17.09.2013 Views

Negen ecoducten moeten ecologische versnippering ... - Oranjewoud

Negen ecoducten moeten ecologische versnippering ... - Oranjewoud

Negen ecoducten moeten ecologische versnippering ... - Oranjewoud

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Negen</strong> <strong>ecoducten</strong> <strong>moeten</strong> <strong>ecologische</strong><br />

<strong>versnippering</strong> tegengaan<br />

Tekst: Olav lammers<br />

Een groot aantal snelwegen loopt dwars door bossen en andere natuurgebieden, waardoor eco-<br />

logisch waardevolle gebieden van elkaar geïsoleerd zijn geraakt. Om deze <strong>ecologische</strong> versnip-<br />

pering terug te dringen, zijn op enkele locaties al <strong>ecoducten</strong> of faunatunnels aangebracht. Op dit<br />

moment wordt gewerkt aan de voorbereidingen en aanleg van in totaal negen <strong>ecoducten</strong>. Een<br />

project dat door Rijkswaterstaat, ProRail en de provincie Gelderland in één keer op de markt is<br />

gezet en eind 2012 moet zijn opgeleverd. De aannemerscombinatie H2Eco kreeg de klus in mei<br />

vorig jaar gegund.<br />

Wie de huidige wegenkaart van Nederland legt naast<br />

die van begin jaren zestig, ziet het verschil. In de tijd<br />

dat het aantal geparkeerde auto’s in de straat nog<br />

op één hand te tellen was, de verbinding tussen Amsterdam<br />

en Utrecht nog bestond uit aan elkaar ‘gelaste’ betonplaten,<br />

Oudenrijn als een kleine rotonde met stoplichten het eerste<br />

Nederlandse verkeersknooppunt was en de file nog moest<br />

worden ‘uitgevonden’, had de natuur het best gemakkelijk.<br />

Dieren konden de toen nog overwegend tweebaanswegen met<br />

betrekkelijk weinig verkeer zonder al te veel risico oversteken.<br />

Niet te nemen barrières<br />

Na de ‘autoburst’ en de komst van het asfalt is het Nederlandse<br />

landschap inmiddels doortrokken van snelle, brede,<br />

niet te nemen barrières voor fauna, groot en klein. Geïsoleerde<br />

ecosystemen en -systeempjes raakten meer en meer<br />

geïsoleerd en maken uitwisseling vrijwel onmogelijk. Met<br />

de Spoedwet en al het extra asfalt is de situatie er wat dat<br />

betreft niet beter op geworden.<br />

Meerjarenprogramma Ontsnippering<br />

In 2004 kwam het landelijke Meerjarenprogramma Ontsnippering<br />

(MJPO) tot stand. Een landelijk initiatief van de<br />

ministeries van VenW, VROM en LNV met als doel het terug-<br />

dringen van de <strong>ecologische</strong> <strong>versnippering</strong>. Door op strate-<br />

gische plaatsen <strong>ecologische</strong> verbindingszones en faunapassages<br />

te maken, worden leefgebieden van diersoorten<br />

weer verbonden en ontstaat meer ruimtelijke en <strong>ecologische</strong><br />

1. Hierden<br />

2. Tolhuis<br />

3. Hoog Buurlo<br />

4. Jac. P. Thijsse<br />

5. Middachten<br />

6. Nijverdal<br />

7. Oude Reemst<br />

8. Huis Ter Heide<br />

9. Zwaluwenberg<br />

Het plaatsen van de liggers van ecoduct Tolhuis, A50 ter hoogte van Heerden.


