deel 2a, het verhaal van Ezau - Bereastudies
deel 2a, het verhaal van Ezau - Bereastudies
deel 2a, het verhaal van Ezau - Bereastudies
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Het <strong>verhaal</strong> <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong><br />
De meeste kennen <strong>het</strong> <strong>verhaal</strong> <strong>van</strong> Jakob en <strong>Ezau</strong> wel. Genesis 25 zegt ons dat zij een<br />
tweeling waren <strong>van</strong> Izak en Rebekka. Gen. 25:22, 23 zegt ons dat voordat ze nog<br />
geboren waren <strong>het</strong> al leek of zij beide in de buik <strong>van</strong> de moeder al vochten:<br />
22 De kinderen stootten in haar lichaam tegen elkaar. Toen zei zij: Als dit zo is,<br />
waarom overkomt mij dit? En zij ging de HEERE raadplegen. 23 De HEERE zei<br />
toen tegen haar: Er zijn twee volken in uw schoot, en twee naties zullen zich uit<br />
uw lichaam <strong>van</strong>eenscheiden. Het ene volk zal sterker zijn dan <strong>het</strong> andere<br />
en de meerdere zal de mindere dienen.<br />
<strong>Ezau</strong> kwam als eerste ter wereld, dus als oudste zoon zou hij normaliter <strong>het</strong><br />
geboorterecht beërven. Toch leren wij <strong>van</strong>uit de geschiedenis en <strong>van</strong>uit Rom. 9:9-13 dat<br />
God Jakob, in plaats <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong>, voorbestemd had om <strong>het</strong> geboorterecht te ont<strong>van</strong>gen. Dit<br />
was <strong>het</strong> fundament <strong>van</strong> de strijd tussen de twee broers.<br />
WAAROM VERACHTTE EZAU HET GEBOORTERECHT?<br />
De Bijbelse optekening in Genesis 25 gaat vervolgens verder door ons te vertellen dat<br />
<strong>Ezau</strong> op een dag terugkeerde <strong>van</strong> <strong>het</strong> veld en erg moe was. Vervolgens verkocht hij zijn<br />
geboorterecht voor een kom soep die Jakob aan <strong>het</strong> maken was. Gen. 25:34 eindigt<br />
vervolgens met: “Zo verachtte <strong>Ezau</strong> <strong>het</strong> eerstgeboorterecht.”<br />
Deze paar details vertellen ons niet echt waarom <strong>Ezau</strong> zijn geboorterecht verachtte. Over<br />
<strong>het</strong> algemeen zou een dergelijk vleselijk gerichte man zijn geboorterecht willen houden,<br />
want zulke mensen lijken altijd een verlangen naar welvaart en macht te koesteren. Izak<br />
was behoorlijk rijk, want hij had <strong>het</strong> geboorterecht <strong>van</strong> zijn vader Abraham geërfd, die<br />
eveneens zeer rijk was geweest. Abraham kon in de strijd om zijn neef Lot in Genesis<br />
14:14 te bevrijden in feite 318 gewapende mannen voeden. Niemand zo zoveel slaven en<br />
slavenfamilies zonder enorme rijkdom kunnen onderhouden.<br />
Dus waarom zou <strong>Ezau</strong> al deze rijkdom verachten? Hij moet een reden gehad hebben om<br />
te denken dat dergelijke welvaart niet aan de orde was, want de vleselijke mens denkt<br />
niet op deze manier. Als wij buiten de Bijbel op zoek gaan naar een oude historische bron<br />
en in <strong>het</strong> Boek <strong>van</strong> de Oprechte (Jasher) duiken, vinden we een mogelijk antwoord. Het<br />
Boek <strong>van</strong> de Oprechte wordt in Jozua 10:13 en in 2 Sam. 1:18 aangehaald. Na de<br />
verwoesting <strong>van</strong> Jeruzalem in 70 n.Chr. was dit boek verloren totdat in 1613 in een<br />
