20.09.2013 Views

Sigrid Leyssen en Koen Vermeir. De Film en zijn ... - Esthetica

Sigrid Leyssen en Koen Vermeir. De Film en zijn ... - Esthetica

Sigrid Leyssen en Koen Vermeir. De Film en zijn ... - Esthetica

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>De</strong> <strong>Film</strong> <strong>en</strong> <strong>zijn</strong> Museum. Over de esthetiek van het verled<strong>en</strong><br />

<strong>Sigrid</strong> <strong>Leyss<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> Ko<strong>en</strong> <strong>Vermeir</strong><br />

‘Ik heb het u gezegd, film <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die films mak<strong>en</strong>, dat <strong>zijn</strong> dikke leug<strong>en</strong>aars hé, ze lat<strong>en</strong> u<br />

iets zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> het is cinema, maar ge zou kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat het echt gebeurd is hé, dat is<br />

feitelijk het magische van de film hé. (...) <strong>Film</strong> bedriegt geweldig veel, e<strong>en</strong> reportage ook.’<br />

Inleiding<br />

Pierre Querut<br />

E<strong>en</strong> filmmuseum is eig<strong>en</strong>lijk iets paradoxaals. Hor<strong>en</strong> films wel in e<strong>en</strong> museum thuis? Het<br />

gebeurt wel meer dat kunsttheoretici de verschill<strong>en</strong>de kunst<strong>en</strong> opdel<strong>en</strong> in ruimte- <strong>en</strong> tijd-<br />

kunst<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarover word<strong>en</strong> al eeuw<strong>en</strong> uitgebreide bespiegeling<strong>en</strong> gepubliceerd. 1 Het<br />

onderscheid tuss<strong>en</strong> kunst<strong>en</strong> waarin ruimte respectievelijk tijd belangrijk is, is echter<br />

e<strong>en</strong>voudig te mak<strong>en</strong> als m<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> bed<strong>en</strong>kt welke kunstvorm<strong>en</strong> m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> museum terugvindt<br />

<strong>en</strong> welke niet. Beeldhouwkunst, fotografie, schilderkunst <strong>en</strong> zelfs architectuur <strong>zijn</strong> statisch <strong>en</strong><br />

nem<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zekere plaats in. Hun ruimtelijk karakter is overheers<strong>en</strong>d <strong>en</strong> m<strong>en</strong> vindt ze daarom<br />

in musea terug. Toneel, muziek, dans <strong>en</strong> theater hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> musea. Ze <strong>zijn</strong> vluchtig <strong>en</strong><br />

tijdelijk, <strong>en</strong> m<strong>en</strong> gaat normaal gezi<strong>en</strong> naar voorstelling<strong>en</strong> om ze te zi<strong>en</strong>. 2 Dit levert ons e<strong>en</strong><br />

goede opdeling op van de ‘klassieke’ kunstvorm<strong>en</strong>. Sinds e<strong>en</strong> aantal dec<strong>en</strong>nia <strong>zijn</strong> er<br />

tuss<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> ontstaan – kunstvorm<strong>en</strong> die deze classificatie tracht<strong>en</strong> te doorbrek<strong>en</strong> 3 – maar in<br />

deze tekst zull<strong>en</strong> we het meer specifiek hebb<strong>en</strong> over film, welke al zev<strong>en</strong>tig jaar deze<br />

categorisatie doorbreekt. 4 <strong>Film</strong> lijkt immers e<strong>en</strong> tijdelijk medium te <strong>zijn</strong>, <strong>en</strong> m<strong>en</strong> gaat naar e<strong>en</strong><br />

cinemavoorstelling om e<strong>en</strong> film te bekijk<strong>en</strong>. Maar toch hebb<strong>en</strong> films hun eig<strong>en</strong> musea...<br />

Het is natuurlijk zo dat niet alle musea kunstmusea <strong>zijn</strong>. Er <strong>zijn</strong> musea van natuurlijke<br />

historie, net zoals er vliegtuig- <strong>en</strong> speelgoedmusea <strong>zijn</strong>. <strong>De</strong>ze hebb<strong>en</strong> als hun voornaamste<br />

functies het verzamel<strong>en</strong> van bepaalde object<strong>en</strong> die we belangrijk vind<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het ton<strong>en</strong> van<br />

deze collectie aan het publiek. Musea behor<strong>en</strong> deze object<strong>en</strong> ook te bewar<strong>en</strong> voor latere<br />

g<strong>en</strong>eraties, <strong>en</strong> deze in bewaring gehoud<strong>en</strong> object<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zo stilaan e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatie van<br />

het verled<strong>en</strong>. Het <strong>zijn</strong> dus historische musea, <strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is, <strong>en</strong> dus ook tijd, speelt er e<strong>en</strong><br />

cruciale rol. Ze <strong>zijn</strong> als opslagplaats<strong>en</strong> van onze her- [einde pagina 46] innering<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />

herinnering<strong>en</strong> van onze voorouders. Vele kunstmusea ton<strong>en</strong> natuurlijk ook ‘oude meesters’,


maar toch is de relatie met historische musea dikwijls ongemakkelijk geweest. Hed<strong>en</strong>daagse<br />

kunst wordt dikwijls op andere locaties getoond dan oudere werk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> deze laatste word<strong>en</strong><br />

vooral getoond omwille van hun artistieke kwaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet zozeer omwille van hun<br />

historisch belang. Ze word<strong>en</strong> dikwijls ook geïsoleerd getoond, los van hun historische context,<br />

<strong>en</strong> kunstwerk<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de periodes hang<strong>en</strong> dan zomaar door elkaar. M<strong>en</strong> gaat er<br />

immers van uit dat ‘oude meesters’ e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>tijdelijk karakter hebb<strong>en</strong>, of ‘van alle tijd<strong>en</strong>’<br />

<strong>zijn</strong>.<br />

<strong>Film</strong>s hebb<strong>en</strong> in sterke mate die spanning tuss<strong>en</strong> artistieke <strong>en</strong> historische kwaliteit<strong>en</strong> in<br />

zich, <strong>en</strong> er is dan ook e<strong>en</strong> zekere t<strong>en</strong>sie inher<strong>en</strong>t aan het concept van e<strong>en</strong> filmmuseum. <strong>De</strong>ze<br />

problematiek kunn<strong>en</strong> we duidelijk merk<strong>en</strong> in de geschied<strong>en</strong>is van de film <strong>en</strong> het filmmuseum.<br />

In deze tekst schets<strong>en</strong> we hoe film van bij het begin met geschied<strong>en</strong>is <strong>en</strong> het verled<strong>en</strong> in<br />

verband is gebracht, <strong>en</strong> hoe dit ook e<strong>en</strong> rol speelde bij het opricht<strong>en</strong> van ‘filmmusea’. We<br />

zull<strong>en</strong> hier de politiek-ideologische elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in het ontstaan van het filmmuseum voorlopig<br />

aan de kant lat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> <strong>en</strong> we conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> ons op de esthetische aantrekkingskracht van de<br />

oude films die er getoond word<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze aantrekkingskracht heeft niet alle<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> met de<br />

artistieke kwaliteit<strong>en</strong> van de film, maar we zull<strong>en</strong> ook andere bronn<strong>en</strong> van fascinatie<br />

id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>, die hun oorsprong vind<strong>en</strong> in de specifieke ruimtelijke <strong>en</strong> temporele<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van film, <strong>en</strong> die we het museaal, het virtueel <strong>en</strong> het historisch esthetische<br />

zull<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> dan besluit<strong>en</strong> dat de esthetische ervaring bij het bekijk<strong>en</strong> van oude<br />

films e<strong>en</strong> specifiek sam<strong>en</strong>spel is van het artistiek esthetische <strong>en</strong> e<strong>en</strong> esthetiek van het<br />

verled<strong>en</strong>.<br />

<strong>Film</strong>, filmmusea <strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is<br />

Het ontstaan van de cinema wordt traditioneel gesitueerd op 28 december 1895, in het Grand<br />

Café op de Boulevard des Capucines 14 te Parijs, to<strong>en</strong> de gebroeders Lumière daar voor e<strong>en</strong><br />

betal<strong>en</strong>d publiek e<strong>en</strong> reeks van e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tal filmpjes projecteerd<strong>en</strong>. Vanaf het mom<strong>en</strong>t dat de<br />

eerste films geprojecteerd werd<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die aanvoeld<strong>en</strong> dat cinema e<strong>en</strong> speciale<br />

band zou hebb<strong>en</strong> met geschied<strong>en</strong>is. Al in 1898 publiceert de Poolse cameraman Boleslaw<br />

Matuszewski in Parijs e<strong>en</strong> pamflet getiteld Une nouvelle source de l’histoire. In Engeland<br />

getuigt de opmerking in The Bioscope van mei 1910 van het bestaan van e<strong>en</strong> gelijkaardige<br />

interesse: ‘An interesting suggestion was made in one of the daily papers this week, that<br />

cinematograph films of great historical ev<strong>en</strong>ts should be preserved in a national collection in


one of the museums, [and it] has received considerable support from various quarters.’ 5 <strong>De</strong>ze<br />

vroege oproep<strong>en</strong> om films te bewar<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> ongewoon in e<strong>en</strong> tijd waarin de cinema alle<strong>en</strong> nog<br />

maar beschouwd werd als e<strong>en</strong> vorm van volks <strong>en</strong>tertainm<strong>en</strong>t. Het was nog meer ongewoon<br />

dat e<strong>en</strong> door [einde pagina 47] de regering gefinancierd instituut ook werkelijk gehoor zou<br />

gev<strong>en</strong> aan zulk e<strong>en</strong> verzoek. In 1920 echter, nam het Imperial War Museum in Lond<strong>en</strong> alle<br />

cinematograaf oorlogsfilms onder <strong>zijn</strong> hoede om deze te bewar<strong>en</strong> voor het nageslacht, <strong>en</strong> er<br />

was e<strong>en</strong> serieuze som geld voorzi<strong>en</strong> om dit filmarchief avant la lettre in te richt<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

oorlogsfilmpjes werd<strong>en</strong> opgevat als historische docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> bewaard word<strong>en</strong> in<br />

naam van de geschied<strong>en</strong>is der natie.<br />

Wanneer films <strong>en</strong>kel bewaard word<strong>en</strong> omwille van de historische waarde van het gefilmde,<br />

dan volstaat het om uit de vele filmpjes <strong>en</strong>kel die fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te bewar<strong>en</strong> die zulke historisch<br />

belangrijke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> het beste weergev<strong>en</strong>. Het heeft dan weinig zin om volledige films<br />

te kopiër<strong>en</strong> voor bewaring, wat mete<strong>en</strong> ook geld <strong>en</strong> plaats uitspaart. Dit was hoe het Imperial<br />

