17.09.2013 Views

2001 - 5 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

2001 - 5 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

2001 - 5 - Orchideeën Vereniging Vlaanderen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

plukt en wanneer goed geconserveerd,<br />

kan men nog steeds de<br />

oorspronkelijke kleur zien. In dit<br />

geval zag ik de blauw gekleurde<br />

Disa - Disa gmminifolia (was eerder<br />

Herscheliallthe graminifolia).<br />

Op een ochtend ging ik met Dr.<br />

Kurzweil naar de Kaapstad Universiteit<br />

om prof. Peter Linder te<br />

onmoeten, docent voor plantensystematiek.<br />

Hij en Dr. Kurzweil<br />

hebben cen boek geschreven met de<br />

titel "The South African Orchids",<br />

dat kortgeleden is gepubliceerd.<br />

Daarna liet Dr. Kurzweil mij het<br />

bekende Bolus Herbarium met de<br />

collectie van planten op alcohol zien,<br />

waar hij gedurende vele jaren werkteo<br />

Op de geconserveerde Disa's kon<br />

je werkelijk de 3-dimensionale positie<br />

van de bloem zien. Het meest<br />

belangrijke deel is natuurlijk de positie<br />

van het zuiltje, met de stampers<br />

en de meeldraden.<br />

Toen ik de Tafelberg bezocht, verzamelde<br />

ik de volgende informatie<br />

over de leefomgeving van de disa's:<br />

Disa uniflora, de 'Trots v£ln de<br />

Tafelberg' (foto 4), kan worden bestoven<br />

door de 'Tafelberg schoonheid',<br />

een vLinder genaamd Aeropetes<br />

(Meneris) tlilbaglIin. Deze bestuift<br />

alleen bloemen met roze tot rode<br />

pigment. Disa is niet een gewone<br />

orchidee: zij is de 'Bloem van God',<br />

zo eenvoudig ligt het. -chter,<br />

wanneer je probeert om Disa's te<br />

kweken, blijkt dat bijzonder moeilijk<br />

te zijn! Maar niet voor de disamaniak,<br />

die de lokale leefomgeving en<br />

ecologie van de Disa begrijpt.<br />

Volgens mcvrouw Joyce Stewart<br />

("Manual of Orchids") was de<br />

mythische koningin Disa van<br />

Zweden, die een bezoek bracht aan<br />

de koning van Sveas, verpakt in een<br />

visnet, vandaar dat de netvormig<br />

geaderde dorsale sepaal van Disa<br />

uniflora, de naam verleende aan het<br />

geslacht Disa. De Zweedse fysicus en<br />

botanicus Petrus Bergius was de<br />

eerste die deze soort in 1767<br />

beschreef op basis van een exemplaar<br />

met slechts een bloem, vandaar<br />

de misleidende naam ul1iflora, i.e.<br />

met een bloem.<br />

Disa uniflora heeft de grootste bloemen<br />

van alle disasoorten. In het wild<br />

worden vaak meer bloemen op een<br />

starn gevonden (foto 4).<br />

Kaapstad is een mooie stad, de<br />

moederstad volgens de lokale bevolking,<br />

dankzij haar Tafelberg. lk<br />

ben van mening dat de architectuur<br />

van de huizen en de lay-out van de<br />

stad zeer opmerkelijk zijn. De<br />

huizen zijn kriskras gebouwd en<br />

brengen weinig eenheid in de<br />

stadsplanning. Geen wonder: als je<br />

kijkt naar de geschiedenis. De stad is<br />

in handen geweest van de<br />

Nederlanders, de Fransen, de<br />

Engelsen en nu de Zuidafrikanen en<br />

toont ook nog enige Duitse invloed.<br />

De kristalblauwe lucht, de twee<br />

diepblauwe oceanen (de koele<br />

Atlantische Oceaan in het westen en<br />

