken dat zij registratie van <strong>BOVO</strong>-digitaal vooralsnog niet noodzakelijk<br />

achten.<br />

De leerlingenadministratie valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Deze administratie is<br />

aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens. Hier ligt onder andere in vast dat gegevens worden<br />

gebruikt voor het verkrijgen van beleidsinformatie.<br />

1.4. <strong>BOVO</strong> en ouders<br />

Ouders worden via de Scholenwijzer Voortgezet Onderwijs en de <strong>BOVO</strong> Ouderfolder op de hoogte gebracht<br />

van de afspraken tussen de onderwijsinstellingen en de uitvoering daarvan via <strong>BOVO</strong>-digitaal. De scholen zijn<br />

verantwoordelijk voor de inbreng en uitwisseling van inhoudelijke gegevens over hun leerlingen en voor de<br />

bescherming van deze gegevens. Ouders hebben het recht informatie over hun kind in te zien en uitsluitend de<br />

betreffende scholen hebben het recht, de mogelijkheid en de plicht deze inzage te bieden.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 6


Indien ouders/verzorgers op- of aanmerkingen hebben over:<br />

• de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>;<br />

• de toelatingscriteria en voorrangsregels van VO-scholen;<br />

• de manier waarop scholen met bovenstaande omgaan,<br />

kunnen zij zich richten tot het bestuur en/of de schoolleiding van de desbetreffende school.<br />

1.5. De afspraken<br />

Bij de overstap leiden de volgende factoren tot de keuze voor een bepaald VO-type:<br />

• het basisschooladvies;<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

• toetsgegevens, zoals gegevens van de Cito Eindtoets of een intelligentieonderzoek (in combinatie met<br />

didactisch onderzoek);<br />

• aanvullende informatie over de leerling, zoals de werkhouding, gedrag en overige onderwijs-<br />

gerelateerde zaken.<br />

Het basisschooladvies is richtinggevend en bepaalt voor welk(e) onderwijstype(n) een leerling zich kan<br />

aanmelden. De toetsgegevens bepalen op welke wijze een aanmelding door een VO-school moet worden<br />

behandeld:<br />

• De leerling is plaatsbaar;<br />

• Er is nader overleg met de basisschool nodig;<br />

• Er is aanvullend onderzoek nodig.<br />

1.6. Het <strong>BOVO</strong>-tijdpad<br />

Jaarlijks wordt voor het volgende schooljaar een <strong>BOVO</strong>-tijdpad (zie bijlage 1) vastgesteld. Het tijdpad is een<br />

chronologisch overzicht waarin de verschillende stadia en taken zijn opgenomen. Het tijdpad bestaat uit twee<br />

delen: een deel voor PO-scholen en een deel voor VO-scholen. Om vertragingen te voorkomen adviseert <strong>BOVO</strong><br />

u om kennis te nemen van het gehele tijdpad. De data in het tijdpad zijn voor alle betrokkenen leidend.<br />

1.7. Het basisschooladvies<br />

Basisschoolverlaters kunnen alleen aangemeld worden op het onderwijstype dat overeenkomt met hun<br />

basisschooladvies (BSA). Het basisschooladvies is gebaseerd op het functioneren van een leerling gedurende<br />

een aantal jaren. De basisschool kan de volgende adviezen geven:<br />

• praktijkonderwijs;<br />

• vmbo- basisberoepsgericht + LWOO 1)<br />

• vmbo- basisberoepsgericht<br />

• vmbo- kaderberoepsgericht + LWOO<br />

• vmbo- kaderberoepsgericht<br />

• vmbo- (gemengd/) theoretisch gericht +<br />

LWOO<br />

• vmbo- (gemengd/) theoretisch gericht<br />

1) LWOO = leerwegondersteunend onderwijs<br />

2) vwo = atheneum en gymnasium<br />

• vmbo- theoretisch/havo<br />

• havo<br />

• havo/vwo<br />

• vwo 2)<br />

• kopklas<br />

• ISK<br />

• VSO 3)<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 7


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

3) Voor het VSO geldt per cluster een andere aanmeldings<strong>procedure</strong>. IN <strong>BOVO</strong>-digitaal is een VSO-aanmelding daarom alleen<br />

een administratieve registratie.<br />

1.8. <strong>Regionale</strong> VerwijzingsCommissie (RVC-VO)<br />

Een leerling kan alleen doorstromen naar praktijkonderwijs (PrO) of naar vmbo + LWOO als er door de<br />

regionale verwijzingscommissie (RVC-VO) een beschikking voor die leerling is afgegeven. Het bevoegd gezag<br />

van de VO-school vraagt deze aan. <strong>BOVO</strong> biedt informatie, cursussen en ondersteuning bij het aanvragen van<br />

de RVC-beschikking. Voor inhoudelijke uitleg over PrO en LWOO zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.1 en 3.2.<br />

Voor meer informatie over de RVC-VO zie hoofdstuk 6 of surf naar www.rvchaaglanden.nl en www.rvc-vo.nl.<br />

Aanmelding is mogelijk van 1 oktober <strong>2012</strong> t/m 30 september <strong>2013</strong>. VO-scholen hebben ook de mogelijkheid<br />

om in het eerste leerjaar nog een LWOO-aanvraag indienen. Toekenning van de financiën geldt dan vanaf het<br />

daarop volgende schooljaar.<br />

Voor meer informatie over de RVC-VO zie hoofdstuk 6 of ga naar www.rvchaaglanden.nl en www.rvc-vo.nl.<br />

1.8.1. Criteria RVC-VO<br />

Praktijkonderwijs<br />

De RVC-VO geeft uitsluitend een positieve beschikking PrO af als de leerling:<br />

én<br />

• een intelligentiequotiënt heeft van 55 tot en met 80<br />

• een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen:<br />

inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen of spellen, waarvan minimaal een van deze twee<br />

domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand groter is dan of gelijk is aan<br />

50% (zijnde de uitkomst van 1 minus (dle/dl)).<br />

Leerwegondersteunend onderwijs<br />

De RVC-VO geeft een positieve beschikking LWOO af als de leerling:<br />

én<br />

• een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 75 tot en met 90<br />

• een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen:<br />

inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen of spellen, waarvan minimaal een van deze twee<br />

domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de bandbreedte<br />

van 25% en 50% (zijnde de uitkomst van 1 minus (dle/dl)).<br />

óf:<br />

én<br />

• een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 91 tot en met 120<br />

• een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen:<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 8


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen of spellen, waarvan minimaal een van deze twee<br />

domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de bandbreedte<br />

van 0,25 en 0,5 (zijnde de uitkomst van 1 minus (dle/dl))<br />

én<br />

• een sociaal-emotionele problematiek heeft op het gebied van faalangst, prestatiemotivatie of sociaal-<br />

Beleidsruimte<br />

emotionele instabiliteit die het onderwijsleerproces substantieel belemmert.<br />

De RVC-VO beschikt over beleidsruimte. Leerlingen met een IQ tussen de 75 – 80 kunnen namelijk in<br />

aanmerking komen voor zowel LWOO als PrO. De leerachterstanden van de leerling en de motivering van de<br />

PO- en VO-school spelen bij deze afweging een grote rol. Bij een leerling met een dyslexieverklaring houdt de<br />

RVC-VO rekening met de invloed van dyslexie op de leerachterstanden.<br />

Voor allochtone basisschoolverlaters die korter dan 1 jaar in Nederland zijn geldt dat zij niet direct kunnen<br />

worden aangemeld bij de RVC-VO. Dit kan pas na 1 jaar voortgezet onderwijs.<br />

Voor allochtone basisschoolverlaters die langer dan 1 jaar maar korter dan 2 jaar in Nederland zijn geldt dat de<br />

aanmelder uit kan gaan van leerachterstanden van 2 jaar bij de desbetreffende leerling. Het komt voor dat de<br />

RVC-VO allochtone leerlingen met een PrO-profiel toch een LWOO-beschikking geeft.<br />

1.8.2. Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO – PrO<br />

Elk schooljaar publiceert de RVC-VO een lijst van toegestane instrumenten voor de indicatiestelling LWOO en<br />

PrO. Het gaat om instrumenten voor het meten van intelligentie, sociaal-emotionele problematiek en<br />

leerachterstanden. Instrumenten die niet op deze lijst staan worden niet aanvaard voor de LWOO- of PrO-<br />

aanvraag.<br />

Bij deze lijst hoort een regeling en toelichting. De regeling wordt ieder jaar rond 1 september uitgegeven. De<br />

lijst met toegestane instrumenten kunt u vinden op: www.rvc-vo.nl > regeling > lijst van instrumenten en op de<br />

websites van <strong>BOVO</strong>. Deze documenten worden regelmatig gewijzigd en aangepast. Om de aanvragen zonder<br />

vertraging te laten verlopen, raden wij de scholen aan om deze documenten ieder jaar goed te bestuderen.<br />

1.8.3. Geldigheidsduur toetsen en testen<br />

De RVC-VO stelt de volgende eisen aan toetsresultaten voor de LWOO- of PrO-aanvraag:<br />

• de scores op de intelligentieonderzoeken (IQ-testen) mogen niet ouder zijn dan twee jaar redenerend<br />

vanaf de datum van aanmelding bij de RVC-VO;<br />

• de scores op de sociaal-emotionele onderzoeken mogen niet ouder zijn dan één jaar redenerend vanaf<br />

de aanmeldingsdatum bij de RVC-VO;<br />

• voor het weergeven van de leervorderingen wordt in principe altijd gevraagd om de meest recent<br />

afgenomen toetsen. Wanneer de leerling tussen 1-2-<strong>2013</strong> tot en met 30-9-<strong>2013</strong> wordt aangemeld bij de<br />

RVC-VO, moeten de didactische toetsen in het schooljaar <strong>2012</strong>/<strong>2013</strong> of daarna zijn afgenomen. Bij<br />

aanmelding bij de RVC-VO vóór 1-2-<strong>2013</strong> mogen de gegevens van de didactische toetsen die in het<br />

onderwijskundig rapport worden gebruikt niet ouder zijn dan zes toetsmaanden (juli en augustus<br />

worden niet meegerekend).<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 9


1.9. Het onderwijskundig rapport (OKR)<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De PO-school verstrekt onderwijskundige informatie over de leerling aan de VO-school waar deze zich<br />

aanmeldt door middel van het onderwijskundig rapport, het zogenaamde “OKR”. Het OKR bevat<br />

onderwijskundige gegeven over een individuele leerling.<br />

Basisset OKR<br />

In het OKR zijn de volgende basisgegevens opgenomen:<br />

• het basisschooladvies;<br />

• de Cito eindscore, IQ-score en/of score van het didactisch onderzoek;<br />

• informatie over de schoolloopbaan en de leerdomeinen;<br />

• informatie over gedrag en houding.<br />

De basisset voor LWOO- en PrO-leerlingen bevat tevens informatie over:<br />

• speciale begeleiding;<br />

• didactische gegevens;<br />

• cognitieve gegevens;<br />

• indien van toepassing sociaal emotionele gegevens.<br />

Het OKR kan aangevuld worden met andere informatie die volgens de PO-school van belang kan zijn voor de<br />

toelating van een leerling. <strong>BOVO</strong> adviseert nadrukkelijk om altijd een rapportage uit het leerlingvolgsysteem<br />

met de didactische onderzoeken toe te voegen.<br />

1.10. De uitwisselingsmarkt<br />

Om ieder kind volledig tot zijn recht te laten komen, vindt er twee keer per jaar een uitwisselingsmarkt plaats<br />

waar PO- en VO-scholen de gelegenheid hebben om ervaringen uit te wisselen over individuele leerlingen op<br />

het gebied van vaardigheden, belangstellingsgebieden en pedagogische/didactische handelingsadviezen.<br />

Uitwisselingsmarkten vinden plaats in juni van groep 8 en in november, wanneer de leerlingen een aantal<br />

maanden op het VO zitten.<br />

1.11. Inzage ouders<br />

De scholen zijn verantwoordelijk voor de opbouw en uitwisseling van inhoudelijke gegevens over hun<br />

leerlingen. Ouders hebben inzagerecht en alleen de betreffende scholen hebben het recht, de mogelijkheid en<br />

de plicht deze inzage te bieden. Via de Scholenwijzer Voortgezet Onderwijs en de <strong>BOVO</strong> Ouderfolder worden<br />

ouders geïnformeerd over de informatieafspraken tussen de onderwijsinstellingen in het kader van de <strong>BOVO</strong>-<br />

<strong>procedure</strong> en de uitvoering daarvan via <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

1.12. Toelatingscriteria en voorrangsregels<br />

In principe is een leerling plaatsbaar als:<br />

• het basisschooladvies aansluit bij de aangeboden onderwijstypen van de VO-school;<br />

• de toetsgegevens en leerlingkenmerken in overeenstemming zijn met het advies.<br />

VO-scholen kunnen echter toelatingscriteria en voorrangsregels stellen. Toelatingscriteria zijn criteria waar de<br />

leerling tevens aan dient te voldoen om toegelaten te worden tot een VO-school. Sommige VO-scholen hebben<br />

een minimale CITO Eindtoetsscore of een minimale IQ-score als toelatingscriterium.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 10


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Voorrangsregels worden door de school toegepast in geval van overaanmelding. Veel scholen hanteren een<br />

voorrangsregel die stelt dat broers en zussen van reeds aangenomen leerlingen voorrang krijgen.<br />

Toelatingscriteria en voorrangsregels vallen buiten de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>. <strong>BOVO</strong> heeft hier geen zeggenschap<br />

over. Het aanspreekpunt voor scholen en ouders met betrekking tot toelatingscriteria en voorrangsregels zijn<br />

de VO-school en diens schoolbestuur.<br />

VO-scholen hebben met elkaar afgesproken dat hun toelatingscriteria en voorrangsregels beschikbaar zijn op<br />

hun website.<br />

1.13. Plaatsingsbesluit<br />

1.14. Loting<br />

De VO-school moet voor elke leerling die is aangemeld een plaatsingsbesluit nemen. Besluit de school de<br />

leerling niet te plaatsen, dan kan dat de volgende redenen hebben:<br />

• de leerling is niet geschikt bevonden voor de betreffende opleiding;<br />

• de leerling voldoet niet aan de toelatingscriteria van de VO-school;<br />

• de leerling is wel geschikt bevonden, maar voldoet niet aan de aanwezige voorrangsregels;<br />

• de leerling is wel geschikt bevonden maar is uitgeloot.<br />

Is de leerling niet geschikt bevonden dan dient de VO-school de reden van afwijzing nadrukkelijk te bespreken<br />

met de basisschool.<br />

Als een VO-school na behandeling van alle aangemelde leerlingen en toepassing van de voorrangsregels, niet<br />

genoeg plaatsen heeft om alle toelaatbare leerlingen te kunnen plaatsen, dient onder deze leerlingen te<br />

worden geloot. De loting dient (ook achteraf), controleerbaar te zijn en dient op afdoende wijze te kunnen<br />

worden verantwoord naar een willekeurige, belanghebbende derde (ouder, basisonderwijs).<br />

Als een leerling is uitgeloot ontvangt de PO-school hiervan automatisch bericht via <strong>BOVO</strong>-digitaal. De VO-<br />

school informeert de ouders van leerlingen die uitgeloot zijn zo spoedig mogelijk nadat de loting heeft<br />

plaatsgevonden.<br />

1.15. Overzicht beschikbare plaatsen<br />

De leerlingen die in de eerste ronde zijn uitgeloot of afgewezen, dienen zich in de tweede aanmeldingsperiode<br />

opnieuw aan te melden op een VO-school. Alle VO-scholen geven aan <strong>BOVO</strong> door hoeveel lesplaatsen zij nog<br />

beschikbaar hebben voor de tweede aanmeldingsperiode. <strong>BOVO</strong> maakt hiervan een overzicht en stelt deze op<br />

aanvraag beschikbaar aan de PO-scholen.<br />

1.16. Meldpunt niet-geplaatste leerlingen<br />

De deelnemende schoolbesturen aan de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> hebben afgesproken dat zij er gezamenlijk voor<br />

zorgen dat alle leerlingen die overstappen naar een VO-school, ook daadwerkelijk een plek krijgen aangeboden<br />

conform hun basisschooladvies. Afgesproken is dat het SWVZHW en de regionale <strong>BOVO</strong>-coördinator hierbij een<br />

coördinerende taak vervullen. De <strong>BOVO</strong>-coördinator (zie blz. 1) vormt hiervoor een meldpunt voor leerlingen<br />

die aan het einde van de tweede behandelperiode nog niet in het VO geplaatst zijn.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 11


2. Protocollaire handelingen en het <strong>BOVO</strong>-tijdpad<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Voor de goede gang van zaken worden in dit hoofdstuk protocollen beschreven voor een aantal specifieke<br />

<strong>procedure</strong>le stappen.<br />

2.1. Basisschoolverlaters groep 7 (PO)<br />

In een enkel geval komt het voor dat een leerling in groep 7 uitgeleerd is. Het betreft dan vooral leerlingen die<br />

cognitief aan hun plafond zitten.<br />

Alle leerlingen die ouder zijn dan 10 jaar en volgens de gemeente op uw school zijn ingeschreven, zijn<br />

opgenomen in <strong>BOVO</strong>-digitaal. Deze informatie wordt aangeleverd door de leerlingenadministratie van de<br />

woongemeente van de school.<br />

In sommige gevallen kan een leerling uit groep 7 doorstromen naar het VO. Deze dienen via de kern<strong>procedure</strong><br />

(Handleiding <strong>BOVO</strong>-digitaal PO) geactiveerd te worden in <strong>BOVO</strong>-digitaal. Vervolgens doorlopen zij hetzelfde<br />

traject als basisschoolverlaters uit groep 8. Meestal betreft dit leerlingen met aanzienelijke leerachterstanden<br />

die doorstromen naar lagere onderwijstypen in het VO. Het is belangrijk dat informatie vanuit het PO zo<br />

volledig mogelijk wordt aangeleverd. Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van<br />

ontwikkelingsperspectieven. Het spreekt vanzelf dat voor deze groep leerlingen altijd contact wordt<br />

opgenomen met het VO.<br />

2.2. Overdracht bij schoolwisseling in groep 8 (PO)<br />

Wanneer een basisschoolverlater van PO-school wisselt betreft dit in de meeste gevallen een plaatsing in het<br />

speciaal onderwijs. Daar deze besluiten niet altijd in overleg met de oude PO-school worden genomen, wordt<br />

van de nieuwe PO-school een pro-actieve houding gevraagd. Ten behoeve van de informatieoverdracht van<br />

oude PO-school dient het onderstaande te worden nageleefd (tenzij in goed overleg tussen oude en nieuwe<br />

PO-school anders wordt afgesproken):<br />

• er is sprake van warme overdracht (minimaal telefonisch contact tussen de leerkracht van de oude en<br />

de leerkracht van de nieuwe PO-school);<br />

• de oude PO-school heeft van de ouders schriftelijk toestemming voor de overdracht van onderstaande<br />

leerlingengegevens en -documenten;<br />

• als overdrachtformulier wordt het <strong>BOVO</strong>-OKR (evt. hardcopy aanleveren) gebruikt. Dit formulier wordt<br />

door de leerkracht van de oude PO-school zo compleet als mogelijk ingevuld (en in de warme<br />

overdracht toegelicht);<br />

• al het relevante onderzoek wordt hardcopy, dan wel digitaal overgedragen en zo nodig tijdens de<br />

warme overdracht toegelicht;<br />

• de oude basisschool meldt de leerling af in <strong>BOVO</strong>-digitaal 1 ;<br />

• aansluitend mailt de oude PO-school de naam, geboortedatum, BSN- en <strong>BOVO</strong>-nummer van de leerling<br />

aan <strong>BOVO</strong> (helpdesk@bovodigitaal.nl) én aan de nieuwe PO-school;<br />

• <strong>BOVO</strong> zorgt er voor dat de leerling ter selectie klaar staat bij de nieuwe PO-school en bericht de nieuwe<br />

PO-school hierover;<br />

1 Voor handelingen in <strong>BOVO</strong>-digitaal zie handleiding <strong>BOVO</strong>-digitaal PO.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 12


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

• na bovenstaand bericht activeert de nieuwe PO-school de leerling per ommegaande in <strong>BOVO</strong>-digitaal;<br />

• de nieuwe PO-school is, ongeacht waar de leerling staat ingeschreven, verantwoordelijk voor het<br />

digitaal in- dan wel aanvullen van het OKR in <strong>BOVO</strong>-digitaal en het toevoegen van de bijlagen;<br />

• de nieuwe PO-school is, ongeacht waar de leerling staat ingeschreven, verantwoordelijk voor het<br />

begeleidingstraject naar het VO.<br />

Uiteraard speelt het moment van overstap een rol. Bovenstaande punten gelden voor leerlingen die vóór de<br />

datum ’vrijgeven OKR‘ van PO-school wisselt. Bij een latere overstap zal het OKR en de bijlagen al door de<br />

‘oude’ PO-school zijn verzorgd.<br />

2.3. Plaatsing toelatingscriteria en voorrangregels op schoolwebsite en melding aan <strong>BOVO</strong><br />

Uiterlijk 2 november <strong>2012</strong> plaatsen de VO-scholen hun informatie over toelatingscriteria, voorrangregels en het<br />

aantal beschikbare lesplaatsen voor schooljaar <strong>2013</strong>-2014 op de schoolwebsite. De homepage bevat een<br />

directe link naar deze informatie. Tevens stuurt de VO-school per email een kopie van het gepubliceerde in het<br />

bestandsformaat MS Word of PDF.<br />

2.4. Behandelbesluit (VO)<br />

Zo spoedig mogelijk na de aanmelding van een basisschoolverlater neemt het VO een behandelbesluit:<br />

• plaatsbaar (leerling is plaatsbaar onder voorbehoud van eventuele loting);<br />

• plaatsbaar onder voorbehoud van nader onderzoek (bijv. intelligentieonderzoek of Cito Eindtoets). Bij<br />

dit behandelbesluit altijd aangeven welke minimum score nodig is voor plaatsbaarheid;<br />

