18.09.2013 Views

Download (PDF, 1.06MB) - Amelander Musea

Download (PDF, 1.06MB) - Amelander Musea

Download (PDF, 1.06MB) - Amelander Musea

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Oprichting Noord- en Zuid Hollandsche Reddingmaatschappij in 1824.<br />

Stranding fregat “de Vreede” bij Huisduin.<br />

Wanneer op 14 oktober 1824 het fregat “de<br />

Vreede” strandt bij Huisduinen worden door<br />

de inwoners van Huisduinen een aantal<br />

pogingen ondernomen tot het redden van de<br />

bemanningsleden van het gestrande schip.<br />

Zeven mannen proberen met een vissersvlet<br />

het schip te bereiken. De eerste poging<br />

mislukt maar bij de tweede poging weten ze<br />

11 schipbreukelingen van boord te halen. De<br />

kapitein, de stuurman en de bootsman<br />

blijven op het schip achter. Bij de derde<br />

poging weten ze ook deze 3 mannen van<br />

boord te halen. Maar dan slaat het noodlot<br />

toe: de vlet slaat op de terugreis om en<br />

slechts 1 redder overleeft dit ongeluk. De overige redders en de drie<br />

bemanningsleden komen allen om. Uiteindelijk was deze stranding de aanleiding tot<br />

de oprichting van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Maatschappij.<br />

Bemanning van het fregatschip “de Vreede”.<br />

Minder bekend is dat het fregat “de Vreede” een <strong>Amelander</strong> schip was.<br />

Het schip voer oorspronkelijk onder de naam “de Liefde” voor de V.O.C. Na de val<br />

van Napoleon kocht een zekere schipper Burks dit schip uit de failliete boedel van de<br />

V.O.C. waarna het in 1823 eigendom werd van schipper Cornelis Jansz. De Boer<br />

(geboren in 1766 te Hollum). De schipper, stuurman en bootsman komen bij de<br />

stranding om het leven.<br />

Cornelis Jansz. de Boer is een zoon van Jan Klaasz. De Boer en Rixtje Geerts.<br />

Hij laat een vrouw en drie kinderen na.<br />

Stuurman Pieter Romkes Stoeltjes ( geboren 1764 te Hollum) is een zoon van<br />

Romke Pieter Stoeltjes en Martjen Jans. Hij laat een vrouw en 4 kinderen na.<br />

(een zoontje is in 1808 overleden)<br />

Bootsman Hendrik Minnes Zwart (geboren 1773 te Nes), zoon van Minne Hendriks<br />

Dijkstra (Zwart) en Elisabeth Wietjes, laat een vrouw en 4 kinderen na.<br />

De volgende eilanders zijn ook aan boord maar worden bij door de Huisduiners<br />

gered:<br />

Matroos Lieuwes Hedzert de Vries ( 1786 Blija )<br />

Kajuitwachter Rienk Siebes Visser ( 1807 Hollum)<br />

Rien Everts Rang (1761 Hollum) zoon van Evert Raanghs en Grietje Pieters.


De eerste activiteiten van de NZHRM op Ameland.<br />

Klaas Sipkes en de eerste reddingboot in Nes.<br />

De eerste reddingboot op ons eiland komt eind 1824 naar ons eiland. Klaas Sipkes,<br />

die behalve stuurman ook lid is van het plaatselijk bestuur ,haalt de boot naar het<br />

eiland. Op 6 februari 1825 worden de eerste 7 schipbreukelingen gered. Ze zijn<br />

afkomstig van het Engelse schip “The Ann of Sunderland” dat bij Buren is gestrand.<br />

Uiteraard is het nodig dat ook op de andere kant van het eiland een boot wordt<br />

gestationeerd. De NZHRM ziet dat nog niet zitten. Dat is voor Klaas Sipkes<br />

aanleiding om zelf een boot je aan te schaffen. Voor f 22,50 krijgt Hollum een eerste<br />

(kleine) reddingboot.<br />

Oprichting station Hollum in 1826<br />

In 1826 ziet de NZHRM de noodzaak van een tweede boot wel in en wordt een<br />

“echte” reddingboot in Hollum gestationeerd. Al op 31 oktober 1827 wordt de eerste<br />

redding onder leiding van Harmen Dirks de Boer verricht.<br />

De bemanningen op het eiland zijn niet gelukkig met hun boten. De boten zijn erg<br />

zwaar en ook weigeren ze om de biezen “scaphanders” (zwemvesten) te gebruiken.<br />

Deze vesten belemmeren de bewegingsvrijheid bij het roeien.<br />

Niet alleen is het “jutten” nog steeds een belangrijke bron van inkomsten maar ook<br />

moeten de eilanders wennen aan het gebruik van een reddingboot. De vele<br />

strandingen, waarbij soms mensen zijn gered maar ook dikwijls de complete<br />

bemanning omkomt, horen bij het eilander leven. Het redden van bemanningsleden<br />

is een nieuwe ontwikkeling welke nog een plek dient te krijgen in het leven van de<br />

kustbewoners.<br />

Langzamerhand verbetert ook het reddingmateriaal.<br />

Zo heeft station Nes in 1838 al de beschikking over een grote en een kleine boot. In<br />

Hollum is echter alleen een kleine boot die dikwijls niet opgewassen blijkt tegen de<br />

zware branding en daar niet doorheen kan komen.<br />

Dat blijkt bijvoorbeeld bij de reddingsactie tijdens de stranding van het Russische<br />

fregat “Gloria” op het Bornrif op 12 november 1838. De kleine boot van Hollum kan<br />

het schip niet bereiken. Ook de kleine boot van Nes die te hulp komt kan niet bij het<br />

schip komen. Uiteindelijk wordt besloten de grote boot van Nes op te halen. Een hele<br />

klus voor paarden en voerlieden. Na 2 pogingen wordt het schip bereikt en worden 8<br />

van de 21 bemanningsleden gered.<br />

Omdat het tij verloopt wordt de middag afgewacht. Dan hebben de schippers Foeke<br />

Cornelis de Jong en Cornelis Harmens Visser met hun kagen het schip bereikt.<br />

Zij slagen erin de overige 13 bemanningsleden aan boord te nemen.


Prent van een onttakeld fregat op zee, dat geholpen wordt door een reddingboot. Met twee gedichten (van H. van Berkum en J.H.<br />

Heijmans) over de redding van de bemanning van het Russisch fregat Gloria in het Bornrif bij Ameland op 12 nov. 1838.<br />

Bron : Fries Scheepvaart Museum<br />

De noodzaak van een grote boot voor Hollum is<br />

nu wel duidelijk geworden. En na een uitvoerige<br />

briefwisseling tussen de grietman Van<br />

Heeckeren en de NZHRM wordt in 1943<br />

besloten ook een grote boot te Hollum te<br />

stationeren.<br />

De kleine boot wordt verkocht en een nieuw boothuis wordt gebouwd.<br />

Plaatselijke besturen, commissies en de NZHRM.<br />

In de beginjaren zijn Klaas Sipkes (1824 -1844), Heere Heeres Schols (1834 – 1843<br />

en Harmen Dirks de Boer (1826 – 1843) lid van de plaatselijke besturen.<br />

In 1854 worden de beide plaatselijke besturen samengevoegd. Voorzitter werd jhr.<br />

D.W. Crommelin van Heeckeren, burgemeester van Ameland.<br />

In 1864 vindt een reorganisatie plaats binnen de NZHRM. De reddingsmiddelen<br />

worden op een hoger peil gebracht, op ieder station wordt een vaste bootsman<br />

benoemd die ook de zorg heeft voor het onderhoud en de plaatselijke besturen<br />

worden vervangen door de plaatselijke commissies.<br />

Een inspecteur van de maatschappij zal toezicht houden op het materieel en<br />

bovendien moet er veel regelmatiger worden geoefend. Tot nu is dat beperkt tot 2<br />

keer per jaar.


