23.09.2013 Views

Bart Vandenabeele en Koen Vermeir. Kunst, transgressie ... - Esthetica

Bart Vandenabeele en Koen Vermeir. Kunst, transgressie ... - Esthetica

Bart Vandenabeele en Koen Vermeir. Kunst, transgressie ... - Esthetica

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Kunst</strong>, <strong>transgressie</strong> <strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de tijd-ruimte<br />

<strong>Bart</strong> <strong>Vand<strong>en</strong>abeele</strong> <strong>en</strong> Ko<strong>en</strong> <strong>Vermeir</strong><br />

Onder invloed van onder meer Arthur C. Danto hebb<strong>en</strong> vel<strong>en</strong> de kunst dood verklaard.<br />

Wellicht zijn de kunst<strong>en</strong> echter verre van dood, maar houd<strong>en</strong> ze sinds hun ontstaan maar niet<br />

op te sterv<strong>en</strong>. Allerlei complexe <strong>en</strong> raz<strong>en</strong>dsnelle ontwikkeling<strong>en</strong> in maatschappij <strong>en</strong> techniek<br />

hebb<strong>en</strong> tot nieuwe artistieke praktijk<strong>en</strong> geleid die de kunst<strong>en</strong> onherk<strong>en</strong>baar veranderd hebb<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>gaan met nieuwe vorm<strong>en</strong> van waarneming <strong>en</strong> beleving. Het staat buit<strong>en</strong> kijf dat<br />

kunst teg<strong>en</strong>woordig vele <strong>en</strong> diverse – esthetische, politieke, disciplinaire, sociale <strong>en</strong> ethische –<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aftast <strong>en</strong> overschrijdt. Zo creëerde de kunst<strong>en</strong>aar Marco Evaristti in 2000 e<strong>en</strong> werk<br />

dat de bezoekers het dilemma voorlegde om te kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dood. In het De<strong>en</strong>se<br />

Trapholtmuseum had hij goudviss<strong>en</strong> in glaz<strong>en</strong> mixers geplaatst, <strong>en</strong> liet daarbij de bezoekers<br />

besliss<strong>en</strong> of ze al dan niet op de knop zoud<strong>en</strong> drukk<strong>en</strong>. Ook de machine van Max Grüter, die<br />

behoort tot de t<strong>en</strong>toonstelling ‘Fri<strong>en</strong>dly Fire’ (Pfalzgalerie, Kaiserslautern) roept vrag<strong>en</strong> op.<br />

Zijn machine is gemaakt om de voorwerp<strong>en</strong> die de bezoekers dierbaar zijn te verniel<strong>en</strong>.<br />

Iedere<strong>en</strong> wordt verzocht zijn eig<strong>en</strong> lievelingsspull<strong>en</strong> naar het museum te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Naast deze<br />

spectaculaire <strong>transgressie</strong>s tuss<strong>en</strong> kunst <strong>en</strong> moraal, kunn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de kunst<strong>en</strong> ook<br />

intern in vraag gesteld word<strong>en</strong>. De expressieve kracht van nieuwe media wordt volop<br />

uitgetest; nieuwe combinaties word<strong>en</strong> gezocht <strong>en</strong> nieuwe aspect<strong>en</strong> van reeds gevestigde<br />

kunstvorm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> afgetast. Nieuwe verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> van temporaliteit <strong>en</strong> ruimtelijkheid<br />

spel<strong>en</strong> daarbij zoals altijd e<strong>en</strong> belangrijke rol. Al jar<strong>en</strong> lokt ook de prestigieuze Turner Prize<br />

controverse uit. In 2002, bijvoorbeeld, werd de prijs toegek<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> volledig lege ruimte.<br />

De lege ruimte zelf, het ‘niets’, is kunst geword<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zou kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat daarmee de<br />

gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> wel bereikt zijn, maar wat te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van het volg<strong>en</strong>de opstootje? De ‘Comedy<br />