War Museum te werk ging: de raad van beheer begon met het selecter<strong>en</strong> van de belangrijkste<br />

fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong> m<strong>en</strong> besliste ook om tuss<strong>en</strong>titels niet te bewar<strong>en</strong>. 6 M<strong>en</strong> vond dat deze de<br />

beeld<strong>en</strong> doorgaans inadequaat toelicht<strong>en</strong> of bescham<strong>en</strong>d propagandistisch war<strong>en</strong>, wat h<strong>en</strong> in<br />

hun og<strong>en</strong> nutteloos, of zelfs misleid<strong>en</strong>d maakte voor historische doeleind<strong>en</strong>. Er werd<strong>en</strong><br />

plann<strong>en</strong> gemaakt om de oude tuss<strong>en</strong>titels zelf door meer gepaste <strong>en</strong> historisch correcte titels te<br />

vervang<strong>en</strong>. Hiervoor zou m<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> om de cameralui in kwestie <strong>en</strong> militair<strong>en</strong> die zelf bij<br />

de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> aanwezig war<strong>en</strong> te ondervrag<strong>en</strong>. We zi<strong>en</strong> hier hoe opvatting<strong>en</strong> over de<br />

waarde van oude films (in dit geval waardevol voor de geschied<strong>en</strong>is van de natie <strong>en</strong> de<br />

daaraan verbond<strong>en</strong> nationalistische ideologie, <strong>en</strong> bijvoorbeeld niet voor geschied<strong>en</strong>is van het<br />

filmisch medium of van de propaganda) van cruciaal belang <strong>zijn</strong> voor de manier waarop m<strong>en</strong><br />

kiest wat bewaard zal word<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat niet. Dit vraagstuk van selectie zou onvermijdelijk, door<br />

de hoge kost van het conserveringsproces, e<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de moeilijkheid <strong>zijn</strong> voor archiev<strong>en</strong>.<br />

Verschill<strong>en</strong>de selectiecriteria zull<strong>en</strong> hiervoor gehanteerd word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> doorhe<strong>en</strong> de tijd is m<strong>en</strong><br />

doorgaans afgestapt van de e<strong>en</strong>zijdige manier van bewar<strong>en</strong> door het Imperial War Museum,<br />

hoewel waarschijnlijk ook vandaag nog (minder expliciete) ideologische selectiecriteria<br />

gehanteerd word<strong>en</strong>.<br />

Dit ‘museum’ begon met <strong>zijn</strong> filmarchief in 1920, vijfti<strong>en</strong> jaar voor de eerste nationale<br />

filmarchiev<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> opgericht. In de jar<strong>en</strong> twintig was ook, onder invloed van de eerste<br />

filmclubs, de filmarchiefbeweging op gang gekom<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze wilde andere films (her)ontdekk<strong>en</strong><br />

dan dewelke het commerciële circuit aanbood. Dit bleek echter erg moeilijk te <strong>zijn</strong> aangezi<strong>en</strong><br />

vele films, zodra hun commerciële waarde was verlop<strong>en</strong>, gewoonweg vernietigd of


gerecycleerd werd<strong>en</strong>. <strong>De</strong> filmarchiefbeweging ijverde voor het bewar<strong>en</strong> van (volledige) films<br />

omdat ze geloofde in de culturele waarde ervan. In 1935 werd<strong>en</strong> dan de eerste filmarchiev<strong>en</strong><br />

opgericht: de National <strong>Film</strong> Library (Lond<strong>en</strong>), Cinémathèque française (Parijs), Museum of<br />

Modern Art <strong>Film</strong> Library (New York), Reichsfilmarchiv (Berlijn) <strong>en</strong> V.G.I.K. (Moskou). Later<br />

kwam er e<strong>en</strong> Nederlands Historisch <strong>Film</strong>archief (1946) <strong>en</strong> de Cinémathèque de Belgique<br />

(1938), dat werd opgericht met als doel – zo schrijft m<strong>en</strong> vandaag – ‘e<strong>en</strong> collectie films te<br />

verzamel<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bewar<strong>en</strong> die op esthetisch, [einde pagina 48] technisch <strong>en</strong> historisch vlak<br />

e<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de waarde hebb<strong>en</strong>; zoveel mogelijk docum<strong>en</strong>tatie over de filmkunst bije<strong>en</strong> te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>; <strong>en</strong> de raadpleging van deze films <strong>en</strong> docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (met e<strong>en</strong> esthetisch of<br />

wet<strong>en</strong>schappelijk doel) te verzeker<strong>en</strong>.’ 7 <strong>De</strong> oprichting van filmarchiev<strong>en</strong> was echter in die tijd<br />

nog lang niet evid<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> citaat van Piet Vermeyl<strong>en</strong>, voorzitter van het Belgisch filmarchief<br />

<strong>en</strong> ook minister, toont aan hoe weinig cinema in de hogere klass<strong>en</strong> ernstig g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> werd:<br />

‘Als ik de belang<strong>en</strong> van de film wil ter sprake br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de ministerraad, beginn<strong>en</strong> mijn<br />

collega’s te lach<strong>en</strong>.’ 8 In 1930 probeerde Paul Rotha in e<strong>en</strong> artikel in The Connoisseur. A<br />

Magazin for Collectors de waarde van film als verzamelobject te verdedig<strong>en</strong> <strong>en</strong> hij ijvert voor<br />

het opricht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>te collectie. Zulke stelling<strong>en</strong> war<strong>en</strong> blijkbaar ook in 1930 nog<br />

verre van evid<strong>en</strong>t <strong>en</strong> vroeg<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>teerde rechtvaardiging. Rotha red<strong>en</strong>eert als<br />

volgt: de cinema was to<strong>en</strong> al ongeveer 35 jaar oud, maar in <strong>zijn</strong> og<strong>en</strong> had deze pas in die<br />

laatste paar jaar echt <strong>zijn</strong> kwaliteit<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze maakt<strong>en</strong> dat films nu in aanmerking<br />

kwam<strong>en</strong> als pot<strong>en</strong>tieel kunstwerk, <strong>en</strong> dus vanaf dan ook het verzamel<strong>en</strong> waard. <strong>Film</strong>s uit<br />

vroegere jar<strong>en</strong>, uit de tijd van het vele experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met het nieuwe medium, krijg<strong>en</strong> vanaf<br />

dan (met terugwerk<strong>en</strong>de kracht) ook e<strong>en</strong> duidelijke waarde, <strong>en</strong> wel als primitieve instanties<br />

van de cinemakunst. 9 Hij wil films niet (alle<strong>en</strong>) bewar<strong>en</strong> omwille van de historisch<br />

belangrijke beeld<strong>en</strong> die ze bevatt<strong>en</strong>, maar om de studie van de snelle ontwikkeling van de<br />

cinema mogelijk te mak<strong>en</strong>, van de cinema als kunst <strong>en</strong> als technisch <strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

gegev<strong>en</strong>.<br />

Het is nu duidelijk dat e<strong>en</strong> interesse in geschied<strong>en</strong>is e<strong>en</strong> eerste motivatie was om<br />

filmbeeld<strong>en</strong> te bewar<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze beeld<strong>en</strong>, zo dacht m<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> e<strong>en</strong> adequate weergave van de<br />

werkelijkheid zoals die echt geweest is. Dit aspect van films (<strong>en</strong> van foto’s) is e<strong>en</strong><br />

voortdur<strong>en</strong>de bron van fascinatie, ook vandaag nog. 10 In Brusselle, Part I (2003-2004),<br />

gecreëerd door Katle<strong>en</strong> <strong>Vermeir</strong>, zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> videoreportage over het verled<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

cameraman, filmproduc<strong>en</strong>t <strong>en</strong> -verdeler, Pierre Querut. Querut reflecteert daarin dikwijls over<br />

het statuut van de film <strong>en</strong> wat film voor hem betek<strong>en</strong>de: ‘Want voor mij is cinema nog altijd<br />

zo iets... Dat <strong>zijn</strong> ge<strong>en</strong> dode beeld<strong>en</strong> hé, ze beweg<strong>en</strong>, hun uitdrukking <strong>en</strong> dat allemaal. Al


hetge<strong>en</strong> dat ze to<strong>en</strong> gedaan hebb<strong>en</strong>, vindt ge terug op dat scherm,... eig<strong>en</strong>aardig g<strong>en</strong>oeg hé,<br />

dat is bijna onsterfelijk. Vooral als ge dan ook zelf cameraman b<strong>en</strong>t, <strong>en</strong> ge weet wat ge gaat<br />

film<strong>en</strong> <strong>en</strong> ge weet wie ge gaat film<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wanneer ge dan uit die oude doz<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> neemt<br />

die ge misschi<strong>en</strong> wel zelf had will<strong>en</strong> film<strong>en</strong>, dan is dat iets heel eig<strong>en</strong>aardigs, e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aardig<br />

gevoel, ge kunt dat bijna niet uitdrukk<strong>en</strong>.’ 11 Het ‘echtheidskarakter’ van film is erg belangrijk<br />

voor Querut, maar het is ook duidelijk dat het voornamelijk om e<strong>en</strong> gevoel gaat. Hij is niet<br />

naïef <strong>en</strong>, zoals de epigraaf van deze tekst aangeeft, hij weet goed g<strong>en</strong>oeg dat de<br />

‘werkelijkheid’ die de film toont niet zomaar overe<strong>en</strong>komt met de ‘waarheid’ (er <strong>zijn</strong> zoveel<br />

ding<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaalde manier voorgesteld, of juist helemaal niet getoond), <strong>en</strong> dat film juist<br />

door dit ‘echtheidskarakter’ voor e<strong>en</strong> superieure illusie kan zorg<strong>en</strong>. Brusselle, Part I, als ‘film<br />