Schippers, bootsmannen en/of stuurlieden station Hollum vanaf 1826 tot 1989.<br />

1826 – 1843 Hendrik Dirks de Boer.<br />

Hendrik Dirks de Boer, geboren in<br />

1791, zoon van Dirk Ypes de Boer<br />

en Aukje Hendriks Hekker. Hij is<br />

niet alleen bootsman maar tevens<br />

lid van het plaatselijk bestuur in<br />

Hollum<br />

Hij trouwt op 20 oktober 1825 met<br />

Trijntje Dreves van der Laag.<br />

In die eerste jaren is er nog geen<br />

sprake van een vaste bemanning.<br />

Ook is er waarschijnlijk sprake<br />

geweest van wisselende stuurlui.<br />

Het aantal reddingsacties is<br />

beperkt en lang niet altijd wordt de<br />

reddingboot ingezet bij<br />

strandingen. Het materiaal is niet<br />

erg geschikt, de vergoeding laag<br />

en het gevaar groot.<br />

De eilanders verdringen zich zeer zeker niet om een plaatsje in de reddingboot in te<br />

nemen.<br />

1843 – 1861 Jan Eeuwes Visser<br />

Jan Eeuwes Visser, geboren op 6 december 1806, zoon van Eeuwe Dirks Visser en<br />

Martjen Sytses de Vries. Hij trouwde op 14 september 1834 met Trientke Jacobs van<br />

der Mei.<br />

Jan Eeuwes Visser is omgekomen op 25 augustus 1861 bij de reddingsactie tijdens<br />

de stranding van de Noorse bark “Dieppe Packet” van kapitein Lars M . Mörk,<br />

geladen met hout op weg van Christiana naar Dieppe. Behalve Jan E. Visser<br />

kwamen ook P.T. Visser, B.P. Moris, S.D. van der Laag en A.H. Visser om het leven<br />

toen de reddingsboot dwarszee kwam te liggen en omsloeg.<br />

Leeuwarder courant 26 april 1853


1861 – 1873 Jan Douwes Dokter.<br />

Jan Douwes Dokter, geboren in 1812 en zoon van Douwe Hendriks Dokter en Pietje<br />

Nannes Gorter. Hij was op 2 januari 1835 getrouwd met Grietje Minnes Potstra<br />

afkomstig van Holwerd.Op 18 september 1873 strandt de Engelse stoomboot “Mary<br />

Stuart” bij Ballum. Over het ondernemen van actie ontstaat een meningsverschil<br />

tussen de bootsman en de voorzitter van het plaatselijk bestuur, burgemeester van<br />

Heeckeren. Ook is de voorzitter ontevreden over de manier waarop de<br />

reddingspogingen worden uitgevoerd. Dit is voor Jan Dokter reden om af te treden.<br />

1873 – 1876 Cornelis Jacobs de Boer<br />

Cornelis Jacobs de Boer, geboren op 27 maart 1821 en zoon van Jacob Ones de<br />

Boer en Jetske Andries Koen.<br />

Hij trouwt op 31 maart 1847 met Grietje Cornelis Ruijgh. Wanneer zij overlijdt trouwt<br />

hij op 11 december 1867 met haar zuster Hebeltje Cornelis Ruijgh. Hij is bootsman<br />

van 1873 tot 1876 en lid van het plaatselijk bestuur van 1873 tot 1886. Hij overlijdt op<br />

19 februari 1886.<br />

1876 – 1886 Hidde Dirks de Groot<br />

Hidde Dirks de Groot, geboren op 10 oktober 1827 en zoon van Dirk Jansz de Groot<br />

en Janke Hiddes Kat. Hij trouwt op 12 september 1857 met Seike Johannes Bruin.<br />

Hij overlijdt op 29 augustus 1886.<br />

1886 - 1916 Jacob Folkerts Visser.<br />

Jacob Folkerts Visser, geboren op 29<br />

november 1849 en zoon van Folkert Jacobs<br />

Visser en Martje Gerrits Brouwer.<br />

Hij trouwt op 27 december 1873 met Hieke<br />

Arends Wijnberg. Hij overlijdt op 80- jarige<br />

leeftijd op 10 april 1930. Hij is ook roeier<br />

geweest vanaf 1876 tot 1886.<br />

Leeuwarder courant 20 september 1861


1916 - 1924 Eeuwe Jacobs de Vries<br />

1924 - 1935 Harmen Dirks Visser<br />

1935 - 1958 Botte Neij<br />

1958 - 1970 Sytze de Jong<br />

1970 - 1983 Gooi Visser<br />

1983 - 1989 Simon Visser<br />

Schipper bij de Stichting Paardenreddingboot “Ameland”.<br />

1989 - heden Simon Visser<br />

Van bovenstaande schippers vindt u in de voorgaande uitgaven van onze boekje een<br />

uitgebreid verhaal. ( nrs. 16 t/m 20)<br />

Bootsman en schipper Hidde Dirks de Groot.<br />

Hidde Dirsk de Groot wordt geboren als 11 e kind in het gezin van Dirk Jansz de<br />

Groot en Janke Hiddes Kat.<br />

Merkwaardig is dat de eerste drie kinderen omstreeks 1814 geboren zijn in Londen.<br />

Het kan zijn dat schipper Dirk Jansz de Groot met zijn vrouw is uitgeweken naar<br />

Engeland. Tenslotte waren het roerige tijden in ons land. In 1813 kwam een einde<br />

aan de Franse bezetting. Napoleon zag echter kans om het eiland Elba te<br />

ontvluchten en opnieuw wordt er slag geleverd. Door het verlies van de slag bij<br />

Waterloo in 1814 komt er een definitief einde aan deze strijd. Napoleon wordt nu<br />

naar St. Helena gebracht. Maar het kan ook zijn dat vrouw en kinderen de eerste<br />

jaren gewoon meevoeren aan boord. Ook dit kwam geregeld voor.<br />

Eeke Dirks, Trijntje Dirks, en Jantje Dirks worden in Londen geboren. Na terugkeer<br />

naar het eiland volgen nog 10 kinderen. Hieronder een overzicht van deze 13<br />

kinderen.<br />

Naam Geboren Gehuwd Overleden op<br />

1. Trijntje Dirks 1813 29-02-1836 Douwe Kornelis Bakker 12-02-1894<br />

2. Eeke Dirks 1814 30-11-1843 Willem Jans de Boer 18-09-1854<br />

3. Jantje Dirks 1816 12-02-1840 Rienk Gosses Visser 15-01-1893<br />

4. Jan Dirks 28-09-1817 21-01-1841 Neeke Douwes van der Laag 18-06-1896<br />

5. Hidde Dirks 07-02-1824 4jr


6. Dirk Dirks 12-01-1823 18-03-1823 2mnd<br />

De drieling:<br />

7. Dirk 11-02-1824 02-03-1824 1mnd<br />

8. Jeppe 11-02-1824 17-02-1824 1mnd<br />

9. Giesbert 11-02-1824 02-03-1824 1mnd<br />

10. Antje 06-04-1825 13-03-1850 Jan Leenderts Dekker 21-05-1850 25 jr<br />

11. Hidde 10-10-1827 12-09-1857 Seike Johannes Bruin 29-08-1886 59 jr<br />

12. Dirk 14-06-1831 15-03-1836 4 jr<br />

13.Janke 09-11-1835 ( onbekend )<br />

De ouders van de jonge Hidde hebben bij zijn geboorte in 1825 binnen 2 jaar<br />