de warme Ind ische Oceaan in het<br />

oosten), het vriendelijke milde tot<br />

hete klimaat en het kleurrijke Fynbos<br />

dat eindigt in kustlijnen met witte<br />

stranden... het is gewoon magnifiek!<br />

De Kaapstedelingen beseffen niet<br />

hoe verwend ze zijn om op een plek<br />

als deze te wonen.<br />

De Tafelberg is een harde weerbarstige<br />

zandsteenformatie met een<br />

klein aantal kegelvormige heuvels,<br />

zoals Lions Head, Signal Hill en<br />

Devils Peak. Boven op de berg liggen<br />

veeI grijze gesteenten en diepe<br />

hellingen zoals Skeleton Gorge (een<br />

goed aangegeven route naar beneden<br />

naar Kirstenbosch Garden), uitgeslepen<br />

en kaal door de eeuwenlange<br />

erosie. Deze onbegroeode<br />

stenen en stenen muren zijn het<br />

meest dominante en het meest<br />

aantrekkelijke element in het landschap,<br />

dat een beetje lijkt op een<br />

maanlandschap. Er zijn een paar<br />

grote reservoirs om Kaapstad van<br />

vers water te voorzien. Gedurende<br />

de zomermaanden van mijn verblijf<br />

in Kaapstad was er namvelijks<br />

regen. Dus ik zag veel rook in de<br />

lucht, een teken dat er ergens vuur<br />

was. Er waren ook een paar stukjes<br />

verbrande velden boven op de berg,<br />

overblijfselen van een brand door<br />

natuurlijke oorzaak, vermoed ik.<br />

Vuur heeft een zeer grote invloed op<br />

de vegetatie. Hela£ls komt het in<br />

alarmerende frequentie voor.<br />

E n ander fenomeen dat de berg met<br />

zich meebrengt (foto 3) is het<br />

bekende "tClfelkleed". De Kaap kent<br />

een mediterraan weertype: warme<br />

droge zomers en milde regenachtige<br />

winters. De bekende en sterke<br />

'zuidoostenwind' (genaamd de<br />

Kaapse dokter) veegt aile smog en<br />

rommel van de city weg. Hij wordt<br />

vaak vergezeld door het 'tafelkleed'<br />

over de berg. De wind wordt over de<br />

berg gestuwd, koelt af bij het stijgen<br />

en het vocht condenseert tot een<br />

wolk. Aan de andere kant daalt de<br />

lucht en wordt zij warmer, de wolkendruppels<br />

verdampen en zo word t<br />

het 'tafelkleed' gemaakt: gevormd<br />

aan een kant van de Tafelberg en opgelost<br />

aan de andere kant. Vaak, terwijl<br />

de zon fel schijnt, zal men een<br />

strook van horizon tale witte wolken<br />

zien die boven op de berg rusten. Ais<br />

men beter kijkt, zal men de<br />

beweging van de wolken zien: altijd<br />

naar beneden komend, maar nooit<br />

arriverend! Daarom blijft de wolk als<br />

een gehee\ vastliggen over de<br />

bergtop. De Dis()'s op de Tafelberg<br />

worden vaak bevochtigd door<br />

97 Orchidcccn OS/<strong>2001</strong>


zuidoostelijke wolken en ontvangen<br />

gefilterd zonlicht gedurende de<br />

droge zomermaanden. Nou, probeer<br />

maar eens een 'tafelkleed' in je eigen<br />

brocikas na te bootsen!<br />

De zware winterregen zal aUe dode<br />

stengels en bladeren wegspoelen,<br />

zodat de planten schoon, fris en<br />

gezond blijvcn voor het komende<br />

voorjaar (foto 10 - let op de frisse<br />

gezonde zaailingen).<br />

De Kaapse flora lijkt zich te hebben<br />

aangepast om vuur te overleven. Het<br />

veld heeft een verbazingwekkende<br />