[einde pagina 49] over film’, versterkt die ambiguïteit nog, omdat <strong>Vermeir</strong> <strong>en</strong> Querut de hele<br />

tijd knipoogjes gev<strong>en</strong> over het statuut van deze productie zelf.<br />

<strong>De</strong> filmclubs pleitt<strong>en</strong> ook voor het bewar<strong>en</strong> van films, maar niet zozeer om historische<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong>. Voor h<strong>en</strong> was de artistieke kwaliteit van de films belangrijk: het war<strong>en</strong> kunstwerk<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> ze moest<strong>en</strong> daarom bewaard word<strong>en</strong>. Dit laat al merk<strong>en</strong> hoe de film aan prestige wint.<br />

Maar de red<strong>en</strong>ering van Rotha toont ook hier weer aan dat kunst <strong>en</strong> geschied<strong>en</strong>is door elkaar<br />

lop<strong>en</strong>. Wanneer m<strong>en</strong> iets als kunst bestempelt geeft m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> object daarmee e<strong>en</strong> zekere<br />

waarde, <strong>en</strong> waardevolle object<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong>maal verzameld <strong>en</strong> hun geschied<strong>en</strong>is krijgt nu<br />

op zichzelf belang. <strong>De</strong> geschied<strong>en</strong>is van de cinema zelf was op de ag<strong>en</strong>da geplaatst. Toch lijkt<br />

de argum<strong>en</strong>tatie van Rotha, namelijk dat oude films waardevol <strong>zijn</strong> als voorlopers van de<br />

filmkunst, wat op e<strong>en</strong> zelfrechtvaardiging. <strong>Film</strong>clubs zoud<strong>en</strong> zich kunn<strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> tot de<br />

esthetische kwaliteit<strong>en</strong> van contemporaine films, <strong>en</strong> het zoek<strong>en</strong> naar voorlopers van iets dat<br />

we vandaag interessant vind<strong>en</strong> (in het Engels soms treff<strong>en</strong>d precursoritis g<strong>en</strong>oemd) lijkt<br />

eerder e<strong>en</strong> taak voor gespecialiseerde historici. Het lijkt alleszins niet iets dat honderd<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> warm maakt, <strong>en</strong> nochtans <strong>zijn</strong> er zo vele filmfanat<strong>en</strong> die niets liever do<strong>en</strong> dan oude<br />

films bekijk<strong>en</strong>, maar daarom nog niet geïnteresseerd <strong>zijn</strong> in de geschied<strong>en</strong>is van de apparat<strong>en</strong>,<br />

de productiehuiz<strong>en</strong> of het medium zelf. Er is dus voor vel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fascinatie die intrinsiek<br />

verbond<strong>en</strong> is met oude films, <strong>en</strong> die niet gedrev<strong>en</strong> wordt door e<strong>en</strong> interesse in film als bron<br />

van geschied<strong>en</strong>is, noch door e<strong>en</strong> speciale interesse in de filmgeschied<strong>en</strong>is zelf. Het is deze<br />

bijzondere fascinatie die we hier zull<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong>. 12


<strong>De</strong> esthetiek van het museum<br />

E<strong>en</strong> museum is in ess<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> collectie van voorwerp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> we kunn<strong>en</strong> daarom vertrekk<strong>en</strong><br />

van Krzystof Pomians beroemde definitie van e<strong>en</strong> collectie: ‘E<strong>en</strong> collectie, dat wil zegg<strong>en</strong> elk<br />

geheel van natuurlijke of kunstmatige voorwerp<strong>en</strong> dat tijdelijk of voorgoed uit het circuit van<br />

economische activiteit<strong>en</strong> is gehoud<strong>en</strong>, dat met speciale zorg wordt omringd in e<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong><br />

ruimte die voor dat doel is ingericht, <strong>en</strong> wordt uitgestald om te word<strong>en</strong> bezichtigd.’ 13 Pomian<br />

beschrijft dan e<strong>en</strong> heel aantal soort<strong>en</strong> collecties, waaronder grafgift<strong>en</strong>, offergav<strong>en</strong> zoals die<br />

verzameld <strong>en</strong> uitgestald werd<strong>en</strong> in tempels van Griek<strong>en</strong> <strong>en</strong> Romein<strong>en</strong>, de schatkamers van<br />

vorst<strong>en</strong>, of zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de-eeuwse rariteit<strong>en</strong>kabinett<strong>en</strong>. Maar de definitie geldt ev<strong>en</strong>zeer voor de<br />

films uit het filmarchief die getoond word<strong>en</strong> in het filmmuseum: het <strong>zijn</strong> films die buit<strong>en</strong> het<br />

commerciële circuit gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>; de filmroll<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met zorg omringd,<br />

geconserveerd <strong>en</strong> gerestaureerd wanneer nodig; ze word<strong>en</strong>, dan wel niet voortdur<strong>en</strong>d <strong>en</strong><br />

tegelijk, voor e<strong>en</strong> weinig <strong>en</strong>treegeld getoond om te word<strong>en</strong> bezichtigd, <strong>en</strong> dit bezichtigd<br />

word<strong>en</strong> is hun <strong>en</strong>ige functie.<br />

<strong>De</strong> speciale betek<strong>en</strong>is van al deze object<strong>en</strong>, zo stelt Pomian, ligt erin dat ze ‘bemid- [einde<br />

pagina 50] delaars <strong>zijn</strong> tuss<strong>en</strong> de toeschouwer die ze bekijkt of aanraakt <strong>en</strong> het onzichtbare.’ 14<br />

Zo was, bijvoorbeeld, de belangrijkste functie van de t<strong>en</strong>toongestelde offergav<strong>en</strong> in de antieke<br />

tempels om communicatie mogelijk te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> god<strong>en</strong>, of tuss<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

hun voorvader<strong>en</strong>. Maar hiernaast verteg<strong>en</strong>woordigd<strong>en</strong> bijvoorbeeld de gift<strong>en</strong> uit verre land<strong>en</strong><br />

ook de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in deze tot de verbeelding sprek<strong>en</strong>de strek<strong>en</strong> woond<strong>en</strong>. Andere<br />

voorwerp<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigd<strong>en</strong> sch<strong>en</strong>kers uit lang vervlog<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de situatie die h<strong>en</strong><br />

ertoe gebracht had hun offergave te sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Sommige bracht<strong>en</strong> het uitzonderlijk vermog<strong>en</strong><br />

van handwerklied<strong>en</strong> of kunst<strong>en</strong>aars om bijzondere voorwerp<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong>. En de<br />

meest speciale offergav<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ‘e<strong>en</strong> uitdaging voor de nieuwsgierigheid <strong>en</strong> de<br />

verbeeldingskracht van de bezoekers, die gedwong<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> verder te zi<strong>en</strong> dan wat zich voor<br />

hun og<strong>en</strong> afspeelt.’ 15<br />

E<strong>en</strong> collectie heeft blijkbaar de kracht om ons te verbind<strong>en</strong> met het ‘andere’, met andere<br />

tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>, met andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultur<strong>en</strong>. 16 Wanneer we voorwerp<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> collectie<br />

beschouw<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> we het besef of het gevoel dat dit ding, dat daar nu zo afgezonderd voor<br />

ons staat of ligt, ooit e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> context, of zelfs e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> had. E<strong>en</strong> museum of e<strong>en</strong><br />

collectie bevindt zich altijd in e<strong>en</strong> speciale, e<strong>en</strong> ‘beslot<strong>en</strong>’ ruimte, 17 zoals Pomian zegt. Het is<br />

e<strong>en</strong> ruimte die de object<strong>en</strong> afzondert van de buit<strong>en</strong>wereld. Ze <strong>zijn</strong> niet in gebruik, ze staan<br />

daar gewoon aanwezig te <strong>zijn</strong> <strong>en</strong> nem<strong>en</strong> de hun toegewez<strong>en</strong> ruimte in. Ze hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> zin of


doel meer <strong>en</strong> <strong>zijn</strong>, zoals Pomian het stelt, uit het circuit van de economische activiteit<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong>. 18 <strong>De</strong> voorwerp<strong>en</strong> uit e<strong>en</strong> collectie hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> nieuwe context gekreg<strong>en</strong>, in feite is<br />

er alle moeite gedaan om ze uit e<strong>en</strong> dergelijke context te houd<strong>en</strong>, omdat m<strong>en</strong> hoopt dat ze zo<br />

iets van hun oorspronkelijke context zull<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>. Die beslot<strong>en</strong> ruimte moet ervoor<br />

zorg<strong>en</strong> dat de drukte van de omring<strong>en</strong>de wereld die fragiele spor<strong>en</strong>, spor<strong>en</strong> van de oude<br />

wereld waartoe de verzamelde voorwerp<strong>en</strong> behoord<strong>en</strong>, niet overschreeuwt. E<strong>en</strong> museum of<br />

collectie probeert de oorspronkelijke context van de verzamelde voorwerp<strong>en</strong> te bewar<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />

lat<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong> voor de daarvoor gevoelige bezoeker.<br />

Ook persoonlijke collecties hebb<strong>en</strong> die kracht. D<strong>en</strong>k<strong>en</strong> we maar aan de film Le Fabuleux<br />