kantoor <strong>van</strong> een rabbi een oude kopie werd gevonden. In 1840 werd <strong>het</strong> tenslotte in <strong>het</strong><br />
Engels vertaald (The Book of Jasher - Jasher betekend in <strong>het</strong> Nederlands “Oprechte”).<br />
Jasher schenkt ons een interessant verslag dat verklaart waarom <strong>Ezau</strong> zijn geboorterecht<br />
verachtte. Jasher 27:1-13 zegt,<br />
1 En na die tijd, na de dood <strong>van</strong> Abraham, ging <strong>Ezau</strong> regelmatig <strong>het</strong> veld in om te jagen.<br />
2 En Nimrod, de koning <strong>van</strong> Babel, die ook Amrafel is, ging eveneens samen met zijn<br />
bewakers regelmatig <strong>het</strong> veld in om te jagen en om met hen in de koelte <strong>van</strong> de dag een<br />
wandeling te maken. En alle dagen hield Nimrod <strong>Ezau</strong> in de gaten, want al deze dagen<br />
was Nimrod in zijn hart jaloers op <strong>Ezau</strong>. 4 Op een zekere dag ging <strong>Ezau</strong> <strong>het</strong> veld in om te<br />
jagen en zag daar in de woestijn Nimrod met zijn twee bewakers lopen. 5 En al zijn<br />
machtige mannen en manschappen waren samen met hem in de woestijn, maar zij<br />
bleven op een afstand <strong>van</strong> hem en gingen <strong>van</strong>daar in verschillende richtingen uiteen om<br />
te jagen en <strong>Ezau</strong> verborg zich voor Nimrod en bespiedde hem in de woestijn. 6 En<br />
Nimrod en zijn bewakers die bij hem waren zagen hem niet en Nimrod en zijn bewakers<br />
liepen constant in <strong>het</strong> veld in de koelte <strong>van</strong> de dag om te zien waar zijn mannen aan <strong>het</strong><br />
jagen waren. 7 En Nimrod en zijn twee bewakers kwamen op de plaats aan <strong>van</strong>waar zij<br />
De strijd om <strong>het</strong> geboorterecht – bereastudies.nl
waren vertrokken toen <strong>Ezau</strong> opeens uit zijn schuilplaats te voorschijn kwam en zijn<br />
zwaard trok en zich al rennend tot Nimrod spoedde en zijn hoofd afhakte. 8 En <strong>Ezau</strong><br />
vocht wanhopig met de twee bewakers die Nimrod hadden vergezeld en toen zij hem<br />
nariepen keerde <strong>Ezau</strong> zich om en doodde hij hen met zijn zwaard. 9 En alle machtige<br />
mannen <strong>van</strong> Nimrod, die hem hadden verlaten om in de woestijn te gaan jagen, hoorden<br />
<strong>van</strong> verre een noodkreet en zij herkenden de stemmen <strong>van</strong> de bewakers en spoedden<br />
zich tot hen om te zien wat er aan de hand was en troffen hun koning en de twee<br />
bewakers dood aan. 10 En toen <strong>Ezau</strong> de manschappen <strong>van</strong> Nimrod <strong>van</strong> verre aan zag<br />
komen, vluchtte hij; en <strong>Ezau</strong> nam de waardevolle gewaden <strong>van</strong> Nimrod, die de vader <strong>van</strong><br />
Nimrod hem had nagelaten en waardoor Nimrod over heel <strong>het</strong> land heerste en hij<br />
vluchtte en verborg hen in zijn huis. 11 En <strong>Ezau</strong> nam de gewaden en rende <strong>van</strong>wege de<br />
mannen <strong>van</strong> Nimrod naar de stad en kwam vermoeid en uitgeput <strong>van</strong> <strong>het</strong> gevecht bij <strong>het</strong><br />
huis <strong>van</strong> zijn vader aan en toen hij zijn broer Jakob naderde en voor hem ging zitten was<br />
hij bereid om door verdriet te sterven. 12 En hij zei tot zijn broer Jakob: “Zie, deze dag<br />