kracht van hers tel. In het geval van<br />

het Disagebied, ruimen de branden<br />

de schaduw producerende oeverbegroeiing<br />

op. De vuren branden net<br />

boven de Disa's terwijl het water nog<br />

langs hun wortels stroomtl Sommige<br />

plantenzaden moeten in staat<br />

zijn om in leven te blijven in de<br />

grond voor vele jaren om te kiemen<br />

na de opruiming. Het daarop volgende<br />

jaar produceren de bloemscheu<br />

ten meer bloemen ten gevolge<br />

van overvloedig zonlicht en<br />

voedingsstoffen.<br />

Disa's kunnen vele uren fel zonlicht<br />

en extreme hitte verduren (boven<br />

30°C), als het wortelsysteem con­<br />

foto 6 en 7: Disil graminifoliil<br />

98 Orcbideeen OS/<strong>2001</strong><br />

stant wordt nat gehouden in een .<br />

koel microklimaat (zie ook foto op<br />

de achtercover).<br />

Gedurende mijn vcrblijf in<br />

Kirstenbosch Botanical Garden, ben<br />

ik twee keer met de auto van<br />

Kirstenbosch naar de Tafelberg<br />

gegaan. Men moet toestemming<br />

hebben van de autoriteiten van het<br />

bos en het waterreservoir om door<br />

het Cecilia Bas naar de top te rijden.<br />

Dit bos is bedekt met \fele snelgroeiende<br />

naaldbomen (gebruikt<br />

voor economische doeleinden),<br />

maar er zijn een paar kleine openingen.<br />

Wanneer men in een van deze<br />

openingen staat kan men een mooi<br />

uitzicht krijgen op de Kaapse<br />

Vlakten die door de Constantia<br />

Bergen worden omgeven. Het was<br />

medio februari toen ik de eerste keer<br />

de berg op ging, samen met mijn<br />

mentor Hildegard en een paar vrienden.<br />

We parkeerden onze auto naast<br />

een waterreservoir en beklommen<br />

de steile helling gedurende een half<br />

uur. Toen we net op weg waren ontdekten<br />

we al een paar Disa's. Het<br />

'was een bewolkte dag en bovenop<br />

de berg waren we binnen in het<br />

'tafelkleed'. De lucht was erg<br />

vochtig, maar niet nat, net als in een<br />

koude sauna met vee 1 koude mist<br />

om je heen. We hadden daardoor<br />

heel slecht zicht. Maar plotseling<br />

zagen we, in een sloot, honderden<br />

Disas die trots met hun felrode Ideur<br />

aan het bloeien waren.<br />

Ik was zo opgewonden dat ik 'het<br />

uitschreeuwde! Daar was ik ... in het<br />

Mekka van de Bloem van Godl (foto<br />

7). Heel zelden wordt een afwijkende<br />

soort gevonden, die gele bloemen<br />

zonder roze of rood pigment<br />

produceert. Deze gele bloemen worden<br />

daarom niet door de bestuivende<br />

vlinder bezocht. Dus wordt er<br />

geen zaad geproduceerd en kan de<br />

plant zich slechts langzaam voortplanten<br />

op uitsluitend vegetatieve<br />

manier. Deze planten zijn vaak<br />

zwakker dan de rode. Ais het<br />

seizoen niet gunstig is, zijn de overlevingskansen<br />

van de plant minimaal.<br />

Deze vormen hebben daarom<br />

de neiging om weer uit te sterven.<br />

De gekruiste vorm, het resultaat van<br />

handbestuiving, is in vitro gecultiveerd<br />

en laat onder broeikasomstandigheden<br />

een sterke groei zien.<br />

De tweede keer dat ik de berg<br />

opging, was samen met leden van de<br />

Kaapse Orchideeen <strong>Vereniging</strong> die<br />

naar dezelfde plek gingen. Het was<br />