<strong>De</strong>stin d’Amélie Poulin waarin Amélie e<strong>en</strong> oude doos, die e<strong>en</strong> kinderverzameling bevat,<br />

terugbezorgt aan de ondertuss<strong>en</strong> vergrijsde eig<strong>en</strong>aar. Wanneer de oude man deze doos op<strong>en</strong>t<br />

kom<strong>en</strong> plots herinnering<strong>en</strong> in hem op, herinnering<strong>en</strong> die aan de object<strong>en</strong> in het doosje<br />

aangehecht lijk<strong>en</strong> te <strong>zijn</strong>: sterke herinnering<strong>en</strong>, die hij door de jar<strong>en</strong> he<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> was, <strong>en</strong> die<br />

hem do<strong>en</strong> huil<strong>en</strong>. Hij wordt plots in e<strong>en</strong> andere wereld geslingerd, in e<strong>en</strong> ver verled<strong>en</strong>, wat<br />

maakt dat hij de wereld rondom hem ev<strong>en</strong> vergeet <strong>en</strong> daarna met andere og<strong>en</strong> bekijkt. <strong>De</strong><br />

beslot<strong>en</strong> ruimte van het doosje kon die verget<strong>en</strong> herinnering<strong>en</strong> over zo’n lange tijd<br />

onbeschadigd bijhoud<strong>en</strong>. Het op<strong>en</strong><strong>en</strong> van het doosje laat ze naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>, <strong>en</strong> als je de<br />

doos sluit <strong>zijn</strong> ze weer veilig opgeborg<strong>en</strong>. 19 Het is e<strong>en</strong> ervaring gelijk<strong>en</strong>d aan wat we voel<strong>en</strong><br />

wanneer we e<strong>en</strong> museum binn<strong>en</strong>gaan <strong>en</strong> ev<strong>en</strong> later weer buit<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>. Het <strong>zijn</strong> dan niet<br />

zozeer onze persoonlijke herinnering<strong>en</strong> (hoewel dat ook kan), [einde pagina 51] maar vooral<br />

de herinnering<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gehele cultuur die ons treff<strong>en</strong>. <strong>De</strong> beslot<strong>en</strong> ruimte moet verhinder<strong>en</strong><br />

dat er sleet op komt door te veel gebruik; ook herinnering<strong>en</strong> slijt<strong>en</strong> af.<br />

Freud beschreef hoe de m<strong>en</strong>s probeert e<strong>en</strong> zekere vastheid <strong>en</strong> zekerheid in <strong>zijn</strong> lev<strong>en</strong> te<br />

creër<strong>en</strong> door ding<strong>en</strong> rondom zich te verzamel<strong>en</strong>. Het is ook e<strong>en</strong> manier om onze<br />

herinnering<strong>en</strong> bij elkaar te houd<strong>en</strong>. Iedere<strong>en</strong> bewaart <strong>zijn</strong> familieherinnering<strong>en</strong>, <strong>en</strong> als je<br />

andere ding<strong>en</strong> verzamelt, merk je jezelf, je probeert e<strong>en</strong> bepaald zelfbeeld op te bouw<strong>en</strong>. Onze<br />

collecties <strong>zijn</strong> e<strong>en</strong> waarborg voor onze id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> die mee tot stand. E<strong>en</strong> museum is<br />

dan e<strong>en</strong> verzameling van collectieve herinnering<strong>en</strong> (of zelfs e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatie van ons<br />

collectieve onbewuste, zo m<strong>en</strong> wil) <strong>en</strong> wil e<strong>en</strong> globaler zelfbeeld creër<strong>en</strong> (dat dikwijls<br />

ideologisch geconstrueerd wordt). Collectiestukk<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> tegelijk echter ook ‘ged<strong>en</strong>ktek<strong>en</strong>s’<br />

van wat we niet meer <strong>zijn</strong>, van ons zelf-verlies. <strong>De</strong> object<strong>en</strong> zelf <strong>zijn</strong> er nog, maar hun context<br />

is reeds verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Vele museumobject<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> daar<strong>en</strong>bov<strong>en</strong> zelf zo goed als verget<strong>en</strong>, ze<br />

ligg<strong>en</strong> opgestapeld in kelders <strong>en</strong> schier ontoegankelijke archiev<strong>en</strong> waarvan niemand goed lijkt


te wet<strong>en</strong> wat zich er allemaal bevindt. Dit slaat ook over op het museum zelf dat zo e<strong>en</strong>,<br />

dikwijls reusachtig, ged<strong>en</strong>ktek<strong>en</strong> van ons verget<strong>en</strong> wordt. 20<br />

Voor één van onze grootouders, bijvoorbeeld, <strong>zijn</strong> de oude films die ze in het filmmuseum<br />

spel<strong>en</strong> ook ged<strong>en</strong>ktek<strong>en</strong>s van <strong>zijn</strong> verled<strong>en</strong>. Hij heeft altijd e<strong>en</strong> passie voor film gehad, maar<br />

nu bied<strong>en</strong> oude films e<strong>en</strong> aanknopingspunt naar de tijd to<strong>en</strong> hij ze voor het eerst zag. En door<br />

mee naar die oude films te kijk<strong>en</strong>, kijk<strong>en</strong> we in zekere zin mee naar <strong>zijn</strong> verled<strong>en</strong>. Maar<br />

herinnering<strong>en</strong> do<strong>en</strong> je vooral beseff<strong>en</strong> dat je je uiteindelijk niet veel meer herinnert; ze gev<strong>en</strong><br />

je het gevoel dat je niet meer aanwezig b<strong>en</strong>t bij het verled<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat er niets is dat je er<br />

toegang toe kan gev<strong>en</strong>. Ook de oude films <strong>zijn</strong> dan slechts e<strong>en</strong> aanknopingspunt, e<strong>en</strong><br />

doorgangspunt naar iets dat er niet meer is, naar niets. Maar voor ander<strong>en</strong> kan het e<strong>en</strong> v<strong>en</strong>ster<br />

<strong>zijn</strong> op e<strong>en</strong> ander <strong>en</strong> vreemd verled<strong>en</strong>, op e<strong>en</strong> andere tijd die ze nooit hebb<strong>en</strong> beleefd. Terwijl<br />

we het hier nu ev<strong>en</strong> over persoonlijke collecties of herinnering<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> museum e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijke collectie, van wat je niet bijgehoud<strong>en</strong> hebt of niet kon bijhoud<strong>en</strong>, waarin<br />

object<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgescheid<strong>en</strong> van de wereld om te vermijd<strong>en</strong> dat ze teloor gaan in het<br />

geroezemoes van alledag.<br />

Het is in feite ook dit kader dat van e<strong>en</strong> object e<strong>en</strong> kunstwerk maakt, wanneer het in e<strong>en</strong><br />

kunstmuseum geplaatst wordt. Dit wordt duidelijk in onze houding teg<strong>en</strong>over artefact<strong>en</strong> in<br />

andere musea: ze krijg<strong>en</strong> iets ‘sacraals’, ze lijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zaam <strong>en</strong> onaantastbaar, iets wat<br />

kunstwerk<strong>en</strong> ook dikwijls hebb<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dit kan e<strong>en</strong> esthetische ervaring oproep<strong>en</strong>. Sinds het<br />

ontstaan van de ‘Schone Kunst<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> vooral sinds l’art pour l’art leeft het ideaal onder<br />

kunst<strong>en</strong>aars om buit<strong>en</strong> de economische context van gewone gebruiksvoorwerp<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> (ze<br />

prober<strong>en</strong> zo e<strong>en</strong> gelijkaardige status van ‘sacraliteit’ te verwerv<strong>en</strong>). 21 Hoe dit kader werkt is<br />

duidelijk uit de status van readymades, die plots verander<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> waardeloos<br />

fabrieksproduct in e<strong>en</strong> waardevol kunstwerk. <strong>De</strong> ‘beslot<strong>en</strong> ruimte’, die oorspronkelijk de<br />

voorwerp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> collectie met het onzicht- [einde pagina 52] bare verbond, werd nu met<br />

e<strong>en</strong> ander doel aangew<strong>en</strong>d. Historisch gezi<strong>en</strong> brak<strong>en</strong> de ‘Schone Kunst<strong>en</strong>’ zich los uit<br />

collecties waartoe ze altijd hadd<strong>en</strong> behoord om zich e<strong>en</strong> speciale status aan te met<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

manier waarop het ‘kader’ van e<strong>en</strong> collectie werkte, bleef echter in e<strong>en</strong> gemodificeerde vorm<br />

bestaan in de nieuw gevormde kunstmusea. M<strong>en</strong> dacht aanvankelijk dat de artistieke<br />

kwaliteit<strong>en</strong> van het werk uitmaakt<strong>en</strong> of het kunst was, maar uiteindelijk, na vele g<strong>en</strong>eraties<br />

van transgressie in de kunst<strong>en</strong>, bleek het museale kader (de beslot<strong>en</strong> ruimte van de oude<br />

collecties), het feit dat de werk<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> specifieke manier ‘verzameld’ war<strong>en</strong>, te bepal<strong>en</strong> wat<br />

kunst was <strong>en</strong> wat niet. 22 E<strong>en</strong> kunstmuseum blijkt dan uiteindelijk slechts e<strong>en</strong> verbasterde<br />

vorm te <strong>zijn</strong> van de omkadering van de vroegere collecties. En het blijkt dat het dit kader is


(of deze ‘beslot<strong>en</strong> ruimte’), hetwelk behoort tot het wez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> collectie, dat e<strong>en</strong><br />

esthetische ervaring stimuleert. 23 Die kadrering van bepaalde object<strong>en</strong>, het t<strong>en</strong> toon stell<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> bepaalde beslot<strong>en</strong> ruimte, blijkt dan gelijkaardig voor de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> musea, <strong>en</strong><br />

wekt volg<strong>en</strong>s ons het museaal esthetische op. 24<br />

Figuur 1: August Allebé, Museumbezoek, 1870. E<strong>en</strong> schilderij van e<strong>en</strong> museum, te vind<strong>en</strong><br />

in de kelders van e<strong>en</strong> ander museum (zie Komrij, 1996). We zi<strong>en</strong> hier mooi de verstilde<br />

sfeer die in e<strong>en</strong> museum hangt, maar in plaats van e<strong>en</strong> ‘sacraliteit’ op te roep<strong>en</strong>, is het er<br />

maar doods. <strong>De</strong> statische, beslot<strong>en</strong> ruimte lijkt er hier (zoals dikwijls) niet echt in geslaagd<br />

iets van de context van de object<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d te houd<strong>en</strong>, of toch alleszins niet voor de<br />

personages in het schilderij: ge<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> lijkt aandacht te hebb<strong>en</strong> voor de verzamelde<br />

beeld<strong>en</strong>. Ze lijk<strong>en</strong> haast zelf tot museumobject<strong>en</strong> getransformeerd. [einde pagina 53]


