CarNext - LeasePlan

Van Sierra tot Mondeo
Een kwarteeuw Ford-traditie in de fleetsector
Ford zorgde voor een schokgolf toen het in 1982 zijn Sierra lanceerde. Deze middenklasser die zowel in Genk, Cork als Dagenham
van de montagelijn liep, pakte uit met een opmerkelijk design en een bij Ford nooit eerder geziene stroomlijn. De Sierra zorgde ook
voor de doorbraak in de fleetsector en daarmee effende hij het pad voor de huidige Mondeo.
Autoliefhebbers die oud genoeg zijn om het te hebben mee
gemaakt, weten dat 1982 een memorabel jaar was. In de herfst
van dat jaar werden vier opmerkelijke nieuwe auto’s voorgesteld:
de Citroën BX, de Audi 100, de Mercedes 190 en de
Ford Sierra. Dit kwartet had alvast twee dingen gemeen. In de
eerste plaats was er het design. Als gevolg van de verschillende
energiecrisissen pakte elk van deze auto’s uit met een nooit
eerder geziene stroomlijn om op die manier het verbruik te
temperen. Deze vier auto’s waren ook van cruciaal belang voor
de verdere toekomst van hun respectievelijke constructeurs.
Adieu Taunus
In de verre jaren zestig werden de Europese Ford-activiteiten
onderverdeeld in een Duitse en een Engelse afdeling die elk
hun eigen gamma hadden en eigenlijk voor ongewenste
onderlinge concurrentie zorgden in vooral landen die deel
uitmaakten van de Europese Gemeenschap. Daarom werd Ford
of Europe, met een universeel Europees gamma gecreëerd. Dat
laatste verliep stapsgewijs en nam zestien jaar in beslag. Het
eerste gemeenschappelijke product was de Ford Transit uit
1966. Twee jaar later volgde de Escort die zowel de Anglia als
de kleinere Taunusmodellen verving. In 1969 kwam de Capri
die over gans Europa (en zelfs daar buiten) werd verkocht en
een enorm commercieel succes werd. In 1976 was het de beurt
aan de Fiesta.
Dit stroomlijnen van het gamma betekende ook een enorme
kostenbesparing zowel wat de ontwikkeling als de productie
betrof. Laatste stap in deze integratie van het Duitse en
Engelse gamma was het gelijkschakelen van de grotere
Taunusmodellen met de Britse Cortina. In 1972 waren beide
modellen voor het eerst technisch identiek maar in sommige
landen werden ze ofwel onder het Cortina- of het Taunus-label
nog verkocht. In 1982 kwam ook daar een einde aan. De Sierra
verving beiden en zorgde voor een schokgolf. Geïnspireerd door
16-17 INTENTIONS I AUTO & HISTORIE
de Probe III conceptauto, die een Cx-waarde van slechts 0,25
had, tekenden Patrick le Quément en zijn team de Sierra met
een voor die tijd nog altijd bijzondere Cx-waarde van 0,34. Bob
Lutz, die toen aan het hoofd stond van Ford of Europe, wou dat
de Sierra in ware Ford-traditie betaalbaar bleef maar tegelijk
met de rijkwaliteiten van een premiummerk als BMW en
Mercedes kon uitpakken. Wie vandaag met een Sierra rijdt, zal
nog altijd onder de indruk zijn van het veercomfort en de
wegligging.
Ford wou tegelijk de kosten beperken en slaagde daar
wonderwel in. Zo bleef Ford trouw aan achterwielaandrijving
waardoor makkelijk motoren en transmissieonderdelen van de
Taunus konden worden overgenomen. Wel kreeg de Sierra een
onafhankelijke achterophanging en een afstelling waardoor de
achterwielen niet vroegtijdig konden uitbreken. De flank van
de Sierra bestaat uit één enkel onderdeel. Bij de Taunus
moesten daarvoor 8 verschillende onderdelen geperst en aan
elkaar worden gelast. Het buitenpaneel van de deuren van de
Sierra bestond ook uit slechts één onderdeel en dat vereenvoudigde
de productie en drukte de kosten. Een bijkomend
voordeel daarvan was dat de Sierra een beresterk koetswerk
had. Dat verklaart meteen waarom je nog vaak Sierra’s in het
straatbeeld ziet.
Fleet en imago
De fleetauto heeft een veel langere traditie in Groot-Brittannië
dan in onze contreien. Bij ons stond een bedrijfswagen lange
tijd synoniem met ‘de auto van de vertegenwoordiger’. Aan de
andere kant van het Kanaal was een auto heel vaak een deel
van het loonpakket. Ford had het grootste marktaandeel in de
Britse fleetsector. In de jaren zeventig was bijna 80% van de
verkochte Cortina’s een fleetauto. De Sierra moest de fakkel
overnemen maar de afgeronde drie- en vijfdeurs viel niet bij
iedereen uit de fleetsector in de smaak. Daarom heeft Ford