Terrorist’ Aaron Barschak heeft onlangs de kunstwerk<strong>en</strong> van Jake Chapman besmeurd. Ook<br />

Chapman zelf, die g<strong>en</strong>omineerd was voor de Turner Prize, ontsnapte niet aan e<strong>en</strong> laagje rode<br />

verf. Het bekladd<strong>en</strong> van kunstwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunst<strong>en</strong>aars lijkt e<strong>en</strong> aanklacht te zijn teg<strong>en</strong> de<br />

‘deg<strong>en</strong>eratie’ van de hed<strong>en</strong>daagse kunst, zoals m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong>s mesjes bov<strong>en</strong>hal<strong>en</strong> om<br />

doek<strong>en</strong> aan flard<strong>en</strong> te rijt<strong>en</strong>. Maar na zijn stunt vertelde Barschak de politie dat hij met de<br />

foto’s van deze gebeurt<strong>en</strong>is zelf wou meeding<strong>en</strong> voor de Turner Prize. Deze ‘immorele’<br />

aanslag op de kunst, claimde zelf ook kunst te zijn. De rechter dacht er anders over. Dat<br />

neemt niet weg dat de kunst bijna op het punt lijkt te staan om zichzelf uit naam van zichzelf<br />

te vernietig<strong>en</strong>. [einde pagina 5]


Deze <strong>en</strong> andere voorbeeld<strong>en</strong> roep<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overvloed aan vrag<strong>en</strong> op, die de esthetica vandaag<br />

probeert te beantwoord<strong>en</strong>. Welke creatieve mogelijkhed<strong>en</strong> zijn er voor hed<strong>en</strong>daagse<br />

kunst<strong>en</strong>aars na de zog<strong>en</strong>aamde dood van de kunst? Wat voor esthetische gevoel<strong>en</strong>s kan<br />

actuele kunst nog oproep<strong>en</strong>? Wat is de gr<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> esthetiek <strong>en</strong> erotiek? Is pornografie<br />

kunst? Wat voor uitwerking hebb<strong>en</strong> computerisering <strong>en</strong> digitalisering op de waarneming van<br />

de wereld <strong>en</strong> de omgang met artistieke praktijk<strong>en</strong>? Op welke manier overtred<strong>en</strong> de<br />

hed<strong>en</strong>daagse kunstvorm<strong>en</strong> de regels van het alledaagse lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lichamelijke beleving van<br />

de tijd-ruimte? Welk gevaar schuilt er in de esthetisering van oorlogsverslaggeving? Op<br />

welke manier verlegg<strong>en</strong> de kunst<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> van het museum? De<br />

gr<strong>en</strong>zeloze dynamiek die inher<strong>en</strong>t is aan de kunstpraktijk lijkt onstuitbaar <strong>en</strong> roept vele<br />

belangrijke filosofische vrag<strong>en</strong> op over de precieze verhouding tuss<strong>en</strong> kunst <strong>en</strong> dagelijks<br />

lev<strong>en</strong>, kunst<strong>en</strong> <strong>en</strong> musea, esthetiek <strong>en</strong> ethiek, populaire kunst <strong>en</strong> high art, kunst<strong>en</strong>aar <strong>en</strong><br />

toeschouwer, kunst <strong>en</strong> techniek, <strong>en</strong>zovoort.<br />

De twaalf hier verzamelde bijdrag<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de facett<strong>en</strong> van deze<br />

problematiek onder de loep <strong>en</strong> pog<strong>en</strong> hetzij deze vrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong>, hetzij de vrag<strong>en</strong><br />

zelf uit te diep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de problem<strong>en</strong> te verhelder<strong>en</strong>. In ons vorige Jaarboek voor <strong>Esthetica</strong><br />