Virtuele ruimt<strong>en</strong> <strong>en</strong> historische tijd<br />

In de inleiding wez<strong>en</strong> we al op de ambigue plaats die film inneemt in de gebruikelijke<br />

categorisatie van de kunst<strong>en</strong> in ruimte- <strong>en</strong> tijdkunst<strong>en</strong>, oftewel in museum- <strong>en</strong><br />

voorstellingskunst<strong>en</strong>. 25 Het filmmuseum is e<strong>en</strong> museum, maar lijkt tegelijk ook iets anders te<br />

<strong>zijn</strong>: e<strong>en</strong> cinema of voorstellingszaal. In het kader van Pomian’s definitie kunn<strong>en</strong> we ons<br />

afvrag<strong>en</strong> in welke zin we het filmmuseum (of juister, de veel voorkom<strong>en</strong>de filmarchief-<br />

filmmuseum sam<strong>en</strong>werking) als e<strong>en</strong> collectie kunn<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>. <strong>De</strong> filmroll<strong>en</strong> word<strong>en</strong> er<br />

geconserveerd <strong>en</strong> bewaard, maar het <strong>zijn</strong> niet echt de filmroll<strong>en</strong> die getoond word<strong>en</strong> aan het<br />

publiek. Hoewel vele filmmusea wel artefact<strong>en</strong> ton<strong>en</strong> (oude camera’s, diorama’s, misschi<strong>en</strong><br />

zelfs e<strong>en</strong> toverlantaarn), lijkt dit toch niet hun voornaamste taak te <strong>zijn</strong>. Hoewel deze oude<br />

camera’s <strong>en</strong> filmband<strong>en</strong> ‘reliek<strong>en</strong> uit het verled<strong>en</strong>’ <strong>zijn</strong>, gaat het er in e<strong>en</strong> filmmuseum niet<br />

gewoon om deze reliek<strong>en</strong> in vitrines te zett<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> filmmuseum programmeert ook<br />

voorstelling<strong>en</strong> van films waarin sommige van die oude object<strong>en</strong> opnieuw gebruikt word<strong>en</strong>, ze<br />

krijg<strong>en</strong> zo e<strong>en</strong> tweede lev<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> filmmuseum is dus niet zozeer e<strong>en</strong> museum van filmroll<strong>en</strong>, maar e<strong>en</strong> museum van<br />

filmbeeld<strong>en</strong>. <strong>De</strong> ‘object<strong>en</strong>’ die dit museum toont hebb<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> heel uitzonderlijk karakter.<br />

Het <strong>zijn</strong> ge<strong>en</strong> vaste beeld<strong>en</strong> op doek of op fotopapier, ze verschijn<strong>en</strong> maar één keer – <strong>en</strong> dan<br />

nog heel kort – om de zoveel tijd op e<strong>en</strong> scherm. M<strong>en</strong> zou ze kunn<strong>en</strong> karakteriser<strong>en</strong> door te<br />

zegg<strong>en</strong> dat ze erg vluchtig <strong>zijn</strong>, maar dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat die beeld<strong>en</strong> er slechts tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

voorstelling echt <strong>zijn</strong>. M<strong>en</strong> kan ze immers naar believ<strong>en</strong> weer oproep<strong>en</strong>, wat niet kan bij dans-<br />

of toneelvoorstelling<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> filmmuseum dan ook kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> instantie die<br />

beeld<strong>en</strong> bewaart in e<strong>en</strong> speci- [einde pagina 54] ale ruimte: e<strong>en</strong> virtuele ruimte. Daarin ligg<strong>en</strong><br />

de verschill<strong>en</strong>de filmbeeld<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> van daaruit kunn<strong>en</strong> ze opgeroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voor<br />

het publiek, ze verschijn<strong>en</strong> dan op e<strong>en</strong> belicht vlak in e<strong>en</strong> donkere ruimte, e<strong>en</strong> beetje<br />

schokkerig <strong>en</strong> natrill<strong>en</strong>d.<br />

<strong>De</strong> beeld<strong>en</strong> bestaan dus ook nog nadat ze op vluchtige wijze het scherm aanraakt<strong>en</strong>, dit in<br />

teg<strong>en</strong>stelling tot de andere visuele performance kunst<strong>en</strong>. Daardoor krijg<strong>en</strong> we ook die paradox<br />

in verband met ruimte <strong>en</strong> tijd, die we in de inleiding van de tekst vermeldd<strong>en</strong>. Juist omdat in<br />

e<strong>en</strong> film (<strong>en</strong> e<strong>en</strong> filmmuseum) de beeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> virtuele ruimte ‘opgeslag<strong>en</strong>’ <strong>zijn</strong>, kan het<br />

filmmuseum e<strong>en</strong> museum <strong>zijn</strong>. <strong>De</strong>ze virtuele ruimte is echter meestal ontoegankelijk, slechts<br />

wanneer ze onze (reële) ruimte snijdt (om maar ev<strong>en</strong> de meetkundige metafoor uit te<br />

bouw<strong>en</strong>), verschijn<strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong> voor ons. <strong>De</strong> virtuele filmruimte valt slechts voor ev<strong>en</strong> met<br />

onze ruimte sam<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het intersectievlak is het filmscherm.


<strong>Film</strong>museum <strong>en</strong> film hebb<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> merkwaardige verhouding met de ruimte,<br />

maar ook met de tijd. We hebb<strong>en</strong> nu wel het filmmuseum gekarakteriseerd als e<strong>en</strong> museum<br />

van beeld<strong>en</strong>, maar in feite is e<strong>en</strong> film zelf ook al e<strong>en</strong> collectie of e<strong>en</strong> ‘museum’ van beeld<strong>en</strong>.<br />

Zoals in elke collectie moet er geselecteerd word<strong>en</strong> wat er bewaard wordt. In het geval van<br />

het filmmuseum word<strong>en</strong> films met zorg uitgekoz<strong>en</strong>, maar ook in het geval van e<strong>en</strong> film wordt<br />

nauwkeurig overwog<strong>en</strong> welke fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe ze bij elkaar<br />

geplaatst zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Elk van die beeld<strong>en</strong> op zich, echter, is ook e<strong>en</strong> reliek uit het<br />

verled<strong>en</strong>. Ze drukk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘het was er’, ‘het is geweest’ uit, zoals Barthes over de fotografie<br />

zou zegg<strong>en</strong>. 26 We liet<strong>en</strong> al zi<strong>en</strong> dat deze eig<strong>en</strong>schap van film in het begin van de vorige eeuw<br />

erg belangrijk was. En dit geldt in feite niet alle<strong>en</strong> voor bioscoopjournaals <strong>en</strong> docum<strong>en</strong>taires,<br />

maar ook voor de fictieve speelfilm. Hoe geposeerd <strong>en</strong> geacteerd ook, die pose <strong>en</strong> die acteur<br />

war<strong>en</strong> er. Er kan veel geselecteerd <strong>en</strong> gemanipuleerd word<strong>en</strong>, maar er is ge<strong>en</strong> plaats voor<br />

subjectiviteit in de fysische interactie zelf tuss<strong>en</strong> het licht <strong>en</strong> de fotografische plaat. Hoewel<br />

films niet noodzakelijk de ‘waarheid’ lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, ton<strong>en</strong> ze wel de ‘werkelijkheid’. <strong>De</strong> plaats<br />

waar gefilmd werd, of het nu e<strong>en</strong> decor was of e<strong>en</strong> stadsbeeld, is daar ooit op die manier<br />

geweest. 27 E<strong>en</strong> filmmuseum is dus niet zomaar e<strong>en</strong> museum, het is in feite e<strong>en</strong> ‘museum van<br />

musea’; e<strong>en</strong> museum van collecties van beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> het verled<strong>en</strong>. [einde pagina 55]<br />

Figuur 2: Pierre Querut wijst de klok <strong>en</strong> het portret van <strong>zijn</strong> vader aan in het decor van<br />

één van <strong>zijn</strong> vampierfilms La Comtesse noire, die helemaal in <strong>zijn</strong> huis gefilmd is. We zi<strong>en</strong><br />

de schaduw van <strong>zijn</strong> hand op het beeld dat de projectie van de oude film weergeeft (de film<br />

in de film).


<strong>De</strong> film Brusselle, Part I, laat zi<strong>en</strong> hoe Pierre Querut door het verled<strong>en</strong> van Brussel waart (of<br />

beter, door het vroegere ‘Brusselle’), de locaties van lang verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> cinema’s <strong>en</strong><br />

verdeelhuiz<strong>en</strong> aanduidt, uit de vervlog<strong>en</strong> hoogdag<strong>en</strong> van de film. In deze ‘film over film’ laat<br />

Katle<strong>en</strong> <strong>Vermeir</strong> ook del<strong>en</strong> van films zi<strong>en</strong> die Querut zelf (met G<strong>en</strong>eral <strong>Film</strong>s) geproduceerd<br />

heeft, zoals de softporno- <strong>en</strong> vampierfilmpjes die hij in <strong>zijn</strong> eig<strong>en</strong> huis opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> heeft.<br />

Tuss<strong>en</strong> de schaars geklede acteurs vindt hij de plaats<strong>en</strong> van <strong>zijn</strong> verled<strong>en</strong> terug; <strong>zijn</strong> eig<strong>en</strong> huis<br />

e<strong>en</strong> dertigtal jaar geled<strong>en</strong>, de foto van <strong>zijn</strong> vader... We lat<strong>en</strong> hem zelf ev<strong>en</strong> aan het woord:<br />