begin maart en hun jaarlijkse dagje<br />

uit. Het was een zonnige en heldere<br />

dag. De bloemen waren 211 over hun<br />

piek-bloei periode. hun kleuren begonnen<br />

te vervangen en enkele<br />

gaven zelfs tekenen van zaaddoosvorming.<br />

Tijdens onze weg naar<br />

boven zagen we ook Disa ferrugin ea,<br />

gelijk in kleur aan hun bloeiende<br />

buur Crassula coccinea, welke een<br />

felle oranjerode kleur heeft.<br />

Ze ,·vorden beide door dezelfde vlinder,<br />

Meneris tulbaglzia bestoven.<br />

Toen zag ik boven op de berg een<br />

van de echt blauwe disa's, Disa<br />

graminifolia (foto 06 en 07) . Op mijn<br />

weg terug langs de Skeleton Gorge,<br />

zag ik er nog enkele in bloei staan,<br />

her en der verspreid op enige<br />

afstand van het grasland, zander dat<br />

er water langs hun wortels loopt.<br />

Disa graminifolia en Disa ferruginea<br />

groei-en op drogere grand. Je klint<br />

ze niet missen met hun felle blauwe<br />

en oranjerode kleur.<br />

Disa uniJlora behoort tot de groep<br />

van zeven blijvende, altijd groene<br />

soorten van het zuidelijk deel van<br />

de Westerse Kaap (de andere zijn:<br />

tripetaloides J caulescens, cardinalis,<br />

racemosa, venosa en maata), wat<br />

betekent dat zij langs de kustlijnen<br />

groeien, zoals Betty's Bay en de<br />

waterkant van de Tafelberg.<br />

Ze laten kleurvariaties zien van diep<br />

karmijnrood aan de Westelijke<br />

bergruggen tot oranjerood aan de<br />

zuidelijke bergruggen en roze aan de<br />

oostkant. In de zomer draagt de<br />

zuidoostenwind vochtige lucht van<br />

de zee in de \form van het<br />

'tafelkleed' zoals ik eerder beschreef.<br />

Hierbij een aantal opmerlcingen<br />

over mijn observatie van wortelomgeving<br />

van de Disa lLnillom en<br />

de mogelijkheld om ze aan een<br />

broeikasomgeving aan te passen:<br />

A. De wortels moeten constant worden<br />

nat gehouden met vers<br />

stromend "vater. Het viel me op dat<br />

Prof. S. Cywes en Dr. L Vogelpoel,<br />

beide goed bekende Disakwekers in<br />

Kaapstad, hen nat houden met<br />

gebruik van vloeimethoden met<br />

behulp van een motor om het water<br />

rond te pompen. Een tank met<br />

Vervolg: pag 99


Uitnodiging voor de NOV-dag <strong>2001</strong><br />

Deze jaarlijkse gebeurtenis, waarvoor<br />

we iedereen van harte uitnodigen,<br />

zal dit jaar plaats vinden op<br />

zaterdag 6 oktober in de Oranjerie<br />

van de Hortus in Leiden van 10.00<br />

tot 15.30 uur. Adres: Rapenburg 73.<br />

In dit nummer van "Orchideeenl/ is<br />

een gratis toegangsbewijs opgenomen<br />

waarmee u de toegang hebt<br />

tot de NOV-dag. Op dit biljet hebt<br />

toegang voor u en uw partner. Aile<br />

anderen betalen de normale prijs<br />

voor toegang tot de Hortus te<br />

Leiden. M.a.w. vergeet u uw gratis<br />

toegangsbewijs niet !<br />

Om 11.00 en 12.00 UUf is de AV<br />

(Algemene) Vergadering) voor de<br />

leden van de NOV.<br />

Om 12.30 uur staan enkele workshops<br />

op de agenda: o.a. de heer H.<br />

Hummel: 1/ Afrikaanse orchideeenl/<br />

en de heer T. Klaassen: "Het kweken<br />

van planten op de v nsterbankl/.<br />

Voor elk wat wils: Voor de kenners:<br />

het kweken van Afrikaanse orchideeen<br />