5 kinderen verloren, waaronder een Hidde Dirk. Het 4 jaar later geboren broertje Dirk<br />

heeft al 2 voorgangers met dezelfde naam gehad. Maar opnieuw brengt deze naam<br />

geen geluk want ook de “derde” Dirk overlijdt op 4-jarige leeftijd. In 1823 is er een<br />

tuberculose epidemie in ons land uitgebroken. Het is mogelijk dat de ziekte het gezin<br />

heeft getroffen.<br />

Hidde Dirks de Groot trouwt op 12 september 1857 met Seike Johannes Bruin.<br />

Voor zover ik kan nagaan blijft het echtpaar kinderloos.<br />

Reddingsacties.<br />

In 1876 wordt Hidde Dirks de Groot benoemd tot bootsman op de Hollumer<br />

reddingboot. De eerste reddingsactie op 21 oktober 1876 is een moeilijke. De bij<br />

Ballum gestrande Duitse galjoot “Trientje” is moeilijk bereikbaar. Door de<br />

reddingboot van Hollum worden twee pogingen ondernomen. De uitgeputte<br />

bemanning kan een derde poging niet aan. De reddingboot van Nes komt te hulp<br />

maar ook de bemanning van deze boot ziet 2 pogingen om het schip te bereiken<br />

mislukken. Met nieuwe roeiriemen en lijnen lukt het de vijfde keer wel. Alle<br />

schipbreukelingen worden veilig aan land gebracht. Diezelfde avond nog strandt op<br />

de Boschplaat tussen Ameland en Terschelling het kofschip ”Taletta” uit Baltrum.<br />

Aan boord kapitein H.C. Groenewold en 2 bemanningsleden. Ondanks de<br />

vermoeienissen van de tochten van die dag wordt de boot opnieuw te water<br />

gebracht.<br />

Toen de boot bij het schip kwam wilde de<br />

bemanning het schip niet verlaten. Achteraf<br />

hadden ze gelijk want het schip komt later<br />

op eigen kracht los.<br />

Belangrijke reddingsacties worden nog<br />

ondernomen in 1878 naar de stoomboot<br />

“Almure”, in 1879 naar het kofschip<br />

“Andreas” afkomstig van Hannover en in<br />

1881 naar de Russische bark “Britannia”.


In 1878 wordt in Nes een nieuwe bootwagen geplaatst. Uiteraard wil de plaatselijke<br />

commissie van Hollum dat ook daar een nieuwe wagen komt. Met de nieuwe wagen<br />

kan namelijk de boot gemakkelijke gelanceerd worden en ook worden dant de<br />

roeiers niet nat van het zeewater.<br />

In 1881 wordt ook zo’n wagen in Hollum geplaatst. Het boothuis moet hiertoe worden<br />

verhoogd. De kosten van de wagen bedragen f 230,-- en de verbouwing f 150,--.<br />

Ook wordt het opsporen van gestrande schepen een stuk gemakkelijker door de<br />

bouw van de vuurtoren in 1881. De 57 meter hoge toren is van ijzer gemaakt. De<br />

toren rust op een fundering van zware zerken en 200.000 stenen. De term “zerken” is<br />

wat opmerkelijk. Overal het algemeen wordt het woord “zerken” gebruikt voor de<br />

aanduiding van grafstenen. In “van Dale” kunnen we lezen dat een “zerk” ook een<br />

langwerpig plat stuk natuursteen kan zijn dat als deksteen voor walmuren, stoepen<br />

en gangen wordt gebruikt. Het is mogelijk dat de fundering is afgedekt met “zerken”.<br />

Op 29 augustus 1886 overlijdt Hidde Dirks de Groot. Uit de sollicitanten naar de<br />

functie van bootsman wordt de al ervaren Jacob Folkerts Visser gekozen. Hij is<br />

immers al 10 jaar als roeier actief bij de reddingsmaatschappij.<br />

Bootsman en schipper Jacob Folkerts Visser.<br />

Jacob Folkerts Visser is als derde kind geboren in het gezin van Folkert Jacobs<br />

Visser en Martje Gerrits Brouwer.<br />

Voor de geïnteresseerden volgt hieronder een overzicht van de 12 kinderen van<br />

Folkert en Martje.<br />

Naam geboortedatum gehuwd met<br />

1. Sytske 13-04-1846 Botte Douwes Neij<br />

2. Gerrit 21-02-1848 Pietje Dirks de Reijger<br />

3. Jacob 29-11-1849 Hieke Arends Wijnberg<br />

4. Martje 26-11-1851 Hendrik Lourens Sparrius<br />

5. Etje 07-02-1854 Willem Dirks de Boer<br />

6. Rinske 08-05-1856 Jan Douwes de Jong<br />

7. Trijntje 06-10-1858 Sjoerd Jans Alkema<br />

8. Sipke 07-11-1860 Rimkje Gerrits Wijnberg<br />

9. Grietje 08-03-1862 Sjoerd Douwes de Jong<br />

10.Gertje 20-08-1864 overl. Op 26-09-1865<br />

11.Getje 17-03-1866 Dirk Jans de Boer<br />

12.Antje 27-03-1869 Jan Sjoukes Hondema<br />

Het gezin telt dus 10 dochters, waarvan er 1 jong is overleden en alle 9 anderen<br />

getrouwd zijn. Jacob en Gerrit waren de beide jongens.<br />

Jacob trouwt op 27 december 1873 met Hieke Arends Wijnberg. Er worden 9<br />

kinderen geboren waarvan er 2 op jonge leeftijd overlijden.


1. Folkert 19-10-1874<br />

2. Tjitske 04-10-1875<br />

3. Thijs 03-12-1877<br />

4. Martje 23-06-1879<br />

5. Etje 20-09-1881<br />

6. Arend 04-08-1883<br />

7. Gerrit 07-08-1885<br />

8. Sytse 01-05-1889 overleden op 02-12-1891 ( 2 jr)<br />

9. Sytze 19-12-1892 overleden op 31-12-1892 (12 dagen)<br />

Reddingsacties.<br />

Tijdens de tocht naar het hiervoor al<br />

genoemde kofschip “ Taletta” dat<br />

gestrand is op de Boschplaat maakt<br />

Jacob Folkert Visser als roeier zijn<br />

eerste reddingsactie mee. De tocht is<br />

vergeefs want de bemanning wil niet<br />

van boord en zoals al vermeld is dit<br />

achteraf gezien terecht want het schip<br />

komt later los en kan op eigen kracht<br />

verder.<br />

Na 10 jaar als roeier actief te zijn<br />

geweest wordt Jacob Folkert Visser in<br />

1886 bootsman. Op 11 oktober 1887<br />

strandt bij een zeer zware storm de<br />

Leeuwarder courant 26 januari 1888<br />

Noorse bark “Telegraf” van Sandefjord<br />

op de banken tussen Terschelling en Ameland.<br />

Aanvankelijk kan de reddingboot niet in actie komen want de storm is zo hevig dat<br />

men de boot niet kan lanceren. Die nacht luwt de wind en de volgende morgen wordt<br />

met een grote krachtsinspanning en met levensgevaar alle opvarende van het wrak<br />

gehaald.<br />

De bemanning bestaat uit: Jacob Folkert Visser, Teunis de Jong, Dirk Pieters Visser,<br />