‘Ecopassages noem ik de<br />

briljantjes onder de ontsnippering’<br />

Martijn de Haan, ecologisch specialist Rijkswaterstaat<br />

samenhang in Nederland. Daarmee maakt het MJPO ook<br />

onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur die tot doel<br />

heeft alle belangrijke en waardevolle <strong>ecologische</strong> gebieden<br />

in Nederland met elkaar te verbinden, zowel via land als<br />

via het water. Rijkswaterstaat en ProRail werken mee aan<br />

maatregelen om <strong>versnippering</strong> verder tegen te gaan. Van de<br />

208 knelpunten in het MJPO hebben namelijk 79 knelpunten<br />

betrekking op het spoor.<br />

Clustering <strong>ecoducten</strong><br />

Tot op heden is al een fors aantal <strong>ecoducten</strong> en faunapas-<br />

sages gerealiseerd, maar er staan er nog heel wat meer<br />

op het programma. “Tot voor kort werden deze projecten<br />

afzonderlijk opgepakt, al dan niet in combinatie met wegreconstructies”,<br />

zegt Martijn de Haan, ecologisch specialist<br />

bij Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur en betrokken bij het<br />

Meerjarenprogramma Ontsnippering.<br />

“Met de komst van het MJPO zijn de ontsnipperingslocaties<br />

vastgesteld en werd duidelijk welke niet binnen een<br />

planstudie konden worden meegenomen. Toen ontstond<br />

het idee om een aantal van die projecten te clusteren. Met<br />

een groter pakket is dat wellicht beter behapbaar voor de<br />

markt en die markt had daar zelf ook al eens op gezinspeeld.<br />

Bovendien zou zo’n groot project mogelijk economisch<br />

voordeliger kunnen zijn, was het idee.”<br />

inrichten ecoduct Hoog Buurlo.<br />

Ecoducten op zandgronden<br />

Martijn de Haan was betrokken bij de planning van <strong>ecoducten</strong><br />

in de provincie Utrecht, terwijl zijn collega Bert Stegehuis,<br />

senior adviseur bij Rijkswaterstaat, toen bezig was met<br />

ontsnipperingslocaties in Oost-Nederland. De Haan: ”We<br />

hebben toen samen met de mede-initiatiefnemers ProRail<br />

en de provincie Gelderland een schifting gemaakt welke<br />

<strong>ecoducten</strong> het meest bij elkaar zouden passen en daarmee<br />

geschikt zouden kunnen zijn om als één project op de<br />

markt te zetten. Wij kwamen toen uit op negen soortgelijke<br />

<strong>ecoducten</strong> die allemaal op de zandgronden gerealiseerd<br />

moesten worden. Ecoducten in waterrijke gebieden vergen<br />

namelijk een heel andere aanpak.”<br />

De projecten stonden al op de lijst om in de loop van de<br />

komende jaren te worden uitgevoerd, vertelt De Haan. Zes<br />

daarvan worden rond de Veluwe gerealiseerd, twee rond<br />

de Utrechtse Heuvelrug en één op de Sallandse Heuvelrug.<br />

Het betreft de <strong>ecoducten</strong> Tolhuis (Hattumerpoort), Hulshorst<br />