en voor de beginners: de heer<br />

Klaassen - en de bekwame wijze<br />

102 On:hideeen 05 / <strong>2001</strong><br />

waarop hij dat doet ! Zie verder programma<br />

op de dag zelf. Vanaf 14.15<br />

uur zal de heer drs. N.A. van der<br />

Cingel een lezing houden met als<br />

onderwerp "Bestuiving van orchideeen:<br />

loon of list". De heer van der<br />

Cingel neemt dit jaar, na 16 jaar hoofdredacteur<br />

van "Orchideeenl/ afscheid<br />

van ons blad. Wat velen van u<br />

misschien niet weten, is dat hij twee<br />

boeken heeft geschreven over de<br />

bestuiving van orchideeen. In "The<br />

AOS Bookshopl/ zijn deze boeken<br />

opgenomen onder het hoofd<br />

"Scientific worksl/. Wij nodigen u<br />

van harte uit om deze bijzondere lezing<br />

bij te wonen. De boeken zuBen<br />

ook te koop zijn tegen een aanzienlijk<br />

lagere prijs dan in de boekhandel.<br />

Bovendien wil de auteur de<br />

boeken graag van een handtekening<br />

voorzien als u dat wenst.<br />

Wilt u iets verkopen aan andere<br />

leden ? Of het nu orchideeen of iets<br />

is dat met orchideeen te maken<br />

heeft, laat dit ons weten.<br />

lnformatie en schriftelijke opgave bij<br />

de heer F. de Bruin, Franciscushof<br />

Stuif-es-in: Nieuvv genus<br />

133,4133 BD VTAl'\lEN.<br />

Daarnaast zal "eel u bekend voorkomen:<br />

diverse orchideeen-kwekers<br />

zullen weer het puikje van hun<br />

planten te koop aanbieden. Juist op<br />

zo'n dag zullen leden d ie bota nische<br />

soorten zoeken zeker aan hun<br />

trekken komen, maar ook goede<br />

hybride orchideeen zuBen er zijn. En<br />

orchideeen-boeken, oak a ntiquarische,<br />

zullen worden aangeboden.<br />

Natuurlijk: ook weer Rc d van<br />

Avontuur en Verloting van mooie<br />

orchideeen.<br />

Auto's kunnen worden geparkeerd<br />

op de Haagweg. Dat is ongeveer 10<br />

minuten van de Hortus verwijderd.<br />

De goedkope catering, zoals we die<br />

in Utrecht gewoon zijn, is in Leiden<br />

niet mogelijk, omdat de catering<br />

door de Hortus is verhuurd.<br />

En tenslotte: kom af op de gezellige<br />

sfeer en ontmoet daar al die mensen<br />

die u sinds de tentoonstelling 111<br />

Leiden niet meer hebt gezien.<br />

De NOV-dag-commissie.<br />

In de bekende reeks boekjes van<br />

Luer over de PleurithaUidinae staan<br />

in het deeltje XX een tweetal foto's<br />

van een Jostia teaguei. De soort heette<br />

aanvankelijk Masdevallia taeguei en<br />

was in 1978 als zodanig beschreven.<br />

Wie de t\,vee foto's vergelijkt van de<br />

twee doorgesneden bloemen ziet een<br />

opvallend verschil: in de eerste foto<br />

zit een beweegbaar li.pje omhoog<br />

geklapt als het ware in de bloem, in<br />

de tweede foto steekt het beweegbare<br />

lipje gewoon naar buiten. De<br />

soort is blijkbaar in veel collecties<br />

aamvezig geweest zonder dat ooit<br />

iemand opgemerkt heeft dat deze lip<br />

beweeglijk was tot op het moment<br />

dat dit werd ontdekt door de schrijver<br />

en kunstenaar Louis Jost uit<br />

Banos, Ecuador in 1999.<br />

Dat opgemerkt moet misschien letterli.jk<br />

genomen worden, want<br />

mogelijk is het weI eerder gezien,<br />

maar niet gezegd of geschreven.


