Showroom Antwerp etaleert Vlaamse modetalenten - Penhouse

Showroom Antwerp etaleert Vlaamse modetalenten
Dankzij het FFI krijgt de internationale carrière van zes Belgische ontwerpers
een vliegende start.
Reeds elf jaar functioneert het Flanders
Fashion Institute (FFI) als ambassadeur van
de Vlaamse ontwerpers. Om hen ook een
internationaal platform aan te bieden,
richtte het FFI vorig jaar de Showroom
Antwerp op tijdens de modeweek van
Parijs. Van 26 februari tot 3 maart vond dit
jaar het derde seizoen van dit concept
plaats. Zes designers werden op sleeptouw
genomen naar de hoofdstad van de
Europese mode-industrie, Parijs, om er hun
nieuwe collectie voor te stellen.
Het Vlaamse team bestond uit een
gevarieerde mix. Gunhyo Kim studeerde in
2007 af aan de Antwerpse modeacademie en
showde in Parijs zijn eerste, conceptuele
mannencollectie, Il Galantuomo. Ook Heaven
Tanudiredja nam recent afscheid van de
schoolbanken en exposeerde in de showroom
zijn vindingrijke juwelencreaties. Els Proost
debuteerde met een eerste volwaardige
collectie schoenen en accessoires en vertrok
voor de eerste keer mee naar Parijs. Carolin
Lerch is een bekender gezicht in de
modewereld. Zij maakt al enkele jaren naam
en faam met haar collectie Pelican Avenue.
Hetzelfde geldt voor juwelenontwerpster
Karin Nuñez de Fleurquin, wiens gelijknamige
boetiek de favoriet is van menig Belgische
modekenner. David Flamée van het FFI
benadrukt dat de Showroom Antwerp geen
initiatief is voor louter jong of nieuw talent:
“De showroom is er voor uitzonderlijk talent,
dat door het FFI beoordeeld wordt op
verschillende vlakken. De ontwerper moet
naast schetsen en foto’s van bestaand werk,
ook een businessplan en een internationale
strategie kunnen voorleggen.” Een belangrijk
voordeel van een uiteenlopend aanbod, is het
feit dat iedere ontwerper een ander publiek
aantrekt. Zo lokt een pas afgestudeerde
designer meer pers, terwijl een meer
gevestigde naam kopers naar de showroom
trekt. Dankzij het concept van de
gemeenschappelijke showroom komen de
deelnemers zo in contact met een zeer
gevarieerd publiek en kunnen ze mee
genieten van de aandacht die anderen
krijgen. Soms wordt een ontwerper ook meer
dan één keer uitgenodigd. Mikio Sakabe,
afgestudeerd in 2006, nam reeds voor de
derde keer deel aan de showroom. “Door
ontwerpers te laten proeven van een
dergelijk initiatief, geef je hen de kans om te
groeien. Soms komt een koper de eerste keer
enkel maar kijken, maar koopt hij de
volgende keer wel stukken uit de collectie”,
stelt Flamée.
“Een belangrijk voordeel van een
uiteenlopend aanbod, is het feit dat
iedere ontwerper een ander publiek
aantrekt.”
Galerie Baudoin Lebon
Dit jaar koos het FFI voor een nieuwe locatie.
De Galerie Baudoin Lebon bood genoeg ruimte
aan de zes geselecteerde ontwerpers om er
hun eigen universum te creëren. Bovendien
zorgde de centrale ligging voor een grote
publieke opkomst. “De eerste FFI showroom
had plaats in de Belgische ambassade, om de
aandacht van de pers te trekken”, stelt Edith
Vervliet, manager van het FFI. “Het jaar
daarop kozen we voor een kleinere galerie,
maar daar hadden we niet genoeg plaats om
de ontwerpers hun ding te laten doen. Nu
zitten we met de Galerie Baudoin Lebon
perfect qua ligging: heel dicht in de buurt van
topontwerpers zoals Dries Van Noten, Bruno
Pieters en Véronique Branquinho.” De grote
kleppers van de Vlaamse mode trekken
jaarlijks een record aantal journalisten en
kopers naar hun showrooms en modeshows.
Van die aandacht kon de FFI Showroom
Antwerp nu meegenieten. “We zijn erg
tevreden over de Galerie en zijn zeker van
plan deze ook aan te houden voor de
volgende editie”, voegt Vervliet nog toe. Een
goed idee, beaamt ook deelnemende
ontwerper Karin Nuñez Fleurquin: “Ik geloof
dat het belangrijk is voor de FFI showroom om
een zekere continuïteit te bewaren. Als je elk
seizoen opnieuw aanwezig bent op dezelfde
locatie, weet iedereen op de duur waar de
showroom zich bevindt. Dankzij mondelinge
reclame weet dan heel de modewereld waar
het FFI zit. Dan zal je na enige tijd een
enorme passage kopers krijgen.”