(Hierdense Poort), Hoog Buurlo, Jac.P.Thijsse (Renkumse<br />

Poort), Oud Reemst, Huis ter Heide, Zwaluwenburg, de<br />

ecopassage Middachten (Havikerpoort) en het ecoduct bij<br />

Nijverdal”.<br />

Rijks- en provinciale wegen<br />

De Haan: “Zeven van deze negen <strong>ecoducten</strong> kruisen een<br />

Rijksweg en worden deels uit het MJPO bekostigd. De andere<br />

twee (Middachten en Oud Reemst) kruisen provinciale wegen<br />

en vallen onder verantwoordelijkheid van de provincie en<br />

<strong>moeten</strong> ook door de provincie worden betaald. Die betaalt<br />

ook mee aan de <strong>ecoducten</strong> die onder robuuste verbindingen<br />

vallen. Dat komt voort uit de Ecologische Hoofdstructuur die<br />

vriendendiensten<br />

kraamzorg<br />

| goed voor elkaar |<br />

gezond<br />

iza.nl<br />

wachtlijst<br />

bemiddeling<br />

Daarom kiezen voor IZA. Vanwege de betrouwbaarheid,<br />

de betrokkenheid en de goede service. Vanwege de ruime<br />

vergoedingen tegen een scherpe premie en het extra voordeel<br />

dankzij de collectieve verzekering. Maar zeker ook de<br />

‘Vriendendiensten’; ledenvoordelen van IZA die het leven<br />

leuker en makkelijker maken. Kijk voor meer informatie op<br />

www.iza.nl/vriendendiensten<br />

12 oktober 2010 oktober 2010 13<br />

ADV pag<br />

internet<br />

consult<br />

extra veel<br />

voordeel op<br />

brillen en<br />

lenzen<br />

premie<br />

voordeel<br />

plan<br />

gezond<br />

werken<br />

test<br />

regie op<br />

je BMI


eerst onder de verantwoordelijkheid van LNV viel, maar de<br />

afgelopen jaren is overgedragen aan de provincies.”<br />

De aanleg van de <strong>ecoducten</strong> op de Veluwe is één van de<br />

belangrijkste projecten uit het plan Veluwe 2010 dat in 2000<br />

door de provincie Gelderland is opgesteld om het economisch<br />

gebruik en het behoud van de Veluwe zorgvuldig op elkaar<br />

af te stemmen. Gelderland maakte ook in samenwerking<br />

met de direct betrokken partijen het rapport ‘Schetsboek<br />

Ecoducten Veluwe’(2006). Dit schetsboek bevat per ecoduct<br />

een beeld van de natuurwaarden, de gewenste locatie en<br />

de gewenste inrichting van het ecoduct en omgeving. Het<br />

rapport diende als informatiebron en onderbouwing voor het<br />

uitvoeringstraject.<br />

Design & Construct-principe<br />

Het Project <strong>Negen</strong> Ecoducten werd drie jaar geleden op de<br />

markt gezet, volgens het Design & Construct-principe. Dat<br />

wil zeggen dat de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor de<br />

voorbereiding, ontwerp, engineering, uitvoering en gedurende<br />

twee jaar na oplevering voor de monitoring en nazorg als<br />

uitvoering. Elf gegadigden schreven er op in. Daaruit werden er<br />

op basis van verschillende criteria vervolgens vijf geselecteerd.<br />

“We hebben gegund op de laagste inschrijving”, vertelt De<br />

Haan, “en het was uiteindelijk aannemerscombinatie H2Eco<br />

die het best uit de bus kwam”, aldus De Haan.<br />

Briljantjes<br />

“Ecopassages noem ik de briljantjes onder de ontsnippering”,<br />

zo vervolgt De Haan. “Het zijn geen betonnen kolossen<br />

van tussen de 30 en 60 meter die zomaar even tussen<br />

twee gebieden worden neergezet. Elke locatie heeft zijn<br />

eigen specifieke kenmerken en de lokale omstandigheden<br />

bepalen per ecoduct of faunatunnel welke keuzes gemaakt<br />

<strong>moeten</strong> worden die afgestemd zijn op soorten die <strong>moeten</strong><br />