Zo'n beweeglijke lip is niet ongewoon,<br />

zelfs niet bij Pleurothallidinae.<br />

Bij niet tot deze groep<br />

behorende geslachten kennen we<br />

beweeglijke lippen bij onder andere<br />

Anguloa, Bulbophyllum, Calopogon,<br />

Peristeria , Caleana, Drakaea, Plociglottis<br />

en Pterostylis .<br />

In de meeste gevallen beweegt de lip<br />

passief en aIleen in de vier laatstgenoemde<br />

geslachten en in enkele<br />

welmg verwante pleurothalloide<br />

geslachten als Acostea, Porroglossum<br />

en Condylago is er sprake van actief<br />

bewegen.<br />

Vanwege deze unieke beweeglijke<br />

lip heeft Luer de soort, die hij in 1978<br />

uitvoerig beschreef met inbegrip van<br />

de details van de bouw van de lip,<br />

echter zonder idee van deze eigenschap,<br />

nu een geheet eigen geslacht<br />

toebedeeld. De ontdekker van deze<br />

gevoe1igheid meldde zijn bevindingen<br />

in een brief ailn Luer. Vandaar<br />

dat de soort nu naaar hem Jostia<br />

taeguei heet. Nog niet is duidelijk<br />

geworden waar de gevoelige plek zit<br />

die de beweging uitlokt, weI dat het<br />

vrij plotseLing gebeurt en dat het te<br />

maken heeft met verandering in turgor<br />

(celspanning).<br />

De lip blijft 2O'n kwartier in de<br />

omgeklapte positie, waardoor de<br />

bloem afgesloten wordt en een bes­<br />

. tuiver gevangen. Na dat kwartier<br />

keert de lip terug In z'n oorspronkelijke<br />

positie. Wat uiteraard betekent<br />

dat het gevangen insect bevrijd<br />

wordt en waarschijnlijk met<br />

pollinien opgeplakt of aangeplakt<br />

wegvliegt. Ais een duveltje uit een<br />

doosje. Er is nog een eigenaardigheid<br />

ontdekt aan dit mechanisme.<br />

Het werkt namelijk niet<br />

aIleen bij verstoring (normaal gesproken<br />

door een aangevlogen<br />

insect), maar ook bij zonsondergang.<br />

Blijkbaar wordt de terugkeer naar de<br />

normale positie veroorzaakt door<br />

zwaartekracht, want wanneer Jost<br />

de plant met bloem en al ondersteboven<br />

hing zat deze 's morgens<br />

nog in de opwaartse positie en wanneer<br />

de plant dan weer gekeerd<br />

werd zakte de lip naar beneden<br />

met behulp van een ontspannen<br />

verbindingsstripje, om pas geleidelijk<br />

weer de spanning te herstellen<br />

die opnieuw omklappen mogelijk<br />

maakt. Waarschijnlijk is het dus de<br />

verbindingsstrip die bij aanraking<br />

door een insect zijn turgor plotseling<br />

verliest en de omslag bewerkstelligt.<br />

De beide boven genoemde foto's zijn<br />

gemaakt door Jost en geven op schitterende<br />

,.vijze het bestuivingsmechanisme<br />

"veer.<br />

Gezien de grootte en kleur van de<br />

bloem is het niet onwaarschijnlijk<br />

dat het bestuivende insect een of<br />

ander vliegje of wespje zal blijken te<br />

zijn. Duidelijk is weer eens uit dit<br />

voorbeeld hoezeer bestuivingsmechanismen<br />

bepalen hoe een soort moet<br />

worden ingedeeld.<br />

vdC.<br />

Voar u gelezen<br />

Guido J. Braem, Charles.a. en Margaret L.Baker I999.The Genus Paphiopedilum. Natural<br />

History and Cultivation. Vol.2.<br />

178 pag. slappe kaft.Vele kleurenfoto's. Botanical publishers Inc. 250 I Old Lake Wilson Road, Kissimmee,<br />

