Een kogel wordt vertikaal omhoog geschoten met ... - HRWisAHenme

We kunnen met een diagram een beweging voorstellen.
De helling van de raaklijn is de snelheid van een voorwerp in een:
a. a­s diagram
b. v­t diagram
c. a­t diagram
d. x­t diagram
Het water van een riviertje houdt een waterrad voortdurend in beweging.
Maar het water brengt dat rad niet in beweging als het op een met het
watermeedrijvend vlot zou zijn gemonteerd! Welke conclusie is nu te trekken?
a. Er zit geen energie in het water.
b. Het rad zorgt ervoor dat het vlot meedrijft.
c. Het rad werkt alleen op een snelheidsverschil van het water
d. Het rad wordt aangedreven door het vlot.
De eenheid van vermogen is:
a. Joule
b. Watt
c. Newtonmeter
d. Joule per uur
De spanning van een auto accu is:
a. 1,5 V
b. 9,0 V
c. 4,5 V
d. 12,0 V
De spanning van een platte batterij is:
a. 1,5V
b. 3,0V
c. 4,5V
d. 9,0V
Wat is het verschil tussen een serieschakeling en een parallelschakeling:
a. De opstelling van de lampjes.
b. De schakeling van de componenten.
c. De manier van aansluiting aan de spanningsbron.
d. De parallelschakelingweerstand is altijd een kwart van de serieschakelingweerstand.
Wat is een parallelschakeling van weerstanden?
a. De opstelling van de lampjes in een elektrisch schema.
b. De schakeling van de componenten in een elektrisch schema.
c. De manier van aansluiting aan een spanningsbron in een schema.
d. De parallelschakelingweerstand is altijd een kwart van de serieschakelingweerstand.
De eenheid van soortelijke weerstand is:
a. Ωm/m 2
b. Ω
c. Ω/m
d. Ωm
De weerstand is niet mooi constant als de schakeling al enige tijd gesloten is.
Wat is de naam van een draad met een onveranderde weerstand?
a. Constantaandraad
b. PTC draad
c. NTC draad
d. Isolatiedraad
De kleurcode van de draden in een schakeling is aanwezig voor:
a. Veiligheid.
b. Brandgevaarlijkheid.
c. Handigheid.
d. Kwaliteit.
Wat gebeurt er met de stroom na een elektrisch apparaat:
a. Deze gaat via de grond terug naar de centrale.
b. Gaat via de hoogspanningsdraden retour naar de centrale.
c. De trafo regelt het zo dat deze stroom teruggaat.
d. De stroom gaat niet retour.
Wat is de reden dat er in onze meterkast een smeltveiligheid is aangebracht?
a. Verminderen van verbruikskosten
b. Bescherming tegen doorbranden.
c. Beveiliging tegen stroomschokken.
d. Vermindering van brandgevaar.
Bewering:
A. De Andromedasterrennevel is een lichtbron
B. Een aangeslagen stemvork is een geluidsbron
Wat kun je zeggen over de beweringen A en B?
a. A is juist en B is juist
b. A is juist en B is onjuist
c. A is onjuist en B is juist.
d. A is onjuist en B is onjuist.
Beweringen:
A. Met een stroboscoop is de frequentie af te lezen.
B. Met een oscilloscoop is de spanning op een schakeling te veranderen.
Wat kun je zeggen over deze beweringen A en B?
a. A is onjuist en B is juist.
b. A is juist en B is onjuist.
c. A is onjuist en B is onjuist.
d. A is juist en B is juist.
12