volledige schoolreglement - De Ster

23.1. Werkkledij
Je bent steeds in orde met je werkkledij; ook als je later op het schooljaar inschrijft, schaf je de
vereiste werkkledij aan.
Je werkkledij bestaat uit (afhankelijk van de opleiding):
tweedelig werkpak (donkerblauwe kleur), schort, grijze sweater en t-shirt
veiligheidsschoenen
persoonlijke beschermingsmiddelen
23.2. Veiligheidsschoenen mogen gedragen worden vanaf het observatiejaar, maar zijn verplicht
vanaf het derde jaar voor LA en vanaf het tweede jaar voor IB en PS.
23.3. Alle stukken van je werkkledij zijn met je volledige naam getekend.
23.4. Je werkkledij wordt minstens tweewekelijks meegenomen naar huis om te wassen; is je
werkkledij ondertussen onzindelijk geworden, dan moet je ze in die tussentijd verversen.
23.5. Het omkleden gebeurt vóór de les in de kleedruimte.
23.6. Je zorgt dat je tijdens de les in het bezit bent van
je schoolagenda
schrijfgerief en je cursus
individuele beschermingsmiddelen
23.7. Het praktijklokaal
23.7.1. Je betreedt het lokaal samen met je leraar.
23.7.2. Je bent nooit in een lokaal zonder toelating van je leraar.
23.7.3. Je vermijdt elke verkwisting van grondstoffen.
23.7.4. Machines en/of apparaten worden zonder toelating van je leraar niet bediend.
23.7.5. Het is verboden om materialen en/of grondstoffen van de school mee te nemen buiten het
praktijklokaal.
23.7.6. Je blijft op je aangeduide werkpost en loopt niet rond in de werkplaats.
23.7.7. Het opruimen na de les hoort erbij: je voert je taak grondig uit.
24. Afspraken voor de lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen
24.1. Voor de lessen lichamelijke opvoeding draag je de voorgeschreven kledij: sportbroekje, Tshirt
met schoolembleem, sportschoenen zonder zwarte zool.
24.2. Je behandelt alle materiaal met de nodige zorg. Op het einde van de les wordt het gebruikte
materiaal teruggeplaatst.
24.3. Voor de zwemlessen heb je een nauwsluitende zwembroek of badpak en een handdoek
nodig. Je draagt geen sportbroek of losse short.
24.4. Alle verplaatsingen gebeuren op een rustige manier; je bent beleefd en leeft het
verkeersreglement na. Je volgt de richtlijnen van je leraar stipt op.
24.5. Onderweg drink, eet of snoep je niet. Je maakt geen gebruik van snoep- of drankautomaten.
Pagina 25 van 56