Florida 34747. ISBN 0-9665337-1-2. PrijsUS$ 49.95<br />

Collega Klaassen besprak in Orchideeen<br />

99-2 het eerste deel van deze<br />

driedelige serie en kondigde toen<br />

aan dat deze nog zou worden<br />

voltooid in 1999. Deel 2 is er nu. De<br />

auteurs stellen dat deze driedeling<br />

de gelegenheid bood om nieuwe, na<br />

het verschijnen van het eerste deel<br />

beschreven ta xa op te nemen in deeI<br />

2 en 3. In dit boek zijn 11 nieuwe taxa<br />

beschreven, aile nieuwe varieteiten,<br />

geen soorten. De pagina's van deel 2<br />

zijn genummerd in ver"olg op deel<br />

I, zodat na voltooiing de drie boeken<br />

in een band kunnen worden<br />

geleverd. Oat biedt dan meteen de<br />

kans om er een stevig geheel van te<br />

rna ken, want dit losse deel zit slecht<br />

in zijn oms lag.<br />

Je kunt je afvragen of een nieuw<br />

boek over Paphiopedilum nu zo nodig<br />

was, gezien het bestaan van het<br />

gelijknamige boek van Cribb uit<br />

1987 en van The Slipper Orchids van<br />

Hennesy en Hedge uit 1989 en van<br />

de regelmatige publica ties van<br />

nieuwe vondsten in diverse tijdschriften.<br />

Feit is dat er in het laatste<br />

decennium veel nieuws is ontdekt<br />

en dat er ook grote vorderingen zijn<br />

103 Orchidceen OS/<strong>2001</strong>


gemaakt met het analyseren van<br />

genetische verwantschap (via analyses<br />

van ribosomaal RNA) en gebruik<br />

van nieuwere taxonomische methoden<br />

(cladistiek). Interessant is te zien<br />

dat deze analyses van Cribb et al.<br />

eerder de indeling van Braem lijken<br />

te ondersteunen dan die van Cribb<br />

zelf. Althans dit mag blijken uit het<br />

laatste hoofdstuk uit dit deel, waarin<br />

Braem een en ander toelicht. Een<br />

goede indeling is van wetenschappelijk<br />

belang. Belangrijker voor<br />

degenen die paphen kweken is<br />

natuurlijk de gegeven informatie<br />

over de juiste wijze van verzorgen.<br />

Die is in dit boek uitvoerig, ordelijk,<br />

per soort gespecificeerd en afgeleid<br />

van de klimaatsfactoren op de natuurlijke<br />

vind plaats, geverifieerd door<br />

ervaring. Voortreffelijk l Dit deel<br />

behandelt 2 subgenera: Paphiopedill/m<br />

en Sigmatopctalum, en daarmee<br />

een groot aantal veel gekweekte<br />

soorten. In totaal zijn dat er 34. De<br />

foto's zijn over de gehele tekst<br />

verdeeld en staan dus op de plaats<br />

waar ze thuis horen. Deze plaatsing<br />

heeft uiteraard wei zijn prijs.<br />

De afbeeldingen zijn van uitmuntende<br />

kwaliteit. itgel icht tegen een<br />

zwarte achtergrond komen de<br />

bloemkenmerken go d tot hun recht.<br />

Er zijn ook enkele fraaie oude en<br />

nieuwe aquarellen gereproduceerd.<br />

Verplichte kost voor de e pecialiseerde<br />

liefhebber.<br />

n.b. Klaassen vermeldde indertijd<br />

een e-mail besteladres in EnlT land :<br />

ra tcliffe@zoo.co.uk<br />

Voor u gelezen<br />

Rolf Diekmann 2000. Die Gattung Cattleya: Naturformen, Farbvarietaten und<br />

Naturhybriden der unifoliaten Cattleyen.<br />

187 kleurenfoto·s. 192 pag. Uitg. Parey. Kurfurstendamm57. 10707 Berlin.e-mail:<br />