(Gemedieerde zintuiglijkheid, 2003) lag de nadruk op de effect<strong>en</strong> van de artistieke middel<strong>en</strong><br />

op onze zintuiglijke perceptie <strong>en</strong> met name op de noodzakelijke verruiming die vereist wordt<br />

van de (wijsgerige) esthetica als discipline. ‘<strong>Esthetica</strong>’ moet weer als e<strong>en</strong> bezinning over<br />

zintuiglijkheid begrep<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De auteurs in het onderhavige Jaarboek voor <strong>Esthetica</strong> gaan<br />

vooral in op de overschrijding van allerlei gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> in <strong>en</strong> door de massamedia <strong>en</strong> de<br />

kunstpraktijk<strong>en</strong>, <strong>en</strong> op de (artistieke) <strong>transgressie</strong> van traditioneel belangrijke geachte<br />

onderscheiding<strong>en</strong>, ervaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong>. De eerste bijdrag<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> gedetailleerde<br />

voorbeeld<strong>en</strong> uit <strong>en</strong> ton<strong>en</strong> concreet aan hoe bepaalde gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> in specifieke kunst- <strong>en</strong><br />

mediapraktijk<strong>en</strong> in vraag gesteld word<strong>en</strong>, terwijl de latere bijdrag<strong>en</strong> de problematiek van de<br />

‘<strong>transgressie</strong>’ <strong>en</strong> het ‘einde van de kunst’ analyser<strong>en</strong>.<br />

Zo bespreekt Jordan Crandall in ONBEMAND, in het zog van Baudrillard, de gevaarlijke<br />

gevolg<strong>en</strong> van de s<strong>en</strong>satieverslaggeving van de tweede Golfoorlog. Was de eerste Golfoorlog<br />

als e<strong>en</strong> oorlogsspelletje op CNN, dan lijkt de tweede Golfoorlog niets minder dan reality-TV.<br />

Door de sam<strong>en</strong>werking met Hollywood <strong>en</strong> de esthetisering van het beeld zet het P<strong>en</strong>tagon het<br />

‘echte lev<strong>en</strong>’ in scène <strong>en</strong> verkoopt de oorlog aan het publiek. Oorlog is niet alle<strong>en</strong> meer<br />

‘mediatiek’ geword<strong>en</strong>, ook de verslaggeving ervan heeft steeds meer het karakter van<br />

oorlogvoering gekreg<strong>en</strong>. De media repres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> de oorlog niet, maar zijn zelf deel van die


oorlog geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook wij als toeschouwers participer<strong>en</strong> eraan. Wap<strong>en</strong> <strong>en</strong> camera lijk<strong>en</strong><br />

stilaan met elkaar te versmelt<strong>en</strong>. Hoe beïnvloedt dat de manier waarop we naar die beeld<strong>en</strong><br />

kijk<strong>en</strong>? En wat kunn<strong>en</strong> deze ontwikkeling<strong>en</strong> ons ler<strong>en</strong> over het camerabeeld? Het inzett<strong>en</strong> van<br />

onbemande op afstand [einde pagina 6] bestuurde gevechtstoestell<strong>en</strong> laat ook het<br />

onderscheid vervag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> wat de soldaat in volle gevecht ervaart <strong>en</strong> wat wij als<br />

televisiekijkers ervar<strong>en</strong>.<br />

Martijn H<strong>en</strong>driks’ DE GELEEFDE RUIMTE VAN HET DIGITALE SPEL ontvouwt e<strong>en</strong> proeve van e<strong>en</strong><br />

f<strong>en</strong>om<strong>en</strong>ologie van videogames <strong>en</strong> onderzoekt het in-de-ruimte-zijn van de speler van Grand<br />

Theft Auto 3. Deze ‘nieuwe media’, die steeds belangrijker word<strong>en</strong> in de nieuwe<br />

kunstpraktijk<strong>en</strong>, roep<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> op over onze bestaande ideeën van toeschouwerschap,<br />

communicatie, media-ervaring, <strong>en</strong> onze relatie tot technologie. H<strong>en</strong>driks laat zi<strong>en</strong> dat de<br />

digitale cultuur e<strong>en</strong> verfijnde opvatting over int<strong>en</strong>tionaliteit <strong>en</strong> beleving van (<strong>en</strong> in) de tijd-<br />

ruimte vereist. Hij argum<strong>en</strong>teert dat we ons moet<strong>en</strong> afvrag<strong>en</strong> wat ‘virtueel’ eig<strong>en</strong>lijk betek<strong>en</strong>t.<br />