• niet plaatsbaar op basis van toelatingscriteria.<br />

Wanneer de leerling plaatsbaar is wordt dit aangegeven in <strong>BOVO</strong>-digitaal. In alle andere gevallen wordt er<br />

contact opgenomen met de basisschool voor overleg en toelichting. Het behandelbesluit wordt door de VO-<br />

school schriftelijk aan de ouder meegedeeld. In <strong>BOVO</strong>-digitaal wordt het behandelbesluit met de juiste<br />

hoofdreden en met correcte toelichting aangegeven.<br />

2.5. <strong>BOVO</strong> vergoedingsregeling CAP en SEM<br />

Om op het vmbo in aanmerking te komen voor LWOO of om door te stromen naar PrO is een<br />

intelligentieonderzoek en in sommige gevallen een sociaal-emotioneel onderzoek verplicht. Wanneer<br />

basisscholen gebruik maken van de <strong>BOVO</strong> vergoedingsregelingen worden de kosten voor deze onderzoeken<br />

gedragen door de samenwerkingsverbanden PO en VO: 1/3 e deel wordt voldaan door de<br />

samenwerkingsverbanden primair onderwijs en het overige deel door het samenwerkingsverband voortgezet<br />

onderwijs (SWV Zuid Holland West, SWVZHW).<br />

De aanmelding voor de vergoedingsregelingen verloopt via <strong>BOVO</strong>. Het aanmeldingsformulier, voorwaarden en<br />

een uitgebreid stappenplan worden begin schooljaar <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> per email aan de scholen verstuurd.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 13


2.5.1. <strong>BOVO</strong> Vergoedingsregeling CAP voor LWOO- en PrO-leerlingen<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Om te bepalen of een leerling door kan stromen naar deze onderwijstypen dient er sprake te zijn van<br />

leerachterstanden. De leerachterstanden worden gemeten op vier gebieden:<br />

1. Technisch lezen (TL);<br />

2. Begrijpend lezen (BL);<br />

3. Spelling (SP);<br />

4. Inzichtelijk rekenen (IR).<br />

Hierbij geldt:<br />

• voor LWOO is op minimaal twee gebieden de leerachterstand ≥25% en ≤50%. Eén van de gebieden is<br />

begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen;<br />

• voor PrO is op minimaal twee gebieden de leerachterstand groter dan 50%. Eén van de gebieden is<br />

begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen.<br />

U kunt desgewenst gebruik maken van de didactische toetsresultaten van eind groep 7 (begrijpend lezen<br />

midden groep 7). Houd er rekening mee dat u voor de uiteindelijke verwijzing naar het VO wel didactische<br />

toetsresultaten uit schooljaar <strong>2012</strong> – <strong>2013</strong> gebruikt.<br />

2.5.2. Het intelligentieonderzoek<br />

Het intelligentieonderzoek via <strong>BOVO</strong> betreft de NIO of de NDT. Deze groepsintelligentieonderzoeken worden<br />

centraal afgenomen door het HCO. De NIO wordt afgenomen bij leerlingen met een didactisch LWOO-niveau of<br />

een niveau in het twijfelgebied tussen LWOO en PrO. Leerlingen met PrO-niveau maken de NDT.<br />

• Aanmelden uiterlijk woensdag 10 oktober <strong>2012</strong>;<br />

• Scholen melden de leerlingen voor de NIO gezamenlijk aan op één formulier;<br />

• Scholen melden de leerlingen voor de NDT gezamenlijk aan op één formulier;<br />

• De contactpersoon op het aanmeldingsformulier is ook onder schooltijd telefonisch bereikbaar<br />

(bijvoorbeeld de IB-er);<br />

2.5.3. <strong>BOVO</strong> Vergoedingsregeling SEM voor LWOO- en PrO-leerlingen<br />

Wanneer een leerling op grond van het resultaat van het intelligentieonderzoek wordt afgewezen voor LWOO,<br />

kan deze hiervoor alsnog in aanmerking komen wanneer de volgende criteria van toepassing zijn.:<br />

• de leerling heeft een intelligentiequotiënt binnen de bandbreedte 91 tot en met 120;<br />

• er is sprake van sociaal-emotionele problematiek die het onderwijsleerproces substantieel belemmert.<br />

Bij sociaal-emotionele problematiek kan bijvoorbeeld sprake zijn van faalangst, prestatiemotivatie en/of<br />

sociaal-emotionele instabiliteit. Om dit vast te stellen dient er een aanvullend sociaal-emotioneel onderzoek<br />

gedaan te worden. Als u gebruik maakt van de <strong>BOVO</strong> Vergoedingsregeling SEM, worden de kosten voor dit<br />

onderzoek gedragen door de samenwerkingsverbanden PO en VO.<br />

2.5.4. Het sociaal-emotioneel onderzoek via <strong>BOVO</strong><br />

Het SEM-onderzoek via <strong>BOVO</strong> bestaat uit een online vragenlijst voor de leerkracht (Docentenvragenlijst, in te<br />

vullen via <strong>BOVO</strong>-digitaal) en een schriftelijke vragenlijst voor de leerling (Nederlandse<br />

Persoonlijkheidsvragenlijst-Junior, deze wordt door <strong>BOVO</strong> toegestuurd) . A-VISION Advisering en Begeleiding<br />

B.V. verzorgt de verwerking van de vragenlijsten en schrijft het onderzoeksverslag.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 14


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De aanmelding verloopt via <strong>BOVO</strong>. Het aanmeldingsformulier, voorwaarden en een uitgebreid stappenplan<br />

voor deze regeling wordt begin november <strong>2012</strong> per email aan de scholen verstuurd.<br />

2.6. <strong>BOVO</strong> cursussen<br />

Ruim voorafgaande aan de cursussen ontvangen alle <strong>BOVO</strong> participanten een mail met aanmeldingsformulier<br />

en verdere informatie.<br />

2.6.1. <strong>BOVO</strong> voorlichtingsmiddagen<br />

De voorlichtingsbijeenkomsten zijn er voor iedereen die met <strong>BOVO</strong> te maken heeft en er meer over wil weten.<br />

Voor wie weinig of geen ervaring heeft met <strong>BOVO</strong> zijn de middagen een must, maar ook zij die hun kennis en<br />

vaardigheden willen opfrissen of uitbreiden of ervaringen willen uitwisselen zijn natuurlijk van harte welkom.<br />

Voor het PO beslaat de voorlichting twee middagen, voor het VO één middag. Tijdens deze middagen bieden<br />

we diverse workshops aan waardoor de bijeenkomsten een praktisch karakter hebben.<br />

De <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> en -tijdpad komen uitvoerig aan de orde. Daarnaast worden er workshops aangeboden<br />

over LAT-, CAP-, en SEM testen en toetsen, PrO, LWOO en de RVC, het OKR en de communicatie tussen PO en<br />

VO en met ouders en de taken en rollen binnen het VO t.a.v. de aanname- en plaatsings<strong>procedure</strong>.<br />

2.6.2. <strong>BOVO</strong>-digitaal starterscursus<br />

In de <strong>BOVO</strong>-digitaal starterscursus behandelen we het gebruik van <strong>BOVO</strong>-digitaal. Daarnaast wordt er veel<br />

aandacht besteedt aan het aanmaken van het onderwijskundig rapport in <strong>BOVO</strong>-digitaal voor het PO en de RVC<br />

aanvraag voor het VO.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 15


3. Onderwijstypen<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

In dit hoofdstuk worden de volgende onderwijstypen besproken: PrO, LWOO, vmbo, havo, vwo, kopklas, ISK en<br />

LGF en VSO. De informatie uit dit hoofdstuk is deels gebaseerd op de VO gids van de Rijksoverheid. Meer<br />

informatie is te vinden op:<br />

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2011/09/02/voortgezet-onderwijs-<strong>2012</strong>-<br />

<strong>2013</strong>-gids-voor-ouders-verzorgers-en-leerlingen.html<br />

3.1. Praktijkonderwijs (PrO)<br />

Leerlingen die bij de start in het VO een lage intelligentie hebben en grote problemen ondervinden in het<br />

leerproces, worden aangemeld voor het PrO. Om een leerling toe te kunnen laten op het PrO zal de school<br />

voor VO een beschikking moeten aanvragen bij de <strong>Regionale</strong> Verwijzingscommissie (RVC-VO). Daarnaast moet<br />

de leerling op 1 oktober <strong>2013</strong> (teldatum), 12 jaar zijn.<br />

In het PrO staat de onderwijsbehoefte van individuele leerlingen voorop; de lessen worden aan het niveau van<br />

de leerling aangepast. Naast de algemene vakken taal, rekenen, informatiekunde en lichamelijke opvoeding<br />

bestaat het PrO grotendeels uit praktijkvakken en stages. Deze vakken kunnen per school verschillen. Zo<br />

worden de leerlingen begeleid naar een plek op de arbeidsmarkt.<br />

De meeste leerlingen stromen na 4 of 5 jaar door naar de arbeidsmarkt. Leerlingen met meer mogelijkheden<br />

kunnen deelnemen aan het AKA-traject (arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent). Leerlingen krijgen dan een<br />

voorbereidend AKA-jaar, waarna ze op het mbo (of in sommige gevallen op de praktijkschool in samenwerking<br />

met het mbo) in één jaar hun AKA-diploma kunnen halen. Dit is een diploma op niveau 1 van het mbo. De<br />

leerlingen kunnen daarna doorstromen naar de arbeidsmarkt of doorleren op het mbo voor een<br />

beroepsgerichte opleiding op niveau 2.<br />

3.2. Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)<br />

Leerwegondersteunend onderwijs is geen vorm van onderwijs, maar een extra voorziening binnen het vmbo.<br />

Het is bedoeld voor leerlingen die wel een vmbo-diploma kunnen halen, maar hierbij extra ondersteuning<br />

nodig hebben. Om een leerling in aanmerking te laten komen voor LWOO zal de VO-school een beschikking<br />

moeten aanvragen bij het RVC-VO.<br />

LWOO-leerlingen volgen onderwijs in één van de vier leerwegen van het vmbo, maar krijgen daarbij extra<br />

ondersteuning. LWOO wordt op verschillende manieren aangeboden. Scholen mogen hierin hun eigen keuzes<br />

maken bijv.:<br />

• onderwijs in een apart gebouw;<br />

• onderwijs in een aparte klassen;<br />

• onderwijs in reguliere lessen met extra begeleiding.<br />

Vormen van extra begeleiding zijn les in kleinere groepen, remedial teaching (RT), concentratietraining, sociale<br />

vaardigheidstraining (SOVA) en faalangstreductietraining (FRT).<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 16


3.3. Onderbouw VO<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Welke school je ook kiest, in de eerste leerjaren (de onderbouw) wordt alle leerlingen grotendeels dezelfde<br />

stof aangeboden. Daarna komen er grote verschillen. Het vwo kent bijvoorbeeld een langer traject dan de<br />

andere VO-opleidingen en heeft een hoger eindniveau. Ook kan de stijl van lesgeven per schoolsoort<br />

verschillen.<br />

Het onderwijsaanbod in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (VO) bestaat in de eerste twee leerjaren<br />

uit het kerndeel en het differentieel deel. Het kerndeel omvat minstens tweederde deel van het<br />

onderwijsprogramma. De rest van de tijd is beschikbaar voor het differentiële deel.<br />

Het kerndeel is bestemd voor alle leerlingen en bevat 58 globaal geformuleerde kerndoelen. Die kerndoelen<br />

beschrijven wat alle leerlingen in de onderbouw moeten leren. Kerndoelen zijn in het voortgezet onderwijs als<br />

volgt onderverdeeld:<br />

1. Nederlands<br />

2. Engels<br />

3. Rekenen en Wiskunde<br />

4. Mens en Natuur<br />

5. Mens en Maatschappij<br />

6. Kunst en Cultuur<br />

7. Bewegen en Sport.<br />

Met het differentieel deel beschikt iedere school over vrije uren die de school kan gebruiken voor extra lessen<br />

binnen het kerndeel of voor lessen en activiteiten die buiten het kerndeel vallen. Denk hierbij aan<br />

godsdienstles, levensbeschouwelijke vorming of andere onderwerpen waarmee de school zich kan profileren.<br />

De ruimte voor eigen keuzes van de school in het differentiële deel is beperkter als leerlingen:<br />

• op het gymnasium Grieks en Latijn moeten krijgen;<br />

• op de havo en het vwo verplicht een tweede en derde moderne vreemde taal moeten volgen;<br />

• in het vmbo, met uitzondering van de basisberoeps gerichte leerweg, een tweede moderne vreemde<br />

taal moeten volgen;<br />

• in Friesland het vak Fries moeten krijgen.<br />

3.4. Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (vmbo)<br />

Een vmbo-traject duurt vier jaar en dient in vijf jaar te zijn afgerond. Er zijn situaties waarin dit kan worden<br />

verlengd naar zes jaar:<br />

• wanneer leerlingen buiten Nederland basisonderwijs hebben gevolgd kunnen zij een extra leerjaar<br />

krijgen als ze aan het begin van het vijfde leerjaar jonger zijn dan 18 jaar;<br />

• wanneer leerlingen door langdurige ziekte of door overmacht een groot deel van het onderwijs niet<br />

hebben kunnen volgen.<br />

De Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie) beoordeelt op basis van een verzoek van de school of een<br />

leerling hiervoor in aanmerking komt.<br />

Het vmbo bestaat uit vier leerwegen die naar het mbo (middelbaar beroepsonderwijs) leiden. De leerwegen<br />

onderscheiden zich vooral in de mate van praktijkvakken in de leerweg.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 17


3.4.1. Basisberoepsgerichte leerweg (BBL)<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De basisberoepsgerichte leerweg is een voorbereiding op de basisberoepsopleidingen in het mbo (niveau 2).<br />

Deze leerweg kan een leerling kiezen als hij heel praktisch is ingesteld. Soms kan een leerling in deze leerweg<br />

een leer-werktraject volgen (leren en werken gecombineerd). Dit traject loopt tijdens de laatste twee jaar van<br />

de opleiding.<br />

Basisschoolleerlingen die in aanmerking komen voor deze leerweg kunnen een combinatie van onderstaande<br />

kenmerken bezitten:<br />

• leerproblemen (m.u.v. leerlingen met praktijkschoolniveau);<br />

• achterstand op het gebied van begrijpend lezen;<br />

• beperkte woordenschat;<br />

• moeite met eenvoudige rekenbewerkingen;<br />

• korte spanningsboog;<br />

• praktisch georiënteerd;<br />

• verbaal minder sterk;<br />

• behoefte aan duidelijke regels en structuur.<br />

3.4.2. Kaderberoepsgerichte leerweg (KBL)<br />

In de kaderberoepsgerichte leerweg leert een leerling vooral door praktisch bezig te zijn. Aan het niveau van de<br />

beroepsgerichte vakken worden echter hoge eisen gesteld. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en<br />

middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4).<br />

Basisschoolleerlingen die in aanmerking kunnen komen voor deze leerweg zijn leerlingen met een combinatie<br />

van onderstaande kenmerken:<br />

• (kleine) achterstand op het gebied van begrijpend lezen;<br />

• de leerling kan teksten uit schoolboeken van zijn/haar niveau studerend en begrijpend lezen;<br />

• de leerling kan redelijk hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en schatten;<br />

• de leerling kan zich langere tijd concentreren;<br />

• de leerling kan zich inzetten voor zaken die hem/haar minder interesseren;<br />

• de leerling kan zelfstandig werken met gestructureerde opdrachten;<br />

• de leerling heeft behoefte aan duidelijke regels en structuur;<br />

• de leerling kan zelfstandig aantekeningen maken en verbanden leggen.<br />

3.4.3. Gemengde leerweg (GL)<br />

Een leerling kan de gemengde leerweg kiezen als hij weinig moeite heeft met studeren, maar zich ook wil<br />

voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en<br />

middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Leerlingen die de gemengde leerweg volgen, volgen<br />

hetzelfde programma als de leerlingen die de theoretische leerweg volgen. Het verschil is dat zij vanaf het<br />

derde schooljaar een theoretisch vak kunnen vervangen door een praktisch vak.<br />

Basisschoolleerlingen die in aanmerking kunnen komen voor deze leerweg zijn leerlingen met een combinatie<br />

van onderstaande kenmerken:<br />

• de leerling beheerst de leesstrategieën redelijk;<br />

• de leerling kan ook uit andere bronnen studerend en begrijpend lezen;<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 18


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

• de leerling kan de rekenvaardigheden toepassen, hoofdrekenen, rekenregels gebruiken, meten en<br />

schatten;<br />

• de leerling kan zich probleemloos lange tijd concentreren;<br />

• de leerling zet zich in voor vakken die hem/haar minder interesseren;<br />

• de leerling kan zelfstandig werken a.d.h.v. duidelijke opdrachten;<br />

• de leerling kan zelfstandig aantekeningen en schema’s maken en verbanden leggen;<br />

• de leerling kan het (huis)werk plannen;<br />

• de leerling kan informatie uit diverse bronnen opzoeken en ordenen.<br />

In de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> kan het basisschooladvies gemengde leerweg niet gegeven worden. De reden hiervoor<br />

is dat de keuze tussen gemengde en theoretische leerweg pas bij aanvang van het derde leerjaar gemaakt<br />

wordt en het niveau van beide opleidingen in de onderbouw gelijk is.<br />

3.4.4. Theoretische leerweg (TL)<br />

Een leerling kan de theoretische leerweg kiezen als hij niet veel moeite heeft met studeren en nog geen<br />

specifieke beroepsopleiding wil kiezen. De theoretische leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en de<br />

middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Met de theoretische<br />

leerweg kan een leerling soms ook doorstromen naar het havo. De havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels<br />

opstellen.<br />

Basisschoolleerlingen komen in aanmerking voor TL met een combinatie van kenmerken die gelijk is aan de<br />

kenmerken voor GL.<br />

3.4.5. Sectoren<br />

Sector Beroepsgerichte programma’s<br />

Techniek<br />

Zorg en<br />

welzijn<br />

Bouw-<br />

techniek<br />

Metaal-<br />

techniek<br />

Elektro-<br />

techniek<br />

Voertuigen-<br />

techniek<br />

Installatie-<br />

techniek<br />

Grafische<br />

techniek<br />

Bouw-<br />

breed<br />

Techniek-<br />

breed<br />

Verzorging Uiterlijke verzorging Zorg-en-welzijn-breed<br />

Metalektro Instalektro<br />

Economie Administratie Handel en verkoop Mode en commercie Handel en administratie Consumptief-breed<br />

Landbouw Landbouw en natuurlijke omgeving Landbouw-breed<br />

Inter-<br />

sectoraal<br />

Dienstverlening<br />

en<br />

commercie<br />

Technologie<br />

en<br />

commercie<br />

Technologie<br />

en<br />

dienstverlening<br />

ICT-route<br />

Sport,<br />

dienstverlening<br />

en veiligheid<br />

Elke leerweg kent een keuze uit vier sectoren: Techniek, Zorg en Welzijn, Economie en Landbouw. Leerlingen in<br />

het vmbo kiezen op zijn vroegst aan het eind van het tweede leerjaar voor één van de vier sectoren. Binnen<br />

deze sectoren bestaan weer beroepsgerichte programma’s (zie schema hierboven): De intersectorale<br />

programma’s uit de onderste rij zijn gecombineerde beroepsgerichte programma’s. Het zijn combinaties van de<br />

verschillende sectoren uit de bovenste vier rijen.<br />

Nb. Niet iedere school biedt alle beroepsgerichte programma’s aan.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 19


3.5. Havo en vwo<br />

3.5.1. Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Het havo duurt vijf jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs). Met een<br />

bewijs dat de eerste drie leerjaren havo met gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een leerling doorstromen naar<br />

een vakopleiding (niveau 3) of een middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo.<br />

3.5.2. Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo)<br />

Het vwo duurt zes jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het wo (wetenschappelijk onderwijs). Tot het<br />

vwo behoren het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en Latijn in de<br />

onderbouw en Grieks en/of Latijn in de bovenbouw. Op het atheneum wordt soms Latijn gegeven als keuzevak.<br />

Met een bewijs dat de eerste drie leerjaren van het vwo met een gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een<br />

leerling doorstromen naar een vakopleiding (niveau 3) of een middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo.<br />

3.5.3. Profielen havo en vwo<br />

Een havo- of vwo-opleiding kent vier profielen. Een profiel is uit een onderwijsprogramma dat de leerling<br />

voorbereidt op een opleiding aan een hogeschool (hbo) of universiteit (wo). Er zijn vier profielen:<br />

• natuur en techniek;<br />

• natuur en gezondheid;<br />

• economie en maatschappij;<br />

• cultuur en maatschappij.<br />

Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen gelijk is. Daarnaast is er een profieldeel<br />

dat elk van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de leerling gebruiken om<br />

vakken te volgen uit een ander profieldeel en vergroot de mogelijkheid om door te stromen naar het hoger<br />

onderwijs.<br />

3.6. Kopklas<br />

De kopklas is een extra jaar basisonderwijs met extra aandacht voor de Nederlandse taal. Haagse kinderen tot<br />

13 jaar die voldoende capaciteiten, motivatie en inzet hebben om vmbo TL, havo of vwo te halen, maar die<br />

door taalachterstand een lager basisschooladvies hebben gekregen, komen hiervoor in aanmerking. De<br />

kinderen krijgen les op een VO-school omdat zij daar beter op hun plek zijn. Na afloop van dat jaar stromen de<br />

leerlingen door naar een reguliere brugklas. Het is van belang dat de leerlingen gemotiveerd zijn om naar de<br />

kopklas te gaan.<br />

Het is raadzaam om zo snel mogelijk na de start van het schooljaar waarin voor het VO moet worden<br />

aangemeld, de aanmelding voor de kopklas te doen. Hoe eerder de leerling in beeld is, hoe eerder duidelijk is<br />

of de kopklas daadwerkelijk een goede voorziening is voor de betreffende leerling. De selectie<strong>procedure</strong> voor<br />

de kopklas kan dan tijdig worden gestart, zodat voor aanvang van de eerste <strong>BOVO</strong>-aanmeldingsperiode al<br />

helderheid is over mogelijkheden voor plaatsing.<br />

Meer informatie vindt u op: www.denhaag.nl/kopklas of via het HCO: 070-4482828<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 20


3.7. Internationale Schakelklas VO (ISK)<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Het ISK is een speciale klas voor leerlingen van 12 tot 18 jaar die nog maar kort in Nederland zijn (richtlijn is<br />

minder dan 2 jaar) en het Nederlands niet of nauwelijks beheersen. In deze klas volgen ze een cursus<br />