kunnen passeren. Dat wil zeggen dat de inrichting van de<br />

ecopassage en de directe omgeving van essentieel belang<br />

is voor het gebruik. Op de betonnen basis komt meestal<br />

een grondlaag van tussen de 60 en 80 cm, maar voor de<br />

inrichten ecoduct Hoog Buurlo, A1 ter hoogte van Apeldoorn - Amersfoort<br />

inrichting kan het nodig zijn te kiezen voor bijvoorbeeld<br />

een droge, zandige strook of een vochtige strook. Vaak<br />

zijn boomstobben nodig als schuilgelegenheid voor kleine<br />

soorten. Er moet gebruik gemaakt worden van gebiedseigen<br />

bodemmateriaal, begeleidende rasters en grondwallen.<br />

Ook de keuze van de soort begroeiing is belangrijk en het<br />

kan noodzakelijk zijn poelen aan te leggen voor amfibieën.<br />

Maar ook de omgeving moet zodanig worden aangepakt dat<br />

fauna wordt ‘uitgenodigd’ de passage te gebruiken. Dat wil<br />

onder andere zeggen dat de toegangen en aanlooptaluds<br />

niet te steil zijn of dat aansluitend bijvoorbeeld een heideveld<br />

moet worden gerealiseerd. Ook moet de passage worden<br />

afgeschermd van licht en geluid van de te kruisen weg of het<br />

spoor en <strong>moeten</strong> maatregelen worden genomen waarmee<br />

wordt voorkomen dat dieren de weg opspringen.”<br />

Kennis inhuren<br />

Voor al deze zaken is de opdrachtnemer verantwoordelijk.<br />

Diezelfde opdrachtnemer zal ook voorafgaand aan het<br />

bouwwerk de omgeving <strong>moeten</strong> inspecteren op het<br />

voorkomen van zeldzame, beschermde diersoorten en daar<br />

zijn werk op <strong>moeten</strong> aanpassen. De Haan: ”De opdrachtnemer<br />

moet dus kennis inhuren met betrekking tot al dit soort zaken<br />

en dieren die gebruik gaan maken van de ecopassage, zoals<br />

reeën, edelherten, maar ook zandhagedissen en een heel<br />

scala aan kleinere zoogdieren, hazelwormen, vleermuizen,<br />

vlinders en ga zo maar door. Overleg met terreinbeheerders,<br />

aangrenzende partijen en communicatieactiviteiten behoren<br />

daar ook bij. De opdrachtnemer moet kunnen aantonen dat<br />

hij aan al deze eisen voldoet. En omdat wij systeemgerichte<br />

contractbeheersing toepassen toetsen wij ook regelmatig op<br />

ecologie. Een enorm breed pakket aan maatregelen dus.”<br />

H2Eco<br />

H2Eco staat voor de aannemerscombinatie Hegeman<br />

Beton- en Industriebouw en Mobilis (voorheen Haverkort-<br />

Voormolen). Beide partijen hadden al eerder <strong>ecoducten</strong><br />

gebouwd, zoals het ecoduct Leusderheide over de A28 bij<br />

Leusden (Hegeman) en het ecoduct De Borkeld over de A1<br />

bij Holten (Mobilis). Speciaal voor de cluster van de negen<br />

<strong>ecoducten</strong> zijn beide bedrijven de aannemerscombinatie<br />

aangegaan. “Die combinatie was enerzijds nodig om te<br />

kunnen voldoen aan een bepaalde prekwalificatie die<br />

door de opdrachtgever werd vereist, maar natuurlijk ook<br />

vanwege de ervaring die wij beiden hadden opgedaan<br />

met de bouw van <strong>ecoducten</strong>”, vertelt projectleider Jeroen<br />

Pastink van H2Eco. “Wij zijn met dit toch wel unieke<br />

project tevens verantwoordelijk voor zowel ontwerp als de<br />

vergunningtrajecten en realisatie van de <strong>ecoducten</strong>. Je zou<br />

misschien denken van we maken één ecoduct en herhalen<br />

dat kunstje acht keer, maar dat is absoluut niet zo. Elke<br />

locatie is weer anders in zijn soort. De wegbreedte varieert<br />

of ligt in een insnijding, dan wel op een vlak gebied. Dan<br />

is er weer een combinatie met een spoorlijn en daarnaast<br />

heb je ook nog te maken met stakeholders die er ook iets<br />

over te zeggen hebben. Ook de vormgeving is elke keer weer<br />

anders. Zo heb je <strong>ecoducten</strong> als een rechthoekige doos,<br />

maar ook in toogvorm, een halve cirkel zeg maar.”<br />

Wijziging aanpak<br />

Aanvankelijk was de aannemerscombinatie er ten tijde van de<br />

aanbesteding min of meer van uitgegaan dat er eerst een jaar<br />

lang gewerkt zou worden aan ontwerp, vergunningtrajecten<br />

en inkoop. “Dan zouden we hier na een jaar een kast gevuld<br />

hebben met allemaal compleet uitgewerkte plannen om de<br />

resterende tijd geclusterde projecten tot uitvoering te brengen”,<br />

vertelt Pastink. “Maar gaandeweg moesten wijzigingen<br />

worden doorgevoerd en traden problemen op bij een aantal<br />

vergunningtrajecten. Dus plantechnisch mooi gefaseerd<br />

en achter elkaar doorbouwen, wat eerst de bedoeling was,<br />

hebben we <strong>moeten</strong> loslaten. We zijn direct gaan bouwen toen<br />