Klaas Gribberts Dokter, Arend Jacobs Barf, Botte Jans Bakker, Hendrik Jans Bakker<br />

en Jan Dirks Bakker.<br />

In 1888 wordt in Hollum een nieuw boothuis gebouwd. Het oude<br />

boothuis wordt vanwege bouwvalligheid afgebroken. De kosten<br />

bedragen f 2.363,--.<br />

Op 6 juli 1890 worden de 7 bemanningsleden van de op het<br />

Bornrif gestrande tweemastschoener “ Vooruit” , geladen met<br />

hout, gered. Uit de schoener worden 3000 planken, 200 bos<br />

latten, 300 battings en 800 schroten geborgen.<br />

Ook wordt in dat jaar een nieuwe reddingboot in Hollum<br />

geplaatst. Op 6 november 1890 wordt de boot in gebruik<br />

genomen.<br />

Op 1 december 1893 redt de Hollumer reddingboot de<br />

bemanning van de Wierummer tweemast-vissersaak “ Drie<br />

Gezusters” .


Zoals bekend wordt de gehele Wierumer vissersvloot door een storm overvallen. In<br />

totaal strandden 9 vissersboten uit Wierum op het <strong>Amelander</strong> strand. 47<br />

schipbreukelingen worden gered en komen dus behouden aan wal. Van de 17<br />

uitgevaren vissersschepen verongelukten er die nacht 13, waarvan er dus 9 strand<br />

op Ameland.<br />

De overige vier stranden op het Bornrif waarbij 22 bemanningsleden het leven<br />

verloren. Op de zeedijk bij Wierum vinden we een monument ter nagedachtenis aan<br />

deze ramp.<br />

Op 13 januari 1896 worden 16 schipbreukelingen gered van het tweemast<br />

stoomschip “Chios” afkomstig van Hamburg en op weg naar Antwerpen. 24<br />

september 1896 worden 18 man gered van<br />

de Spaanse viermasterstoomboot “ Hugo” met ballast<br />

op weg van Bremen naar Liverpool.<br />

Ondanks veel sneeuw en ijs, waardoor de paarden de<br />

boot niet in het water kunnen brengen, worden op 6<br />

december 1902 6 mannen en een vrouw van de<br />

Zweedse gaffelschoener “Elisabeth” gehaald. De boot<br />

wordt door 16 man op hun schouders dieper water<br />

gebracht. Daarbij loopt de boot ook nog eens halfvol<br />

maar de reddingsactie slaagt uiteindelijk toch.<br />

Op 17 januari 1904 strandt tijdens een zware<br />

sneeuwstorm de Russische driemastschoener<br />

“Estland” op de Boschplaat. Wanneer de reddingboot<br />

het schip bereikt zijn 5 van de 8 bemanningsleden al<br />

overleden. De overige 3 worden veilig aan land<br />

gebracht.<br />

Op 28 juli 1909 strandt de tweemastgaffelschoener<br />

“Johan Willem Friso” nabij paal 6. Zoals bekend is het<br />

schip, geladen met graniet voor het Vredespaleis in<br />

Den Haag, op weg van Zweden naar Rotterdam. De 4<br />

bemanningsleden, een vrouw en 2 kinderen, worden<br />

allen gered.<br />

Enkele maanden later is het weer raak. Nu strandt op<br />

14 december 1909 op de noordwestpunt van het<br />

Bornrif de tjalk “Tjitskiena” uit Groningen. Doordat het<br />

schip ver van Ameland af ligt wordt het een lange<br />

tocht. Alle 5 bemanningsleden worden veilig aan wal<br />

gebracht.<br />

Op 9 januari 1919 strandt, alweer op het Bornrif, de<br />

tweemastschoener “Lizzie” geladen met aardappelen<br />

op weg van Delfzijl naar Salcombe. Aan boord<br />

bevinden zich 6 bemanningsleden.<br />

Leeuwarder courant 20 maart 1913<br />

Leeuwarder courant 20 december 1902


Door de hoge branding kan de reddingboot moeilijk bij het schip komen en slaat de<br />

boot zelfs enkele keren vol water. Maar toch weet men de gehele bemanning te<br />

redden.<br />

Op 17 maart 1913 wordt een groep werklui van de “Feugelpôlle” gehaald. De<br />

mannen zijn bezig met de aanleg van de nieuwe zeedijk maar worden door het<br />

slechte weer en hoog water overvallen. Bovendien is het erg koud. Het stormt zo<br />

hard dat de boot bij het te water laten van de wagen waait.<br />

Op de “Feugelpôlle” is die middag ook de jonge Sytze de Jong, die later schipper van<br />

de reddingboot wordt. Zoals we aflevering nr. 19 kunnen lezen worden ook Sytze en<br />

zijn vriendje, die daar aan het spelen zijn, gered door de reddingboot.<br />

Sommigen van de geredden zijn er slecht aan toe. Door de kou en nattigheid zijn ze<br />

meer dood dan levend, aldus het verslag van de redding. Gelukkig komt de<br />

reddingboot net op tijd en overleven allen deze bijzondere reddingsactie.<br />

Op 13 november 1914 haalt de reddingboot de bemanning van een marine<br />

stoomsloep die bij Ameland in nood is geraakt. Ook te Hollum was een dergelijke<br />

sloep gestationeerd. Daarvoor is al eerder bijna een reddingboot uitgevaren. Net op<br />

tijd wordt ontdekt dat het hier ging om een oefening van de marine zodat de<br />

reddingboot van Nes niet in actie hoeft te komen.<br />

Of het hier om dezelfde sloep gaat vertelt het verhaal niet. In ieder geval bestond de<br />

bemanning van zo’n sloep uit ca. 7 personen.<br />

In juni 1916 wordt in Hollum de reddingboot vervangen door een roeireddingboot die<br />

is voorzien van een zeiltuig. De boot die in Hollum wordt gestationeerd, is gebouwd<br />

in 1900 en toen is ingericht als een gewone strandreddingboot werd in 1914 voorzien<br />

van een waterballasttank met een inhoud van 1500 liter en onder het dek een aantal<br />

koperen kisten bezat.<br />

Op 16 september 1916 wordt afscheid genomen van bootsman Jacob Folkert Visser.<br />

Hij is dan 67 jaar. Zijn ogen worden slechter en omdat scherp zicht een voorwaarde<br />

is voor een bootsman lijkt het hem beter om nog voor het herfstseizoen ontslag te<br />

nemen. De reservebootsman, Eeuwe de Vries volgt hem op.<br />

Al eerder is Jacob Folkert Visser onderscheiden met de gouden medaille van de orde<br />

van Oranje-Nassau. Deze onderscheiding kreeg hij met name voor de redding van<br />

de 18 bemanningsleden van het Spaanse schip “Hugo”in 1896.<br />

Overzicht schippers reddingsstation Nes vanaf 1824 tot 1947.<br />

1824 - 1844 Klaas Sipkes<br />

Klaas Sipkes is geboren op 3 augustus 1760. Hij is een zoon van Sipke Klazen en<br />

Jantje Feykes. Hij is getrouwd met Trynke Jacobs Bakker. Het gezin telt 8 kinderen,<br />

Jacob, Maria, Wytske, Jantje, Aagje, Klaas.,Iemkje en Sipke.<br />

Wanneer de oud koopvaardij kapitein zich actief gaat bezighouden met het<br />

reddingswerk van de NZHRM in 1824 is hij al 64 jaar oud. Bekend is dat de eerste<br />

sloep die op Ameland werd gestationeerd door hem in ontvangst is genomen.


