"Loonvorming bij volkomen concurrentie" in PDF-formaat
"Loonvorming bij volkomen concurrentie" in PDF-formaat
"Loonvorming bij volkomen concurrentie" in PDF-formaat
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De <strong>in</strong>vloed van de loonsverhog<strong>in</strong>g op de totale productiekosten is dus groter wanneer<br />
de lonen een groter deel uitmaken van de totale kosten. De loonsverhog<strong>in</strong>g wordt<br />
immers doorgerekend <strong>in</strong> de prijs van het product als gevolg van het aanbod dat<br />
verschuift naar l<strong>in</strong>ks. De gevraagde hoeveelheid van dat product daalt en we krijgen<br />
een beweg<strong>in</strong>g naar l<strong>in</strong>ks op de arbeidsvraagcurve die groter is dan wanneer de<br />
loonkosten slechts een kle<strong>in</strong> deel uitmaken van de totale productiekosten.<br />
Bij een loonsverhog<strong>in</strong>g van 10% is de verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>g van de gevraagde hoeveelheid<br />
arbeid groter als de loonkosten 90% uitmaken van de totale productiekosten dan<br />
wanneer de loonkosten 10% uitmaken van de totale productiekosten.<br />
Hoe groter het aandeel van de productiefactor arbeid <strong>in</strong> de totale productiekosten, hoe<br />
groter de prijselasticiteit van de vraag naar arbeid; hoe kle<strong>in</strong>er het aandeel van de<br />
productiefactor arbeid <strong>in</strong> de totale productiekosten, hoe kle<strong>in</strong>er de prijselasticiteit van<br />
de arbeidsvraag.<br />
3. Het arbeidsaanbod<br />
3.1. Het arbeidsaanbod van één <strong>in</strong>dividu<br />
De mensen gaan werken om te voorzien <strong>in</strong> hun levensbenodigdheden. Werken of niet werken:<br />
de keuze zou snel gemaakt zijn, mochten wij geen loon krijgen naar werken.<br />
Bij het bestuderen van het keuzeprobleem van de arbeider kunnen we uitgaan van de<br />
veronderstell<strong>in</strong>g dat de arbeider <strong>in</strong> staat is comb<strong>in</strong>aties van werktijd of loon (koopkracht) en<br />
vrije tijd te bedenken die hem dezelfde voldoen<strong>in</strong>g schenken, m.a.w. die hem hetzelfde nut<br />
geven. Het is daar<strong>bij</strong> realistisch te veronderstellen dat de arbeider steeds meer (schaarser<br />
wordende) vrije tijd slechts zal willen opofferen tegen een stijgend <strong>bij</strong>komend loon. Hoe<br />
m<strong>in</strong>der vrije tijd, hoe groter de loonsverhog<strong>in</strong>g zal dienen te zijn om de arbeider ertoe aan te<br />
zetten nog meer arbeid “te verkopen”.<br />
Vrije tijd slaat hier<strong>bij</strong> dus op het aantal uren dat, na aftrek van de aan betaalde arbeid<br />
gespendeerde werktijd, per dag voor andere tijdsbested<strong>in</strong>gen overblijft (ontspann<strong>in</strong>g met<br />
vrienden en familie, lui liggen op het strand, wandelen, hobby, eten, slapen, schoonmaken,<br />
blokken,…).<br />
Comb<strong>in</strong>aties van vrije tijd en <strong>in</strong>komen van Bart Peeleman die liggen op één zelfde<br />
<strong>in</strong>differentiecurve (iso-nutscurve) leveren hem hetzelfde nut op. Onderstel dat Bart vrij kan<br />
gaan werken.<br />
Indifferentiecurve A Indifferentiecurve B Indifferentiecurve C<br />
gaat door :<br />
(10, 175)<br />
(12, 132,5)<br />
(14, 105)<br />
(16, 80)<br />
(18, 70)<br />
gaat door :<br />
(10, 212,5)<br />
(12, 157,5)<br />
(13, 137,5)<br />
(14, 130)<br />
(16, 112,5)<br />
7<br />
Gaat door :<br />
(10, 262,5)<br />
(12, 200)<br />
(13, 172,5)<br />
(14, 150)<br />
(16, 132,5)