alle voorbereidingen voor een ecoduct waren afgerond.”<br />

Verkeershinder minimaal<br />

De bouwwerkzaamheden leveren het verkeer vanzelfsprekend<br />

enige verkeershinder op, hoewel er alles aan wordt gedaan<br />

deze hinder zoveel mogelijk te beperken. Pastink: “Wat dat<br />

betreft verlopen de contacten met de wegbeheerders en de<br />

opdrachtgever uitstekend. De verkeersmaatregelen die zijn<br />

aangebracht, hebben tot op heden geen grote consequenties<br />

voor het verkeersbeeld gehad. Soms zijn er verkeersstops<br />

nodig, waarbij wagens van Rijkswaterstaat met zwaailichten<br />

het verkeer afremmen om bij het werk tot stilstand te worden<br />

gebracht. Op dat moment pakken wij snel een 25 meter<br />

lange betonnen ligger van de gereedstaande vrachtwagen<br />

om deze vervolgens op de steunpunten langs de weg te<br />

plaatsen. Dat gaat altijd heel snel, zodat het verkeer niet te<br />

lang wordt opgehouden.”<br />

Spoor<br />

Daar waar spoorlijnen <strong>moeten</strong> worden gekruist, wordt in<br />

samenwerking met ProRail een moment van buitendienstregeling<br />

gepland. Zoals bij Nijverdal waar in één weekend<br />

een hele tunnelbak onder het spoor werd doorgeschoven.<br />

Echt innovatieve onderdelen kleven er niet aan het gehele<br />

<strong>ecoducten</strong>project. “Behalve dan misschien bij Hoog Buurlo<br />

waar een getoogd kunstwerk komt; twee cirkels die aan elkaar<br />

worden geplakt en die compleet in het werk worden gestort.<br />

Dat is wel redelijk uniek, denk ik”, aldus Jeroen Pastink.<br />

‘Je zou misschien denken van we<br />

maken één ecoduct en herhalen<br />

dat kunstje acht keer, maar dat is<br />

absoluut niet zo’<br />

Jeroen Pastink, projectleider H2Eco<br />

14 oktober 2010 oktober 2010 15


Inmiddels zijn vijf <strong>ecoducten</strong> in uitvoering. Begin dit jaar werd<br />