Toen de reddingmaatschappij geen sloep in Hollum wenst te stationeren koopt<br />

Sipkes zelf een bootje voor f 22,50.<br />

Die eerste periode zijn ook zeer zeker lang niet alle eilanders bereid om met de veel<br />

te zware boten het riskante reddingswerk te verrichten. Er is een verslag van een<br />

bezoek van een bestuurslid( inspecteur) van de reddingmaatschappij aan Ameland.<br />

Geconstateerd wordt dat de boot en wat er bij hoort in redelijk staat verkeerd. In<br />

Hollum is dan nog de veel te kleine sloep gestationeerd waar D. van der Laag<br />

toezicht op houdt. De inspecteur acht deze boot zeker niet geschikt voor het<br />

beoogde doel.<br />

Klaas Sipkes, die volgens het rapport al zeer bejaard is, wil wel graag van het<br />

toezicht af. Wellicht zal Heere Schols bereid zijn dit van hem over te nemen. De<br />

algemene geest op Ameland is dat men grote problemen heeft met de zwaarte van<br />

de boot en er is weinig lust mee te werken, het vuur ontbreekt en men vindt dat het<br />

werk onvoldoende wordt beloond.<br />

Er zijn wel een aantal reddingsacties in de periode 1824 tot 1843 maar dikwijls<br />

komen de boten niet in actie.<br />

Zeker is dat Klaas Sipkes eerst zelf nog actief heeft meegedaan met het<br />

reddingswerk. Bij latere acties ontbreekt zijn naam als roeier. Maar omdat er steeds<br />

sprake is van wisselende bemanningen is het vrijwel onbegonnen werk om na te<br />

gaan wie als bootsman heeft dienst gedaan.<br />

Zo is er de stranding op 20 augustus 1844 van de Duitse galjas “Diana”. De<br />

reddingboot wordt direct naar het strand gebracht. De bemanning bestaat uit Sijmen<br />

R. Brouwer, Cornelis C. Colmer, Gabbe J. Scheltema, Pieter F. Kleyn, Meindert F.<br />

Metz, Jurjen C. Colmer en Wijbren D. de Boer. Bij de eerste poging lukt het om een<br />

bemanningslid te redden. Een tweede komt in zee terecht maar ook deze weet men<br />

behouden aan wal te brengen. De reddingboot raakt vol water en keert terug.<br />

Cornelis Colmer is echter aan boord van het wrak gesprongen en wordt daar met nog<br />

een schipbreukeling achter gelaten. Bij het strand gekomen raakt de reddingboot in<br />

de problemen en slaat om. Hierbij komen Reddingbootschipper Wijbren Douwes de<br />

Boer en de van het schip geredde kapitein G. Koning om het leven. Met hun paarden<br />

schieten Schelte Jans Scheltema (38 jaar), Thomas B. Roep, Paulus S. de Vries en<br />

C.J. de Jong te hulp. Schelte Jans Scheltema ziet kans een van de mannen uit zee<br />

te redden. Daarna wordt hij door een golf van zijn paard geslagen en verdrinkt.<br />

Cornelis Colmer ziet kans om met een stuk wrakhout de kust te bereiken. De laatste<br />

schipbreukeling lukt dit niet en ook hij komt om het leven.<br />

In feite zouden Wijbren D. de Boer en Schelte Jans Scheltema ook geëerd moeten<br />

worden nu ze bij een reddingsactie om het leven zijn gekomen. Hun namen worden<br />

echter nergens genoemd. Bij het station Hollum is een steen geplaatst met daarop<br />

de namen van de mannen van het station Hollum die tijdens hun werk voor de<br />

reddingsmaatschappij om het leven zijn gekomen. Bij het station Nes is dit niet het<br />

geval maar mogelijk is hier nog iets aan te doen.<br />

Klaas Sipkes blijft tot aan zijn dood lid van het plaatselijk bestuur van Nes. Hij<br />

overlijdt op 11 oktober 1844. Volgens de tekst op zijn fraaie grafsteen is hij dan 84<br />

jaar, 2 maanden en 8 dagen oud!


1849 - 1890 Gerben Jans Toren<br />

Gerben Jans Toren is geboren in 1822. Hij is meer dan 40 jaar postschipper geweest<br />

en evenzoveel jaren bootsman van de Nesser reddingboot. Hij trouwt op<br />

24 november 1845 op Ameland met Henderina Jans Stuut. Er worden 3 kinderen<br />

geboren, Antje in 1847, Jan in 1851 en Willem in 1852. Jan overlijdt op 30 juli 1854,<br />

3 jaar oud. In september overlijdt zijn moeder, Henderina Jans Stuut, 35 jaar oud.<br />

Gerben Jans Toren hertrouwt met Aaltje Sybrands Bakker. Zij is een dochter van<br />

Sybrand Bakker en Hiltje Brouwer, afkomstig van Zaandam. Haar zuster, Metje<br />

Bakker is op 31 oktober 1839 getrouwd met de burgemeester, Daniel Wigbold<br />

Crommelin van Heeckeren, geboren te Bentheim (Duitsland).<br />

Dat deze familieband wel eens aanleiding gaf tot problemen blijkt uit een brief van<br />

roeier Jan Johannes van den Brink.<br />

Niet alleen is de zwager Gerben Jans Tooren benoemd tot stuurman van de<br />

reddingboot maar vervolgens heeft ook nog een andere zwager, Sybrand Sybrands<br />

Bakker benoemt tot waarnemend-stuurman.<br />

Dit omdat postschipper Toren natuurlijk niet altijd aanwezig is. Bakker is echter boer<br />

en volgens van den Brink totaal ongeschikt voor het reddingswerk. Volgens van den<br />

Brink trekt de burgemeester partij voor zijn familie. Aardig is wel om te vernemen dat<br />

van den Brink schoenmaker van beroep is. Maar het moet gezegd worden hij heeft<br />

vele reddingsacties meegemaakt!<br />

In het gezin van Gerben Jans Toren en Aaltje Sybrands Bakker worden nog<br />

5 kinderen geboren. Jantje in 1856, Hiltje in 1858, Jan in 1860, Sybrand in 1861 en<br />

Lucina in 1865.<br />

Gerben Jans Toren overlijdt op 3 januari 1890, 68 jaar oud. Ook van hem vinden we<br />

nog een grafsteen op de algemene begraafplaats van Nes.<br />

Ook na de dood van Gerben Jans Toren spant burgemeester van Heeckeren zich<br />

nog in voor zijn schoonzuster. Hij schrijft een brief aan het bestuur van NZHRM te<br />

Amsterdam met het verzoek “eenige geldelijke ondersteuning, een kleine jaarlijksche<br />

bijdrage of ene gratificatie in eens” te verstrekken aan de weduwe Aaltje Sijbrands<br />

Bakker die onbemiddeld achterblijft.<br />

1890 - 1898 Jacob Schelte Scheltema<br />

Jacob Scheltema wordt geboren op 28 mei 1841. Hij is een zoon van Schelte Jans<br />