zal ik sterven, en waarom zou ik dan <strong>het</strong> geboorterecht willen?” En Jakob handelde in dit<br />
vooral zeer geslepen en <strong>Ezau</strong> verkocht zijn geboorterecht aan Jakob, want de HEERE had<br />
<strong>het</strong> zo tot stand gebracht. 13 En <strong>het</strong> <strong>deel</strong> <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> <strong>van</strong> de grot in <strong>het</strong> veld <strong>van</strong><br />
Machpela, dat Abraham <strong>van</strong> de kinderen <strong>van</strong> Heth als bezit voor een begraafplaats had<br />
gekocht, verkochte <strong>Ezau</strong> ook aan Jakob en Jakob kocht dit alles <strong>van</strong> zijn broer <strong>Ezau</strong>.<br />
In dit verslag zien we dat <strong>Ezau</strong>, net als Nimrod (Gen. 10:9), een jager was. Nimrod was<br />
jaloers op <strong>Ezau</strong>’s jachttalent en hij bespiedde hem, of liet hem in de gaten houden. Dit<br />
wist <strong>Ezau</strong> blijkbaar, want <strong>het</strong> Boek <strong>van</strong> de Oprechte is <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> Jakob<br />
geschreven. Op een dag begon <strong>Ezau</strong> Nimrod te bespieden en overviel hij hem <strong>van</strong>uit zijn<br />
schuilplaats. Vervolgens doodde <strong>Ezau</strong> Nimrod en moest daarna tegen de twee<br />
bodyguards <strong>van</strong> Nimrod vechten voor zijn leven. Nadat hij ook hen had gedood rende hij<br />
voor zijn leven, want hij hoorde de andere mannen <strong>van</strong> Nimrod aanstormen om de<br />
bewakers <strong>van</strong> Nimrod te hulp te schieten. Omdat alle mannen die <strong>Ezau</strong> daadwerkelijk<br />
gezien hadden dood waren, waren er waarschijnlijk geen getuigen, waardoor de andere<br />
mannen slechts konden gissen wie hun koning had overvallen.<br />
<strong>Ezau</strong> ontsnapte en rende naar huis, waarbij hij de speciale gewaden (of kleden) <strong>van</strong><br />
Nimrod meenam. Er wordt <strong>van</strong> deze gewaden gezegd dat God deze aan Adam had<br />
gegeven, waarmee aangetoond werd dat hij <strong>het</strong> recht op wereldregering had. In die<br />
dagen waren gewaden <strong>van</strong> grote betekenis. Merk op dat toen Jakob <strong>het</strong> geboorterecht<br />
aan zijn zoon Jozef gaf, hij hem eveneens een bijzonder “veelkleurig gewaad” gaf (Gen.<br />
37:3).<br />
Het zevende hoofdstuk <strong>van</strong> <strong>het</strong> Boek <strong>van</strong> de Oprechte legt uit dat de gewaden <strong>van</strong> Adam<br />
op Noach waren over gegaan, maar dat na de vloed, toen Noach <strong>van</strong> de wijn dronken<br />
was geworden, zijn zoon Cham die gewaden had gestolen. Cham heeft ze waarschijnlijk<br />
nooit proberen te dragen, maar liet deze aan zijn zoon Cusj na, die deze op zijn beurt<br />
tenslotte aan zijn zoon Nimrod gaf. Nimrod was de eerste die ze op twintig jarige leeftijd<br />
openlijk ging dragen en <strong>van</strong>wege deze huiden legde hij een claim op Adams<br />
heersersmandaat over de hele aarde. Op deze manier werd Nimrod de eerste openlijke<br />
rebel die zich de goddelijke autoriteit <strong>van</strong> Noach en Sem toe-eigende.<br />
<strong>Ezau</strong> stal de gewaden <strong>van</strong> Nimrod en leek zo dus de erfgenaam <strong>van</strong> <strong>het</strong> heersersmandaat<br />