Nederlands, zodat ze daarna in kunnen stromen in een gewone klas op het VO. Leerlingen zitten 1 tot 2 jaar in<br />

de schakelklas. In de regio <strong>Haaglanden</strong> bieden drie VO-scholen ISK aan. Voor meer informatie zie de<br />

Scholenwijzer Voortgezet Onderwijs.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 21


4. Leerlinggebonden financiering en voortgezet speciaal onderwijs<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De regeling Leerlinggebonden financiering, LGF (het zgn. rugzakje) is in augustus 2003 in werking getreden.<br />

Deze regeling verbetert de mogelijkheden voor integratie van leerlingen met een ernstige beperking in het<br />

basis- en het voortgezet onderwijs.<br />

Het LGF beleid kent drie hoofddoelstellingen:<br />

1. het vergroten van de keuzevrijheid van ouders voor regulier (met rugzakje) of speciaal (school<br />

behorende bij een REC) onderwijs;<br />

2. het werken met onafhankelijke criteria;<br />

3. het oprichten van de <strong>Regionale</strong> Expertise Centra (er is een landelijk dekkend netwerk van ca. 35<br />

instellingen).<br />

De beslissing over het recht op een plaats in het speciaal onderwijs of op het leerlinggebonden budget ligt in<br />

handen van de commissies voor de indicatiestelling (CvI). Deze commissies zijn onafhankelijk van de speciale<br />

scholen, maar zijn wel gekoppeld aan <strong>Regionale</strong> Expertise Centra (REC’s). De schoolsoorten VSO zijn per regio<br />

gebundeld in vier clusters:<br />

Cluster 1 visueel gehandicapte leerlingen<br />

• scholen voor kinderen die blind of slechtziend zijn;<br />

• scholen voor meervoudig gehandicapte blinde of slechtziende kinderen;<br />

• voor cluster 1 scholen geldt een afwijkende regeling.<br />

Cluster 2 auditief en communicatief gehandicapte kinderen<br />

Cluster 3<br />

Cluster 4<br />

• scholen voor kinderen die doof (DOV) zijn;<br />

• scholen voor kinderen die slechthorend (sh) zijn;<br />

• scholen voor meervoudig gehandicapte dove of slechthorende kinderen;<br />

• scholen voor kinderen met ernstig spraak en/of taalmoeilijkheden (esm).<br />

• scholen voor verstandelijk gehandicapte kinderen, lichamelijk gehandicapte leerlingen (inclusief<br />

chronisch zieke kinderen) en meervoudig gehandicapte leerlingen;<br />

• scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK);<br />

• scholen voor langdurig zieke kinderen met somatische problematiek (LZK);<br />

• scholen voor kinderen met een lichamelijke handicap (mytylscholen);<br />

• scholen voor meervoudig gehandicapte kinderen met een lichamelijke handicap (tyltylscholen).<br />

• scholen voor leerlingen met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek;<br />

• scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK);<br />

• scholen voor langdurig psychiatrisch zieke kinderen (LZK);<br />

• scholen verbonden aan een pedologisch instituut (PI-scholen).<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 22


4.1. <strong>Regionale</strong> Expertise Centra (REC’s) in Den Haag en omgeving<br />

Cluster 2 Holland Flevoland<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Stichting Regionaal Expertise Centrum Noord-Holland en Flevoland en Leihaghe scholen van Leihage:<br />

www.rec2holland-flevoland.nl<br />

De Cor Emousschool (Den Haag)<br />

De Voorde (Rijswijk)<br />

Algemeen secretariaat CvI:<br />

REC2Holland-Flevoland<br />

Postbus 9853<br />

1006AN Amsterdam<br />

Telefoon: 020 - 346 06 62<br />

E-mail rec2hf@oogonderwijs.nl<br />

Cluster 3 REC Zuid Holland Midden (3-10)<br />

De Weerklank (Leiden)<br />

Effatha/Guyot (Zoetermeer)<br />

Stichting Regionaal Expertise Centrum Zuid-Holland Midden Cluster 3 scholen van Haagwinde: www.reczhm.nl<br />

Haags Tyltylcentrum (Den Haag)<br />

Haagse Mytylschool (Den Haag)<br />

De Piramide (Den Haag)<br />

Secretariaat CvI 3-10<br />

Clara van Sparwoudestraat 1<br />

2612 SP Delft<br />

Telefoon 015 2141066<br />

E-mail coördinator@reczhm.nl<br />

Cluster 4 REC West (4-19) www.recwest.nl<br />

Insp. W.P. Blokpoelschool (Den Haag)<br />

PI-school De Brug (Leiden)<br />

César Franckschool (Leiden)<br />

Eerste Ned. Buitenschool (Den Haag)<br />

CvI REC West:<br />

Binckhorstlaan 145<br />

2516 BA Den Haag<br />

Telefoon 070 305 20 65.<br />

E-mail cvi@recwest.nl<br />

Inspecteur S. de Vriesschool<br />

De Bernardusschool<br />

dr. C.E. van Koetsveldschool<br />

't Kraaienest<br />

Prof. dr. Leo Kannerschool (Oegstgeest)<br />

De Leidse Buitenschool (Katwijk)<br />

De Opperd (Rijswijk)<br />

J.C. Pleysierschool (Den Haag)<br />

(Den Haag)<br />

(Den Haag)<br />

(Den Haag)<br />

(Nootdorp)<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 23


4.2. Indicatie criteria<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Voor de bepaling van de toelaatbaarheid tot de zorg van het speciaal onderwijs spelen drie thema’s een<br />

cruciale rol:<br />

1. De stoornissen en/of beperkingen van de aangemelde leerling: de leerling is alleen toelaatbaar als de<br />

aard en de ernst van zijn stoornissen en/of beperkingen binnen de door de overheid geformuleerde<br />

criteria vallen.<br />

2. De beperking van de onderwijsparticipatie: de leerling is alleen toelaatbaar als de ernst van de<br />

beperking om aan onderwijs te kunnen deelnemen binnen de landelijke criteria valt.<br />

3. De mogelijkheid van adequate zorg vanuit de zorgstructuur van het regulier onderwijs of vanuit de<br />

zorgsector: de leerling is alleen toelaatbaar als voldoende wordt onderbouwd dat de zorg vanuit de<br />

zorgstructuur van het regulier onderwijs ontoereikend is.<br />

De thema’s zijn specifiek uitgewerkt in indicatiecriteria die in een ministeriële regeling zijn vastgelegd. Zie<br />

hiervoor de brochure: De Indicatiecriteria in vogelvlucht – de aangepaste criteria voor speciaal onderwijs en<br />

leerlinggebonden financiering. Een uitgave van de Landelijke Commissie Toezicht Indicatiestelling (LCTI). Het<br />

boekje is te downloaden via:<br />

http://speciaalonderwijs.kennisnet.nl/cluster4/verdieping4<br />

4.2.1. Wat zit er in de rugzak?<br />

De inhoud van de rugzak is samengesteld uit drie bedragen:<br />

• een bedrag voor formatie-uitbreiding (via t-1. bekostiging);<br />

• een bedrag voor ambulante begeleiding. (Dit bedrag gaat naar de school voor speciaal onderwijs die<br />

verantwoordelijk is voor de ambulante begeleiding);<br />

• een bedrag voor aanpassing van het lesmateriaal.<br />

Het handelingsplan:<br />

• de school is verplicht een handelingsplan op te stellen;<br />

• opstellen in overeenstemming met de ouders tot een maand na inschrijving;<br />

• herindicatie na drie jaar;<br />

• jaarlijkse evaluatie met de ouders.<br />

4.2.2. Hoe verloopt de aanvraag?<br />

Ouders dienen een aanvraag in. Volgens de wet gaat de ouder met alle informatie, verslagen van onderzoeken<br />

etc. naar een intakebureau, aanmeldpunt of loket van het REC. Deze bureaus helpen ouders hun aanvraag<br />

compleet te maken en leveren het dossier namens de ouders in bij het CvI. Bij een positieve indicatie van het<br />

CvI ontvangen de ouders/verzorgers hiervan een afschrift. Deze kunnen vervolgens kiezen: plaatsing op een<br />

speciale school of ambulante begeleiding. Wanneer de ouders voor ambulante begeleiding kiezen, gaan zij met<br />

hun beschikking naar de PO- of VO-school. Met de beschikking kan de school bij de CFI de gelden aanvragen.<br />

De reguliere school maakt een handelingsplan voor de leerling.<br />

4.2.3. Wanneer aanvragen?<br />

De indicatie is clustergebonden, maar geldt zowel voor het speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs<br />

als voor ambulante begeleiding en is bij iedere REC drie jaar geldig. De indicatie is niet schoolafhankelijk en<br />

hoeft dus niet bij de overstap van basis -naar voortgezet onderwijs opnieuw aangevraagd te worden, maar kan<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 24


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

elk moment door ouders aangevraagd worden. De beschikking regelt de toelaatbaarheid met ingang van de<br />

beschikkingsdatum. Het schoolbestuur beslist over plaatsing.<br />

Voor de eerste stap zijn de volgende documenten benodigd:<br />

• aanmeldingsformulier;<br />

• toestemmingsverklaring voor ouders;<br />

• persoonsgegevens leerling;<br />

• hulpvraag ouders en eventueel verwijzende school of instantie;<br />

• voorgeschiedenis, anamnese;<br />

• een psychiatrisch en/of psychodiagnostisch onderzoeksverslag niet ouder dan 2 jaar;<br />

• het clustergebonden onderwijskundig rapport of gegevens van zorginstanties (als een kind niet naar<br />

school gaat) zo recent mogelijk, maar niet ouder dan 6 maanden.<br />

Specifieke eisen per cluster:<br />

• cluster 2: een logopedisch rapport niet ouder dan een half jaar;<br />

• cluster 3: afhankelijk van schoolsoort een SRZ onderzoek/Rapportage medisch onderzoek;<br />

• cluster 4: een verklaring van een medisch specialist (psychiater) of GZ-psycholoog over de stoornis van<br />

de leerling en een verklaring van een zorginstantie (Bureau Jeugdzorg) dat buiten school extra hulp is/<br />

wordt geboden.<br />

4.2.4 Criteria cluster-4:<br />

Om een cluster 4 indicatie te krijgen, moet een leerling voldoen aan de volgende criteria:<br />

1. Er is sprake van ernstige gedrags- of kinderpsychiatrische problematiek in termen van DSM-IV of een half jaar<br />

geïndiceerde hulpverlening zonder vooruitgang;<br />

2. De sociaal-emotionele problematiek of gedragsproblemen manifesteren zich zowel in het onderwijs als in de<br />

thuissituatie en/of vrijetijdsbesteding;<br />

3. Er is sprake (geweest) van bemoeienis vanuit jeugdzorg en/of een kinderpsychiatrische voorziening;<br />

4. Er is een ernstige structurele beperking in de deelname aan het onderwijs waardoor de leerling niet voldoet<br />

aan de algemene leervoorwaarden met betrekking tot het vereiste gedrag voor regulier onderwijs;<br />

5. Er is aangetoond dat de beschikbare reguliere zorgstructuur vanuit de school en het samenwerkingsverband<br />

niet toereikend is; tevens is er te weinig vooruitgang ondanks extra zorg. De geboden zorg is aangetoond<br />

middels geëvalueerde handelingsplannen t.a.v. de gedragsproblematiek/sociaal-emotionele problematiek,<br />

die niet ouder zijn dan een half jaar.<br />

4.3. Opbouw van het dossier cluster 4<br />

Een dossier bestaat uit drie delen:<br />

1. informatie van de ouders;<br />

2. informatie van de hulpverlening over de stoornis;<br />

3. informatie van de school over de onderwijsbeperking.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 25


1. Informatie van de ouders:<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Een indicatie voor speciaal onderwijs of ambulante begeleiding krijgen is een ingewikkelde <strong>procedure</strong>. Een<br />

ouder mag zelf een dossier samenstellen en naar de CvI sturen, REC West adviseert ondersteuning te vragen<br />

van de aanmeldpunten. Voor de ouders zijn hieraan geen kosten verbonden. De trajectbegeleiders van de<br />

aanmeldpunten zijn goed op de hoogte van de gang van zaken en eisen rond dossiervorming.<br />

Er is een aantal aanmeldpunten binnen REC West, verdeeld per regio. Ook is onderscheid gemaakt tussen<br />

aanmeldpunten voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs en MBO. Zie punt 4.5.1. Aanmeldpunten (zie ook<br />

www.recwest.nl en www.deloodsboot.com)<br />

De ouders/verzorgers of de wettelijk vertegenwoordiger van de leerling dienen de aanvraag in met:<br />

• aanmeldingsformulier LGF;<br />

• gedragsvragenlijst voor kinderen (CBCL);<br />

• verslag van het intakegesprek, of gegevens van het maatschappelijk werk.<br />

2. Informatie van de hulpverlening over de stoornis<br />

Voor plaatsing in het speciaal onderwijs van REC West dient een integrale stoornis te worden aangetoond: de<br />

problemen mogen niet alleen op school spelen, maar ook thuis of in de vrije tijd. Het betreft een verklaring van<br />

een medisch specialist of bevoegd psychodiagnosticus en rapportages van de hulpverlening. De ouders kunnen<br />

voor dit onderdeel van het dossier hulp vragen aan hun casemanager van Bureau Jeugdzorg. Wanneer ouders<br />

zich reeds aangemeld hebben bij Intakebureau de Strandwacht of bij intakebureau Pleysierschool dan wordt<br />

het opvragen van deze documenten door het intakebureau gedaan, mits hiervoor een toestemmingsverklaring<br />

is ondertekend door de ouders:<br />

• een stoornisverklaring of een verklaring waaruit blijkt dat een half jaar geïndiceerde hulpverlening<br />

onvoldoende resultaat heeft gehad;<br />

• een verklaring van externe hulpverlening.<br />

3. Informatie van de school over de onderwijsbelemmering.<br />

De stamschool ondersteunt de aanvraag van de ouders met:<br />

• een onderwijskundig rapport (OKR cluster-4), niet ouder dan 6 maanden;<br />

• een gedragsvragenlijst voor kinderen 4-18 jaar, informatie leerkracht (TRF of SEV);<br />

• evaluatie van het uitgevoerde zorgtraject op school (handelingsplan).<br />

NB: Onvoldoende gegevens<br />

De CvI neemt alleen volledige dossiers in behandeling. Bij ontbrekende gegevens heeft de CvI in laatste<br />

instantie de mogelijkheid de Commissie van begeleiding van een van de REC-scholen te vragen aanvullend<br />

onderzoek te doen. Dit heeft alleen zin wanneer uit het dossier blijkt dat de leerling aan de overige criteria<br />

voldoet. Als een dossier in behandeling is genomen, dan wordt binnen acht weken een besluit genomen.<br />

4.4. De indicatiestelling<br />

In een positieve beschikking verklaart de commissie dat een leerling is geïndiceerd voor speciaal onderwijs van<br />

cluster 4 of een leerlinggebonden budget voor ambulante begeleiding, gedurende een periode van maximaal<br />

drie jaar.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 26


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De commissie geeft een schooladvies. Daarbij wordt gekozen uit de scholen van REC West, op basis van<br />

leerlingproblematiek. De commissie kan de ouders ook adviseren gebruik te maken van ambulante begeleiding.<br />

In dat geval worden de ouders verwezen naar de Dienst Ambulante Begeleiding van REC West.<br />

Na de indicatiestelling melden ouders hun kind aan bij één van de REC-scholen. De school beslist met de ouders<br />

over aanbod (handelingsplan), lesplaats en plaatsingsdatum. Zo nodig wordt aanvullend onderzoek gedaan<br />

door de Commissie van begeleiding van de school.<br />

4.5. Trajectverloop<br />

Het traject van REC West verloopt als volgt:<br />

1. Ouders bellen naar het aanmeldpunt dat voor hen in aanmerking komt (zie voor Aanmeldpunten punt 4.3. of<br />

bekijk www.deloodsboot.com of www.recwest.nl).<br />

2. De trajectbegeleider kan vertellen welke informatie vereist is voor een indicatie. Onder downloads<br />

(www.recwest.nl ) zijn de meeste dossieronderdelen te vinden. Op verzoek kan per post een<br />

informatiepakket worden opgestuurd. Ook kan een afspraak gemaakt worden voor een intakegesprek.<br />

3. Het dossier wordt compleet gemaakt.<br />

4. Het complete dossier wordt door het aanmeldpunt opgestuurd naar de CvI.<br />

5. De CvI verstuurt een ontvangstbevestiging naar het aanmeldpunt.<br />

6. Indien nodig wordt aanvulling gevraagd door de CvI.<br />

7. Binnen 8 weken neemt de CvI een besluit en stelt de ouders en het aanmeldpunt daarvan op de hoogte.<br />

8. Ouders zoeken een school of ambulante dienst, eventueel kan het aanmeldpunt daarbij ondersteunen.<br />

4.5.1. Aanmeldpunten<br />

REC West is opgedeeld in twee regio’s: regio Noord en regio Zuid (zie voor deze verdeling ook<br />

www.deloodsboot.com > aanmelden of www.recwest.nl > aanmeldpunten).<br />

Voor intake voor het Speciaal Onderwijs (SO) of LGF (rugzakje) regio Den Haag<br />

kunt u contact opnemen met:<br />

CvI Intakebureau PO Den Haag De Loodsboot| Paddepad 8, 2554 HZ Den Haag | t 070-32 54 002<br />

De Loodsboot is onderdeel van het Regionaal ExpertiseCentrum (REC) West en is ondergebracht bij De<br />

Strandwacht, school verbonden aan het Pedologisch Instituut.<br />

Voor intake voor het Speciaal Onderwijs (SO) of LGF (rugzakje) regio Leiden en Den Haag<br />

kunt u contact opnemen met:<br />

CvI Intakebureau VSO Pleysierschool | Binckhorstlaan 145, 2516 BA Den Haag | t 070-33 80 680<br />

Voor intake voor het Speciaal Onderwijs (SO) of LGF (rugzakje) regio Leiden kunt u terecht bij:<br />

CvI Intake Regio Noord - mevrouw J. Marks | Zeemanlaan 22A, 2313 SZ Leiden | t 071-52 88 642<br />

4.6. Welke kinderen gaan er naar REC 4?<br />

Kinderen die een zodanige ernstige en structurele beperking in de deelname aan het onderwijs vertonen<br />

waardoor de leerling niet voldoet aan de algemene leervoorwaarden met betrekking tot het vereiste gedrag<br />

voor regulier onderwijs. Er dient sprake te zijn van een gedragsstoornis of een psychiatrische aandoening,<br />

vastgesteld door een psychiater en/of een geregistreerde gezondheidspsycholoog. De problemen die deze<br />

kinderen hebben zijn van invloed op de thuissituatie en/of in de vrije tijd en ouders hebben reeds hulp gezocht<br />

(individuele hulp/training voor het kind) bij externe hulpverleningsinstanties, zoals Bureau Jeugdzorg.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 27


4.6.1. Stoornissen en psychiatrische aandoeningen<br />

Globaal worden drie typen stoornissen onderscheiden:<br />

1. Ontwikkelingsstoornissen;<br />

2. emotionele stoornissen;<br />

3. gedragsstoornissen.<br />

Ze worden geclassificeerd volgens het internationale systeem DSM – IV.<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Ontwikkelingsstoornissen hebben betrekking op een gestoorde contactname en zijn de autistische stoornis,<br />

stoornis van Rett, desintegratiestoornis van de kinderleeftijd, stoornis van Asperger en de pervasieve<br />

ontwikkelingsstoornis NAO.<br />

Emotionele stoornissen hebben meer betrekking op internaliserend gedrag, zoals dat geldt bij selectief<br />

mutisme, de obsessieve compulsieve stoornis, de reactieve hechtingstoornis, de posttraumatische<br />

stressstoornis, gegeneraliseerde angststoornis, depressieve stoornis en somatisatie stoornis.<br />

Gedragsstoornissen zijn meer externaliserend, zoals de gedragsstoornis Conduct Disorder (CD) en de<br />

oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD). Uitzonderingen zijn de gedragsstoornis NAO en de<br />

aanpassingsstoornis. Ook de aandachttekort stoornis, al dan niet met hyperactiviteit, wordt tot deze groep<br />

gerekend.<br />

De classificatie wordt vastgesteld door een bevoegd onderzoeker, zoals een kinder- en jeugdpsychiater.<br />

Hiervoor zijn ouders verwezen naar Bureau Jeugdzorg of De Jutters.<br />

Soms is de diagnostiek nog niet afgerond, maar wordt een kind al langer dan een half jaar behandeld of<br />

begeleid, met onvoldoende resultaat. Wanneer het door bureau jeugdzorg geïndiceerde hulpverlening betreft,<br />

kan dit ook gelden als indicatiegrondslag.<br />

4.6.2. Integraliteit<br />

De stoornis van een kind dient een schooloverstijgend probleem te zijn en zal dus ook spelen in de thuissituatie<br />

en/of de vrije tijd. Dat moet blijken uit gegevens van het maatschappelijk werk over de thuissituatie. Een<br />

screeningsverslag van Bureau Jeugdzorg of een raadsonderzoek bevat veelal die informatie. Maar een<br />

maatregel, getroffen door de kinderrechter, levert voldoende bewijslast.<br />

4.6.3. Externe hulpverlening<br />

De integraliteit moet ook blijken uit de externe hulpverlening die de ouders hebben gezocht. Het gaat dan om<br />

behandeling door een voorziening als Jeugdhulpverlening, Jeugd-GGZ of hulp door een kinderpsychiatrische<br />

voorziening of Jeugdbescherming. De hulp dient gericht te zijn op de problematiek van het kind.<br />

4.6.4. Ernstige onderwijsbeperking<br />

De schoolgang levert ernstige problemen op. Er is sprake van ernstige tekortkomingen in leer- en taakgedrag,<br />

zoals werkhouding, taakgerichtheid, aandacht en motivatie of ernstige problemen in de interactie met het<br />

onderwijsgevend personeel en/of ernstig storend gedrag ten aanzien van het onderwijsleerproces van<br />

medeleerlingen. Het kan ook gaan om extreem gedrag, waarbij op basis van psychodiagnostisch onderzoek<br />

blijkt dat de leerling een gevaar voor zichzelf of voor anderen is, de leerling zelfverwondend of suïcidaal gedrag<br />

vertoont, lijdt aan ernstige depressie, extreem fysiek of extreem verbaal agressief gedrag vertoont.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 28