Scheltema en Antje Jacobs van der Meij. Wanneer Jacob 35 jaar is trouwt hij op<br />

7 juni 1876 met de 39-jarige Willemtje Jacobs Wagenaar. Ondanks de redelijke hoge<br />

leeftijd van de bruid worden er nog 3 kinderen geboren. Schelte op 2 april 1877,<br />

Jacob op 19 februari 1878 en Jan op 29 mei 1880.<br />

Op 22 oktober 1891 weet de reddingboot onder leiding van de stuurman Jacob<br />

Scheltema 2 eilanders te redden van de tjalk “De Goede Verwachting”. Het schip was<br />

met steenkool geladen op weg van Harlingen naar Nes.<br />

In 1892 worden de 6 bemanningsleden van de Deense schoener “Kjersteminde”<br />

gered. En ook tijdens de ramp met de Wierumer vissersvloot in 1893 was de<br />

reddingsboot van Nes paraat maar hoefde niet in actie te komen. De bemanning van<br />

de gestrande schepen waren al door hulpvaardige eilanders gered.<br />

In 1895 gaat het flink mis met een reddingsactie om de bemanning van een Noorse<br />

driemastschoener te redden. Er blijken te weinig roeiriemen aan boord te zijn.


Wanneer ook nog de stuurriem breekt blijven er maar 4 riemen over. Het lukt niet om<br />

dicht genoeg bij het schip te komen om de bemanning uit het want te halen. De<br />

bemanningsleden, door kou en vermoeidheid al half bewusteloos verdwenen in de<br />

diepte, aldus een lid van de plaatselijke commissie.<br />

1898 - 1900 Klaas Colmer<br />

Klaas Colmer is geboren op Ameland op 29 januari 1844. Hij is één van de<br />

11 kinderen van Cornelis Cornelis Colmer en Aaltje Liekeles de Vries.<br />

Hij trouwt op 10 december 1868 met Geertruida Elisabeth Bartara Bakker, een<br />

dochter van Geert Bakker en Johanna Bartara van Heeckeren. Er worden 8 kinderen<br />

geboren in het gezin maar 5 sterven helaas op jonge leeftijd.<br />

Cornelis wordt geboren in 1869, Johanna Bartara in 1873 maar overlijdt in 1896, 23<br />

jaar oud.<br />

Daarna volgt Aaltje, geboren in 1875, Geertje in 1877 en overleden in 1887, 10 jaar<br />

oud. Warnaar wordt geboren in 1881 maar overlijdt in 1895 wanneer hij 14 jaar is.<br />

Jacob Christiaan wordt geboren in 1882, hij overlijdt in 1899, 17 jaar oud en ook<br />

Antje, geboren in 1884, overlijdt op 10 jarige leeftijd in 1895. Daarna wordt in 1887<br />

nog Walrave Robert geboren.<br />

Tot overmaat van ramp overlijdt op 15 februari 1895 ook de moeder van het gezin,<br />

Geertruida Bakker. Het kan zijn dat ze getroffen zijn door cholera. In Amsterdam is<br />

omstreeks deze tijd weer een epidemie uitgebroken. Vanwege de contacten tussen<br />

de hoofdstad en ons eiland is het mogelijk dat ook hier slachtoffers zijn gevallen.<br />

Op 10 september 1896 trouwt Klaas Colmer opnieuw en nu met Trijntje Ferwerda<br />

afkomstig van Drachten. Zij is 48 jaar.<br />

Op 16 januari 1894 raakt het onbemande postschip van Klaas Colmer door hevige<br />

storm op drift. Voorbij Buren verdwijnt het schip over ondergelopen landerijen naar<br />

de Noordzee. In maart wordt gemeld dat het wrak is aangekomen op het strand van<br />

Schiermonnikoog. Een hele slag voor een postschipper met een gering salaris<br />

waarvan ook nog een knecht, het scheepsonderhoud e.d. moeten worden betaald.<br />

Wanneer de 9 jarige Klaas een dienstreis met zijn vader meemaakt raakt hij<br />

overboord. Bij de reddingsactie van Klaas verdrinkt helaas zijn vader Cornelis.<br />

Het hoofd van de school in Nes, F.D. Le Fébre, start een actie om het gezin te<br />

ondersteunen. Van de minister ontvangt Klaas Colmer een bijdrage van f 100,--.<br />

In 1898 wordt hij stuurman op de reddingboot van Nes en komt in actie wanneer op 2<br />

februari het postschip “de Jonge Gerben” met schipper Sijbrand Toren, halverwege<br />

de oude verbindingsdam tussen Ameland en Holwerd is gestrand. De schipper, 2<br />

bemanningsleden en een passagier worden gered. Na nog een reddingsactie bij de<br />

stranding van het stoomschip “Javaan” op 18 december 1898 geeft Klaas Colmer in<br />

1900 te kennen zijn werkzaamheden als bootsman te willen beëindigen.<br />

1900 - 1905 Jan Lolkes Wagenaar<br />

Jan Lolkes Wagenaar is geboren op 12 juni 1837. Hij is een zoon van Lolke Hendriks<br />

Wagenaar en Janke Jans Joosten. Hij trouwt op 2 januari 1862 met Catharina Pieters<br />

Klein. Er worden 6 kinderen geboren: Lolke in 1862, Grietje in 1865, Johanna in<br />

1868, Pieter in 1872, Jan in 1874 en tenslotte in 1878 Hendrik.


Wanneer hij bootsman wordt is hij al 63 jaar. Vijf jaar later beëindigd hij zijn<br />

werkzaamheden bij de reddingmaatschappij. Hij overlijdt op 15 juni 1916 op 79-jarige<br />

leeftijd.<br />

1905 - 1919 Dirk Jacobus Metz<br />

Hij wordt opgevolgd door de 35-jarige Dirk Jacobus Metz uit Buren. Hij is zeeman en<br />

heeft in verschillende functies, ook als bootsman, gevaren. Een nadeel was dat hij 20<br />

minuten gaans van het boothuis woonde. Maar hiertoe werd een waarnemend<br />

bootsman benoemd die alvast alle voorbereidingen kon treffen. Dirk Metz is geboren<br />

op 25 mei 1870 als zoon van Jacobus Dirk Metz en Duifje Brussel. Hij trouwt op<br />

3 oktober 1895 met Doortje Metz. Zij is een dochter van Arjan Jans Metz en Sjoukje<br />

Molenaar.<br />

Ze krijgen 5 kinderen. Jacobus wordt geboren in 1896, gevolgd door Adrianus in<br />

1897. Daarna wordt een dochter, Duifje, geboren in 1899. Zij overlijdt helaas<br />

wanneer ze 8 maanden oud is. Op 14 januari 1901 wordt een tweede dochter<br />

geboren die ook Duifje wordt genoemd. Daarna volgt in 1902 Suzanna.<br />

Op 10 oktober maakt de reddingboot van Nes een lange tocht over het strand<br />

(12 kilometer) naar het Oerd omdat er tussen Ameland en Schiermonnikoog een<br />

schip zou zijn gestrand.<br />

Inderdaad werd aangekomen op het oosteinde een schip waargenomen. Het voerde<br />

geen noodseinen en er was een sleepboot in de buurt. Bovendien werden er geen<br />

mensen aan het dek waargenomen. Daarop besloot men naar huis terug te keren.<br />