Het gaat niet langer over werkelijk virtuele ervaring<strong>en</strong>; de <strong>transgressie</strong> is zover gegaan dat<br />

m<strong>en</strong> nu beter spreekt over ‘werkelijke ervaring<strong>en</strong> van virtualiteit’.<br />

In CITYSCAPEEAST neemt Ir<strong>en</strong>e Janze ons mee op reis door de mysterieuze wereld van<br />

Cityscapeeast, e<strong>en</strong> architectuurproject over historische gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> die hun weerslag<br />

hebb<strong>en</strong> op de publieke ruimte in stedelijke landschapp<strong>en</strong>. C<strong>en</strong>traal staat e<strong>en</strong> fascinatie voor de<br />

manier waarop verander<strong>en</strong>de afvalhop<strong>en</strong> zich door de stad lijk<strong>en</strong> te beweg<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> ook<br />

sculpturale vorm<strong>en</strong> van het verzamelde afval gemaakt, die de oversteek naar New York<br />

mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de confrontatie aangaan met de restant<strong>en</strong> van de Twin Towers. ‘Het afval vecht<br />

terug’, de naam die de ‘afvalkunst<strong>en</strong>aar’ Olivier Goka rec<strong>en</strong>t aan zijn t<strong>en</strong>toonstelling in<br />

Brussel gaf, lijkt ook mooi van toepassing te zijn op Janze’s werk. Afval lijkt e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong><br />

te leid<strong>en</strong> <strong>en</strong> lijkt zich net als wij thuis te voel<strong>en</strong> in de stad. Dit besef roept nieuwe vrag<strong>en</strong> op,<br />

<strong>en</strong> laat ons toe onze omgeving vanuit e<strong>en</strong> nieuw perspectief te zi<strong>en</strong>. Aan de hand van<br />

beeldmateriaal krijg<strong>en</strong> we inzicht in hoe zowel afval als architectuur de herinnering<strong>en</strong> aan<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> vorm geeft, <strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van de tijd-ruimte tart.<br />

In DE FILM EN ZIJN MUSEUM. OVER DE ESTHETIEK VAN HET VERLEDEN lat<strong>en</strong> Sigrid Leyss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Ko<strong>en</strong> <strong>Vermeir</strong> zi<strong>en</strong> dat film al dec<strong>en</strong>nia de klassieke opdeling tuss<strong>en</strong> ruimte- <strong>en</strong> tijd- kunst<strong>en</strong><br />

op zijn kop zet. Films hebb<strong>en</strong> immers al lang e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> museum, e<strong>en</strong> instelling die normaal<br />

slechts gereserveerd is voor ‘statische’ kunst<strong>en</strong>. Eén van de bestaansred<strong>en</strong><strong>en</strong> van filmmusea is


dat m<strong>en</strong> me<strong>en</strong>de dat film e<strong>en</strong> directe toegang tot het verled<strong>en</strong> kon bied<strong>en</strong>, waardoor ze<br />

historische docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>. De emancipatie van film als e<strong>en</strong> artistiek gegev<strong>en</strong> is dan ook<br />

niet gemakkelijk geweest. Het is anderzijds ook die zog<strong>en</strong>aamde geprivilegieerde toegang tot<br />

de realiteit <strong>en</strong> het verled<strong>en</strong> die de film ook e<strong>en</strong> esthetische kracht kan gev<strong>en</strong>. Leyss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>Vermeir</strong> stell<strong>en</strong> expliciet de vraag naar de specifieke aantrekkingskracht van oude films <strong>en</strong> de<br />

rol van het filmmuseum daarin. Om deze vraag te beantwoord<strong>en</strong> moet het concept van het<br />