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De genoemde problemen zijn manifest gedurende minimaal een jaar, beperken zich niet tot een bepaalde<br />

situatie, en worden weinig of niet beïnvloed door op de problemen gerichte aanpak en afspraken. De ernstige<br />

beperking wordt door de intern begeleider van de school met de ouders beschreven in een onderwijskundig<br />

rapport. Bespreking in de zorgcommissie van het samenwerkingsverband*, individueel psychologisch<br />

onderzoek, toetsing van de opbrengst van de handelingsplanning en afwijzing door de PCL voor plaatsing in het<br />

speciaal basisonderwijs, en eventueel een melding bij de leerplichtambtenaar, zijn daaraan vooraf gegaan.<br />

*Interventie van/samenwerking met het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs is een belangrijk onderdeel<br />

in de cluster-4 aanvraag.<br />

4.6.5. Zorgstructuur regulier onderwijs<br />

Gedurende een termijn van tenminste een half jaar dient aangeboden schoolse ‘zorg’ (omschreven in een<br />

handelingsplan met tenminste één gedragsdoel) onvoldoende effect te hebben gesorteerd, ondanks het feit<br />

dat deze zorg voldoet aan de criteria van een goed handelings- of zorgplan. Onder de zorgstructuur van het<br />

regulier onderwijs wordt behalve de binnenschoolse zorg van de (speciale) scholen voor basisonderwijs en<br />

voortgezet onderwijs - in de vorm van individuele handelingsplanning door de groepsleerkracht en extra zorg<br />

van Interne Begeleiding en Remedial Teaching, tevens de bovenschoolse zorg van de samenwerkingsverbanden<br />

Weer Samen Naar School en VO/VSO en de Onderwijsbegeleidingsdiensten - in de vorm van diagnostiek, inzet<br />

expertise leerlingenzorg, zorgplatform of ambulante begeleiding vanuit sbao/vso-school- verstaan. Daarnaast<br />

kan buitenschoolse zorg worden verstrekt via een instelling voor jeugdzorg of andere gespecialiseerde vormen<br />

van hulp bij gedrags- en psychiatrische problemen.<br />

4.7. Extra tips<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

•<br />

verwijs ouders van zorgleerlingen eerst naar Bureau Jeugdzorg; als dit aanbod na een half jaar<br />

onvoldoende oplevert is het onderzoeken van een mogelijk cluster-4 aanvraagtraject<br />

aanbevelenswaardig;<br />

leerlingen met een IQ70 bij cluster 4 (www.deloodsboot.com > a of www.recwest.nl);<br />

de vaststelling van een stoornis door een medisch specialist of GZ-psycholoog is anders dan het ipo van<br />

het HCO naar IQ en leerachterstand. Het vaststellen van sociaal-emotionele problematiek, zoals dat<br />

voor RVC/ LWOO2 geldt, is onvoldoende voor het speciaal onderwijs;<br />

het OKR voor de aanvraag voor speciaal onderwijs is anders dan het OKR <strong>Haaglanden</strong>;<br />

voor een aanvraag moet minimaal, gedurende een half jaar, een gedragshandelingsplan zijn uitgevoerd<br />

met onvoldoende gedragsverbetering;<br />

cluster 4 gaat over leervoorwaarden voor wat betreft gedragsstoornissen en psychiatrische ziekte, en<br />

niet didactische vorderingen en leerachterstand. Het OKR over de ernstige onderwijsbeperking en de<br />

handelingsplanning moeten betrekking hebben op ernstige sociaal-emotionele problematiek (zgn.<br />

ontwikkelings-, emotionele of gedragsstoornissen);<br />

in de aanloopfase kan het goed zijn, bij het REC (De Loodsboot), hulp in de vorm van preventieve<br />

ambulante begeleiding (PAB) in te roepen. De begeleiding duurt dan maximaal een half jaar.<br />

Preventieve begeleiding wordt betaald door de school waar het kind is ingeschreven. Hiervoor<br />

hoeft een leerling niet geïndiceerd te zijn;<br />

bij de leerplichtambtenaar, vanwege hun gedrag aangemelde, thuiszittende leerlingen kunnen bij het<br />

REC worden aangemeld voor een crisisplaatsing;<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 29


•<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

ouders kunnen zelf de website van REC West/ De Loodsboot raadplegen (www.recwest.nl +<br />

www.deloodsboot.com).<br />

Checklist indicatiestelling cluster 4<br />

Aanvraag (ouders). (Voor hulp zie onderdeel aanmeldpunten 4.5.1)<br />

• Aanmeldingsformulier ouders<br />

• Gegevens van het maatschappelijk werk (Afhankelijk van de stoornis hebben de ouders een gesprek<br />

met de maatschappelijk werker)<br />

• Gedragsvragenlijst kinderen 4 - 18 jaar (CBCL)<br />

Stoornis (jeugdhulpverlening)<br />

• Recente vaststelling stoornis in psychiatrisch of<br />

• Psychodiagnostisch onderzoek<br />

• Hulpverleningsverklaring<br />

Onderwijsbeperking (stamschool)<br />

• Onderwijskundig rapport cluster 4<br />

• Gedragsvragenlijst leerkracht (TRF)<br />

• Evaluatie van het handelingsplan, dat gedurende een half jaar is aangeboden<br />

Bron: www.recwest.nl<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 30


5. Toetsen en testen<br />

5.1. Didactisch onderzoek<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Didactisch onderzoek is onderzoek naar leerachterstanden. Leerlingen met een LWOO- of PrO-advies moeten<br />

voor de aanvraag bij de RVC-VO deel hebben genomen aan goedgekeurde toetsen op de volgende<br />

leergebieden: technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen.<br />

5.1.1. CITO Eindtoets<br />

De CITO Eindtoets wordt afgenomen van 5 t/m 7 februari <strong>2013</strong>. De CITO Eindtoets is in de regio <strong>Haaglanden</strong><br />

niet verplicht. Basisscholen kunnen er ook voor kiezen om een intelligentieonderzoek af te laten nemen.<br />

Dit schooljaar zal voor het eerst gewerkt worden met twéé papieren versies van de Cito Eindtoets: de Eindtoets<br />

Niveau en de Eindtoets Basis. De versies overlappen elkaar gedeeltelijk, maar verschillen in moeilijkheidsgraad.<br />

De Eindtoets Niveau is bedoeld voor leerlingen (landelijk 25%) van wie wordt ingeschat dat zij doorstromen<br />

naar brugklastype vmbo basis of vmbo kader. De Eindtoets Basis is bedoeld voor leerlingen (landelijk 75%) met<br />

een basisschooladvies vmbo gemengd/theoretische leerweg of hoger.<br />

Cito adviseert bij twijfel te kiezen voor de Eindtoets Basis. Verder kunnen bepaalde leerlingkenmerken, zoals<br />

toetsangst, bij twijfel de doorslag geven om te kiezen voor het lagere of hogere niveau. Een leerling die weinig<br />

zelfvertrouwen heeft wanneer het om toetsen gaat, kan bij twijfel beter de Eindtoets Niveau maken. De<br />

digitale versie van de Cito Eindtoets wordt gehandhaafd en kan ingezet worden als inhaaltoets.<br />

In de regio <strong>Haaglanden</strong> worden veelal onderstaande bandbreedtes gehanteerd bij het bepalen van het<br />

onderwijsniveau. Ze worden door het VO beschouwd als adviesgetallen. Het schema voor de bandbreedtes is<br />

iets aangepast ten opzichte van vorig jaar. De voornaamste verandering zit in het overleggebied.<br />

Niveau AO Overleg (OV)<br />

PO onderbouwt bsa met aanvullende<br />

onderwijskundige informatie*<br />

ondergrensgebied bovengrensgebied<br />

Basis ≤514 515-518 519-520 ≥521<br />

Kader ≤520 521-526 527-528 ≥529<br />

TL ≤526 527-531 532-533 ≥534<br />

TL/havo ≤528 529-533 534-535 ≥536<br />

havo ≤531 532-535 536-537 ≥538<br />

havo/vwo ≤535 536-538 539-540 ≥541<br />

vwo ≤539 540-542 543-544 ≥545<br />

* Leerlingen die in het overleggebied vallen kunnen toelaatbaar zijn voor dit onderwijstype indien andere gegevens (denk aan: Cito<br />

LOVS, Drempelonderzoek, leerlingkenmerken en de visie van de PO-school) er op wijzen dat de leerling dit onderwijstype aan kan. Zeker<br />

in het ondergrensgebied is goed overleg tussen PO en VO over deze leerlingen, ook los van het onderwijskundig rapport, van groot<br />

belang.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 31<br />

PL


Aanvullend onderzoek (AO)<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De gegevens van de leerling wijken zodanig af van het basisschooladvies dat het VO er wellicht voor kiest nader<br />

onderzoek te (laten) verrichten. Op basis van de uitslag van dit onderzoek, gevolgd door overleg met de<br />

betreffende basisschool, besluit de VO-school of de leerling toelaatbaar is.<br />

Overleg (OV)<br />

Sommige leerlingen scoren binnen het overleggebied. <strong>BOVO</strong> heeft hierin een tweedeling gemaakt. In de<br />

praktijk ligt een basisschooladvies regelmatig hoger (soms ook lager) dan de uitkomst van de Cito Eindtoets.<br />

Hoewel dit realistisch kan zijn en het basisschooladvies in deze regio leidend is, roept een dergelijk<br />

incongruentie vragen op aan de kant van de VO-school en kan het toelatingsproces vertraging oplopen. Als PO-<br />

scholen de basisschooladviezen in het ‘overleggebied’ onderbouwen met onderwijskundige informatie, zoals<br />

het Cito LOVS, leerlingkenmerken en de visie van de school kan een dergelijke vertraging voorkomen worden.<br />

Als een leerling laag in het overleggebied scoort is direct contact (vb. telefonisch) tussen PO- en VO-school een<br />

waardevolle aanvulling op het onderwijskundig rapport.<br />

Plaatsbaar (PL)<br />

Het VO zal de leerling op grond van deze gegevens waarschijnlijk zonder nader overleg plaatsen.<br />

5.1.2. Drempelonderzoek<br />

Het Drempelonderzoek bestaat uit vijf didactische toetsen. Door middel van de toetsen op het gebied van<br />

technisch lezen, spelling, woordenschat, begrijpend lezen en rekenen zetten de onderzochte leerlingen zichzelf<br />

per onderdeel in een rij. Het onderdeel woordenschat is geen vereiste voor de RVC-VO, maar geeft wel<br />

aanwijzingen voor juiste advisering.<br />

De behaalde scores worden uitgedrukt in didactische leeftijdsequivalenten (DLE) en ABCDE-scores en op deze<br />

wijze vergeleken met scores van basisschoolleerlingen in de groepen 5 tot en met 8. Daarnaast werkt Bureau<br />

678 Onderwijsadvisering sinds 1 augustus 2009 met een Didactisch Quotiënt (DQ) binnen het<br />

Drempelonderzoek. Het DQ maakt een nauwkeurigere verwijzing naar onderwijstype mogelijk. Tevens wordt<br />

de leerwinst die leerlingen maken in de periode september – februari opgenomen in het DQ. Verwijzing naar<br />

de Cito eindscore is hierdoor een stuk stabieler. Ook wordt het mogelijk om het verband tussen het<br />

intelligentieniveau en de didactische prestaties zichtbaar te maken. Zijn de getallen ongeveer gelijk, dan<br />

presteert de leerling volgens verwachting. Is het gat tussen IQ en DQ groot, dan is het verstandig om op zoek te<br />

gaan naar oorzaken en mogelijke remediëring.<br />

Met behulp van een plaatsbepalingformulier worden de individuele scores van leerlingen vergeleken met<br />

scores van verschillende onderwijstypen. Het didactische profiel van de leerling wordt vertaald in een<br />

plaatsingsadvies op basis van een ‘veilige’ plek voor de leerling. Een leerling is veilig als ongeveer 20%<br />

leerlingen in zijn omgeving minder weten/kunnen.<br />

Meer informatie kunt u lezen op www.drempelonderzoek.nl.<br />

5.1.3. Cito Leer- en onderwijsvolgsysteem (Cito LOVS)<br />

Naast het drempelonderzoek staat de RVC-VO ook andere didactische toetsen toe voor LWOO- en PrO-<br />

leerlingen. Bij de leergroepgebonden toetsen, zoals de LOVS-toetsen van het Cito leerlingvolgsysteem, dienen<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 32


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

de RVC’s uit te gaan van toetsen die aansluiten bij het werkelijke didactische niveau van de leerling. Dit<br />

betekent dat schoolverlaters op de basisschool soms toetsen moeten maken die in jaargroepen daarvoor<br />

gebruikt worden.<br />

5.1.4. Adaptief toetsen<br />

Vermoedelijke LWOO- en PrO-leerlingen dienen adaptief getoetst te worden. Hierbij kiest u op grond van uw<br />

verwachting een toets die de leerling qua niveau redelijk zou moeten kunnen maken. Voor een groep 8 leerling<br />

met een leerachterstand betekent dit afname van een toets van een lagere groep. De werkwijze is als volgt:<br />

• kies een leergebied;<br />

• schat het niveau in van de leerling;<br />

• kies een toets die bij dit niveau past;<br />

• laat de leerling de toets maken;<br />

• het verschil tussen de DL die hoort bij de toets en de DLE van de leerling mag 10 punten zijn.<br />

• verschil DLE – DL max tien punten : toets voldoet<br />

DL >10 punten hoger dan DLE : terugtoetsen<br />

DLE > 10 punten hoger dan DL : doortoetsen<br />

Nb. Je hoeft niet altijd door of terug te toetsen als je adaptief getoetst hebt. Er moet in ieder geval worden<br />

door- of teruggetoetst indien:<br />

- dit toetsresultaat duidelijk afwijkt van de gegevens uit het OKR of het LOVS;<br />

- er sprake is van strijdige gegevens (vb. sommige gegevens verwijzen naar PrO en andere naar LWOO);<br />

- er sprake is van een IQ tussen 75 en 80 (omdat dit het overlapgebied is tussen LWOO en PrO).<br />

5.2. Intelligentieonderzoek<br />

De <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> stelt PO-scholen niet verplicht leerlingen te laten deelnemen aan de Cito Eindtoets. Er kan<br />

ook gekozen worden voor een intelligentieonderzoek (IQ-test). Als een leerling het advies LWOO of PrO krijgt,<br />

is een intelligentieonderzoek zelfs verplicht. In deze gevallen draagt de PO-school zorg voor afname van een<br />

intelligentieonderzoek. De uitslag van het intelligentieonderzoek wordt meegezonden met het<br />

basisschooladvies. De intelligentieonderzoeken die afgenomen worden zijn o.a. de WISC-III, SON-R 5½-17, NIO<br />

en NDT.<br />

Intelligentieonderzoeken die individueel afgenomen worden (vb. WISC III) verdienen volgens de RVC-VO de<br />

voorkeur boven klassikaal afgenomen onderzoeken. In een flink aantal gevallen blijken klassikale, schriftelijke<br />

tests niet geschikt voor delen van de leerlingenpopulatie. Dit hangt meestal samen met ernstige taal- en<br />

leesproblemen van de leerling, als gevolg van dyslexie, een spraak- taalstoornis of Nederlands als tweede taal.<br />

Klassikale intelligentieonderzoeken als de NIO en de NDT zijn wel toegestaan, omdat individueel onderzoek<br />

voor alle leerlingen met een LWOO- of PrO-niveau vaak voor basisscholen niet realiseerbaar is. <strong>BOVO</strong> raadt<br />

basisscholen aan de uitslag op de NIO of NDT te toetsen aan eventueel eerder onderzoek dat gedaan is en aan<br />

de eigen mening van de school over het kind. Mocht de uitslag hiermee niet in overeenstemming zijn, kan de<br />

basisschool, indien (financieel) mogelijk, er toe besluiten bij een leerling alsnog een individueel<br />

intelligentieonderzoek af te laten nemen. Goedkeuring van de ouders is hiervoor een voorwaarde.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 33


Als bandbreedte voor intelligentieonderzoeken hanteren we de RVC-VO criteria:<br />

Schooltype Intelligentiequotiënt binnen de bandbreedte:<br />

PrO 55 t/m 80<br />

LWOO 75 t/m 90<br />

91 t/m 120<br />

De NIO hanteert voor vmbo, havo en vwo de volgende criteria:<br />

Schooltype Intelligentiequotiënt binnen de bandbreedte:<br />

vmbo–basisberoepsgericht 79 - 100 (gemiddeld: 89.1)<br />

vmbo-kaderberoepsgericht 84 - 106 (gemiddeld: 94.1)<br />

vmbo-theoretisch 90 - 112 (gemiddeld: 100.3)<br />

havo 98 - 120 (gemiddeld: 107.9)<br />

vwo 104- 130 (gemiddeld: 116.7)<br />

Bron: Handleiding NIO, Boom test uitgevers, Amsterdam, okt. 2004 © H. van Dijk & P.J. Tellegen<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Bij anderstalige leerlingen die afkomstig zijn uit het buitenland en slechts enkele jaren Nederlandstalig<br />

onderwijs hebben gehad werd voorheen de SON-r afgenomen. Deze test wordt sinds per juli 2011 niet meer<br />

als betrouwbaar geacht wegens verouderde normen.<br />

De projectgroep neveninstromers biedt de mogelijkheid de NDT te laten afnemen. Deze test wordt door de<br />

RVC-VO geaccepteerd en is een betrouwbaar alternatief voor de NIO. Leerlingen die vanuit de projectgroep<br />

neveninstromers hiervoor in aanmerking komen voldoen aan de volgende criteria:<br />

• De leerling heeft op 01-08-<strong>2012</strong> de leeftijd om door te stromen naar het VO.<br />

• De leerling is op 01-08-<strong>2012</strong> langer dan 1,5 jaar in Nederland woonachtig, maar korter dan 3,5 jaar.<br />

• De school heeft, op basis van leertempo en didactische vaardigheden, de inschatting dat de leerling geschikt<br />

is voor LWOO of PRO.<br />

Voor meer informatie: HCO, Remy Fermont (r.fermont@hco.nl).<br />

5.3. Sociaal-emotioneel onderzoek<br />

Leerlingen bij wie de leerachterstand niet verklaard kan worden door beperkte cognitie (IQ 91 t/m 120) kunnen<br />

toch toegelaten worden tot LWOO indien er bij de leerling sprake is van sociaal-emotionele problematiek<br />

waardoor het onderwijsleerproces substantieel wordt belemmerd. Het gaat om problematiek op het gebied<br />

van faalangst, prestatiemotivatie of sociaal-emotionele instabiliteit.<br />

De sociaal-emotionele problematiek dient te worden aangetoond met behulp van sociaal-emotionele<br />

testinstrumenten. De uitslagen op zichzelf zijn niet voldoende. Een schriftelijk oordeel is vereist van een<br />

bevoegd professional, op basis van één of meer door de RVC-VO toegestane instrumenten. Er moet sprake zijn<br />

van sociaal-emotionele problematiek in relatie tot de leerprestaties.<br />

Let op: Sommige instrumenten in de lijst met toegestane instrumenten voor de indicatiestelling LWOO en PrO,<br />

mogen alleen gebruikt worden in combinatie met een ander instrument van de lijst. Welke instrumenten dit<br />

zijn is terug te vinden op de lijst.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 34


Er zijn drie soorten instrumenten:<br />

• leerling-onderzoeken/vragenlijsten;<br />

• leerkrachtvragenlijsten;<br />

• oudervragenlijsten.<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Schriftelijke zelfbeoordelingvragenlijsten zijn veelal te moeilijk voor leerlingen met grote leerachterstanden<br />

(met name op het gebied van begrijpend lezen). De RVC-VO raadt schriftelijke zelfbeoordelinglijsten af voor<br />

leerlingen die op het gebied van begrijpend lezen een DLE hebben die lager is dan 30 (niveau van eind groep 5).<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 35


6. RVC-VO<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De informatie uit dit hoofdstuk is afkomstig van de RVC-VO <strong>Haaglanden</strong> website: www.rvcvohaaglanden.nl<br />

De RVC-VO geeft een beschikking af waaruit blijkt dat een leerling is aangewezen op het LWOO<br />

(Leerwegondersteunend onderwijs) of toelaatbaar is tot het PrO (praktijkonderwijs). LWOO is een voorziening<br />

die deel uit maakt van de zorgstructuur van het vmbo. Het PrO is een voorziening, die op zichzelf staat. De<br />

regionale verwijzingscommissie bepaalt aan de hand van door het ministerie van OC&W vastgestelde criteria of<br />

een leerling in aanmerking komt voor deze voorzieningen. Het gaat om de bepaling van toelaatbaarheid van de<br />

leerling en het afgeven van een beschikking hiervoor. De school regelt in samenspraak met de wettelijke<br />

vertegenwoordiger(s) de inhoud van de zorg die aan de leerling geboden wordt of zal gaan worden.<br />

6.1. Aanvragen van een indicatiestelling<br />

6.1.1. Wie vraagt een RVC-beschikking aan?<br />

Het bevoegd gezag van een vmbo-school of school of afdeling voor PrO dient de aanvraag tot indicatiestelling<br />

in bij de RVC-VO die werkzaam is voor het samenwerkingsverband waarvan de school deel uitmaakt. Hierbij<br />

wordt gebruik gemaakt van een landelijk vastgesteld aanmeldingsformulier. De school overlegt vooraf met de<br />

wettelijke vertegenwoordiger(s) van de leerling over de aanvraag tot indicatiestelling. Zij ontvangen een kopie<br />

van het aanmeldingsformulier.<br />

6.1.2. Voor welke leerlingen kan een indicatiestelling worden aangevraagd en wanneer?<br />

• Leerlingen die vanuit het PO of VSO instromen in het eerste leerjaar van het vmbo of in het PrO.<br />

Wanneer?<br />

Vóór 1 oktober van het eerste leerjaar.<br />

• Leerlingen bij wie tijdens het eerste leerjaar vmbo blijkt dat een indicatiestelling wenselijk is.<br />