‘Dat is de grote kamer dus, dat [die deur] is om naar 't eerste verdiep te gaan. Hier ziet ge de<br />

schoorste<strong>en</strong>, ziet ge die grote schoorste<strong>en</strong> daar? Als ge dat ziet, dat is e<strong>en</strong> G<strong>en</strong>eral <strong>Film</strong>s<br />

decor.’<br />

‘Ziet, dat is op de eerste verdieping. Dat is de kamer waar dat meisje logeert, <strong>en</strong> dat is nu<br />

helemaal in 't roos geverfd. Nadi<strong>en</strong> gaat die kamer in 't grijs geverfd word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dan hebb<strong>en</strong><br />

we de mur<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>is.<br />

- Ja, ondertuss<strong>en</strong> in de keuk<strong>en</strong>,... maar ge ziet het hé, het is ge<strong>en</strong> porno, dat noem<strong>en</strong> ze soft<br />

seks, het is alsof. Bloot, maar ge<strong>en</strong> details.’<br />

‘Al die zak<strong>en</strong> die heb ik nog, de klok die staat er nog altijd, dat is e<strong>en</strong> portret van vader, dat is<br />

de kast, ze staat er, dat is de andere kast. En ge ziet hoe gro<strong>en</strong> [geschilderd] dat allemaal was<br />

hé.’ [einde pagina 56]<br />

‘Daar <strong>zijn</strong> nog gedeelt<strong>en</strong> van de decor die ik hier heb. Stoel<strong>en</strong>, de kast, die ijzer<strong>en</strong> kast, de<br />

lamp, heel zeker, daar heb ik er zo twee of drie van. Hier b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> is dat, maar to<strong>en</strong> was die<br />

scène, die plaats in twee hé, die doorgang, ziet ge daar, dat is afgebrok<strong>en</strong> geweest.’<br />

In teg<strong>en</strong>stelling tot e<strong>en</strong> gewoon museum, dat e<strong>en</strong> materieel object toont dat door de tijd<br />

aangetast is, e<strong>en</strong> verstild <strong>en</strong> dood spoor uit het verled<strong>en</strong> dat in staat zou <strong>zijn</strong> dit verled<strong>en</strong> terug<br />

op te roep<strong>en</strong>, toont e<strong>en</strong> filmmuseum iets immaterieel dat nog wel lijkt te lev<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat –<br />

ondanks alle mogelijke verstoring<strong>en</strong> – écht iets toont van ‘hoe het vroeger was’. Zowel dit<br />

virtuele of immateriële karakter van het geprojecteerde beeld, als het ‘het was er’ kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

specifieke esthetische ervaring oproep<strong>en</strong>. Enerzijds heeft e<strong>en</strong> projectie van oplicht<strong>en</strong>de<br />

beeld<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> donkere kamer iets aparts, <strong>en</strong> to<strong>en</strong> dit voor het eerst gerealiseerd werd in de<br />

zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw, reageerd<strong>en</strong> de toeschouwers verbluft <strong>en</strong> betoverd. 28 Ook Igmar Bergman<br />

beschrijft hoe hij als kind gefascineerd was door de projecties van e<strong>en</strong> toverlantaarn; e<strong>en</strong><br />

fascinatie die hem de filmwereld inzoog. 29 Anderzijds noemde Barthes de ervaring van ‘het is<br />

geweest’ e<strong>en</strong> ‘punctum’, <strong>en</strong> het was voor hem iets zo treff<strong>en</strong>ds dat het alle andere esthetische


ervaring<strong>en</strong> in de schaduw stelde. In het voorbeeld van Pierre Querut kunn<strong>en</strong> we de<br />

melancholie, maar ook het pijnlijke cynisme van ‘het was er’ terugvind<strong>en</strong>. Het is deze<br />

specifieke pres<strong>en</strong>tatie van het verled<strong>en</strong> in het filmmuseum, e<strong>en</strong> virtuele tijd in e<strong>en</strong> virtuele<br />

ruimte, die we het virtueel <strong>en</strong> historisch esthetische zull<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>.<br />

Het gaat daarbij om de esthetiek van het verled<strong>en</strong>, om de andersheid <strong>en</strong> vreemdheid ervan;<br />

over het gevoel van het verstrijk<strong>en</strong> van de tijd. Oudere films sprek<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> andere filmtaal,<br />

wat het bekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> film e<strong>en</strong> nieuw soort int<strong>en</strong>siteit kan gev<strong>en</strong>. Onze eig<strong>en</strong> beeldcultuur<br />

merk<strong>en</strong> we niet echt meer op, terwijl de andersheid van oude films bevreemd<strong>en</strong>d werkt,<br />

terwijl ze tegelijk ook vertrouwd is, omdat ze doorwerkt in onze visuele conv<strong>en</strong>ties van<br />

vandaag. Maar het gaat ook om de esthetica van deze specifieke <strong>en</strong> wonderlijke pres<strong>en</strong>tatie<br />

van het verled<strong>en</strong>, dat virtueel maar toch terug ‘pres<strong>en</strong>t’ is. Voor de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> roept het<br />

herinnering<strong>en</strong> op, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aanvoel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> dat aan jezelf ontsnapt, omdat je het ev<strong>en</strong><br />

van de buit<strong>en</strong>kant ziet. Vandaar Pierre Queruts melancholie. Maar ook voor ander<strong>en</strong> kan het<br />

e<strong>en</strong> dergelijke ervaring opwekk<strong>en</strong>, omdat je in andermans lev<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kijkt. Het verled<strong>en</strong> is<br />

voorbij <strong>en</strong> we hebb<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> onze herinnering<strong>en</strong> nog, die stilaan vervag<strong>en</strong>, gekleurd <strong>en</strong><br />

vervormd word<strong>en</strong>. Alles dat uit het verled<strong>en</strong> tot ons komt is aangetast door de tijd, t<strong>en</strong>zij het<br />

niet in e<strong>en</strong> werkelijke ruimte, maar in e<strong>en</strong> virtuele ruimte bewaard werd. Doordat het verled<strong>en</strong><br />

‘opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>’ werd in e<strong>en</strong> ontijdelijke virtuele ruimte, is er e<strong>en</strong> intersectie van dit verled<strong>en</strong><br />

met onze hed<strong>en</strong>daagse reële ruimte mogelijk: het filmscherm. <strong>De</strong> filmband<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> dan<br />

misschi<strong>en</strong> wel slijt<strong>en</strong> door het gebruik, maar de immateriële beeld<strong>en</strong> zelf gev<strong>en</strong> nog altijd<br />

weer ‘wat er geweest is’. [einde pagina 57]<br />

Besluit<br />

Het museaal, het virtueel <strong>en</strong> het historisch esthetische in oude speelfilms: ze mak<strong>en</strong> elk op<br />

hun eig<strong>en</strong> manier e<strong>en</strong> confrontatie met het verled<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> esthetische ervaring. Het eerste<br />

bak<strong>en</strong>t object<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bepaalde manier af zodat ze de kans krijg<strong>en</strong> om te verwijz<strong>en</strong> naar hun<br />

verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> context, het tweede gaat over het licht- <strong>en</strong> schaduwspel van het geprojecteerde<br />

beeld, afwezig <strong>en</strong> zichtbaar tegelijk, terwijl het derde het gevolg is van het besef ‘het was zo’,<br />

‘het is echt zo geweest’, dat Barthes zo treff<strong>en</strong>d beschreef in verband met de fotografie. Voor<br />

al deze ervaring<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> gevoel van gemis <strong>en</strong> afwezigheid, van het vervlieg<strong>en</strong> van de tijd,<br />

cruciaal. Doorhe<strong>en</strong> deze ervaring<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> oude films de schoonheid van de tijd zelf zi<strong>en</strong>.<br />

Hierbij komt dat bepaalde films zulk e<strong>en</strong> kracht hebb<strong>en</strong> als creatie dat we h<strong>en</strong> ook als grote


kunstwerk<strong>en</strong> beschouw<strong>en</strong>: bij de reeds hiervoor g<strong>en</strong>oemde esthetische kwaliteit<strong>en</strong> komt dan<br />

nog wat we het artistiek esthetische zull<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>. 30 <strong>De</strong> uitwerking van wat we hier precies<br />

onder kunn<strong>en</strong> verstaan <strong>en</strong> hoe het zich precies tot het museaal, virtueel <strong>en</strong> historisch<br />

esthetische verhoudt, is stof voor e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de tekst. Laat ons hier volstaan met de intuïtie dat<br />

het artistiek esthetische de ervaring van de andere g<strong>en</strong>oemde esthetische kwaliteit<strong>en</strong> nog kan<br />

verrijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> versterk<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> filmmuseum omvat al deze vorm<strong>en</strong> van esthetiek. Oude films roep<strong>en</strong> het esthetische<br />

van het verled<strong>en</strong> op: ze zi<strong>en</strong> er oud uit, ze sprek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere filmtaal <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> ons e<strong>en</strong><br />

ervaring van ‘dit was er 80 jaar geled<strong>en</strong>’, maar het <strong>zijn</strong> dikwijls ook artistieke pareltjes. Ook<br />

de plaats waar we films bekijk<strong>en</strong>, speelt e<strong>en</strong> belangrijke rol. Zoals Pierre Querut zei: ‘cinema<br />

moet ge altijd op e<strong>en</strong> tamelijk groot scherm zi<strong>en</strong>. Ge moet onder de indruk <strong>zijn</strong> van het beeld,<br />

anders is het de moeite niet. Als het beeld te klein is, dan zijt gij baas over het beeld. En als ge<br />

dan nog e<strong>en</strong> zapper [afstandsbedi<strong>en</strong>ing] hebt, dan kunt ge rapper zapp<strong>en</strong> dan zij kunn<strong>en</strong><br />

film<strong>en</strong> hé.’ <strong>De</strong> plaats bepaalt de context van het kijk<strong>en</strong>. Dit wordt in de klassieke esthetica<br />

dikwijls verget<strong>en</strong>, maar het wordt vandaag meer <strong>en</strong> meer b<strong>en</strong>adrukt door beeld<strong>en</strong>de<br />

kunst<strong>en</strong>aars die werk mak<strong>en</strong> dat op de (expositie-) ruimte inspeelt. <strong>De</strong> ruimte <strong>en</strong> context<br />

waarin m<strong>en</strong> zich bevindt bepaalt het kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de beleving in grote mate <strong>en</strong> er zou meer<br />

aandacht moet<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> voor musea in de esthetica <strong>en</strong> kunstfilosofie. In deze tekst hebb<strong>en</strong> we<br />

heel specifiek de rol van het filmmuseum beklemtoond, dat oude films binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> specifieke<br />

context toont. E<strong>en</strong> museum of collectie b<strong>en</strong>adrukt het speciale karakter van de object<strong>en</strong> die<br />

getoond word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dit beïnvloedt de manier waarop we naar die ding<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong><br />

filmmuseum wordt het licht gedimd. <strong>De</strong> pianist zet zich klaar om de toets<strong>en</strong> aan te slaan.<br />