Op 20 december 1911 strandt een stalen schoener “Res Nova” nabij paal 16 ten<br />

noorden van Buren. Na opnieuw een lange tocht over het strand wordt de boot te<br />

water gebracht. Het schip zit echter hoog op het strand en de roeiers kunnen wadend<br />

door het water de 8 bemanningsleden van boord halen.<br />

Dirk Metz maakt de stranding van de “Liberty Glo” nog mee. Tijdens de stranding en<br />

berging zijn de beide eilander reddingboten stand by. Er ontstaan<br />

meningsverschillen tussen het bestuur en de roeiers. Zowel de bootsman als een<br />

aantal roeiers stellen hun functie beschikbaar. Tijdens een vergadering in februari<br />

1920 blijkt de kwestie verder uit de hand te lopen want voorzitter burgemeester<br />

J.B.W. Bolomey geeft het bestuur van de reddingsmaatschappij in overweging het<br />

station op te heffen vanwege de problemen om aan geschikt personeel te komen.<br />

Foto van de Noord vaarders, Bornrif<br />

en Volharding bij de berging van het<br />

achterschip van de "Liberty Glo" in<br />

1920.<br />

1920 - 1924 Siepko Teerling<br />

De nieuwe bootsman wordt nu Siepko Teerling. Hij is geboren in 1893 te<br />

Westernieland in Groningen. Hij is een zoon van Harm Teerling en Hendrika<br />

Hoogheem. Hij is 29 jaar wanneer hij op 11 mei 1922 trouwt met de 17 jarige Grietje<br />

Smid. Zij is een dochter van Bote Smid en Teuntje Radema. Ze is geboren in<br />

Ransdorp. Siepko was eerder gehuwd met Dietje Werkman.


Hun in augustus 1922 geboren zoontje Harm overlijdt drie maanden na zijn geboorte.<br />

Helaas is er op 9 april 1921 vanwege trieste omstandigheden een lange tocht van de<br />

reddingboot nodig. Op verzoek van de kustwacht gaat de Nesser reddingboot die op<br />

zoek naar de tijdens een oefentocht omgeslagen reddingboot van Schiermonnikoog.<br />

De bemanning kan zich ternauwernood redden en slaagt erin boven op de<br />

omgeslagen boot te klimmen.<br />

De Nesser reddingboot wordt ’s middags rond 2 uur met de paarden naar paal 24<br />

gebracht. Daar gaat de boot te water en wordt er om “de Hon” geroeid. Via de<br />

Engelsmanplaat keert de reddingboot de volgende morgen om 11.00 uur terug.<br />

Ze hebben niets gevonden.<br />

De bemanning van de boot van Schiermonnikoog was onder tussen ontdekt door<br />

een passerend schip, de kusttrawler “ Rottum”. Deze neemt 10 bemanningsleden<br />

aan boord. Voor twee bemanningsleden komt de hulp te laat. Schipper Ambrosius<br />

Dubblinga en roeier D. Visser zijn verdronken toen ze een poging deden om hun<br />

lotgenoten te redden.<br />

1924 - 1929 Hendrik Eeltjes Hofker.<br />

In 1924 volgt reserveschipper Hendrik Eeltjes Hofker, geboren op 23 maart 1872 ,<br />

Siepko Teerling op. Hendrik Eeltjes Hofker is een zoon van Eeltje Hendriks Hofker en<br />

Jacoba Jonhannes Wagenaar. Hij is op 28 december 1898 getrouwd met Wipke<br />

Wagenaar. We kunnen nog nagaan dat hun eerste zoontje Eeltje, geboren in 1899,<br />

slechts 20 maanden oud wordt. Daarna wordt in 1902 opnieuw een zoon geboren die<br />

ook Eeltje wordt genoemd. Het gezin wordt nog verder uitgebreid met Metje 1903,<br />

Gerrit Johannes 1906, en Jacoba 1909.<br />

In 1924 maakt hij het 100 jarig<br />

bestaan van de<br />

reddingmaatschappij mee. Op de<br />

foto die gemaakt is ter gelegenheid<br />

hiervan zien we de reddingboot van<br />

Nes aan het einde van de<br />

Strandweg. In de boot staan<br />

George Kienstra, Harmen Visser,<br />

Botte Neij, Dirk Roep, Hessel<br />

Kienstra, Jan Wagenaar en Oege<br />

Adema. Bij de foto staat vermeld<br />

dat George Kienstra schipper van<br />

Nes is. Dit is waarschijnlijk onjuist<br />

want van 1924 tot 1929 was<br />

Hendrik Eeltje Hofker schipper.<br />

Vermoedelijk is schipper Hofker vanwege werkzaamheden niet aanwezig geweest.<br />

Op 17 november 1928 maakt Hendrik Hofker een zware tocht met de reddingboot<br />

naar het gestrande Zweedse stoomschip “Malmö”. Ook de reddingboot “Insulinde”<br />

van Oostmahorm met schipper Toxopeus is onderweg naar het schip.<br />

Beide reddingboten stellen alles in het werk om bij het schip te komen. Bij het te<br />

water brengen van de boot wordt Hendrik Hofker buiten boord geslagen door een<br />

hoge golf. Gelukkig weten de roeiers hun schipper weer binnenboord te krijgen. Het<br />

lukt niet om bij het schip te komen. Intussen hadden 14 bemanningsleden de


“Malmö” verlaten met een eigen sloep. Bij de poging het strand te bereiken<br />

verdrinken drie bemanningsleden. Zij worden op de algemene begraafplaats van Nes<br />

begraven. De volgende morgen doet de reddingboot van Nes, nu gedeeltelijk<br />

bemand met roeiers uit Hollum, een nieuwe poging om het schip te bereiken want er<br />

zijn nog 6 bemanningsleden aan boord. Ook nu lukt het hun niet om de boot te<br />

bereiken. Na vier vergeefse pogingen lukt het vervolgens de gearriveerde “ Insulinde”<br />

om langszij het schip te komen en de laatste 6 man aan boord te nemen. Toen het<br />

weer wat opknapte gingen 14 man weer aan boord. Een aantal bemanningsleden, de<br />

kapitein en enkele bergers. Op 24 november wordt het weer zo slecht dat het schip<br />

nog hoger op het strand komt te zitten. De “Brandaris” van Terschelling wordt<br />

ingeschakeld om de mannen van boord te halen. Door de hoge zee en de weinige<br />

diepgang kan de “ Brandaris” het schip niet bereiken. Dan wordt opnieuw de Nesser<br />

reddingboot, met nu aan boord schipper Harmen Visser, ingeschakeld. Na een<br />

mislukte poging weet men de tweede keer de op het schip aanwezige mannen van<br />

boord te halen.Aan boord van het schip waren: Kapitein Ingemanson, 2 officieren, 5<br />

Terschellingers en de <strong>Amelander</strong>s J. Beijaard, L. de Boer, D. Tieman en L. Postma.<br />

Behalve schipper Harmen Visser waren de volgende roeiers aan boord van de<br />

reddingboot: Sybrand Hofker, Botte Neij, D. Roep, P. IJnsen, L. Kanger, J. de Vries,<br />