Wanneer?<br />

Het gehele eerste leerjaar tot uiterlijk 31 juli. Deze leerlingen mogen nog niet eerder geïndiceerd zijn<br />

door een RVC-VO.<br />

• Bijzondere regeling:<br />

Er kan een aanvraag tot indicatiestelling voor PrO worden ingediend voor een leerling voor wie naar het<br />

oordeel van het bevoegd gezag het zorg-en onderwijsaanbod van het PrO het beste aansluit bij de<br />

behoeften van de leerling en die het vmbo bezoekt met een positieve beschikking LWOO of beschikt<br />

over een positieve indicatie van het CvI voor toelating tot het (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel<br />

leerlinggebonden financiering.<br />

Vreemdelingen (conform artikel 10g lid 4 VWO):<br />

• Vreemdelingen (leerlingen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben) die op 1 oktober van het<br />

schooljaar waarin zij voor het eerst worden meegeteld als leerling in het voortgezet onderwijs, korter<br />

dan 1 jaar in Nederland zijn, kunnen niet bij de RVC-VO worden aangemeld.<br />

• Pas na het betreffende schooljaar, waarin zij voor de eerste keer worden meegeteld, kunnen<br />

vreemdelingen worden aangemeld voor indicatiestelling bij de RVC-VO (aanvraag tussen 1 aug en 1 okt).<br />

• In de tussentijd krijgt de school voor deze leerlingen een verhoging van de cumi-vo-vergoeding.<br />

• Antillianen vallen niet onder deze regeling; zij hebben de Nederlandse nationaliteit.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 36


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Voorbeeld 1 Voorbeeld 2<br />

Binnenkomst in Nederland 01-05-2011 01-11-2011<br />

Inschrijving op een school 01-08-2011 01-12-2011<br />

Telt mee als cumi-vo-leerling op teldatum 01-10-2011 01-10-<strong>2012</strong><br />

Aanvraag indicatiestelling RVC-VO met ingang van 01-08-<strong>2012</strong> 01-08-<strong>2013</strong><br />

Telt mee als LWOO- of PrO-leerling (na indicatie door RVC-VO) vanaf 01-10-<strong>2012</strong> 01-10-<strong>2013</strong><br />

Aangepaste criteria voor vreemdelingen:<br />

Bij de indicatiestelling van vreemdelingen deden zich problemen voor, vooral bij de afname van didactische<br />

toetsen. Het Ministerie van OC&W heeft gekozen voor de volgende oplossing:<br />

• Deze leerlingen moeten voldoen aan de criteria op het gebied van leerachterstand, intelligentie en<br />

eventueel sociaal-emotionele problematiek.<br />

• Deze leerlingen worden getest op het gebied van intelligentie en zo nodig sociaal-emotionele<br />

problematiek.<br />

• De leerachterstand van deze leerlingen wordt vastgesteld op twee jaar indien de leerling, op het<br />

moment dat de aanvraag bij de RVC-VO mag worden ingediend, korter dan twee jaar Nederlands<br />

onderwijs heeft gevolgd.<br />

• Voor deze leerlingen hoeven in de aanvraag geen testgegevens met betrekking tot de leerachterstanden<br />

te worden opgenomen (in het dossier moeten verder wel alle verplichte onderdelen worden<br />

opgenomen, waaronder de testgegevens met betrekking tot intelligentie en eventueel sociaal-<br />

emotionele problematiek).<br />

• Een leerachterstand van twee jaar wijst op LWOO. Wanneer het IQ (en/of eventueel de sociaal-<br />

emotionele problematiek) ook wijst op LWOO, kan de RVC-VO voor deze leerling een LWOO-beschikking<br />

afgeven. Wanneer het IQ wijst op PrO is er "sprake van strijdige scores op criteria” en heeft de RVC-VO<br />

beleidsruimte. Er kan dan een LWOO- of PrO-beschikking worden afgegeven.<br />

(Bron: Uitleg Gele Katern 10/11 d.d. 16-04-2003)<br />

6.1.3. Het aanmeldingsformulier<br />

In het aanvraagformulier vraagt de RVC-VO om twee motiveringen:<br />

De reden van aanmelding (D1).<br />

Met een samenvatting van de problematiek van de leerling wordt bedoeld dat de school zich in eerste instantie<br />

een beeld moet hebben gevormd dat gebaseerd is op alle verzamelde gegevens van de leerling en dat<br />

vervolgens wordt beargumenteerd waarom de leerling in aanmerking moet komen voor extra zorg. Deze<br />

argumentatie moet gegeven worden voor alle leerlingen. De RVC moet de logische consistentie van de<br />

motivering kunnen volgen en in de samenhangende gegevens een verklaring kunnen vinden voor de<br />

problematiek van de leerling.<br />

De keuze voor LWOO of PrO (D2).<br />

Voor leerlingen met een totaal IQ in de bandbreedte 75 t/m 80 én voor leerlingen bij wie sprake is van strijdige<br />

scores op criteria moet expliciet worden aangegeven waarom de school voor deze leerling kiest voor LWOO of<br />

voor PrO. Voor deze leerling kan de balans namelijk de ene of de andere kant uitslaan. Het is voor de RVC van<br />

groot belang te weten welke overwegingen bij de keuze van de school een rol spelen.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 37


<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

In bijzondere gevallen kan de RVC gebruik maken van haar beleidsruimte. Het is dan de verantwoordelijkheid<br />

van de aanvragende school om met argumenten de RVC te overtuigen van de juistheid van de keuze voor<br />

LWOO of PrO.<br />

Deze situatie doet zich voor als er sprake is van een totaal IQ dat valt in IQ-bandbreedte 75 t/m 80. Deze IQ-<br />

bandbreedte vormt namelijk het overgangsgebied tussen enerzijds het PrO en anderzijds het<br />

Leerwegondersteunend onderwijs. Wanneer dat het geval is moet onder D2 expliciet gemotiveerd worden<br />

waarom de aanvraag betrekking heeft op ofwel het PrO, ofwel het Leerwegondersteunend onderwijs.<br />

Het kan ook voorkomen dat de intelligentie strijdig is met de leerachterstanden of andersom (bijv. het IQ wijst<br />

op LWOO en de leerachterstanden wijzen op PrO) of er is sprake van strijdigheid tussen de leerachterstanden<br />

(bijv. er zijn leerachterstanden die wijzen op LWOO en ook leerachterstanden die wijzen op PrO). Ook dan<br />

dient expliciet te worden gemotiveerd onder D2 waarom gekozen wordt voor LWOO of PrO.<br />

Het aanmeldingsformulier en de toelichting zijn te downloaden via de website van RVC-VO <strong>Haaglanden</strong>:<br />

www.rvcvohaaglanden.nl> Aanvraag<br />

6.1.4. Het Leerlingdossier<br />

Het volledig ingevulde aanmeldingsformulier moet altijd vergezeld zijn van de onderstaande documenten.<br />

Bij een aanvraag voor leerwegondersteuning:<br />

een volledig ingevuld onderwijskundig rapport inclusief een overzicht van de scores op recent afgenomen<br />

didactische toetsen, een intelligentieonderzoek (inclusief profiel, totaal - en subscores), gedateerd en<br />

ondertekend door een bevoegd deskundige*.<br />

In geval van sociaal-emotionele problematiek het verslag van het persoonlijkheidsonderzoek, dat een beeld<br />

geeft van de problemen in relatie tot de leerprestaties (inclusief profiel, totaal en factorscores, gedateerd en<br />

ondertekend door een bevoegd deskundige*)<br />

Bij een aanvraag voor praktijkonderwijs:<br />

een volledig ingevuld onderwijskundig rapport inclusief een overzicht van de scores op recent afgenomen<br />

didactische toetsen de door de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de leerling ingevulde en getekende<br />

zienswijze een intelligentieonderzoek (inclusief profiel, totaal - en subscores), gedateerd en ondertekend door<br />

een bevoegd deskundige*<br />

indien van belang voor de beoordeling, bijv. als er twijfels zijn bij de keuze tussen PrO en LWOO: het verslag<br />

van een persoonlijkheidsonderzoek (inclusief profiel, totaal en factorscores), gedateerd en ondertekend door<br />

een bevoegd deskundige*.<br />

* Onder een bevoegd deskundige wordt verstaan: “Een bevoegd deskundige is degene die lid is van het<br />

Nederlands Instituut voor Psychologen en is opgenomen in het Register Klinisch Psychologen of het Register<br />

Kinder- en Jeugdpsychologen of degene die lid is van de Nederlandse Vereniging van Orthopedagogen en<br />

Onderwijskundigen en geregistreerd is als Orthopedagoog-Generalist dan wel een BIG-geregistreerde<br />

gezondheidszorgpsycholoog.”<br />

Bij digitale aanmelding ligt de verantwoordelijkheid van de ondertekening bij de aanmeldende school.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 38


6.1.5. Handtekeningen op onderzoeken<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De bijlagen zoals psychologisch onderzoek moeten voorzien zijn van naam en functie van de onderzoeker. De<br />

aanvragende VO- school is verantwoordelijk voor de kwalificatie van de betreffende onderzoeker; de RVC<br />

controleert niet de bevoegdheden van de psychologen maar legt de verantwoordelijkheid bij de school. Als<br />

naam en/of functie van de onderzoeker ontbreekt op een bijlage dan mag een gekwalificeerde psycholoog of -<br />

orthopedagoog die aan de school verbonden is en namens het bevoegd gezag daartoe gemandateerd is, "voor<br />

akkoord" tekenen.<br />

Als het een bijlage betreft van een gecertificeerd instituut zoals het HCO , oA of A-Vision dat gaat de RVC er<br />

vanuit dat er sprake is van een gekwalificeerd, goed onderzoek.<br />

Wat de handtekeningen betreft:<br />

In verband met digitale ontwikkelingen gaat de RVC vanaf dit jaar geen handtekeningen meer opvragen. De<br />

school is er zelf verantwoordelijk voor dat de leerlingendossiers op school ondertekende documenten bevat.<br />

Voor de RVC is het voldoende als er complete, goed leesbare adviezen en verslagen opgestuurd worden met,<br />

zoals hierboven vermeld is, naam en functie van de onderzoeker, uiteraard met personalia van de leerling,<br />

datum van onderzoek e.d. Er is één uitzondering: de RVC wil bij een PrO-aanvraag een ondertekend<br />

instemmingsformulier van de ouders.<br />

6.1.6. Toegestane instrumenten voor de indicatiestelling<br />

Bij de vaststelling van de intelligentie, de leerachterstanden en de sociaal-emotionele problematiek moet<br />

gebruik worden gemaakt van goedgekeurde screenings- en testinstrumenten. Jaarlijks wordt een lijst van<br />

screenings- en testinstrumenten vastgesteld die in het kader van de indicatiestelling als deugdelijk worden<br />

aangemerkt. Deze lijst wordt door het ministerie van OC&W verspreid en is in bijlage 2 van dit boekje te<br />

vinden. Zie ook 1.8.3 Geldigheidsduur toetsen en testen, pagina 9.<br />

6.1.7. Onderzoek criterium sociaal-emotionele problematiek<br />

Voor het aantonen van sociaal-emotionele problematiek zijn uitslagen op testinstrumenten op zichzelf niet<br />

voldoende. Vereist is een schriftelijk oordeel van een bevoegd deskundige, op basis van één of meer van de in<br />

de lijst opgenomen instrumenten, dat er sprake is van een sociaal-emotionele problematiek (met betrekking<br />

tot faalangst, prestatie-motivatie en/of sociaal-emotionele instabiliteit) in relatie tot de leerprestaties. Het gaat<br />

hier om problematiek als gevolg van het sociaal-emotioneel functioneren waardoor het onderwijs substantieel<br />

belemmerd wordt.<br />

6.1.8. Berekening van leerachterstanden<br />

Vaststelling didactische leeftijd (DL)<br />

Het didactische leeftijdsequivalent (DLE) duidt het niveau aan dat door een gemiddelde leerling wordt behaald<br />

na x maanden onderwijs. De DLE is een omzetting van de op dat moment behaalde toetsscore conform de<br />

meest recente omzettingstabellen in het DLE-boek van de uitgeverij Eduforce. (www.eduforce.nl). De<br />

didactische leeftijd (DL) is het aantal maanden dat een leerling onderwijs heeft gehad. Elk schooljaar heeft 10<br />

onderwijsmaanden te beginnen vanaf september groep 3. De DL wordt berekend op basis van de huidige groep<br />

van de leerling, het moment van toetsafname en het aantal doublures vanaf begin groep 3 (zie hieronder het<br />

tijdschema voor de vaststelling van de DL).<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 39


De invloed van zittenblijven op de didactische leeftijd<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De DL kan, voor de berekening van de leerachterstand, nooit hoger zijn dan 60 (eind groep 8). Voor een<br />

zittenblijver vanuit groep 7 geldt dat, als de leerling in groep 3 tot en met groep 7 éénmaal gedoubleerd heeft,<br />

aan zijn DL op het moment van toetsing 10 onderwijsmaanden wordt toegevoegd. Voor een zittenblijver vanuit<br />

groep 7 die in groep 3 tot en met 7 tweemaal gedoubleerd heeft geldt dat er wordt uitgegaan van een DL van<br />

60, ongeacht de maand waarin hij of zij getoetst wordt.<br />

Vaststelling didactische leeftijd/didactische leeftijdsequivalent<br />

Het niveau dat een leerling op een bepaald moment heeft bereikt wordt weergegeven in een didactisch<br />

leeftijdsequivalent (DLE). Als een leerling zich op het niveau halverwege groep 7 bevindt dan heeft deze leerling<br />

een DLE van 45. Het bereikte niveau van de leerling wordt afgezet tegen de didactische leeftijd (DL) van een<br />

leerling op het moment van toetsing.<br />

In de tabel op bladzijde 35 staan DL/DLE combinaties op grond waarvan de RVC-VO indiceert voor<br />

Leerwegondersteunend onderwijs dan wel PrO.<br />

DL DL DLE DLE<br />

Leerling groep 8<br />

(geen zittenblijver)<br />

6.2. De Beoordeling<br />

6.2.1. Volledigheid leerlingdossier<br />

Zittenblijver in groep 7<br />

(1 x gedoubleerd)<br />

Bovengrens<br />

LWOO<br />

Bovengrens<br />

60 60 45 30<br />

59 59 44 30<br />

58 58 44 29<br />

57 57 43 29<br />

56 56 42 28<br />

55 55 41 28<br />

54 54 41 27<br />

53 53 40 27<br />

52 52 39 26<br />

51 51 38 26<br />

Binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag door de RVC-VO ontvangt het bevoegd gezag van de school<br />

een ontvangstbevestiging. Als het dossier niet volledig is wordt een brief "verzoek om ontbrekende gegevens"<br />

verzonden.<br />

6.2.2. Completeren van het onvolledige leerlingdossier<br />

Het bevoegd gezag van de aanvragende school krijgt éénmaal de gelegenheid het leerlingdossier te<br />

completeren. Voor 1 juli krijgt de school voor het completeren van het leerlingdossier 4 weken de tijd. Bij<br />

aanmelding in september heeft de school slechts 1 week de tijd om een onvolledig leerlingdossier te<br />

completeren.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 40<br />

PrO


6.2.3. De beoordeling<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De RVC-VO beoordeelt een aanvraag aan de hand van de hieronder beschreven criteria op het gebied van<br />

intelligentie, leerachterstand en sociaal-emotionele problematiek.<br />

Daarnaast spelen de reden van aanmelding en de motivering van de school om een aanvraag in te dienen voor<br />

leerwegondersteuning dan wel PrO een belangrijke rol. De school (van herkomst) heeft immers op basis van<br />

ervaring met de leerling een beeld van de voorziening die een leerling nodig heeft. Voor de RVC moet duidelijk<br />

worden dat de leerling in het basisonderwijs bekend was als zorgleerling en de nodige hulp heeft ontvangen.<br />

Bij een aanvraag voor PrO wordt de zienswijze van de wettelijke vertegenwoordiger(s) meegenomen bij de<br />

beoordeling.<br />

6.2.4. Criteria voor praktijkonderwijs<br />

• Een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 55 tot en met 80 en<br />

• een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen:<br />

inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen of spellen, waarvan minimaal een van deze twee<br />

domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand groter is dan of gelijk<br />

is aan 0,5 (zijnde de uitkomst van 1 minus (dle/dl). Het domein begrijpend lezen wordt gezien als<br />

belangrijkste voorspellende factor voor succes op het VO. Een (zeer) grote leerachterstand op dit<br />

domein kan doorslaggevend zijn bij de keuze voor PrO.<br />

6.2.5. Criteria voor Leerwegondersteunend onderwijs<br />

of:<br />

• Een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 75 tot en met 90 en<br />

• een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen:<br />

inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen of spellen, waarvan minimaal een van deze twee<br />

domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de<br />

bandbreedte van 0,25 en 0,5 (zijnde de uitkomst van 1 minus (dle/dl). Het domein begrijpend lezen<br />

wordt gezien als belangrijkste voorspellende factor van de haalbaarheid van het vmbo. Een (zeer) grote<br />

leerachterstand op dit domein kan de doorslag geven om toch te kiezen voor PrO.<br />

• Een intelligentiequotiënt heeft binnen de bandbreedte 91 tot en 120 en<br />

• een leerachterstand heeft op tenminste twee van de volgende vier domeinen:<br />

inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen of spellen, waarvan minimaal een van deze twee<br />

domeinen inzichtelijk rekenen of begrijpend lezen betreft en deze leerachterstand past binnen de<br />

bandbreedte van 0,25 en 0,5 (zijnde de uitkomst van 1 minus (dle/dl) en<br />

een sociaal-emotionele problematiek heeft waardoor het onderwijsleerproces substantieel wordt<br />

belemmerd. Het gaat dan om problematiek op het gebied van faalangst, prestatiemotivatie of sociaal-<br />

emotionele instabiliteit.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 41


7. Van Toetsing tot Advies<br />

7.1. Het basisschooladvies<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Een goed basisschooladvies is essentieel voor het verdere verloop van de schoolcarrière van een leerling. Het is<br />

daarom zeer belangrijk dat het basisschooladvies een adequate weergave is van de capaciteiten van de leerling<br />

en de factoren die de prestaties van de leerling kunnen beïnvloeden. Bij het basisschooladvies dient te worden<br />

gekeken naar het totaalbeeld. Het basisschooladvies wordt vastgesteld na overleg door verschillende partijen<br />

binnen de school. De directie van de basisschool is eindverantwoordelijke van het basisschooladvies. Het<br />

totaalbeeld wordt gevormd door onderstaande punten.<br />

Leerlingkenmerken:<br />

• inzet;<br />

• motivatie;<br />

• concentratie;<br />

• huiswerkplanning;<br />

• sociaal-emotioneel welzijn;<br />

• omgang met andere leerlingen;<br />

• thuissituatie.<br />

Test- en toetsresultaten:<br />

• leerlingvolgsysteem;<br />

• drempelonderzoek;<br />

• intelligentieonderzoek;<br />

• Cito entreetoets;<br />

• Cito eindtoets;<br />

• Andere toets- en testgegevens.<br />

Visie van de school:<br />

• visie leerkracht groep 7;<br />

• visie leerkracht groep 8;<br />

• visie IB’er;<br />

• visie directie.<br />

7.2. Het adviesgesprek met de ouders<br />

Situatie A.<br />

De ouders gaan akkoord met advies van de school.<br />

Situatie B.<br />

De ouders denken aan een ander onderwijstype.<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 42


Wat kunt u doen als leerkracht?<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

Ga in gesprek met de ouders (evt. met het kind erbij). Zet alle bovenstaande punten onder elkaar en bereid het<br />

gesprek goed voor. Het is aan te raden het gesprek met z’n tweeën te voeren, zodat iemand aantekeningen kan<br />

maken.<br />

Tijdens het gesprek is het belangrijk om het standpunt van de school te verduidelijken. Gebruik hierbij de<br />

objectieve test- en toetsresultaten en schets het totaalbeeld van de leerling. Wees u bewust van subjectieve<br />

beoordelingen van ouders, maar ook van uzelf. “Hij/zij is zo’n harde werker, dus laten we hem/haar een kans<br />

geven” is hiervan een goed voorbeeld. In de praktijk kan dit leiden tot te hoge advisering, waarmee de leerling<br />

uiteindelijk niet gebaat is.<br />

Overtuig de ouders dat uw gebaseerd is op wat de leerling door de jaren van de basisschool heeft laten zien. U<br />

kunt ook uitleggen dat het voor een school niet mogelijk is te adviseren op basis van wat een leerling mogelijk<br />

in zijn/haar mars heeft; de leerling moet dit laten zien.<br />

In gevallen waarbij u verwacht dat de leerling moeilijk plaatsbaar zal zijn kunt u de hulp inroepen van het<br />

samenwerkingsverband PO en/of <strong>BOVO</strong>. Ook wanneer u er niet uitkomt met ouders, kunt u een beroep doen<br />

op deze partijen. Zij zullen u met deskundig advies bijstaan en kunnen in uitzonderlijke gevallen aan een<br />

gesprek met ouders deelnemen. Het is zaak om dergelijke gevallen zo vroeg mogelijk te melden. Hoe langer<br />

hiermee wordt gewacht, des te lastiger het zal zijn om hierbij te bemiddelen.<br />