Weldra zal er op het scherm voor ons e<strong>en</strong> stukje uit het verled<strong>en</strong> oplicht<strong>en</strong>. Het lijkt wat op<br />

e<strong>en</strong> ritueel, uitgevoerd op e<strong>en</strong> geheiligde plaats, om e<strong>en</strong> glimp van ‘het andere’ op te vang<strong>en</strong>.<br />

Het ritueel van het filmkijk<strong>en</strong>. [einde pagina 58]<br />

Not<strong>en</strong><br />

1 Vooral vanaf de tweede helft van de 18 e eeuw tot halverwege de 20 e eeuw. Belangrijk hiervoor is Lessing’s<br />

klassiek essay, Laocoön (1962). Zie ook Mooij’s (2003) overzicht van de betreff<strong>en</strong>de literatuur <strong>en</strong> <strong>zijn</strong> eig<strong>en</strong><br />

poging de ‘vergelijk<strong>en</strong>de esthetica’ nieuw lev<strong>en</strong> in te blaz<strong>en</strong>.<br />

2 Literatuur <strong>en</strong> poëzie <strong>zijn</strong> buit<strong>en</strong>be<strong>en</strong>tjes in deze categorisering. M<strong>en</strong> vindt ze in e<strong>en</strong> bibliotheek of in de eig<strong>en</strong><br />

collectie, maar m<strong>en</strong> kan ook naar e<strong>en</strong> voordracht gaan.


3 Door bijvoorbeeld vergankelijke beeld<strong>en</strong>de kunst te creër<strong>en</strong>, die in musea of park<strong>en</strong> getoond wordt, maar die<br />

door haar tijdelijkheid wel iets weg heeft van e<strong>en</strong> voorstelling. Of d<strong>en</strong>k aan performance-art, waarin de<br />

performance in het museum gebeurt <strong>en</strong> het resultaat sam<strong>en</strong> met de ‘voorstelling’ als e<strong>en</strong> museaal werk moet<br />

begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

4 <strong>De</strong> eerste filmarchiev<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> ontstaan rond 1935; de eerste filmmusea begin jar<strong>en</strong> zestig (cf. infra).<br />

5 Smither <strong>en</strong> Walsh (2000, 187).<br />

6 Ibid. Tuss<strong>en</strong>titels <strong>zijn</strong> de stukk<strong>en</strong> tekst die in stille films tuss<strong>en</strong> de beeld<strong>en</strong> geplaatst werd<strong>en</strong> om de beeld<strong>en</strong> te<br />

verklar<strong>en</strong> of om e<strong>en</strong> dialoog weer te gev<strong>en</strong>.<br />

7 Zie de website van het Koninklijk Belgisch <strong>Film</strong>archief: http://www.filmarchief.be/nl/geschied<strong>en</strong>is.htm.<br />

8 J. Van Liempt (1994, 6).<br />

9 ‘But only in the last few years, up till the op<strong>en</strong>ing of the second cycle of its career marked by the introduction<br />

of mechanically reproduced dialogue, has the film itself shown any qualifications that cause it to be considered<br />

as a pot<strong>en</strong>tial work of art. The early days, however, were distinguished by innumerable although crude<br />

experim<strong>en</strong>ts in both America and Europe, and these, such as they are, now assume definite value as primitive<br />

examples of kinematic art.’ In Rotha (1930, 34).<br />

10 Zie ook Barthes (1980 <strong>en</strong> 1994).<br />

11 Pierre Querut in <strong>Vermeir</strong> (2003-2004), onze cursivering; we kom<strong>en</strong> hier later nog op terug.<br />

12 We zi<strong>en</strong> dat de laatste jar<strong>en</strong> ook de commerciële bioscop<strong>en</strong> oude films opnieuw meer <strong>en</strong> meer in hun<br />

programma opnem<strong>en</strong>. Dit dringt ons de vraag op of er e<strong>en</strong> verschil is tuss<strong>en</strong> het gaan zi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oude film in<br />

het filmmuseum, of in e<strong>en</strong> commerciële cinema.<br />

13 Pomian (1990, 18).<br />

14 Pomian (1990, 35) <strong>De</strong> voorwerp<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> deze speciale eig<strong>en</strong>schap om naar het onzichtbare te verwijz<strong>en</strong> pas<br />

doordat ze verzameld <strong>zijn</strong>. M<strong>en</strong> kan allerlei voorwerp<strong>en</strong> verzamel<strong>en</strong>, van schelpjes tot sportauto’s. <strong>De</strong><br />

gevoelswaarde van e<strong>en</strong> verzameld object, <strong>en</strong> de kracht waarmee het naar iets anders verwijst, is alleszins niet het<br />

gevolg van e<strong>en</strong> intrinsieke eig<strong>en</strong>schap van het object.<br />

15 Pomian (1990, 34).<br />

16 Laat ons er hier toch al op wijz<strong>en</strong> dat niet elke collectie daar op e<strong>en</strong> vruchtbare manier in slaagt. Er <strong>zijn</strong> altijd<br />

goede <strong>en</strong> slechte collecties mogelijk. Niet elk museum is geslaagd; niet elke collectie is auth<strong>en</strong>tiek (veel<br />

collecties werd<strong>en</strong> bijvoorbeeld verwoest omdat de ‘kunstwerk<strong>en</strong>’ eruit gehaald werd<strong>en</strong>), in sommige collecties<br />

resoner<strong>en</strong> al te veel misstand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er hangt veel af van de wijze van pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Maar toch verhoud<strong>en</strong> we ons<br />

anders teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> collectie dan teg<strong>en</strong>over de object<strong>en</strong> die ons in onze dagdagelijkse bezighed<strong>en</strong> omring<strong>en</strong>.<br />

Anderzijds is het natuurlijk ook mogelijk om op e<strong>en</strong> andere manier het ‘andere’ te ervar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ‘collectie’ is dus<br />

noch e<strong>en</strong> noodzakelijke, noch e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de voorwaarde voor e<strong>en</strong> dergelijke ervaring van het ‘andere’, maar<br />

door <strong>zijn</strong> speciale contextualiteit ‘bevordert’ e<strong>en</strong> collectie zo’n ervaring als we daarvoor op<strong>en</strong> staan.<br />

17 In de context van hed<strong>en</strong>daagse kunst moet er op gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> dergelijke ‘beslot<strong>en</strong>’ ruimte niet<br />

noodzakelijk door mur<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. Kunst in op<strong>en</strong> lucht kan ook, <strong>en</strong> de hed<strong>en</strong>daagse kunst toont<br />

aan dat het b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> van iets als kunst (als e<strong>en</strong> soort ‘performatieve taaldaad’ – hierop zal ik in e<strong>en</strong> andere tekst<br />

nog terugkom<strong>en</strong>) de perceptie ervan verandert. Wanneer iets als kunst gepres<strong>en</strong>teerd wordt, lijkt er zich<br />

daaromhe<strong>en</strong> automatisch e<strong>en</strong> ‘beslot<strong>en</strong>’ – bijna sacrale – ruimte te vorm<strong>en</strong>. Ook e<strong>en</strong> kunst<strong>en</strong>aarsatelier krijgt op<br />

die manier iets sacraals. Zie Komrij (1996).<br />

18 Die object<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> dikwijls wel in e<strong>en</strong> nieuw – museaal – economisch circuit terecht gekom<strong>en</strong>, maar [einde<br />

pagina 59] daar merkt de bezoeker in <strong>zijn</strong> interactie met het object normaal gezi<strong>en</strong> weinig van. <strong>De</strong> bezoeker<br />

behandelt het niet als e<strong>en</strong> economisch object uit <strong>zijn</strong> lev<strong>en</strong>ssfeer.<br />

19 Let wel: deze persoonlijke collectie is ge<strong>en</strong> collectie volg<strong>en</strong>s de definitie van Pomian: ze wordt niet<br />

publiekelijk getoond.<br />

20 D<strong>en</strong>k hierbij aan Lyotard (1988) over herinnering <strong>en</strong> het ged<strong>en</strong>ktek<strong>en</strong>.<br />

21 Dit ideaal is vandaag ook nog zeer belangrijk, op <strong>zijn</strong> minst als e<strong>en</strong> manier om zich te pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. Het is<br />

natuurlijk dubbelzinniger geword<strong>en</strong>, nu de ‘economische system<strong>en</strong>’ van kunstmusea <strong>en</strong> galerij<strong>en</strong> zo belangrijk<br />

<strong>zijn</strong> voor het (h)erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van kunst<strong>en</strong>aars.<br />

22 Dit duidt direct op het machtsmonopolie van musea, die kunst nu kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> of krak<strong>en</strong>, <strong>en</strong> waarmee heel<br />

wat belang<strong>en</strong> verm<strong>en</strong>gd <strong>zijn</strong>. Hoewel musea, zoals collecties, oorspronkelijk object<strong>en</strong> aan het circuit van<br />

economische activiteit<strong>en</strong> onttrokk<strong>en</strong>, <strong>zijn</strong> ze – vooral, maar niet uitsluit<strong>en</strong>d, in het geval van kunstmusea – de<br />

uitgelez<strong>en</strong> economische context voor oude object<strong>en</strong> of kunstobject<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>, waarmee veel geld gemoeid is.<br />

23 Er is hier e<strong>en</strong> vreemde circulariteit aan het werk. E<strong>en</strong> locatie bezit die sacraliteit slechts omdat er zich e<strong>en</strong><br />

collectie bevindt; <strong>en</strong> die plaats beschermt de collectie, schermt ze af, wat toelaat dat ze ‘tot haar recht komt’.<br />