Creatieve geest
In de galerie kregen de zes ontwerpers
voldoende ruimte om hun creatieve geest de
vrije loop te laten gaan. Zo toonde Carolin
Lerch een videoprojectie over haar label
Pelican Avenue, terwijl Els Proost koos voor
naakte poppen omgeven door haar accessoires
en schoenen. “Ik wilde iets doen waarbij de
aandacht volledig op mijn creaties kwam te
liggen. Poppen zonder kleding maken dat
perfect mogelijk”, verklaart Proost. De
juwelen van Karin Nuñez de Fleurquin werden
gepresenteerd in een soort dressoir. “Mijn
plekje in de galerie lag eigenlijk in de gang
tussen de ruimtes van twee andere
ontwerpers in en daar wilde ik mee spelen”,
stelt Nuñez de Fleurquin. “Daarom gebruikte
ik een gangmeubel, dat ik heb bekleed met
behangpapier waar bomen op stonden. Het
geheel symboliseerde de sfeer van mijn
collectie, Woods.” De ontwerpers zijn zelf
verantwoordelijk voor de idee en de
uitwerking van hun creatieve installaties,
maar kunnen daarvoor rekenen op voldoende
ondersteuning vanuit het FFI. Die staan
overigens garant voor het grootste deel van
de infrastructuur ter plaatse. “Onze werking
moet zoveel mogelijk voorzieningen
aanbieden”, legt David Flamée uit,
“Ontwerpers krijgen een plek in de showroom
ter beschikking, de catering ter plaatse, de
afsprakenkalender, de gedrukte uitnodigingen
en een persagent en –dossier.” Het is mede
dankzij de samenwerking met Flanders
Investment en Trade dat het FFI deze uitstap
kan financieren. Die organisatie neemt
immers ruim de helft van de kosten voor zijn
rekening. Aan de ontwerpers zelf wordt
slechts een kleine bijdrage gevraagd. Het
maakt voor velen het verschil uit tussen
aanwezig zijn in Parijs of niet. In deze stad
een galerie huren tijdens de modeweek is
namelijk geen goedkope investering.
Commerciële kant
Flamée benadrukt dat de showroom een
proces is dat nog moet groeien. “Het is zeker
al een succesvol concept wat persaandacht
betreft. Bovendien heeft de showroom ook
een positief effect op de reputatie van de
deelnemers.” Over de verkoopsresultaten kon
Flamée zich niet uitspreken, maar hij wist
wel te vertellen dat de meeste ontwerpers op
het einde van de showroom erg enthousiast
waren over de ervaring. Karin Nuñez de
Fleurquin is in ieder geval erg dankbaar voor
haar deelname aan de Showroom Antwerp.
Maar toch vindt ze dat er ruimte is voor
verbetering. “Commercieel gezien kan het
initiatief nog geoptimaliseerd worden. Het
zou een goed idee zijn om voor de
deelnemers die er klaar voor zijn een soort
beurs-in-beurs concept te lanceren”,
suggereert ze. “Als we op een plek zouden
zitten midden in het echt commerciële
circuit, is het makkelijker om nieuwe kopers
aan te trekken. Misschien kan het FFI een
partnership aangaan met een grote Parijse
modebeurs?” Flamée beseft dat de echte
commerciële kansen misschien niet op de
Showroom naar boven komen. “Het is ook niet
de bedoeling dat Showroom Antwerp
concurreert met de commerciële beurzen,”
verklaart hij, “de bedoeling is net dat we het
kruim van de Vlaamse ontwerpers willen
voorstellen aan het buitenland.” Toch denkt
ook hij al aan een uitbreiding van het
concept: “We zoeken naar een soort
doorgroeisysteem, zodat mensen die op onze
showroom gelanceerd werden verder kunnen
evolueren naar het commerciële circuit.”
“Het is niet de bedoeling dat
Showroom Antwerp concurreert met
commerciële beurzen.”
Sterke collegialiteit
De FFI Showroom Antwerp mag dan een ‘work
in progress’ zijn, de reacties van de
deelnemende designers waren unaniem
positief. “Ik zou graag nog een keer meegaan,
als dat zou mogen. Het FFI was zo vriendelijk
en behulpzaam en de sfeer tussen de
designers was top”, vertelt Proost
enthousiast. “We hebben zelfs onderling
afgesproken elkaar wat te helpen, dus leg ik
kaartjes van hen in mijn eigen winkel.” Nuñez
de Fleurquin was ook opgetogen over de
collegiale sfeer ter plekke. “We zaten elkaar
allemaal aan te moedigen en als er vragen
waren, werden die gewoon in de groep
gegooid. Het is fijn om er niet alleen voor te
staan zo ver weg van huis”, besluit ze
tevreden.
Lien Desmaele
Stéphanie Duval
Charlotte Van Roosbroeck
Maart 2008