ISBN 3-8263-3309-8. Prijs DM 78. (Euro 39.88)<br />

Het boek is een uitgave van de<br />

VD.O.F. .eV, de Duitse <strong>Vereniging</strong><br />

van Orchideeenvrienden en is een<br />

bewerking van een eerder in het<br />

Journal fiir den Orchideenfreund verschenen<br />

publica tie.<br />

De auteur verbaast zich eraver dat<br />

over dit zo geliefde geslacht slechts<br />

een gering aantal monografieen is<br />

verschenen, nl. die van Braem (1984­<br />

1986) en Whitner (vanaf 1988) en<br />

slechts enkele deelpublicaties:<br />

Fowlie over tweebladige Cattleya's<br />

en Aulitzi & Foldats over Venezolaanse<br />

soorten. Het is echter de<br />

vraag of deze uitgave werkelijk<br />

noodzakelijk was. Hij lijkt te zijn<br />

ontstaan uit een verzameling dia's<br />

van de auteur en jareniange ervaring<br />

met kweken als liefhebber.<br />

Niet uit wetenschappelijke interesse<br />

.. Daar-naast heeft waarschijnlijk<br />

de taal een rol gespeeld bij deze<br />

Duitse uitgave. Van elke soort worden<br />

verspreiding en ecologie, plaats<br />

in het systeem en ontdekkingsgeschiedenis<br />

redelijk uitvoerig besproken,<br />

Verder de voorkomende<br />

varieteiten en natuurlijke hybriden<br />

.Over de cultuur is er een apart<br />

hoofdstuk van nauwelijks 2 pagina's.<br />

Van diverse soorten, maar niet<br />

van aIle, wordt iets gemeld over de<br />

groeicyclus. Soms zijn enkele specifieke<br />

cultuureisen toegevoegd.<br />

Ondanks het beleden ontbreken van<br />

vdC.<br />

een wetenschappelijke pretentie is<br />

het boek toch voornamelijk een<br />

overzicht van systematische aard;<br />

de ordening van het materiaal is<br />

bepaald door de plaats in h t ysteem.<br />

De vele, kleurenillu traties<br />

(geen grote fonnaten) zijn van qoede<br />

tot zeer goede kwaliteit. Behalve<br />

foto's zijn er ook vele reprod ucties<br />

opgenomen van fraaie tekenlngen,<br />

zoals we die ook kennen YCUl "Die<br />

Orchidee". O.a. uit Curtis Botanical<br />

Magazine. De liefhebbers van Cattleya's<br />

zullen het zeker en terech.t een<br />

aardig boek vinden dat met 'eel<br />

zorg en liefde is samengest Id. Een<br />

tweede deel over biJoliate (= weebladige)<br />

soorten is in de maa k. vdC.<br />

Voor u gelezen<br />

Orchids of the Anglesea District,A field guide<br />

door Everett Foster en Margaret MacDonald. I I Opag.. 21 x I I cm.Wiro gebonden,A$25.- + A$5.25<br />

(post en verpakking). Ruim 100 kleurenfoto·s. 5 tekeningen. 1999.<br />

Te bestellen bij: E.C. Forster. I Elizabeth Street. Belmont 3216.Australie.<br />

Er zullen dagen voorbijgaan dat u<br />

zich niet bezighoudt met Angelseadistrict<br />

in Australie, als u al weet<br />

waar dat lig t. Anglesea ligt aan de<br />

weg die zuidelijk loopt vanuit<br />

Melbourne naM Geelong en verder,<br />

hemelsbreed zo'n 100 km. Het is een<br />

stadje dicht bij de kust.<br />

Als je bladzijde ii leest, waarin de<br />

beschrijving van de omgeving gegeven<br />

wordt, is het een soort idea Ie<br />

104 Orchideeen OS / <strong>2001</strong><br />

vakantieomgeving: met een uitgebreide<br />

open dierentuin en een variatie<br />

aan landschapstypen, dat zowel<br />

voor dier als plant gevarieerde<br />

leefruimte biedt. Alweer een plek in<br />

mijn toch al zo uitgebreide lijst van<br />

te bezoeken delen van Australie. In<br />

tegenstelling tot het boekje "Native<br />

Orchids of Southern Australia", dat<br />

ik kort geleden las en beschreef, is<br />

dit een gidsje dat slechts een zeer<br />

beperkt gebied bekijkt, h ewel de<br />

auteurs aangeven dat h t voorkomen<br />

van de SOOl'ten z ker niet bij<br />

de grens van dit district ophoudt.<br />

Leuk dat orchideeen b kijken niet<br />

altijd tot enorme expedities hoeft te<br />

leiden, maar ook in een wat andere<br />

sfeer kan plaatsvinden.<br />

De beide personen die dit boekje<br />

schreven zijn echte orchideeenliefhebbers,<br />

Everett hield zich bezig

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!