‘esthetische’ verder gespecificeerd word<strong>en</strong>. Het blijkt dat de aantrekkingskracht van oude<br />

films niet alle<strong>en</strong> [einde pagina 7] te mak<strong>en</strong> heeft met de artistieke kwaliteit<strong>en</strong> van de film,<br />

maar ook met e<strong>en</strong> esthetiek van het verled<strong>en</strong>.<br />

Wim Schlebaum belicht in zijn FILM EN VERLANGEN de filmtaal van Frans van de Staak. Dit<br />

vormt het uitgangspunt voor e<strong>en</strong> boei<strong>en</strong>d onderzoek naar de relatie tuss<strong>en</strong> film <strong>en</strong> verlang<strong>en</strong>.<br />

Het verlang<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> publiek bijvoorbeeld is hed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> dage veel ingewikkelder dan m<strong>en</strong><br />

vaak beweert. Verlang<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>transgressie</strong> zijn onlosmakelijk met elkaar verbond<strong>en</strong>, ook in de<br />

filmwereld. Film is (idealiter) ge<strong>en</strong> product van de markt, betoogt Schlebaum, maar e<strong>en</strong><br />

bijzondere lev<strong>en</strong>svorm. Slechts weinig filmmakers gelukk<strong>en</strong> erin om het kleinschalige in hun<br />

werk op e<strong>en</strong> fijnzinnige manier uit te vergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich, wars van alle commercie, te<br />

conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> op de film als proces in plaats van als product. Wie daar wel in slaagt, realiseert<br />

het verlang<strong>en</strong> van de film als zodanig <strong>en</strong> gaat de uitdaging<strong>en</strong> aan met de werkelijke<br />

verlang<strong>en</strong>s van het publiek.<br />

Katalin Herzog verdedigt in HELDER VERSTAND EN DUISTER GEVOEL de nadruk op reflectie in<br />

de kunst<strong>en</strong>aarsopleiding, zoals die zich bij de MFA Painting (Groning<strong>en</strong>) voltrekt. Haar<br />

didactiek ondergraaft de klassieke Europese teg<strong>en</strong>stelling tuss<strong>en</strong> verstand <strong>en</strong> gevoel <strong>en</strong> streeft<br />

ernaar om de polarisatie tuss<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamd helder verstand <strong>en</strong> duister gevoel geheel op te<br />

heff<strong>en</strong>. De nadruk op reflectie <strong>en</strong> het vergar<strong>en</strong> van culturele k<strong>en</strong>nis leidt tot meer inzicht in de<br />

aard van beeld<strong>en</strong>d kunstwerk <strong>en</strong> artistieke motiev<strong>en</strong>, terwijl de gestimuleerde (zelf)k<strong>en</strong>nis de<br />

kunst<strong>en</strong>aar helpt om, sneller <strong>en</strong> doeltreff<strong>en</strong>der dan voorhe<strong>en</strong>, zijn lev<strong>en</strong> aan het professionele<br />

kunst<strong>en</strong>aarschap te wijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich in de huidige kunstwereld staande te houd<strong>en</strong>.<br />

ZAG HEIDEGGER HET SUBLIEME OVER HET HOOFD? is de titel van Frans van Peperstrat<strong>en</strong>s essay<br />

over Lyotard, die Heidegger verweet zowel het ‘joodse d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’ als het sublieme te verget<strong>en</strong>.<br />

De esthetica van het sublieme is belangrijk voor het verband tuss<strong>en</strong> politiek <strong>en</strong> kunst, maar is<br />

ook cruciaal om het strev<strong>en</strong> van de avant-gardekunst<strong>en</strong>aars gedur<strong>en</strong>de de laatste 150 jaar te


egrijp<strong>en</strong>. Na e<strong>en</strong> diepgaande analyse van het sublieme in Longinus <strong>en</strong> Kant, is van<br />