Betreft het leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte, dan dient de basisschool ouders advies te<br />

geven over de scholen die het beste aansluiten bij hun kind en zijn/haar problematiek. Hiervoor kan ook<br />

contact opgenomen worden met <strong>BOVO</strong>.<br />

7.3. Na het advies van de school<br />

Hoe te komen tot een schoolkeuze?<br />

• Wat is het advies?<br />

• Wat wil het kind?<br />

• Wat kan het kind?<br />

• Wat heeft de school in huis?<br />

• Wat willen de ouders?<br />

• Waar staat de school?<br />

Wat kunnen de ouders doen na het advies?<br />

• betrek het kind in de keuze;<br />

• lees diverse brochures;<br />

• bezoek de open dagen;<br />

• ga naar voorlichtingsavonden;<br />

• bekijk de website van de school;<br />

• vraag naar de schoolgids van de school.<br />

Wat zijn grote veranderingen van PO naar VO?<br />

• meer leerkrachten;<br />

• regelmatig verhuizen naar een nader lokaal;<br />

• meer en dagelijks huiswerk;<br />

• sjouwen met een zware tas;<br />

• studielessen;<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 43


• huiswerkklas;<br />

• de afstand;<br />

• nieuwe klas;<br />

• ander schoolklimaat;<br />

• andere lestijden.<br />

Waar krijgen ouders mee te maken?<br />

• prijskaartje (boeken, leermiddelen en werkweken);<br />

• het kind is de hele dag van huis;<br />

• onregelmatige lesuren;<br />

• meer begeleiding nodig door ouders.<br />

7.4. Checklist voor de ouders<br />

Schooltype<br />

• Welke school zoekt u voor uw kind? (PrO, vmbo, havo, vwo)<br />

• Om welke afdeling gaat het?<br />

• Een openbare school of een bijzondere school?<br />

• Een kleine of grote school, scholengemeenschap of categoriale school?<br />

• Welke kwaliteit biedt de school in vergelijking met andere scholen?<br />

• Om welke school gaat het hier?<br />

De schoolomgeving<br />

• Is er een schoolgebouw of zijn er meerdere gebouwen?<br />

• In wat voor omgeving liggen de lokalen en velden?<br />

• Is de school schoon?<br />

• Is het een “veilige” school?<br />

• Is er een (bewaakte) fietsenstalling?<br />

De schoolorganisatie<br />

• Welke vakken geeft de school naast de wettelijk verplichte vakken?<br />

• Wat wil de school bereiken bij de leerlingen?<br />

• Welke mogelijkheden kent de school voor extra (eindexamen) vakken?<br />

• Hoe groot zijn de groepen/klassen?<br />

• Hoe wordt er lesgegeven?<br />

• Is er onderwijs in de eigen taal en cultuur?<br />

• Hoe gaat de school om met culturele verschillen (bijvoorbeeld met religieuze feestdagen)?<br />

De leerlingen in het eerste jaar<br />

• Hoe worden de leerlingen in het eerste jaar begeleid?<br />

• Hoe worden de groepen samengesteld?<br />

• Kent de school een brugperiode en hoe lang duurt die, één of twee jaar?<br />

• Is er op de school aandacht voor de overstap van de basisschool naar de nieuwe school?<br />

• Hoe worden de leerlingen geholpen bij nieuwe werkvormen in het onderwijs?<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 44


7.4.1. Het voortgezet onderwijs<br />

Hier volgen vragen die u bij de keuze van een school kunnen helpen.<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

De vragen zijn per onderwerp bij elkaar gezet. U kunt de lijst gebruiken om na te denken en te praten over de<br />

meest geschikte school voor uw kind.<br />

Wat er gebeurt voor, tijdens en na de lessen<br />

• Hoe zitten de lesroosters in elkaar?<br />

• Hoe vroeg en tot hoe laat is er toezicht of opvang?<br />

• Hoe is de begeleiding van de leerlingen geregeld bij lesuitval of tussenuren?<br />

• Hoe is het overblijven geregeld?<br />

• Hoe is de school verzekerd tegen schade die door de kinderen wordt veroorzaakt?<br />

Het contact met de ouders<br />

• Gebruikt de school hulp van ouders?<br />

• Is er een actieve ouderraad en wat doet die?<br />

• Wie zitten er in de medezeggenschapsraad en wat doet die?<br />

• Hoe vaak zijn er activiteiten voor ouders en wat houden die in?<br />

• Hoe onderhoudt de school het contact met de ouders over de leerling?<br />

• Hoe worden ouders over problemen geraadpleegd?<br />

• Wanneer neemt de school contact op?<br />

Het schoolklimaat<br />

• Wat zijn de schoolregels, is er een schoolreglement?<br />

• Hoe gaat de school om met straffen en belonen?<br />

• Houdt de school rekening met andere culturele gebruiken (vb. religieuze feestdagen)?<br />

• Wat wordt er gedaan tegen pesten op school?<br />

• Hoe zit het met het spijbelen?<br />

• Wat doet de school als een leerling niet op school is gekomen?<br />

• Hoe staat het met het vandalisme en crimineel gedrag op school?<br />

• Is er een vertrouwenspersoon?<br />

• Is er een klachtenregeling of klachtencommissie?<br />

• Is er leerlingopvang bij lesuitval?<br />

• Wat wordt er op school gedaan aan de geloofs- of levensovertuiging?<br />

De vorderingen en resultaten<br />

• Krijgen de leerlingen vaak repetities en overhoringen?<br />

• Worden er cijfers gegeven of omschrijvingen?<br />

• Hoe moet ik die cijfers of omschrijvingen lezen?<br />

• Heeft de school een eigen leerlingvolgsysteem?<br />

• Hoe werkt een dergelijk leerlingvolgsysteem?<br />

• Hoe vaak krijgen de leerlingen een rapport?<br />

• Kunnen leerlingen blijven zitten?<br />

• Maakt de school vooraf de regels bekend die ze hanteert bij overgaan of zittenblijven?<br />

• Wanneer krijgt de leerling een advies voor de verdere studierichting?<br />

• Naar welk soort onderwijs gaan de meeste leerlingen vanuit deze school?<br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 45


• Wat zijn de examenresultaten van de school?<br />

De begeleiding van leerlingen<br />

• Is er extra begeleiding voor achterblijvers?<br />

• Zijn er extra mogelijkheden voor zeer goede leerlingen?<br />

• Is er huiswerkbegeleiding en hoe gaat dat in zijn werk?<br />

• Zijn er klassenleraren en wat doen die?<br />

Extra activiteiten voor de leerlingen<br />

• Zijn er vaak excursies, workshops en werkweken?<br />

• Waar gaan de leerlingen met uitstapjes naar toe?<br />

• Wat zijn de kosten daarvan?<br />

• Wie betaalt die excursies, werkweken en uitstapjes?<br />

• Zijn er bijzondere feesten en hoe vaak is dat?<br />

• Is er een leerlingenraad?<br />

• Welke activiteiten ontplooit de leerlingenraad?<br />

• Is er een schoolkrant?<br />

• Wat doet de school aan extra sport, culturele en andere activiteiten?<br />

<strong>BOVO</strong> <strong>Haaglanden</strong><br />

<strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong> <strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong> 46


Tijdpad <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong><br />

Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs<br />

data activiteit data Pro en LWOO data vmbo havo vwo activiteit<br />

ma 20-08 1 e schooldag ma 27-08 ma 27-08 1 e schooldag<br />

ma 20-08 t/m do 17-01 Didactisch onderzoek en intelligentieonderzoek<br />

Deze onderzoeken zijn verplicht voor LWOO- en PrO-leerlingen.<br />

ma 3-09 t/m ma 24-09 Inrichten <strong>BOVO</strong>-digitaal door basisscholen<br />

Definiëren van gebruikers, rollen, subgroepen en het selecteren van leerlingen<br />

die naar het VO gaan.<br />

wo 12-09 Voorlichtingsmiddag <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> deel 1<br />

14.00 - 17.00 uur: Workshops voor het PO over de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>.<br />

wo 26-09 Voorlichtingsmiddag <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> deel 2<br />

14.00 - 17.00 uur: Workshops voor het PO over de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>.<br />

uiterlijk vr 5-10 Leerachterstanden beschikbaar voor de Vergoedingsregeling CAP<br />

Alleen voor scholen die gebruik maken van de <strong>BOVO</strong> vergoedingsregeling voor<br />

afname van NIO/NDT door het HCO t.b.v. vermoedelijke LWOO- en PrOleerlingen.<br />

di 9-10 en do 11-10 Starterscursus <strong>BOVO</strong>-digitaal<br />

15.30 - 18.00 uur: Uitleg over het werken met <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

uiterlijk wo 10-10 Deadline aanmelden leerlingen voor de Vergoedingsregeling CAP<br />

uiterlijk do 18-10 Toestemmingsformulier voor de Vergoedingsregeling CAP printen en door<br />

ouders laten ondertekenen.<br />

ma 22-10 t/m vr 26-10<br />

vr 26-10 t/m vr 7-12 Afname NIO-/NDT-intelligentieonderzoeken<br />

Ondertekende toestemmingsformulieren dienen aanwezig te zijn op de locatie<br />

waar het HCO de NIO/NDT afneemt.<br />

wo 21-11<br />

wo 28-11<br />

uiterlijk vr 7-12 IQ-uitslagen PrO en LWOO verwerken in <strong>BOVO</strong>-digitaal door de school of<br />

door het HCO.<br />

uiterlijk do 13-12 Deadline aanmelden leerlingen voor de Vergoedingsregeling SEM<br />

ma 24-12 t/m vr 4-01<br />

Herfstvakantie<br />

Uitwisselingsmarkten<br />

Kerstvakantie<br />

uiterlijk vr 2-11 uiterlijk vr 2-11 De VO-scholen publiceren per niveau de toelatingscriteria,<br />

voorrangsregels en het aantal lesplaatsen op de<br />

schoolwebsite. De informatie wordt via een directe link op de<br />

homepage toegankelijk gemaakt.<br />

ma 7-01 t/m vr 15-03 ma 7-01 t/m vr 15-03 Open dagen<br />

wo 9-01 wo 9-01 Voorlichtingsmiddag <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong><br />

14.00 - 16.30 uur: Workshops voor het VO over de <strong>BOVO</strong><strong>procedure</strong><br />

Tijdpad <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong><br />

Alle activiteiten die in dit tijdpad genoemd worden, worden inhoudelijk uitgelegd in het <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>boek <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>.


Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs<br />

alleen op<br />

uiterlijk<br />

data activiteit data Pro en LWOO data vmbo havo vwo activiteit<br />

wo 16-01 wo 16-01 Starterscursus <strong>BOVO</strong>-digitaal<br />

- 13.00 - 14.30 uur: Uitleg over het werken met <strong>BOVO</strong>-digitaal<br />

- 15.00 - 16.30 uur: Uitleg over het verwerken van de RVCaanvraag<br />

in <strong>BOVO</strong>-digitaal<br />

vr 18-01 Aanmeldingsformulieren printen en uitreiken aan alle leerlingen met PrO- of<br />

LWOO-advies.<br />

vr 18-01 Vrijgeven OKR's voor alle leerlingen met een PrO- en LWOO-advies.<br />

za 19-01 t/m vr 15-03 1e aanmeldingsperiode PrO en LWOO<br />

Het VO registreert de aanmelding in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

uiterlijk do 24-01 Invoeren evt. intelligentieonderzoek vmbo zonder LWOO, havo en vwo in<br />

<strong>BOVO</strong>-digitaal en profielbladen toevoegen.<br />

alleen op vr 25-01 Aanmeldingsformulieren printen en uitreiken aan alle leerlingen met vmbo-,<br />

havo- en vwo-advies.<br />

uiterlijk<br />

vr 25-01 Vrijgeven OKR's voor alle leerlingen met een vmbo-, havo- en vwo-advies.<br />

za 26-01 t/m vr 15-03 1e aanmeldingsperiode vmbo, havo, vwo<br />

Het VO registreert de aanmelding in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

di 5-02 t/m do 7-02 Afname Cito Eindtoets<br />

Cito maakt de definitieve afnamedatum van de Eindtoets <strong>2013</strong> in september<br />

<strong>2012</strong> bekend.<br />

ma 25-02 t/m vr 1-03<br />

ma 4-03 t/m vr 8-03 Uitslagen Cito Eindtoets worden door Cito verstuurd naar de PO-scholen.<br />

uiterlijk vr 8-03 Verwerken uitslagen Cito Eindtoets in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

ma 18-03 t/m vr 22-03 In deze week is er geen aanmeldingsmogelijkheid<br />

Aanmelden voor de 2e aanmeldingsperiode kan pas weer vanaf maandag 25<br />

maart.<br />

Voorjaarsvakantie<br />

za 19-01 t/m vr 15-03 1e aanmeldingsperiode PrO en LWOO<br />

Het VO registreert de aanmelding in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

ma 21-01 t/m do 21-03 Behandelperiode PrO en LWOO<br />

- Alle aanmeldingen tellen als gelijktijdig aangemeld.<br />

- De VO-school neemt een behandelbesluit. Men onderzoekt aan<br />

de hand van toelatingscriteria of de leerling plaatsbaar,<br />

plaatsbaar onder voorbehoud of niet plaatsbaar is.<br />

- Het genomen behandelbesluit wordt z.s.m. na de aanmelding<br />

kenbaar gemaakt aan de ouders en de PO-school en aangegeven<br />

in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

za 26-01 t/m vr 15-03 1e aanmeldingsperiode vmbo, havo, vwo<br />

Het VO registreert de aanmelding in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

ma 28-01 t/m do 21-03 Behandelperiode vmbo, havo, vwo<br />

- Alle aanmeldingen tellen als gelijktijdig aangemeld.<br />

- De VO-school neemt een behandelbesluit. Men onderzoekt aan<br />

de hand van toelatingscriteria of de leerling plaatsbaar,<br />

plaatsbaar onder voorbehoud of niet plaatsbaar is.<br />

- Het genomen behandelbesluit wordt z.s.m. na de aanmelding<br />

kenbaar gemaakt aan de ouders en de PO-school en aangegeven<br />

in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

ma 18-03 t/m vr 22-03 ma 18-03 t/m vr 22-03 In deze week is er geen aanmeldingsmogelijkheid.<br />

Aanmelden voor de 2e aanmeldingsperiode kan pas weer vanaf<br />

maandag 25 maart.<br />

vanaf ma 18-03 RVC-aanvragen versturen via <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

Tijdpad <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong><br />

Alle activiteiten die in dit tijdpad genoemd zijn, worden inhoudelijk uitgelegd in het <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>boek <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>.<br />

2


Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs<br />

data activiteit data Pro en LWOO data vmbo havo vwo activiteit<br />

ma 18-03 ma 18-03 Het aantal nog beschikbare plaatsen per onderwijstype<br />

invoeren in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

do 21-03 <strong>BOVO</strong> mailt alle scholen een overzicht met de nog beschikbare plaatsen op<br />

het VO.<br />

vanaf vr 22-03 Versturen van de originele onderzoeksverslagen en profielbladen van<br />

definitief geplaatste leerlingen naar de VO-school<br />

Nb: Maak een kopie voor de eigen administratie.<br />

vanaf ma 25-03 2e aanmeldingsperiode voor leerlingen die niet (meer) zijn aangemeld op het<br />

VO.<br />

Plaatsing wordt bepaald op volgorde van binnenkomst.<br />

vr 29-03 t/m ma 1-04 Paasweekeinde<br />

ma 22-04 t/m vr 26-04 In <strong>BOVO</strong>-digitaal controleren of alle leerlingen zijn aangemeld of geplaatst.<br />

do 21-03 do 21-03 <strong>BOVO</strong> mailt alle scholen een overzicht met de nog beschikbare<br />

plaatsen op het VO.<br />

uitsluitend op vr 22-03 uitsluitend op vr 22-03 Loting<br />

- Evt. loting , conform de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> (objectief<br />

controleerbaar ook achteraf) bij te veel aangemelde, plaatsbare<br />

leerlingen.<br />

- Uitgelote leerlingen in <strong>BOVO</strong>-dgitaal verwerken en ingelote<br />

leerlingen in <strong>BOVO</strong>-digitaal plaatsen.<br />

uitsluitend op vr 22-03 uitsluitend op vr 22-03 Bericht van plaatsing<br />

- Bericht aan de ouders en de PO-school over het definitieve<br />

plaatsingsbesluit.<br />

- Geplaatste leerlingen verwerken in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

- PrO- en LWOO-scholen kunnen aangeven dat de toelating al<br />

dan niet onder voorbehoud is van een positieve RVC<br />

beschikking.<br />

ma 25-03 t/m vr 12-04 ma 25-03 t/m vr 12-04 2e aanmeldingsperiode voor leerlingen die niet (meer) zijn<br />

aangemeld op het VO<br />

Plaatsing wordt bepaald op volgorde van binnenkomst.<br />

Nb: Bij overaanmeldingen op maandag 25 maart geldt:<br />

De aanmeldingen van 25 maart worden behandeld als of ze<br />

gelijktijdig zijn binnengekomen. Er vindt onmiddellijk na de<br />

eerste dag een loting plaats om de volgorde van binnenkomst te<br />

bepalen.<br />

Uiterlijk dinsdagochtend 26 maart voor 10.00 uur wordt bericht<br />

aan de desbetreffende ouders over uitslag van de loting omtrent<br />

de volgorde van behandeling gegeven.<br />

ma 25-03 t/m do 18-04 ma 25-03 t/m do 18-04 2e Behandelperiode<br />

Uitsluitend voor leerlingen die in de 2e periode zijn aangemeld.<br />

uiterlijk vr 19-04 uiterlijk vr 19-04 Bericht van plaatsing leerlingen 2e aanmeldingsperiode<br />

- Bericht aan de ouders en de PO-school over het definitieve<br />

plaatsingsbesluit.<br />

- Geplaatste leerlingen verwerken in <strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

- PrO- en LWOO-scholen kunnen aangeven dat de toelating al<br />

dan niet onder voorbehoud is van een positieve RVC<br />

beschikking.<br />

- Leerlingen die niet plaatsbaar blijken, verwijzen naar een<br />

andere VO-school (Lijst met beschikbare plaatsen is op te vragen<br />

bij <strong>BOVO</strong>).<br />

Tijdpad <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong><br />

Alle activiteiten die in dit tijdpad genoemd zijn, worden inhoudelijk uitgelegd in het <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>boek <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>.<br />

3


Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs<br />

data activiteit data Pro en LWOO data vmbo havo vwo activiteit<br />

ma 22-04 t/m vr 26-04 Alle niet geplaatste leerlingen aanmelden bij <strong>BOVO</strong>.<br />

ma 29-04 t/m vr 3-05 Meivakantie<br />

do 9-05 t/m vr 10-05 Hemelvaartvakantie<br />

ma 20-05 t/m vr 24-05 Pinkstervakantie ma 20-05 ma 20-05 Pinksteren<br />

wo 12-06<br />

wo 19-06<br />

Uitwisselingsmarkten<br />

wo 26-06 t/m vr 28-06 Kennismakingsdagen op nieuwe VO-school<br />

ma 1-07 t/m do 18-07 In- en uitschrijfbewijzen printen voor eigen dossiers. ma 1-07 t/m do 18-07 ma 1-07 t/m do 18-07 In- en uitschrijfbewijzen printen voor eigen dossiers.<br />

uiterlijk do 18-07 Export OKR's en bijlagen uit <strong>BOVO</strong>-digitaal naar de eigen PC/netwerk voor<br />

eigen archief.<br />

vr 19-07 <strong>BOVO</strong>-digitaal sluit. vr 19-07 t/m ma 1-10 Beschikbaarheid <strong>BOVO</strong>-digitaal voor PrO en LWOO i.v.m. de<br />

RVC-aanvragen.<br />

Let op: Het PO kan vanaf 19 juli geen aanpassingen meer doen in<br />

<strong>BOVO</strong>-digitaal.<br />

ma 22-07 t/m vr 30-08 Zomervakantie ma 15-07 t/m vr 30-08 ma 15-07 t/m vr 30-08 Zomervakantie<br />

Meer informatie en achtergronden met betrekking tot het <strong>BOVO</strong>-tijdpad en de <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> vindt u in het <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>boek. Aan<br />

dit tijdpad kunnen geen rechten worden ontleend.<br />

Tijdpad <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong> <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong><br />

Alle activiteiten die in dit tijdpad genoemd zijn, worden inhoudelijk uitgelegd in het <strong>Regionale</strong> <strong>BOVO</strong>-<strong>procedure</strong>boek <strong>2012</strong>-<strong>2013</strong>.<br />

4


STAATSCOURANT<br />

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.<br />

Nr. 17829<br />

3 september<br />

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van<br />

15 augustus <strong>2012</strong>, nr. VO/OK/426443, houdende de vaststelling van de<br />

screenings- en testinstrumenten ten behoeve van de indicatiestelling voor<br />

leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PrO) voor<br />

het schooljaar <strong>2013</strong>–2014 (Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO<br />

en PrO schooljaar <strong>2013</strong>–2014)<br />

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,<br />

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie;<br />

Gelet op artikel 3, vierde lid, van het Besluit RVC’s en regionaal zorgbudget;<br />

Besluit:<br />

Artikel 1 Vaststelling screenings- en testinstrumenten<br />

De screenings- en testinstrumenten ten behoeve van de indicatiestelling voor leerwegondersteunend<br />

onderwijs en praktijkonderwijs voor het schooljaar <strong>2013</strong>–2014 worden vastgesteld conform de bijlage<br />

bij deze regeling.<br />

Artikel 2 Intrekking eerdere regelingen<br />

De Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO en PrO schooljaar <strong>2012</strong>–<strong>2013</strong> wordt ingetrokken.<br />

Artikel 3 Inwerkingtreding<br />

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant<br />

waarin zij wordt geplaatst.<br />

Artikel 4 Citeertitel<br />

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling screenings- en testinstrumenten LWOO en PrO<br />

schooljaar <strong>2013</strong>–2014.<br />

Deze regeling zal met de toelichting en bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.<br />

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,<br />

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.<br />

1 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong><br />

<strong>2012</strong>


BIJLAGE BIJ ARTIKEL 1 VAN DE REGELING SCREENINGS- EN TESTINSTRUMENTEN LWOO<br />

EN PRO SCHOOLJAAR <strong>2013</strong>–2014<br />

De scores op de IQ-testen mogen niet ouder zijn dan twee jaar redenerend vanaf de datum van<br />

aanmelding bij de RVC-VO. Tenzij in de testhandleiding anders aangegeven hoeft men geen Flynncorrectie<br />

toe te passen. Wanneer leerlingen eind groep 7 naar het LWOO of PrO gaan (na doublure<br />

vanaf groep 3) mogen de intelligentietesten van groep 8 worden afgenomen.<br />

Lijst toegestane instrumenten Criterium Intelligentie<br />

Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO<br />

Categorie<br />

Drempeltest, Boom test uitgevers,<br />

2007<br />

GIVO: Groninger Intelligentietest voor<br />

Voortgezet Onderwijs, Pearson<br />

Assessment and Information, 1999<br />

IVO: Instaptoets Voortgezet Onderwijs,<br />

A-VISION, 2002<br />

NDT: Nederlandse Differentiatie<br />

Testserie, Pearson Assessment and<br />

Information, 1999 normen 2004<br />

NDT IQ gedeelte, Pearson Assessment<br />

and Information B.V., 2004<br />

NIO: Nederlandse Intelligentietest<br />

voor Onderwijsniveau, Boom test<br />

uitgevers, 2004<br />

Groep 7 + 8 Deze test moet in maart tot en met<br />

juni van groep 7 worden afgenomen<br />

of in groep 8<br />

0 IV<br />

Groep 8 + klas 1 VO III IV<br />

Groep 8 Deze test moet in januari tot en met<br />

mei van groep 8 worden afgenomen.<br />

I IV<br />

Groep 8 + klas 1 VO IV III<br />

Groep 8 + klas 1 VO Alleen subtests 2 tot en met 7 IV III<br />

Groep 8 + klas 1 VO I IV<br />

SON-R 6-40, Hogrefe Uitgevers, 2011 6 t/m 40 jaar Met name te gebruiken bij taalproblemen<br />