gestart met Nijverdal waar de werkzaamheden inmiddels<br />

bijna zijn afgerond. In maart is begonnen met Tolhuis waarvan<br />

de contouren ook al duidelijk waarneembaar zijn. In mei/juni<br />

is aanvang genomen met Hulshorst en Hoog Buurlo en kort<br />

geleden met het ecoduct Jac.P.Thijsse. De resterende vier<br />

<strong>ecoducten</strong> hebben nog wijzigingen en een vergunningtraject<br />

te doorlopen. Toch verwacht de aannemerscombinatie de<br />

gehele klus eind 2012 te hebben geklaard.<br />

Vol smart<br />

Martijn de Haan is goed te spreken over de wijze waarop<br />

H2Eco de opdracht uitvoert. “Een compliment aan de<br />

opdrachtnemer dat hij snapt wat wij bedacht hebben. De<br />

aannemerscombinatie heeft ook zeer veel deskundigheid<br />

ingehuurd om onze eisen in de inrichtingsplannen te<br />

vertalen, bijvoorbeeld met de inschakeling van het Bureau<br />

Landschapspartners en Natuurbalans. Wij wachten vol smart<br />

op het moment dat het eerste ecoduct wordt opgeleverd.”<br />

Overdracht aan natuurbeheerder<br />

Twee jaar na oplevering is het de bedoeling dat de<br />

aangrenzende natuurbeheerder het onderhoud op en rond<br />

de <strong>ecoducten</strong> overneemt. Martijn de Haan: “Dat kan per<br />

situatie verschillend zijn. Op de Veluwe zijn dat onder andere<br />

Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten en in Utrecht het<br />

Utrechts Landschap of het Goois Natuurreservaat. Met deze<br />

partijen sluiten wij eveneens overeenkomsten waarin het<br />

beheer van de natuurgedeelten worden overgedragen.”<br />

Internationaal<br />

In hoeverre het de moeite waard is om zoveel geld te<br />

besteden aan de ontsnippering van <strong>ecologische</strong> gebieden in<br />

Nederland, antwoordt De Haan: “Wetenschappelijke studies<br />

zouden <strong>moeten</strong> aantonen wat het effect is op populatieniveau<br />

en genenuitwisseling. De eerste resultaten zijn bemoedigend<br />

en uit buitenlandse situaties blijkt dat ontsnippering<br />

bijdraagt aan een goede biotoopontwikkeling van soorten.<br />

Wij wisselen ook ervaringen uit op tal van internationale<br />

congressen. De problematiek en aanpak spelen niet alleen<br />

in Nederland, Amerika en Canada, ook in andere Europese<br />

en Oost-Europese landen is men bezig met ontsnippering.<br />

In Polen vinden op dit moment bijvoorbeeld voorbereidingen<br />

plaats voor de bouw van tientallen <strong>ecoducten</strong>.”<br />

Advertentie<br />

Menselijk medegebruik<br />

Tenslotte de vraag of ook mensen de passages mogen<br />

gebruiken. Martijn de Haan: “ Er komen geen verbodsborden<br />

te staan, maar het is natuurlijk niet de bedoeling dat de route<br />

dagelijks gebruikt wordt om de hond uit te laten. Trouwens,<br />

bij een paar <strong>ecoducten</strong> in Nederland hebben we ook rekening<br />

gehouden met de wens van ruiters en fietsers. Met recreatief<br />

medegebruik kun je in sommige ontwerpen rekening houden,<br />

mits functies zodanig worden gescheiden dat geen verstoring<br />

plaatsvindt van het ecologisch functioneren.”<br />

OMgeViNgsMANAgeMeNT<br />

De omgeving is mede bepalend voor het succesvol<br />

realiseren van infrastructurele projecten. Om de projectomgeving<br />

te beheersen, wordt door Rijkswaterstaat sinds<br />

een aantal jaren ‘Omgevingsmanagement’ toegepast.<br />

Voor het project ‘<strong>Negen</strong> <strong>ecoducten</strong>’ verzorgt <strong>Oranjewoud</strong><br />