Peperstrat<strong>en</strong> klaar om de confrontatie met Heidegger, Lacoue-Labarthe <strong>en</strong> Lyotard aan te<br />

gaan. Het gaat er natuurlijk niet om of Heidegger de term ‘subliem’ gebruikte, maar of hij in<br />

zijn filosofie het sublieme wel kon d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nauwkeurig onderzoek naar Heideggers<br />

alètheia, <strong>en</strong> Lacoue-Labarthes interpretatie daarvan, is daarvoor aan de orde. Uiteindelijk stelt<br />

Van Peperstrat<strong>en</strong> de vraag welke prijs betaald moet word<strong>en</strong> wanneer m<strong>en</strong> het sublieme in e<strong>en</strong><br />

Heideggeriaans d<strong>en</strong>kkader wil inpass<strong>en</strong>.<br />

Aron Kibédi Varga vraagt zich in HET EINDE VAN DE KUNST OF DE VERDWIJNING VAN HET<br />

KUNSTWERK af wat het ‘einde van de kunst’ nu precies betek<strong>en</strong>t. Deze vraag impliceert [einde<br />

pagina 8] direct weer vele andere belangrijke vrag<strong>en</strong>: of kunst e<strong>en</strong> ‘verloop’ of e<strong>en</strong><br />

‘vooruitgang’ k<strong>en</strong>t, wat het betek<strong>en</strong>t dat kunst <strong>en</strong> bepaalde kunst<strong>en</strong>aars zo verschill<strong>en</strong>d<br />

geapprecieerd geweest zijn door de tijd he<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wat kunst dan wel mag zijn. Wanneer m<strong>en</strong> de<br />

monochrome schilderkunst als ‘e<strong>en</strong>’ eindpunt beschouwt, is er daarna dan nog schilderkunst<br />

mogelijk? Wat d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> de kunst<strong>en</strong>aars daar zelf van? Welke gr<strong>en</strong>soverschrijding<strong>en</strong> zijn er<br />

daarna nog allemaal mogelijk, <strong>en</strong> hoe moet<strong>en</strong> we die interpreter<strong>en</strong>?<br />

Heinz Kimmerle beschrijft in GERNOT BÖHMES ‘NIEUWE ESTHETICA’ ALS ALGEMENE<br />

WAARNEMINGSLEER hoe in Böhmes Aisthetik de <strong>transgressie</strong>s in de kunstpraktijk<strong>en</strong> van de<br />

laatste dec<strong>en</strong>nia, sam<strong>en</strong> met de verschill<strong>en</strong>de theoretische interpretaties van deze<br />

gr<strong>en</strong>soverschrijding<strong>en</strong>, voor het eerst in e<strong>en</strong> omvatt<strong>en</strong>de verklar<strong>en</strong>de context word<strong>en</strong><br />

geplaatst. Kimmerle laat zi<strong>en</strong> hoe Böhme de esthetica opnieuw interpreteert als<br />

waarnemingsleer, <strong>en</strong> de esthetische ervaring kadert in e<strong>en</strong> ruimer complex van waarneming<strong>en</strong>.<br />

Böhme beschrijft hoe in het algeme<strong>en</strong> de waarneming ontstaat uit (<strong>en</strong> gebaseerd is op)<br />

‘atmosfer<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> ‘stemming<strong>en</strong>’. Deze word<strong>en</strong> dan op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> gediffer<strong>en</strong>tieerd,<br />

gespecificeerd <strong>en</strong> gedisciplineerd om uiteindelijk tot onze ‘dagdagelijkse waarneming’ te<br />

leid<strong>en</strong>. De ervaring van kunst binn<strong>en</strong> deze algem<strong>en</strong>e waarnemingsbelev<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> is speciaal,<br />

omdat ze plaatsvindt in e<strong>en</strong> situatie waarin e<strong>en</strong> mindere druk tot handel<strong>en</strong> bestaat. E<strong>en</strong><br />

