Catalogus archeologische onderzoeken gemeente Bladel

Jaartal 2005
Coördinaten x 142213,380007347
y 379363,7013419
Toponiem Latestraat
Onderzoeksnaam
Onderzoekstype Booronderzoek
Motief Bouwwerkzaamheden
Uitvoerder Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse
Omschrijving Booronderzoek
Toelichting Literatuur: Boer, de E., 2005, Bladel - Netersel (NB), Latestraat fase 2.
Archeologisch vooronderzoek. BILAN, rapport 2005/110.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied een hoge
archeologische verwachting heeft. Dit is te relateren aan de ligging van
het plangebied in hoge zwarte enkeerdgronden. Deze gronden worden
gekenmerkt door een humeus dek van meer dan 50 cm dik dat het
oorspronkelijke bodemprofiel, en dus van mogelijk onderliggende
archeologie, tegen diepe grondverstoringen heeft beschermd. Tot op
heden zijn er geen archeologische waarnemingen bekend in het
plangebied zelf. In de omgeving van het plangebied zijn echter wel
diverse archeologische waarnemingen bekend, die dateren uit
Mesolithicum, Neolithicum, bronstijd en Middeleeuwen. Het plangebied
bevindt zich direct ten westen van de huidige kern van Netersel. In het
zuidelijke deel is in ieder geval vanaf het begin van de negentiende eeuw
(mogelijk veel eerder) tot het midden van de twintigste eeuw bebouwing
aanwezig geweest. De Latestraat is in ieder geval vanaf 1700 bebouwd
geweest. Het overige deel van het plangebied heeft altijd een
agrarische functie (weiland of akker) gehad. De verwachting is dat de
bodem in een groot deel van het plangebied onverstoord zal zijn. Langs
de Latestraat zijn waarschijnlijk nog restanten van de oude bebouwing
aanwezig. Een veldonderzoek is noodzakelijk om te bepalen in hoeverre
de bodem in het plangebied intact is en of er aanwijzingen zijn voor
bewoning in het verleden. Uit het veldonderzoek blijkt dat het oostelijke
perceel van het plangebied (ten oosten van de boringen 5 en 6) sterk
verstoord was (tot 100 cm ¿mv) als gevolg van diepploegen t.b.v. de
aspergeteelt. Er werden bovendien geen archeologische indicatoren
aangetroffen. Voor dit deel van het plangebied wordt geen
vervolgonderzoek aanbevolen. Wel blijft bij bodemingrepen de
Monumentenwet van kracht, die stelt dat archeologische vondsten of
structuren binnen drie dagen aan de bevoegde instanties moeten
worden gemeld. In het westelijke perceel van het plangebied werden
hoge zwarte enkeerdgronden (esdek) aangetroffen, waaronder in 3 van
de 5 boringen een podzolprofiel en/of een begraven A-horizont werd
aangetroffen. Er werden echter geen relevante archeologische
indicatoren aangetroffen. Het bevoegd gezag stelt dat als in een
plangebied vastgesteld wordt dat het bodemprofiel (gedeeltelijk)
onverstoord is er in een gebied met esdekken (hoge zwarte
enkeerdgronden) een proefsleuvenonderzoek moet worden uitgevoerd .
Op basis van de resultaten uit het veldonderzoek en met inachtneming
van de minimum eisen van het bevoegd gezag wordt voor het westelijke
perceel een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven aanbevolen.
Dit onderzoek dient uitgevoerd te worden op basis van door het bevoegd
gezag geaccordeerd Programma van Eisen. Indien echter besloten
wordt dat in dit deel van het plangebied geen bodemverstorende
activiteiten (zoals nieuwbouw) zullen plaatsvinden, vervalt de noodzaak
voor een vervolgonderzoek.
Selectieadvies BILAN 2005: Proefsleuvenonderzoek.
Selectiebesluit
Literatuur Boer, E. de, 2005: Bladel-Netersel, Latestraat fase 2. Archeologisch
vooronderzoek (BILAN rapport 2005/110), Tilburg.
Diepte bouwvoor c-horizont op 50-90 cm onder maaiveld
GEMEENTE Bladel
Plaats Netersel
Onderzoeksmeldings_nr. 13587
Jaartal 2005
55