24 Sommige kunstwerk<strong>en</strong> <strong>zijn</strong> dan eerder museaal esthetisch dan artistiek esthetisch, zoals readymades. Let wel:<br />

e<strong>en</strong> dergelijk (museaal) kader is ge<strong>en</strong> noodzakelijke voorwaarde voor e<strong>en</strong> esthetische ervaring; het stimuleert ze


alle<strong>en</strong>. Soms wordt je vanuit jezelf geïsoleerd uit het alledaagse, <strong>en</strong> soms is het effect van e<strong>en</strong> object zo sterk dat<br />

het helemaal uit zichzelf de kracht heeft om dit te do<strong>en</strong>.<br />

25 <strong>Film</strong>theoretici hebb<strong>en</strong> zich, zeker in de eerste helft van de 20 e eeuw, gebog<strong>en</strong> over het vraagstuk van de<br />

specificiteit van cinema in vergelijking met de andere kunst<strong>en</strong> (dikwijls om te argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> welk pad cinema<br />

zou moet<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>). Enkele bek<strong>en</strong>de studies hieromtr<strong>en</strong>t <strong>zijn</strong> Panofsky (1995), Kracauer (1997), Arnheim<br />

(1958), Münsterberg (1999), Bazin (1999), Danto (1999), Carroll (1999), <strong>en</strong> Cavell (1999).<br />

26 Zie Barthes (1980).<br />

27 <strong>De</strong>ze materiele band van film met de wereld wordt bijvoorbeeld door Kracauer (1997) b<strong>en</strong>adrukt: de camera<br />

was daar op e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t <strong>en</strong> er is (via lichtstral<strong>en</strong>) e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t contact geweest tuss<strong>en</strong> het gefilmde<br />

object <strong>en</strong> de fotochemische emulsie. Kracauer schrijft: ‘film is ess<strong>en</strong>tially an ext<strong>en</strong>sion of photography and<br />

therefore shares with this medium a marked affinity with the visible world around us.’ (1997, xlix) Wij <strong>zijn</strong> er<br />

ons wel van bewust dat, om het met de woord<strong>en</strong> van Querut te zegg<strong>en</strong>, ‘film geweldig veel bedriegt’, <strong>en</strong> dat wat<br />

m<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> film ziet iets heel anders is dan wat de beeld<strong>en</strong> zelf in feite maar ton<strong>en</strong>. We beseff<strong>en</strong> ook dat door de<br />

vele manipulatiemogelijkhed<strong>en</strong> het voor vele films steeds minder geldt dat de fysisch-fotografiche band met de<br />

werkelijkheid bepaald hoe de film er uiteindelijk gaat uitzi<strong>en</strong>. Toch blijft, ook nu nog, dit ‘het was er’ sterk<br />

verbond<strong>en</strong> met filmbeeld<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het vormt e<strong>en</strong> deel van de aantrekkingskracht van oude filmbeeld<strong>en</strong>. Ondanks<br />

alle mogelijkhed<strong>en</strong> tot manipulatie <strong>zijn</strong> er ook altijd nog elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals de tijdsgeest, modes <strong>en</strong> stijl, die aan de<br />

bewuste poging<strong>en</strong> tot manipulatie ontsnapp<strong>en</strong> omdat ze onzichtbaar <strong>zijn</strong> voor tijdg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die toelat<strong>en</strong> om<br />

toch iets van het verled<strong>en</strong> te ervar<strong>en</strong>. Ook de restjes van e<strong>en</strong> docum<strong>en</strong>taire, de filmbeeld<strong>en</strong> die weggelat<strong>en</strong> <strong>zijn</strong>,<br />

kunn<strong>en</strong> ons veel vertell<strong>en</strong> over de docum<strong>en</strong>taire zelf.<br />

28 Zie <strong>Vermeir</strong> (te verschijn<strong>en</strong>).<br />

29 ‘Ik zal nooit van mijn lev<strong>en</strong> verget<strong>en</strong> hoe hij eruitzag <strong>en</strong> hoe hij in elkaar zat. Ik weet niet of jullie ooit zo’n<br />

apparaatje gezi<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. [...] Je kreeg natuurlijk e<strong>en</strong> ontzett<strong>en</strong>d klein beeldje met e<strong>en</strong> petroleumlamp als<br />

lichtbron. Ik kan me die eerste filmpjes nog precies herinner<strong>en</strong>. Ik vond het e<strong>en</strong> wonder. <strong>De</strong> allereerste was bruin<br />

van kleur <strong>en</strong> heette Vrouw Holle.’ Bergman (1977, 7).<br />

30 Vel<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> dat kunst vandaag niet meer esthetisch is. Onze categorieën van het museaal <strong>en</strong><br />

historisch esthetische lat<strong>en</strong> toe om toch opnieuw e<strong>en</strong> ‘esthetiek’ – of op <strong>zijn</strong> minst e<strong>en</strong> ‘esthetische ervaring’ – in<br />

hed<strong>en</strong>daagse kunst te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. [einde pagina 60]<br />

Refer<strong>en</strong>ties<br />

- Arnheim, R. (1958) ‘A new Lacoön: Artistic Composites and the Talking <strong>Film</strong>’, in <strong>Film</strong> as<br />

Art. Lond<strong>en</strong>: Faber and Faber. 164-189.<br />

- Barthes, R. (1980) La chambre claire. Note sur la photographie. Paris: Gallimard.<br />

- Barthes, R. (1994) ‘Le troisième s<strong>en</strong>s’, in E. Marty (red.) Roland Barthes. Oeuvres Complètes.<br />

Tome II: 1966-1973. Parijs: Le Seuil. 867-884.<br />

- Bazin (1999) ‘From What is Cinema? Theater and Cinema’ in L. Baudry <strong>en</strong> M. Coh<strong>en</strong> (red.)<br />

<strong>Film</strong> Theory and Criticism. Introductory Readings. Oxford: Oxford University Press. 408-418.<br />

- Bergman, I. (1977) Bergman over Bergman. Gesprekk<strong>en</strong> met Igmar Bergman gevoerd door<br />

Stig Björkman, Torst<strong>en</strong> Manns <strong>en</strong> Jonas Sima. Amsterdam: Meul<strong>en</strong>hoff.<br />

- Carroll, N. (1999) ‘The specificity thesis’ in L. Baudry <strong>en</strong> M. Coh<strong>en</strong> (red.) <strong>Film</strong> Theory and<br />

Criticism. Introductory Readings. Oxford: Oxford University Press. 322-328.<br />

- Cavell, S. (1999) ‘From the World viewed’ in L. Baudry <strong>en</strong> M. Coh<strong>en</strong> (red.) <strong>Film</strong> Theory and<br />

Criticism. Introductory Readings. Oxford: Oxford University Press. 334-344.


- Danto, A. (1999) ‘Moving Pictures’ in Philosophizing Art. Selected Essays. Berkeley:<br />

University of California Press.<br />

- Komrij, G. (1996) Kijk<strong>en</strong> is bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Uit de kelders van Het Stedelijk. Amsterdam: <strong>De</strong><br />

Arbeiderspers.<br />

- Kracauer, S. (1997) Theory of <strong>Film</strong>. The Redemption of Physical Reality. Princeton: Princeton<br />

University Press.<br />

- Lessing, G. E. (1962) Laocoön: an essay on the limits op painting and poetry. New York:<br />

Bobbs-Merrill.<br />

- Lyotard, J.-F. (1988) Heidegger et les ‘Juifs’. Paris: Galilée.<br />

- Mooij J. J. A. (2003) ‘Tijd <strong>en</strong> Ruimte in de Kunst<strong>en</strong>’ in B. Vand<strong>en</strong>abeele <strong>en</strong> K. <strong>Vermeir</strong> (red.)<br />

Gemedieerde Zintuiglijkheid. Jaarboek voor <strong>Esthetica</strong> 2003. Budel: Damon. 63-80.<br />

- Münsterberg, H. (1970) The Photoplay. New York: Arno Press.<br />

- Panofsky, E. (1995) ‘Style and Medium in the Motion Pictures’ in I. Lavin (red.) Three Essays<br />

on Style. Cambridge (Mass.): Massachussetts Institute of Technology.<br />

- Pomian, K. (1990) <strong>De</strong> oorsprong van het museum: over het verzamel<strong>en</strong>. Heerlem: <strong>De</strong><br />

Voorstad.<br />

- Rotha, P. (1930) ‘A museum for the kinema and the collecting of films’ in C. Reginald<br />

Grundy (red.) The Connoisseur. A magazine for Collectors, 86 (347). 34-37.<br />

- Smither, R. <strong>en</strong> D. Walsh (2000) ‘Unknown pioneer: Edward Fox<strong>en</strong> Cooper and the Imperial<br />

War Museum filmarchive, 1919-1934’ in <strong>Film</strong> History, 12 (2). 187-203.<br />

- Stern, F. (2003) ‘Fritz Lang in Wi<strong>en</strong>, Marl<strong>en</strong>e Dietrich in Berlin und Paula Wessely [einde<br />

pagina 61] im schlecht<strong>en</strong> Gewiss<strong>en</strong>: <strong>Film</strong> als aktives Museum und Requisit<strong>en</strong>kammer der<br />

Erinnerung’, in H-C. Eberl, J. T. Friehs, G. Kastner, C. Oesch, H. Posch, K. Seifert (red.)<br />

Museum und <strong>Film</strong>. W<strong>en</strong><strong>en</strong>: Turia + Kant. 89-106.<br />

- Van Liempt, J. (1994) E<strong>en</strong> filmmuseum in Antwerp<strong>en</strong>. <strong>De</strong> droom van cinefiel Antwerp<strong>en</strong>.<br />

Antwerp<strong>en</strong>: C<strong>en</strong>trum voor beeldcultuur vzw.<br />

- <strong>Vermeir</strong>, K. (te verschijn<strong>en</strong>) ‘The Magic of de Magic Lantern’.<br />

<strong>Film</strong>ografie<br />

- Franco, J. (1973-1974) La Comtesse noire.<br />

- Jeunet, J.-P. (2001) Le Fabuleux <strong>De</strong>stin d’Amélie Poulin.<br />

- <strong>Vermeir</strong>, K. (2003-2004) Brusselle, Part I. <strong>De</strong>el van Cadavre exquis, getoond in Kunst<strong>en</strong>c<strong>en</strong>trum<br />

STUK, Leuv<strong>en</strong>, februari-maart 2004. Acteur: Pierre Querut. Concept <strong>en</strong> realisatie: Katle<strong>en</strong> <strong>Vermeir</strong>.<br />

[einde pagina 62]

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!