esthetische ervaring kan dan gekarakteriseerd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve waarneming die in<br />

e<strong>en</strong> dergelijke afgeschermde situatie plaatsvindt.<br />

Hans Maes ruimt in ARTHUR DANTO EN HET EINDE VAN DE KUNST <strong>en</strong>kele misvatting<strong>en</strong> in het<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van Danto uit de weg. Hij toont aan dat Danto’s stelling van ‘het einde van de kunst’<br />

e<strong>en</strong> initiële aantrekkingskracht heeft omdat ze lijkt te suggerer<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> ernstig probleem


is met de vele gr<strong>en</strong>soverschrijding<strong>en</strong> in de kunst. Maes laat echter zi<strong>en</strong> dat Danto de lezer er<br />

in feite van tracht te overtuig<strong>en</strong> dat al deze <strong>transgressie</strong>s helemaal ge<strong>en</strong> probleem zijn <strong>en</strong> dat<br />

er ook nog e<strong>en</strong> kunst is ná het einde van de kunst. De auteur argum<strong>en</strong>teert dat er toch wel<br />

problem<strong>en</strong> zijn met de hed<strong>en</strong>daagse kunst, die door Danto g<strong>en</strong>egeerd word<strong>en</strong>. De huidige<br />

kunstwereld wordt dikwijls afgeschilderd als e<strong>en</strong> model van tolerantie, ruimd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>dheid <strong>en</strong><br />

vrijheid, die als voorbeeld kan di<strong>en</strong><strong>en</strong> voor de politiek. Maes heeft echter vrag<strong>en</strong> bij de<br />

absolute vrijheid die Danto voorstaat, waarin het niet meer van belang is wat je doet <strong>en</strong><br />

waarin alles toegelat<strong>en</strong> is, <strong>en</strong> vraagt zich uiteindelijk toch af of de kunst zichzelf al niet heeft<br />

opgehev<strong>en</strong>.<br />

In PORNOGRAFIE EN PROPAGANDA IN DE KUNST gaat Rob van Gerw<strong>en</strong> in op de vraag of kunst<br />

helemaal vrij gelat<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>, of dat ze integ<strong>en</strong>deel moet afgeschermd word<strong>en</strong> om haar<br />

eig<strong>en</strong>heid te bewar<strong>en</strong>. Van Gerw<strong>en</strong> wil ge<strong>en</strong> oordeel vell<strong>en</strong>, maar probeert de vraag scherper<br />

te stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ter overweging te gev<strong>en</strong>. Hij doet dat aan de hand van het<br />

voorbeeld van het gebruik van pornografie of propaganda in [einde pagina 9] de kunst<strong>en</strong>: kan<br />

het of kan het niet? En voor welke rechtbank kunn<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aanklacht formuler<strong>en</strong>? In zijn<br />

tekst laat Van Gerw<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de kwestie niet zo e<strong>en</strong>voudig ligt, <strong>en</strong> dat ook de houding van<br />

de beschouwer cruciaal is. Maar elk argum<strong>en</strong>t blijkt ook als e<strong>en</strong> tweesnijd<strong>en</strong>d zwaard te<br />

werk<strong>en</strong>...<br />

Het boek dat u in hand<strong>en</strong> heeft, Transgressie in de kunst, gaat over het ‘einde van de kunst’ <strong>en</strong><br />

over de ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>soverschrijding<strong>en</strong> in de kunst<strong>en</strong> die we de laatste dec<strong>en</strong>nia steeds<br />

opnieuw hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong>. Het boek sluit daarmee aan bij de bekommernis van het<br />

publiek dat dikwijls erg<strong>en</strong>s in de loop van dat proces is afgehaakt. Vele m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hun<br />

belangstelling voor de hed<strong>en</strong>daagse kunst verlor<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> zich af wat er in hemelsnaam<br />

aan de hand is. Op lokaal vlak zijn er dan ook vele kunst<strong>en</strong>aars actief die naar oudere ideal<strong>en</strong><br />