Tj. de Vries, H. Kienstra, J. Wagenaar en J. van der Noord.<br />

Tien dagen na de stranding van de “ Malmö” strand nabij paal 5 bij Ballum, het<br />

motorschip “ Tartar”. Zoals bekend was het schip al door de bemanning verlaten en<br />

aan boord genomen door de IJmuidense trawler “ Johanna”. Wanneer de Hollumer<br />

reddingboot het schip bereikt blijkt het dus geheel verlaten. Het licht in de kombuis<br />

brandde nog en een pan met pruimen staat nog op het fornuis.<br />

De “Tartaarschrootjes” vonden hun weg in menige woning.<br />

Op 10 oktober 1929 overlijdt Hendrik Eeltjes Hofker.<br />

1929 - 1931 George Christiaan Kienstra<br />

Opvolger van Hendrik Eeltje Hofker wordt George Kienstra die al vanaf 1907 vaste<br />

roeier in de boot is. George Christiaan Kienstra is geboren op 10 januari 1873. Hij is<br />

een zoon van Franciscus Kienstra en Geertruida Diekstra. Hij trouwt op 8 december<br />

1898 met Janke Kiewied afkomstig uit Buren. In het gezin worden 9 kinderen<br />

geboren. Franciscus Johannes wordt geboren op 5 maart 1901 en op 11 september<br />

1902 volgt Antonius Johannes Aloisius In 1903 Johannes George, in 1905 Catharina<br />

Theresia, in 1907 Geertruida, in 1908 Gerardus, in 1910 Anna Margaretha, in 1912<br />

Hesselina Catharina en in 1914 Johanna Margaretha.<br />

In 1930 wordt besloten om het vuurpijl- en wippertoestel te verplaatsen naar het<br />

station Nes. Het vuurpijlhuisje in Ballum blijkt in een deerlijke situatie te verkeren.<br />

Bovendien is men slecht geoefend.<br />

Dit blijkt wanneer secretaris H.Th. de Booy op 19 mei 1931 een bezoek aan Ameland<br />

brengt. George Kienstra wordt daarna belast met deze taak en Harmen D. Visser<br />

neemt zijn taak als schipper van de Nesser reddingboot over. Kienstra blijft als roeier<br />

dienst doen. Op 26 juni 1939 overlijdt George Christiaan Kienstra, 66 jaar oud. Hij<br />

was schipper van de reddingboot, roeier, vuurpijlrichter en opzichter van het boothuis<br />

te Nes.


1931 - 1935 Harmen D. Visser tevens van Hollum<br />

Wanneer de Nesser reddingboot in actie moet komen wordt de boot hoofdzakelijk<br />

bemand met roeiers uit Hollum. George Kienstra, Jan Wagenaar, Sijbrand Hofker<br />

blijven echter de reddingmaatschappij trouw en hun werk als roeier voortzetten.<br />

1935 - 1947 Botte Neij tevens van Hollum<br />

Ook Botte Neij is nog een aantal jaren schipper van de Nesser reddingboot.<br />

Wanneer echter in 1937 de nieuwe motorstrandreddingboot “ Abraham Fock” in<br />

Hollum wordt gestationeerd is duidelijk dat men van de Nesser roeireddingboot in het<br />

vervolg weinig gebruik zal maken.<br />

Verdere geschiedenis station Nes.<br />

In 1947 wordt het station Nes opgeheven en de roeireddingboot verkocht aan de<br />

Zeevaartschool te Amsterdam. Hiermee kwam voorlopig een einde aan het<br />

reddingsstation van Nes, waarmee Klaas Sipkes in 1824 zo enthousiast was<br />

begonnen. Het boothuis blijft nog in gebruik voor o.a. het lijnwerp- en wippertoestel.<br />

In feite blijft het station op die manier gedeeltelijk nog voortbestaan. In 1958 wordt<br />

besloten het boothuis te Nes te verkopen. Maar het zal tot 1977 duren voordat het<br />

boothuis daadwerkelijk wordt verkocht.<br />

Botte Neij heeft ook het toezicht en de leiding voor wat betreft het lijnwerp- en<br />

wippertoestel. Wanneer Botte Neij in 1958 afscheid neemt wordt, voor zover ik kan<br />

nagaan, de leiding opgedragen aan Jacob Molenaar.Later is deze functie<br />

overgenomen door Th. Mosterman. In 1978 wordt in Nes een nieuwe bergplaats voor<br />

de truck en het lijnwerp- en wippertoestel in gebruik genomen. Ook wordt het station<br />

voorzien van een truck met een rubberboot die bij acties vanaf het strand kan worden<br />

ingezet. Op 11 augustus 1980 krijgt de ploeg te Nes de beschikking over een<br />

rubberboot type CM 504 Zephyr. De boot is 4.65 m lang en heeft een buitenboordmotor<br />

van 50 pk. In 1992 wordt deze vervangen door de rubberboot “Meun” en<br />

het boothuis uitgebreid en vernieuwd. Dan is inmiddels ook de oude “paarden”<br />

strandreddingboot door de KNZHRM definitief uit de vaart genomen en vervangen<br />

door modern materiaal. Onze stichting Paardenreddingboot “Ameland” werd in 1988<br />

opgericht om de traditie van het naar zee brengen van een reddingboot met paarden<br />

voort te zetten.<br />

Met dank aan:<br />

Het boek “Het Reddingswezen op Ameland”1824 – 2005 van Jan A Blaak.<br />

Het Fries Historisch en Letterkundig Centrum “Tresoar”.<br />

Fries scheepvaartmuseum /Website stamboom familie de Groot<br />

P.J. Borsch<br />

Jan J. de Vries


Demonstratieschema paardenreddingboot 2012<br />

Tijd Hoogwater<br />

1. Zaterdag 3 maart 2012 17:00 16.15 uur<br />

(voorjaarsvakantie 25-02 / 04-03)<br />

2. Zaterdag 7 april 2012 11:00 11.16 uur<br />

(Pasen 8-9 april)<br />

3. Woensdag 2 mei 2012 17:00 18.34 uur<br />

(Meivakantie 28–04 / 06–05)<br />

4. Zaterdag 26 mei 2012 14:00 13.35 uur<br />

(Pinksteren 27–28 mei)<br />

5. Zaterdag 9 juni 2012 15:00 14.05 uur<br />

(Tjeerd Nobel, Oldtimers)<br />

6. Vrijdag 15 juni 2012 19:00 19.15 uur<br />

(Bootwateren)<br />

7. Dinsdag 3 juli 2012 19:00 22.36 uur<br />

(zomervakantie 30–06 / 02–09)<br />

8. Maandag 16 juli 2012 19:00 20.24 uur<br />

(zomervakantie 30-06 / 02-09)<br />

9. Zaterdag 28 juli 2012 19:00 16.54 uur<br />

(midzomerfeest Buren)<br />

10. Maandag 13 augustus 2012 17:00 18.34 uur<br />

(zomervakantie 30-06 / 02-09)<br />

11. Dinsdag 28 augustus 2012 18:00 19.44 uur<br />

(zomervakantie 30-06 / 02-09)<br />

12. Zaterdag 20 oktober 2012 14:00 13.55 uur<br />

(herfstvakantie 20-10 / 28-10)<br />

13. Zaterdag 29 december 2012 11:00 09.54 uur<br />

(kerstvakantie 22-12 / 06-01)<br />

De demonstratie start vanuit het boothuis bij het Maritiem centrum<br />

“Abraham Fock” in Hollum. De lancering vindt plaats op het Suud West bij Hollum<br />

De demonstratie tijdens het midzomerfeest Buren op zaterdag 28 JULI 2012 is op het<br />

strand bij Buren.<br />

Data en tijden onder voorbehoud

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!