dat. Omgevingsmanager Paul Hoogerwerf: “De belangrijkste<br />

risico’s en aandachtspunten op het gebied van<br />

omgevingsmanagement in dit project zijn de planologische<br />

procedures, de goedkeuring van welstand en de<br />

medewerking van aangrenzende terreinbeheerders. Goede<br />

samenwerking en afstemming met gemeenten, provincies,<br />

belangenorganisaties, omwonenden en weggebruikers is<br />

essentieel om het project goed te laten verlopen. Je moet<br />

de belangen van zowel bestuurders als bewoners goed<br />

scherp hebben”, stelt Hoogerwerf. “Het loopt niet altijd zoals<br />

je zou willen, ook niet in dit project. Maar ik blijf altijd zoeken<br />

naar mogelijkheden om via een andere weg ons doel te<br />

behalen. Doordat de negen <strong>ecoducten</strong> in acht gemeenten,<br />

drie provincies en twee regio’s van zowel Rijkswaterstaat<br />

als ProRail zijn gelegen, is communicatie en afstemming<br />

erg belangrijk. Daar laat ik mijn team van adviseurs dan ook<br />

expliciet aandacht aan besteden.”<br />

Afbeeldingen<br />

in beton<br />

GIAN Concrete Art is een nieuwe<br />

techniek om symbolen, letters, fantasieontwerpen<br />

en zelfs afbeeldingen<br />

te vervaardigen in beton. Producent<br />

Companero heeft volgens eigen zeggen<br />

lang gezocht naar een economisch<br />

aantrekkelijke oplossing om betonnen<br />

gevelelementen te verfraaien. Dit is<br />

gelukt door middel van een computergestuurde<br />

snijtechniek, die grote<br />

vrijheid in vormgeving biedt.<br />

Door de ontwerpen geheel uit de GIAN<br />

100 gladde structuurmat te snijden en op<br />

de malbodem van de betonmal vast te<br />

plakken, ontstaat er een verdiepte of oplig-<br />

gende structuur in het beton. De GIAN<br />

100 is een gladde structuurmat van 3 mm<br />

dik met een bovenlaag die het beton een<br />

visueel glad en nagenoeg poriënvrij<br />

oppervlak geeft. De mat is twee meter<br />

breed en de lengte is onbeperkt. Ook kan<br />

er voor een extra accent in het beton met<br />

de GIAN 1-7 structuurmatten worden<br />

gewerkt. Er zijn vele combinaties mogelijk.<br />

Het is ook mogelijk het uitgeharde beton<br />

te verven.<br />

Meer informatie: www.companero.nl<br />

Tijdens het aanleggen van een ecoduct<br />

of ander infrastructureel werk is voor<br />

de natuur ter plaatse meestal even<br />

geen ruimte. Deze tijdelijke aantasting<br />

kan voor planten en dieren schadelijk<br />

zijn. Natuuronderzoek vooraf en<br />

<strong>ecologische</strong> begeleiding tijdens de<br />

aanleg van een ecoduct voorkomt<br />

problemen.<br />

De Flora- en faunawet vraagt om een<br />

zorgvuldige omgang met de natuur.<br />

Beschermde soorten krijgen daarbij extra<br />

aandacht en in de verleende ontheffing<br />

Actueel<br />

Werken aan ecoduct is bijzonder<br />

Terre Armée uit Waddinxveen is momenteel actief bij de bouw van het Ecoduct<br />

Hulshorst, op de A28 ter hoogte van de Hierdense Beek. Ton Vingerhoets<br />

van Terre Armée: “Dit ecoduct moet ervoor zorgen dat dieren veilig kunnen<br />

oversteken.<br />

Terre Armée International heeft in haar<br />

missie staan Sustainable Technology.<br />

Dat heeft ook met duurzaamheid te<br />

maken. Bij <strong>ecoducten</strong> komen deze<br />

begrippen samen.”<br />

Hoewel uiteraard elke toepassing van<br />

Terre Armée Vingerhoets na aan het<br />

Natuur beschermd tijdens bouw ecoduct<br />

zijn specifieke werkwijzen opgenomen.<br />

Allereerst is schade te voorkomen door<br />

mitigerende maatregelen uit te voeren.<br />

Het werkterrein bouwrijp maken buiten<br />

de broedtijd zorgt ervoor dat vogels geen<br />

directe schade ondervinden. Ecologische<br />

begeleiding op de bouwlocatie is<br />

eveneens een vereiste. Bijvoorbeeld voor<br />

het verplaatsen van de steenanjer, een<br />

beschermde plant, naar nabij gelegen<br />

gebied. Hagedissen en hazelwormen<br />

worden gevangen en krijgen tijdelijk<br />

hart ligt, neemt dit ecoduct een aparte<br />

plaats in. “We werken er toch aan mee<br />

dat bijvoorbeeld eekhoorns, marters,<br />

maar ook edelherten en reeën zich veilig<br />

kunnen verplaatsen.”<br />

Meer informatie:<br />

www.terrearmee.nl<br />

een plekje nabij het ecoduct. Schermen<br />

rondom het werkterrein voorkomen<br />

dat dieren tijdens de werkzaamheden<br />

terugkeren. De ingerichte en opgeleverde<br />

<strong>ecoducten</strong> bieden natuurlijk wel volop<br />

kansen voor de terugkeer van deze<br />

soorten. Vervolgens zullen zij, en andere<br />

dieren, eenvoudig via het nieuwe ecoduct<br />

de snelweg over kunnen steken.<br />

Meer informatie:<br />

www.natuurbalans.nl<br />

16 oktober 2010 oktober 2010 17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!