(achterstanden technisch lezen,<br />

begrijpend lezen en spelling > 50%)<br />

en allochtone leerlingen die<br />

onvoldoende Nederlands beheersen.<br />

TPVO-IVO: Instaptoets Voortgezet<br />

Onderwijs, INTERNETVERSIE,<br />

A-VISION, 2008<br />

WISC-III NL : Nederlandse bewerking<br />

van de Wechsler Intelligence Scale for<br />

Children, Pearson Assessment and<br />

Information, 2002/2005<br />

WNV-NL: Nederlandse bewerking van<br />

de Wechsler Nonverbal Scale of<br />

Ability, Pearson Assessment and<br />

Information, 2008<br />

Opmerkingen bij Criterium Intelligentie:<br />

Groep 8 Deze test moet in januari tot en met<br />

mei van groep 8 worden afgenomen.<br />

6 t/m 17 jaar Af te nemen bij leerlingen die<br />

tenminste zes jaar in Nederland of<br />

Vlaanderen wonen. Criterium<br />

validiteit is niet onderzocht (Verkorte<br />

versie zonder subtest 11 en 13<br />

toegestaan).<br />

4 t/m 21 jaar Met name te gebruiken bij taalproblemen<br />

(achterstanden technisch lezen,<br />

begrijpend lezen en spelling > 50%)<br />

en allochtone leerlingen die<br />

onvoldoende Nederlands beheersen.<br />

I I<br />

I IV<br />

I I<br />

0 0<br />

PrO<br />

Categorie<br />

De commissie heeft er al diverse malen op gewezen dat men voorzichtig moet zijn met het gebruik<br />

van schriftelijk af te nemen klassikale tests ingeval er sprake is van een leerling met grote leerachterstanden<br />

(met name op begrijpend lezen) of bij onvoldoende beheersing van het Nederlands. Mede<br />

daarom is er een onderscheid aangebracht tussen een beoordeling per leerling-categorie 1 , te weten<br />

LWOO dan wel PrO: daarom zijn schriftelijke tests voor potentiële PrO-leerlingen van een III of een IV<br />

voorzien. Hoe te handelen zie ook de verantwoording op www.rvc-vo.nl<br />

Enkele nuanceringen:<br />

1. dat de respondenten (gebruikers en RVC-leden) niet tevreden zijn met de GIVO ook in geval van<br />

LWOO;<br />

2. dat de NDT en het NDT IQ gedeelte bevredigender functioneert dan de andere klassikale tests in<br />

het bereik van PrO of in geval van grote taal- en leesachterstanden;<br />

3. dat de NDT en de NDT-IQ gedeelte ingeval van de LWOO - categorie ontraden moet worden: uit<br />

berekeningen in de data base van beschikkingen blijkt telkens dat de NDT IQ score afgezet tegen<br />

de leerachterstanden beduidend hoger scoort dan de andere IQ tests;<br />

4. de WISC-III NL wordt dit jaar opnieuw onder voorbehoud op de lijst gezet (omdat er nog steeds<br />

1 Voor nadere uitleg Beoordelingscategorieën wordt verwezen naar de Toelichting bij deze lijst.<br />

2 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong>


geen onderzoekresultaten naar de criteriumvaliditeit bekend zijn).<br />

5. NSCCT niet langer toegestaan wegens de verouderde normering en het zeer geringe gebruik.<br />

Lijst toegestane instrumenten Sociaal Emotionele problematiek schooljaar <strong>2013</strong>–2014<br />

De scores op de SE-testen mogen niet ouder zijn dan één jaar redenerend vanaf de aanmeldingsdatum<br />

bij de RVC-VO. Volgens de Regeling worden alleen leerlingen met een IQ tussen de 90 en 120<br />

geacht dergelijke vragenlijsten in te vullen. Opgemerkt wordt dat de schriftelijke zelfbeoordelingvragenlijsten<br />

veelal te moeilijk zijn voor leerlingen met grote leerachterstanden op het gebied van<br />

begrijpend lezen. Er worden beperkingen gesteld ten aanzien van het gebruik van zelfbeoordelingvragenlijsten<br />

door leerlingen. Leerlingen zijn met zelfbeoordelingsvragenlijsten voor SEP toetsbaar<br />

wanneer ze op Begrijpend Lezen het niveau halen van de gemiddelde leerling aan het eind van groep<br />

6 of hoger (dle 40 of hoger). Wanneer deze leerling een begrijpend leesniveau heeft van een gemiddelde<br />

leerling in groep 6 (dle 30–40) moet de onderzoeker nagaan of een zelfbeoordelinglijst wel een<br />

juiste keuze is. Bij een begrijpend leesniveau behorend bij de gemiddelde leerling van groep 3, 4 of 5<br />

(dle < 30) wordt sterk afgeraden een zelfbeoordelingvragenlijst te gebruiken voor de vaststelling van<br />

SE problematiek. Voor het persoonlijkheidsonderzoek kan de onderzoeker in dat geval gebruik maken<br />

van gegevens uit het onderwijskundig rapport, van beoordelingslijsten door ouders en/of leerkracht èn<br />

van gegevens op basis van eigen waarneming. Voor zover de vragenlijsten van score-aanduidingen<br />

zijn voorzien van het type klinisch bereik, risicogebied, zorgscore en dergelijke, mogen alleen de<br />

scores die in een dergelijk bereik vallen gebruikt worden als argumentatie voor zorgbehoefte.<br />

Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO<br />

Categorie<br />

AVL: Apeldoornse vragenlijst, A-VISION, 2002 Groep 8 I<br />

CBCL 4-18 Gedragsvragenlijst voor Kinderen, Sophia<br />

Kinderziekenhuis, 1996<br />

TRF: Teacher’s Report Form, 1997<br />

YSR: Youth Self Report, 19971 4–18 jaar Let op: ASEBA (nieuwe CBCL / I<br />

TRF/ YSR) is nog niet bij de Cotan<br />

aangemeld ter beoordeling: dus<br />

niet toegestaan. Dit jaar voor het<br />

laatst toegestaan.<br />

CBSA: Competentie Belevingsschaal voor Adolescenten,<br />

Pearson Assessment and Information, 2002<br />

12–18 jaar 0<br />

CBSK: Competentie Belevingsschaal voor Kinderen, 8–12 jaar Dit jaar voor het laatst toege- I<br />

Pearson Assessment and Information, 1997<br />

staan.<br />

DVL: Docenten Vragenlijst, A-VISION, 20062 Groep 8 en 1e klas<br />

VO<br />

I<br />

LMT: Leermotivatietest, Boom test uitgevers, 2009 Groep 6 t/m 8 0<br />

LVL: Leerlingen Vragenlijst3 , A-VISION, 2008 Groep 8 I<br />

NPV-J: Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst,<br />

Pearson Assessment and Information, 2005<br />

9–16 jaar I<br />

NPV-J-2: Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst,<br />

Pearson Assessment and Information, 2011<br />

9–16 jaar I<br />

PMT-K-2: Prestatie Motivatietest voor Kinderen 2, Groep 7/8 en 1<br />

Pearson Assessment and Information, 2011<br />

e<br />

I<br />

klas VO<br />

SAQI, Libbe Mulder, 2007 Groep 6, 7, 8<br />

en 1e klas VO<br />

Internet versie van de SVL I<br />

SEV: Sociaal Emotionele Vragenlijst, Bohn Stafleu van<br />

Loghum, 2005<br />

4–18 jaar I<br />

SVL, Pearson Assessment and Information, 2008 9–16 jaar I<br />

TPVO-Leerlingvragenlijst, A-VISION, 20084 Groep 8 0<br />

TPVO-Docentenvragenlijst, A-VISION, 20084 Groep 8 en 1e klas<br />

VO<br />

0<br />

VISEON: Volginstrument Sociaal-Emotionele Ontwikkeling,<br />

Cito, 20034 Groep 3 t/m 8 0<br />

VvGK: Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij<br />

6–17 jaar Dit jaar voor het laatste toege- III<br />

Kinderen, Pearson Assessment and Information, 2000<br />

staan.<br />

1 Een vragenlijst voor docenten, ouders en voor leerlingen; men mag met één van de vragenlijsten volstaan, maar de voorkeur gaat<br />

uit naar een combinatie van lijsten. Het onderscheid tussen screening- en andere instrumenten komt daarmee te vervallen.<br />

2 In combinatie met Leerling Vragenlijst (LVL) te gebruiken wanneer het begrijpend leesniveau van de leerling voldoende is.<br />

3 In combinatie met Docenten Vragenlijst (DVL) te gebruiken.<br />

4 Een vragenlijst voor docenten of voor leerlingen; men mag met één van beide volstaan, maar de sterke voorkeur gaat uit naar een<br />

combinatie van twee lijsten. Het onderscheid tussen screening- en andere instrumenten komt daarmee te vervallen.<br />

Opmerkingen bij Criterium Sociaal Emotionele problematiek:<br />

CBCL 4-18 Gedragsvragenlijst voor Kinderen, 1996: dit jaar voor het laatst toegestaan i.v.m. verouderde<br />

normering.<br />

TRF: Teacher’s Report Form, 1997: dit jaar voor het laatst toegestaan i.v.m. verouderde normering.<br />

3 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong>


YSR: Youth Self Report, 1997 2 : dit jaar voor het laatst toegestaan i.v.m. verouderde normering.<br />

CBSK dit jaar voor het laatst toegestaan i.v.m. verouderde normering.<br />

VvGK: Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen, 2000. Jarenlang niet of nauwelijks gebruikt en<br />

oordeel III.<br />

Toegestane instrumenten onderzoek leerachterstanden schooljaar <strong>2013</strong>–2014<br />

Afname van leervorderingenonderzoek<br />

Voor het weergeven van de leervorderingen wordt in principe altijd gevraagd om de meest recent<br />

afgenomen toetsen. Wanneer de leerling tussen 1-2-<strong>2013</strong> tot en met 30-9-<strong>2013</strong> wordt aangemeld,<br />

moeten de didactische toetsen in het schooljaar <strong>2012</strong>–<strong>2013</strong> of daarna zijn afgenomen. Bij aanmelding<br />

vóór 1-2-<strong>2013</strong> mogen de gegevens van de didactische toetsen die in het onderwijskundig rapport<br />

worden gebruikt niet ouder zijn dan zes toetsmaanden (juli en augustus worden niet meegerekend).<br />

Uitzondering hierop is de Cito Toets Begrijpend lezen die een vast afnamemoment kent in de winter en<br />

slechts één maal per jaar kan worden afgenomen.<br />

Alle leervorderingentoetsen die geschikt zijn voor groep 8 mogen ook gebruikt worden voor het<br />

didactisch toetsen van leerlingen in 1-VO. De DL is in dat geval 60 en dezelfde regels die voor groep 8<br />

gelden ten aanzien van adaptief toetsen, gelden ook hier.<br />

Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS):<br />

Het Didactische Leeftijds Equivalent (DLE) hebt u nodig bij de doorverwijzing van leerlingen naar het<br />

leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) en het Praktijkonderwijs (PrO). Door Cito wordt niet bij alle<br />

toetsen een koppeling gemaakt met DLE’s in de rapportages. Cito gebruikt voor de rapportage<br />

vaardigheidsscores en functioneringsniveaus. Wanneer u gebruikmaakt van het Computerprogramma<br />

LOVS, kunt u via het onderwijskundig rapport wel de benodigde DLEs opvragen voor de doorverwijzing<br />

naar LWOO en PrO. Het is niet mogelijk om een directe verbinding te leggen tussen de scores op<br />

de papieren toets en de digitale versie, omdat in beide gevallen langs een andere route de resultaten<br />

worden verkregen. Het is daarom nadrukkelijk gewenst te vermelden welke toetsversie is gebruikt.<br />

Voor de omzetting van toetsresultaten naar DLE’s dient u gebruik te maken van het DLE-boek van<br />

BOOM Testuitgevers. 3<br />

Toelichting bij het door- en terugtoetsen<br />

Bij jaargroep gebonden toetsen zoals de CITO-volgsystemen dienen de RVC’s uit te gaan van toetsen<br />

die aansluiten bij het werkelijke didactische niveau van de leerling. Dit betekent dat schoolverlaters op<br />

de basisschool soms toetsen moeten maken die in jaargroepen daarvoor gebruikt worden.<br />

Adaptief toetsen<br />

Kandidaten voor LWOO en PrO hebben leerachterstanden. Bij adaptieve toetsing door de basisschool<br />

worden toetsen afgenomen die de leerling op basis van zijn eigen leerniveau redelijk zou moeten<br />

kunnen maken. Een leerling die qua leerlijn in groep 6 zit laat men niet ploeteren met de veel te<br />

moeilijke toets van groep 8. Het gebruik van de toets van groep 6 is kindvriendelijker en de score niet<br />

alleen betrouwbaarder, maar geeft ook meer inzicht in wat een leerling kan.<br />

Door- of terugtoetsen<br />

De algemene regel is dat voor een goede niveaubepaling een toetsversie gebruikt moet worden die<br />

het beste past bij het feitelijke leerniveau van de leerling. Mocht uit de uitslag blijken dat bij nader<br />

inzien toch niet de juiste toetsversie is gekozen, dan moet er in principe worden door- of teruggetoetst.<br />

Maar waaraan zie je dat? Wanneer moet er dan worden door- of teruggetoetst? Dat verschilt per<br />

toetssoort.<br />

De eerste groep van toetsen waar door- of terugtoetsen aan de orde zou kunnen zijn, zijn de volgende<br />

Cito LOVS toetsen:<br />

– Leestechniek en Leestempo<br />

– LOVS Begrijpend lezen<br />

– LOVS Spelling<br />

2 Een vragenlijst voor docenten of voor leerlingen; men mag met één van beide volstaan, maar de sterke voorkeur gaat uit naar een<br />

combinatie van twee lijsten. Het onderscheid tussen screening- en andere instrumenten komt daarmee te vervallen.<br />

3 DLE-schalen voor indicatiestelling LWOO en PRO, voor instroom in schooljaar <strong>2013</strong>–2014, uitgave BOOM Testuitgevers, najaar<br />

<strong>2012</strong>.<br />

4 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong>


– LOVS Rekenen-wiskunde<br />

Bij deze leerjaargebonden toetsen moet in principe worden door- of teruggetoetst als de feitelijke<br />

uitslag meer dan één leerjaar (in DLE’s uitgedrukt meer dan 10 punten) van de verwachte score af ligt.<br />

Stel: u vermoedt dat de leerling op het niveau van halfweg leerjaar 5 zal scoren. U zet dus toets M5 in<br />

met een DL van 25. U verwacht dus een score die ligt tussen DLE 15 en 35.<br />

Als de toetsscore inderdaad binnen die range valt hoeft er niet doorgetoetst te worden. Valt de score<br />

daarbuiten, dan moet er in principe wel doorgetoetst worden met een andere toetsversie. Zie daarvoor<br />

een tweetal voorbeelden hieronder.<br />

Voorbeeld één: de leerling haalt op de M5 toets een score die correspondeert met een DLE van 36. Dit<br />

is geen PrO score maar een score die past bij LWOO. De afwijking van de gevonden score is groter<br />

dan 10 DLE-punten. Daarom legt U ter nadere verifiëring van de juistheid van dit niveau nu de M6 of<br />

E6 toets voor om te zien waar het niveau dan op uitkomt. U voegt beide toetsscores toe aan het<br />

onderwijskundig rapport.<br />

Voorbeeld twee: opnieuw wordt een M5 toets afgenomen, maar blijkt de DLE die hoort bij de score<br />

van de leerling maar 14 te bedragen. Bij deze (tegenvallende) score van DLE 14 moet u terug toetsen<br />

of het niveau van deze leerling echt met dat van groep 4 overeenkomt: u gebruikt nu dus een E4 toets.<br />

Op grond van ervaringen uit het veld 4 kan de toepassing van deze regel minder strikt gehanteerd<br />

worden als alle relevante gegevens in een eenduidige richting wijzen en door- of terugtoetsen naar<br />

alle waarschijnlijkheid niet tot een andere indicatie zal leiden.<br />

Echter: als de toetsuitslag van de leerling meer dan 10 DLE-punten van de gekozen toetsversie af ligt<br />

moet in ieder geval worden door- of teruggetoetst als:<br />

dit toetsresultaat duidelijk afwijkt van de gegevens uit het onderwijskundig rapport of het<br />

leerlingvolgsysteem, of<br />

er sprake is van strijdige gegevens (sommige scores verwijzen naar LWOO en andere naar PrO), of<br />

er sprake is van een IQ tussen 75 en 80 (omdat dit het overlapgebied is tussen LWOO en PrO).<br />

Aan het eind van deze notitie is een tabel opgenomen over hoe door- of terug- te toetsen bij dit soort<br />

toetsen.<br />

Als u op deze wijze te werk gaat hoeft nooit meer dan twee keer getoetst te worden. Uitgangspunt is<br />

dat de leerling de eerste keer een toets voorgelegd krijgt, die naar de verwachting van de toetsafnemer<br />

past bij het niveau van de leerling. De eventuele tweede toets die u kiest sluit aan bij het op de<br />

eerste toets behaalde niveau. Die twee gegevens zullen voor elke RVC voldoende zijn. Wel is het van<br />

groot belang dat u precies de toetsinstructies van de betreffende toetshandleiding volgt.<br />

De toetsserie Begrijpend Lezen 345678 is een aparte uitgave naast het Drempelonderzoek. Dit is de<br />

tweede groep van toetsen waar mogelijk door- of teruggetoetst moet worden. Begrijpend lezen<br />

345678 bestaat uit 5 toetsen met het afnamebereik 34, 345, 56, 678 en 78. De toetsen zijn apart<br />

genormeerd en de toets wordt geleverd inclusief normeringstabellen. Voor deze serie gelden de<br />

doortoetsregels. De DLE range van de toetsen 345 en 678 is op zich tamelijk breed. In voorgaande<br />

toelichtingen hebben we bij deze toetsen daarom nooit verwezen naar de door- of terugtoets<br />

noodzaak, omdat die zich bij een globale schatting van het leerniveau van de leerling maar sporadisch<br />

zal voordoen. Nu er evenwel ‘tussenvormen’ beschikbaar zijn moet hier wel op gelet worden.<br />

In de handleiding van de betreffende toetsen wordt dit ook aangegeven. De algemene regel hier is dat<br />

de toetsuitslag alleen gebruikt kan worden als de score een DLE-waarde uit de tabel oplevert.<br />

Voor toets 56 moeten minstens 15 items goed zijn. Scores daaronder leveren geen DLE-waarde op: er<br />

moet dus teruggetoetst worden. Een score van 31 tot 35 levert aan de bovenkant van de lijst geen<br />

DLE-waarde op: hier moet dus doorgetoetst worden met versie 78 of 678.<br />

Voor toets 78 geldt: de minimale score moet 21 zijn (van de 40 items). Een lagere score betekent dat er<br />

teruggetoetst moet worden.<br />

De toetsen binnen het Drempelonderzoek, inclusief de begrijpend lezen toets, zijn Cotan goedgekeurd<br />

voor de groepen 5, 6, 7 en 8. Het Drempelonderzoek begrijpend lezen heeft een DLE-schaal van 14 -<br />

60. Terugtoetsen is hierop niet van toepassing.<br />

Advies tabel door- terug toetsen E toetsen CITO-LOVS<br />

Niveau Behaald dle advies<br />

Groep E4 < 10 Kies een Toets van groep 3<br />

Groep E4 > 30 Kies een Toets van groep 5<br />

Groep E5 < 20 Kies een Toets van groep 4 1<br />

Groep E5 > 40 Kies een Toets van groep 6<br />

Groep E6 < 30 Kies een Toets van groep 4 (zie noot 8)<br />

4 Zie Verantwoording <strong>2012</strong>–<strong>2013</strong> op www.rvc-vo.nl onder tabblad: regeling / lijst van instrumenten.<br />

5 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong>


Niveau Behaald dle advies<br />

Groep E6 > 50 Kies een Toets van groep 7<br />

Groep E7 < 40 Kies een Toets van groep 6 (zie noot 8)<br />

Groep E7 > 60 Doortoetsen niet nodig: score valt buiten LWOO criteria.<br />

1 Is de score lager dan het voorafgaande leerjaar dat u adaptief had gekozen, dan is het advies: neem de toets van het leerjaar waar<br />

de behaalde DLE score naar verwijst. Dit kan twee of meer leerjaren lager worden als uw start niveau veel te hoog is geweest.<br />

Advies tabel door- terug toetsen M toetsen CITO-LVS.<br />

Niveau Behaald dle advies<br />

Groep M4 < 5 Kies een Toets van groep 3<br />

Groep M4 > 25 Kies een Toets van groep 5<br />

Groep M5 < 15 Kies een Toets van groep 4 (zie noot 8)<br />

Groep M5 > 35 Kies een Toets van groep 6<br />

Groep M6 < 25 Kies een Toets van groep 5 (zie noot 8)<br />

Groep M6 > 45 Kies een Toets van groep 7<br />

Groep M7 < 35 Kies een Toets van groep 6 (zie noot 8)<br />

Groep M7 > 55 Kies een Toets van groep 8<br />

Groep M8 < 45 Kies een Toets van groep 7(zie noot 8)<br />

Advies tabel door- terug toetsen Begrijpend Lezen 345678<br />

Begrijpend lezen 56 < 15 items goed Kies nu versie 34<br />

Begrijpend lezen 56 > 30 items goed Kies nu versie 78<br />

Begrijpend lezen 78 < 21 items goed Kies nu versie 56<br />

Lijst toegestane instrumenten Leer Achterstand Technisch lezen schooljaar <strong>2013</strong>–2014<br />