teruggrijp<strong>en</strong>. Ze lat<strong>en</strong> de hogere kunst<strong>en</strong>, die gedicteerd word<strong>en</strong> door de kunstpaus<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

kunstmarkt, aan zich voorbijgaan, maar word<strong>en</strong> zelf dikwijls niet als ‘vol’ erk<strong>en</strong>d. Dit duidt er<br />

al op dat het ‘einde van de kunst’ voor vel<strong>en</strong>, zowel kunst<strong>en</strong>aars als kunstliefhebbers, e<strong>en</strong><br />

probleem is dat h<strong>en</strong> werkelijk raakt.<br />

Maar het ‘einde van de kunst’ is ook één van de belangrijkste discussiepunt<strong>en</strong> in de<br />

esthetica, <strong>en</strong> het voorligg<strong>en</strong>de Jaarboek voor <strong>Esthetica</strong> sluit dan ook naadloos aan bij het<br />

filosofische debat van vandaag. Er is discussie over de manier<strong>en</strong> waarop de kunst<strong>en</strong> nog<br />

kunn<strong>en</strong> bestaan na hun zog<strong>en</strong>aamde ‘einde’. Op welke wijze kan de <strong>transgressie</strong> nu nog


doorgaan? Transgressie in de kunst br<strong>en</strong>gt de bijdrag<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> van <strong>en</strong>kele auteurs die over<br />

deze problematiek geschrev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In het kader van de doelstelling<strong>en</strong> van het Nederlands<br />

G<strong>en</strong>ootschap voor <strong>Esthetica</strong> maakt dit boek e<strong>en</strong> doorsnede van het huidige Nederlandstalige<br />

onderzoek over artistieke <strong>transgressie</strong>. De diverse essays gaan in op dit actuele thema <strong>en</strong><br />

bied<strong>en</strong> elk vanuit e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> perspectief e<strong>en</strong> belangrijke bijdrage tot het ruimere debat.<br />

De verschill<strong>en</strong>de <strong>transgressie</strong>s in de kunst<strong>en</strong> zijn mede e<strong>en</strong> gevolg geweest van e<strong>en</strong> sterke<br />

interactie tuss<strong>en</strong> kunst<strong>en</strong>aars, kunstcritici <strong>en</strong> esthetici. Telk<strong>en</strong>s weer werd<strong>en</strong> de theoretische<br />

beschrijving<strong>en</strong> <strong>en</strong> indeling<strong>en</strong> ontkracht door de kunstpraktijk, <strong>en</strong> nieuwe stroming<strong>en</strong><br />

ontwikkeld<strong>en</strong> zich als e<strong>en</strong> reactie op zowel het werk van andere kunst<strong>en</strong>aars, als op de<br />

theorieën van critici <strong>en</strong> filosof<strong>en</strong>. Het onderhavige werk probeert opnieuw op e<strong>en</strong> theoretische<br />

manier vat te krijg<strong>en</strong> op de kunstwereld, maar het lijdt ge<strong>en</strong> twijfel dat ook de hier<br />

uitgetek<strong>en</strong>de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>en</strong> classificaties, zowel als de geopperde argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, door e<strong>en</strong> zich<br />

steeds verrijk<strong>en</strong>de praktijk op hun kop gezet zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Wij zijn ervan overtuigd dat ook<br />

dit nieuwe Jaarboek voor <strong>Esthetica</strong> op zijn beurt ‘overschred<strong>en</strong>’ of ‘oversteg<strong>en</strong>’ zal word<strong>en</strong><br />

door op til zijnde artistieke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> theoretische reflecties. De redacteurs zoud<strong>en</strong><br />

zich in dat opzicht ruimschoots beloond wet<strong>en</strong> wanneer dit boek de actieve interesse van de<br />

lezer voor de hed<strong>en</strong>daagse kunst <strong>en</strong> esthetica mocht stimuler<strong>en</strong>. [einde pagina 10]

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!