(zie: Toelichting bij afname leervorderingenonderzoek en de Toelichting bij het door- en terugtoetsen)<br />

Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO<br />

Categorie<br />

Éen-Minuut-Test, Vorm A en B, Pearson<br />

Groep 3 t/m 8<br />

II<br />

Assessment and Information, 1994<br />

en 1ste klas VO<br />

1 II<br />

Drempelonderzoek 5e versie, 678 Onderwijs<br />

Advisering, 2010<br />

Groep 4 t/m 8 I I<br />

De Klepel, Vorm A en B, Pearson Assessment Groep 4 t/m 8<br />

and Information, 1994<br />

en 1ste II<br />

klas VO<br />

1 II<br />

Leestechniek en Leestempo, Cito, 2001 Groep 6 t/m 8 I I<br />

LOVS AVI, Cito, 2009 Groep 3 t/m 8 I I<br />

LOVS DMT, Cito, 2009 Groep 3 t/m 8 Afname van kaart 1, 2<br />

en 3 verplicht, met<br />

samengestelde<br />

vaardigheidsscore als<br />

uitgangspunt voor<br />

bepalen achterstand.<br />

I I<br />

LOVS Technisch lezen, Cito Groep 3 t/m 8 Voor zover beschikbaar 0 0<br />

SVT-TL: Schoolvaardigheidstoets Technisch<br />

Lezen, Boom test uitgevers, 2007<br />

Groep 3 t/m 8 0 0<br />

Niveautoets & NiveautoetsPlus, Cito, <strong>2013</strong>. Het Groep 8<br />

Leerlingen groep 8 I I<br />

betreft een speciale editie van de Eindtoets Afname januari – met een grote<br />

Basisonderwijs.<br />

februari <strong>2013</strong><br />

leerachterstand: deze<br />

leerlingen hebben<br />

minimaal een<br />

leerachterstand van<br />

1½ jaar<br />

Technisch lezen 345678, 90 A/B,<br />

90A: Bereik<br />

I I<br />

678 Onderwijs Advisering, 2005<br />

groep 3 t/m 8<br />

90B: Bereik<br />

groep 4 t/m 8<br />

Toelatingstoets voor Leerwegondersteunend en<br />

Praktijkonderwijs, Cito, 2001<br />

Groep 8 I I<br />

TPVO-TL Technisch Lezen, A-VISION, 2008. Groep 5 t/m 8 0 0<br />

1 In verband met normering ouder dan 15 jaar.<br />

6 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong><br />

PrO<br />

Categorie


Lijst toegestane instrumenten Leer Achterstand Begrijpend lezen schooljaar <strong>2013</strong>–2014<br />

(zie: Toelichting bij afname leervorderingenonderzoek en de Toelichting bij het door- en terugtoetsen)<br />

Wanneer een leerling bij de afname van de toets Technisch Lezen lager scoort dan DLE 20 is afname<br />

van een toets Begrijpend Lezen voor leerlingen die naar het PrO worden verwezen niet noodzakelijk.<br />

Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO<br />

Categorie<br />

Begrijpend lezen 345678 toets 345,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2006<br />

Groep 3 t/m 5 I I<br />

Begrijpend lezen 345678 toets 678,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2006<br />

Groep 6 t/m 8 I IV<br />

Begrijpend lezen 345678 toets 34,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2006<br />

Groep 3 & 4 I I<br />

Begrijpend lezen 345678 toets 56,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2006<br />

Groep 5 & 6 I I<br />

Begrijpend lezen 345678 toets 78,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2006<br />

Groep 7 & 8 I IV<br />

Begrijpend lezen Speciale leerlingen, Cito, 2011 Voor functione- Leerlingen in het Speciaal 0 0<br />

rings niveaus (Basis) Onderwijs, maar<br />

groep 3 tot en ook de zorgleerlingen in<br />

met 8<br />

het reguliere basisonderwijs.<br />

Drempelonderzoek 678, 5e versie,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2010<br />

Groep 5 t/m 8 I I<br />

LOVS Begrijpend lezen, Cito Groep 3 t/m 8 I I<br />

LOVS Begrijpend lezen digitaal, Cito Groep 3 t/m 8 I I<br />

Niveautoets & NiveautoetsPlus, Cito, <strong>2013</strong>. Het Groep 8<br />

Leerlingen groep 8 met I I<br />

betreft een speciale editie van de Eindtoets<br />

Afname januari – een grote leerachterstand:<br />

Basisonderwijs.<br />

februari <strong>2013</strong> deze leerlingen hebben<br />

minimaal een leerachterstand<br />

van 1½ jaar<br />

SVT-BL: Schoolvaardigheidstoets Begrijpend<br />

Lezen, Boom test uitgevers, 2011<br />

Groep 4 t/m 8 0 0<br />

TPVO-BL: Testserie voor Plaatsing in het<br />

Groep 7 & 8 Niet geschikt voor<br />

III n.v.t.<br />

Voortgezet onderwijs: Begrijpend lezen,<br />

potentiële PrO -leerlingen.<br />

A-VISION, 2003<br />

Ondergrens: dle = 31<br />

TPVO-BL-i: Testserie voor Plaatsing in het<br />

Voortgezet onderwijs: Begrijpend lezen INTER-<br />

NETVERSIE, A-VISION, 2003<br />

Groep 4 t/m 8 Ondergrens: dle = 10 III 0<br />

Toelatingstoets voor Leerwegondersteunend en<br />

Praktijkonderwijs, Cito, 2001<br />

Groep 8 I I<br />

Opmerkingen bij Begrijpend lezen:<br />

PrO<br />

Categorie<br />

Nieuw op de lijst:<br />

Schoolvaardigheidstoets Begrijpend Lezen (SVT-BL), 2011, Begrijpend lezen 345678 van: 678 Onderwijsadvisering,<br />

2006 de toetsen 34, 56 en 78 en Begrijpend lezen Speciale leerlingen, Cito, 2011<br />

Lijst toegestane instrumenten Leer Achterstand Spelling schooljaar <strong>2013</strong>–2014<br />

(zie: Toelichting bij afname leervorderingenonderzoek en de Toelichting bij het door- en terugtoetsen)<br />

Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO<br />

Categorie<br />

Drempelonderzoek 678,5e versie,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2010<br />

Groep 5 t/m 8 I I<br />

Spelling Speciale leerlingen, Cito, 2011 Voor functione- Leerlingen in het Speciaal 0 0<br />

ringsniveaus (Basis) Onderwijs, maar<br />

groep 3 tot en ook de zorgleerlingen in<br />

met 8<br />

het reguliere basisonderwijs.<br />

LOVS Spelling, Cito Groep 3 t/m 8 I I<br />

LOVS Spelling digitaal, Cito Groep 3 t/m 8 I I<br />

Niveautoets & NiveautoetsPlus, Cito, <strong>2013</strong>. Het Groep 8<br />

Leerlingen groep 8 met een I I<br />

betreft een speciale editie van de Eindtoets Afname januari grote leerachterstand: deze<br />

Basisonderwijs.<br />

– februari <strong>2013</strong> leerlingen hebben<br />

minimaal een leerachterstand<br />

van 1½ jaar<br />

TPVO-SP: Testserie voor Plaatsing in het<br />

Groep 7 & 8 Niet geschikt voor<br />

III n.v.t.<br />

Voortgezet onderwijs: Spellingsvaardigheid,<br />

potentiële PrO -leerlingen.<br />

A-VISION, 2003<br />

Ondergrens: dle = 31<br />

7 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong><br />

PrO<br />

Categorie


Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO<br />

Categorie<br />

TPVO-SP-i: Testserie voor Plaatsing in het<br />

Voortgezet onderwijs Spellingvaardigheid<br />

INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007<br />

Toelatingstoets voor Leerwegondersteunend en<br />

Praktijkonderwijs Cito, 2001<br />

Opmerkingen bij Spelling:<br />

Nieuw op de lijst:<br />

Spelling Speciale leerlingen, Cito, 2011.<br />

Groep 4 t/m 8 Ondergrens: dle = 9 III III<br />

Groep 8 I I<br />

Lijst toegestane instrumenten Leer Achterstand Rekenen schooljaar<br />

PrO<br />

Categorie<br />

(zie: Toelichting bij afname leervorderingenonderzoek en de Toelichting bij het door- en terugtoetsen)<br />

Naam Test Bereik Opmerkingen LWOO<br />

Categorie<br />

Drempelonderzoek 678,5e versie,<br />

678 Onderwijs Advisering, 2010<br />

Rekenen-Wiskunde Speciale<br />

leerlingen, Cito, 2011<br />

Groep 5 t/m 8 I I<br />

Voor functioneringsniveaus<br />

groep 3 tot en met 8<br />

Leerlingen in het Speciaal<br />

(Basis) Onderwijs, maar ook de<br />

zorgleerlingen in het reguliere<br />

basisonderwijs.<br />

0 0<br />

LOVS Rekenen-Wiskunde, Cito Groep 3 t/m 8 I I<br />

LOVS Rekenen-Wiskunde digitaal,<br />

Cito<br />

Groep 3 t/m 8 I I<br />

Niveautoets & NiveautoetsPlus, Groep 8<br />

Leerlingen groep 8 met een I I<br />

Cito, <strong>2013</strong>. Het betreft een speciale Afname januari – februari grote leerachterstand: deze<br />

editie van de Eindtoets Basison- <strong>2013</strong><br />

leerlingen hebben minimaal een<br />

derwijs.<br />

leerachterstand van 1½ jaar<br />

SVT-RW: Schoolvaardigheidstoets<br />

Rekenen-Wiskunde, Boom test<br />

uitgevers, <strong>2012</strong><br />

Groep 3 t/m 8 0 0<br />

TPVO-IR: Testserie voor Plaatsing Groep 7 & 8 Niet geschikt voor potentiële I n.v.t.<br />

in het Voortgezet onderwijs<br />

PrO -leerlingen. Ondergrens: dle<br />

Inzichtelijk rekenen, A-VISION,<br />

2003<br />

= 31<br />

TPVO-IR-i: Testserie voor Plaatsing<br />

in het Voortgezet onderwijs<br />

Inzichtelijk Rekenen INTERNET-<br />

VERSIE, A-VISION, 2007<br />

Groep 4 t/m 8 Ondergrens: dle = 11 I I<br />

Toelatingstoets voor Leerwegondersteunend<br />

en Praktijkonderwijs<br />

Cito, 2001<br />

Groep 8 I I<br />

Opmerkingen bij Inzichtelijk rekenen:<br />

PrO<br />

Categorie<br />

Nieuw op de lijst:<br />

Schoolvaardigheidstoets Rekenen-Wiskunde (SVT-RW), <strong>2012</strong> en Rekenen Speciale leerlingen, Cito,<br />

2011.<br />

8 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong>


TOELICHTING<br />

1. Algemeen<br />

Op 1 augustus 2002 is een wijziging in werking getreden van de Wet op het voortgezet onderwijs<br />

(2002, STB.288) in verband met de invoering van het regionaal zorgbudget en de indicatiestelling voor<br />

leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en praktijkonderwijs (PrO). In het hierop gebaseerde Besluit<br />

<strong>Regionale</strong> verwijzingscommissies (RVC’s), regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging<br />

van 27 mei 2003 (Stb. 262), dat op 1 augustus 2003 in werking is getreden, wordt de<br />

uitwerking van nieuwe zorgwetgeving – de indicatiestelling en het regionaal zorgbudget – vanaf het<br />

schooljaar 2003- 2004 geregeld.<br />

Jaarlijks dient vóór 1 oktober een overzicht te worden gemaakt van de screenings-, toets- en testinstrumenten<br />

die in het kader van de indicatiestelling LWOO en PrO als deugdelijk worden aangemerkt.<br />

Deze lijst wordt door het ministerie van OCW op voorstel van de voorzitters van de RVC’s VO<br />

vastgesteld (artikel 3, vierde lid, van het Besluit RVC’s en regionaal zorgbudget).<br />

De voorliggende lijst bevat een limitatieve opsomming van de te gebruiken instrumenten bij aanvragen<br />

tot indicatiestelling die ingediend worden bij de RVC in de periode van 1 oktober <strong>2012</strong> t/m<br />

30 september <strong>2013</strong> voor leerlingen:<br />

die in het schooljaar <strong>2013</strong>–2014 zullen instromen in het eerste leerjaar vmbo of het praktijkonderwijs;<br />

uit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs, waarvoor een beschikking LWOO of PRO<br />

wordt aangevraagd.<br />

Op verzoek van veel scholen wordt deze lijst ruim vóór oktober vastgesteld en gepubliceerd.<br />

2. Vaststelling lijst van te gebruiken instrumenten bij de indicatiestelling voor LWOO en PrO<br />

ten behoeve van instroom in schooljaar <strong>2013</strong>–2014<br />

Het advies van de RVC’s VO is gebaseerd op een voorstel van de daartoe ingestelde Certificeringscommissie,<br />

bestaande uit deskundige vertegenwoordigers uit de toets- en verwijzingspraktijk.<br />

Een belangrijk criterium voor opname van toets- en testinstrumenten in de lijst is de psychometrische<br />

deugdelijkheid. Op het moment van opname in de lijst moet die op onafhankelijke wijze zijn vastgesteld.<br />

De RVC’s VO hebben hiertoe met de Commissie Testaangelegenheden (Cotan) van het Nederlands<br />

Instituut voor Psychologen (NIP) een voorziening getroffen. De Cotan beoordeelt als onafhankelijke<br />

commissie test- en screeningsinstrumenten en rapporteert hierover in het openbaar. Belangrijke<br />

punten in de beoordeling vormen normering, betrouwbaarheid en validiteit. Hiernaast betrekt de<br />

Certificeringscommissie in hun advisering ten aanzien van de te gebruiken instrumenten:<br />

de praktische bruikbaarheid;<br />

de geschiktheid voor de doelgroep (de mate waarin het instrument geschikt is, dan wel niet<br />

nadrukkelijk ongeschikt, voor de doelgroep).<br />

3. Beoordelingscategorieën.<br />

Uitgangspunt voor opname in onderhavige lijst is en blijft een door de Cotan positieve beoordeling op<br />

de relevante aspecten: betrouwbaarheid, normering, begripsvaliditeit en veelal de criteriumvaliditeit.<br />

Wanneer hier niet op alle punten een ‘voldoende of hoger’ beoordeling gegeven is, wordt het<br />

instrument niet in de lijst opgenomen (m.u.v. de didactische toetsen en de SE-vragenlijsten waar aan<br />

de criteriumvaliditeit niet al te zwaar getild wordt).<br />

Op basis van de ter beschikking staande gegevens en analyses is gekomen tot de volgende categorisering:<br />

– Categorie 0: Er is nog onvoldoende ervaring met dit instrument in het veld en het komt nog te<br />

weinig voor in het landelijke databestand om een oordeel over de geschiktheid dan wel bruikbaarheid<br />

voor de doelgroep(en) LWOO- en/of PrO-leerlingen uit te kunnen spreken;<br />

– Categorie I: Volgens de uitslag van de enquête is dit instrument geschikt dan wel bruikbaar voor de<br />

afname bij potentiële LWOO- en/of PrO-leerlingen; de analyse van de gegevens uit het landelijke<br />

databestand ondersteunt de enquête-uitslag. De normering is niet ouder dan 15 jaar;<br />

– Categorie II: Volgens de enquête uitslag is dit instrument geschikt dan wel bruikbaar voor afname<br />

bij potentiële LWOO- en/of PrO-leerlingen; ook uit het landelijke databestand blijken geen<br />

negatieve aspecten voor de beoordeling op dit punt; de normering is echter nogal verouderd (15<br />

jaar; ingeval een test de enige is op zijn gebied zelfs ouder dan 15 jaar);<br />

– Categorie III: Meer dan de helft van de respondenten vond dit instrument niet zomaar geschikt of<br />

bruikbaar voor afname bij potentiële LWOO- dan wel PrO-leerlingen en/of de analyse van de<br />

9 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong>


gegevens uit het landelijke databestand geeft aan dat aan het gebruik van dit instrument voor de<br />

doelgroep(en) (potentiële LWOO- dan wel PrO-leerlingen) negatieve effecten kleven die van dien<br />

aard en omvang zijn dat aangeraden wordt het gebruik van een ander instrument voor het te<br />

onderzoeken criterium in overweging te nemen;<br />

– Categorie IV: 70 percent of meer van de respondenten vond dit instrument niet geschikt of<br />

bruikbaar voor potentiële LWOO- dan wel PrO-leerlingen en/of de analyse van de gegevens uit het<br />

landelijke databestand geeft aan dat aan het gebruik van dit instrument bij de doelgroep(en) zeer<br />

negatieve effecten kleven die van dien aard en omvang zijn dat het gebruik van dit instrument bij<br />

de onderhavige doelgroep ernstig ontraden moet worden.<br />

Het zij vermeld, dat categorie IV in het verleden betekend zou hebben dat het instrument van de lijst<br />

afgevoerd zou zijn. Nu wordt de term ernstig ontraden gehanteerd. Ook categorie III houdt een advies<br />

in om uit te zien naar een ander instrument. Hoe hiermee nu in de praktijk om te gaan? Meestal gaat<br />

het om intelligentie- en SE-tests die klassikaal en/of schriftelijk zijn afgenomen. Dit is dan in het<br />

jaarlijkse ritme van schoolonderzoek en test<strong>procedure</strong>s gebeurd. In een flink aantal gevallen blijken<br />

klassikale/schriftelijke tests niet geschikt voor delen van onze leerling-populatie. Dit hangt meestal<br />

samen met ernstige taal- en leesproblemen van de leerling, als gevolg van dyslexie, ernstige spraak-<br />

en taalstoornissen of Nederlands als tweede taal. Het zal duidelijk zijn dat het bevoegd gezag (en<br />

binnen de scholen de deskundigen) en de betrokken RVC-VO hier hun eigen verantwoordelijkheden<br />

hebben en moeten nemen en dat uiteindelijk in de communicatie over en weer tussen beide instanties<br />

uitgevonden dient te worden hoe met deze problematiek in het algemeen en in individuele gevallen<br />

om te gaan. In de commissie is hierover ook uitvoerig gesproken. We kunnen ons voorstellen, dat men<br />

in bepaalde gevallen en omstandigheden de klassikaal en schriftelijk verzamelde gegevens in de<br />

beschikkings<strong>procedure</strong> toch accepteert. Ten eerste dient vermeld, dat voor sommige leerlingen een<br />

zoveelste toetsmiddag niet goed op te brengen valt. Ook is duidelijk dat in de korte tijdsspanne die<br />

tussen de verzameling van de gegevens en de RVC beslissing ligt, onnodig werk voorkomen dient te<br />

worden. Daarnaast is met hertesten geld gemoeid. Dus als een en ander niet echt nodig is, dan moet<br />

dit in goed overleg voorkomen kunnen worden. Wanneer lijkt nu het hertesten onnodig? Wanneer de<br />

klassikaal en schriftelijk afgenomen tests in overeenstemming zijn met vroegere op een andere manier<br />

verzamelde gegevens (bijvoorbeeld: een recente NIO met een vroegere WISC-III NL), en/of wanneer<br />

gegevens harmonisch overeenkomen met andersoortige gegevens in de aanvraag (bijvoorbeeld van<br />

een leerling is een NPV-J afgenomen hoewel hij voor lezen slechts een DLE van 25 heeft, maar de<br />

gegevens komen overeen met eerder jeugdpsychiatrisch onderzoek en/of met gegevens uit het<br />

onderwijskundig rapport) kan ervan worden uitgegaan dat de aangeleverde gegevens kloppen en niet<br />

door een categorie I of II test vervangen hoeven te worden. In het andere geval (bijvoorbeeld de NIO<br />

komt veel lager uit dan op grond van vorig intelligentie onderzoek of op grond van resultaten op de<br />

inzichtvakken mocht worden verwacht, of de leerling geeft in de NPV-J aan sociaal adequaat te<br />

handelen, waar de leerkracht in de AVL/DVL aangeeft, dat dat geenszins het geval is ) zal men toch tot<br />

andere evidentie (bijvoorbeeld via hertesten met een ander instrument, of observatie van de psycholoog,<br />

of het invullen van vragenlijsten door leerkracht of ouders) moeten beschikken: niet alleen zou in<br />

het andere geval de beslissings<strong>procedure</strong> op mogelijk onjuiste gegevens berusten, maar ook zouden<br />

foutieve persoonlijke gegevens over de leerling in omloop komen en daaraan wil toch niemand<br />

meewerken?<br />

De certificeringscommissie heeft in de lijst per onderdeel een toelichting op de wijzigingen – in<br />

vergelijking met voorgaande jaren – opgenomen.<br />

In twee specifieke gevallen moeten de testinstrumenten afgenomen worden onder verantwoordelijkheid<br />

van een diagnostisch geschoold psycholoog of diagnostisch geschoold orthopedagoog. Het gaat<br />

om de testinstrumenten voor het intelligentiequotiënt van de leerling en om persoonlijkheidsonderzoeken<br />

met betrekking tot prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit die het beeld geven<br />

van de sociaal-emotionele problematiek van de leerling in relatie tot de leerprestaties (artikel 4, eerste<br />

lid, onder c en d, van het Besluit RVC’s en regionaal zorgbudget). Onder een ‘diagnostisch geschoolde<br />

psycholoog of diagnostisch geschoolde orthopedagoog’ wordt een door een beroepsvereniging van<br />

orthopedagogen of klinisch psychologen als zodanig erkende en geregistreerde academisch<br />

gevormde psycholoog of orthopedagoog dan wel een in het kader van de Wet Beroepen in de<br />

Individuele Gezondheidszorg (BIG) geregistreerde gezondheidszorgpsycholoog verstaan.<br />

Tot slot: De onderbouwing van het advies en de uitgebreide toelichting en verantwoording van de<br />

certificeringscommissie op de hier gepubliceerde lijst, als mede de van toepassing zijnde wettelijke<br />

regelingen, kan men nalezen op de website van RVC-VO Landelijk: www.rvc-vo.nl.<br />

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,<br />

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.<br />

10 Staatscourant <strong>2012</strong> nr. 17829 3 september <strong>2012</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!