over de aarde te zijn. Hij dacht dat hij met deze gewaden als Nimrod kon zijn en de<br />
wereld kon regeren. Waarom zou hij de zegen <strong>van</strong> Izak nog nodig hebben? Izak hoorde<br />
bij Sem, de stichter <strong>van</strong> Jeruzalem, wiens titel Melchizedek, “koning der gerechtigheid” of<br />
Adoni-zedek “heer der gerechtigheid” was. Dit werd in feite de titel voor alle koningen<br />
lang nadat Sem gestorven was en in Jozua 10:1 lezen we <strong>van</strong> een dergelijke koning met<br />
deze naamtitel.<br />
De strijd om <strong>het</strong> geboorterecht – bereastudies.nl
SEM IS MELCHIZEDEK<br />
Om aan te tonen dat Sem Melchizedek uit Gen. 14:18 is zullen we een stuk uit Jasher<br />
16:11, 12 citeren, dat ons over <strong>het</strong> <strong>verhaal</strong> <strong>van</strong> Abrahams ontmoeting, nadat hij Lot<br />
bevrijdt had, met Melchizedek vertelt:<br />
11 En Adoni-Zedek koning <strong>van</strong> Jeruzalem, die ook Sem is, ging uit met zijn mannen om<br />
Abram en zijn mannen met brood en wijn te ontmoeten, en in vallei <strong>van</strong> Melech<br />
verbleven zij. 12 En Adoni-Zedek zegende Abram, en Abram gaf hem <strong>van</strong> alles wat hij<br />
<strong>van</strong> zijn vijanden had buitgemaakt een tiende <strong>deel</strong>, want Adoni-Zedek was een priester<br />
<strong>van</strong> God.<br />
Velen hebben Melchizedek verkeerd begrepen, denkende dat hij een incarnatie <strong>van</strong> Jezus<br />
Christus was. Hun geloof is gebaseerd op een verkeerde interpretatie <strong>van</strong> Heb. 7:1-8.<br />
Vers 3 zegt <strong>het</strong> volgende over Melchizedek:<br />
3 Zonder vader, zonder moeder, zonder stamboom kent hij geen begin <strong>van</strong><br />
dagen en ook geen levenseinde, maar aan de Zoon <strong>van</strong> God gelijkgemaakt.<br />
Dit moet in de context <strong>van</strong> vers 6 begrepen worden. Heb. 7:6 zegt: “Hij echter, die niet<br />
<strong>van</strong> hen afstamt, heeft <strong>van</strong> Abraham tienden genomen, en hij heeft hem gezegend die de<br />
beloften gekregen had.” De Statenvertaling zegt: “Maar hij, die zijn geslachtsrekening uit<br />
hen niet heeft, die heeft <strong>van</strong> Abraham tienden genomen.” Met andere woorden, de<br />
geslachtrekening <strong>van</strong> Melchizedek is niet door een Bijbelse schrijver getraceerd of<br />
OPGETEKEND, en op deze manier is hij eveneens een beeld <strong>van</strong> Christus. Het betekent<br />
NIET dat Melchizedek letterlijk geen ouders had. Het zegt alleen maar dat hij slechts<br />
<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> niets in dat Bijbel<strong>verhaal</strong> ten tonele verschijnt, zonder de<br />
achtergrondinformatie <strong>van</strong> wie hij was en wie zijn ouders waren. Deze goddelijke stilte<br />
binnen dat Bijbelge<strong>deel</strong>te werd bewust op deze manier opgetekend om <strong>van</strong> hem een<br />
beeld <strong>van</strong> Christus te maken, ofwel “aan de Zoon <strong>van</strong> God gelijkgemaakt”.<br />
Sem zelf leefde tot de volle leeftijd <strong>van</strong> 600 jaar. Hij was een eeuw oud toen de vloed<br />
kwam en leefde na de vloed vervolgens nog eens 500 jaar. Als iemand de genealogieën<br />
uit Gen. 11 op een rijtje zet, zoals wij in ons boek “De geheimen <strong>van</strong> tijd” hebben<br />
gedaan, dan zien wij dat Sem Abraham overleefde. Sem stierf in wezen toen Izak 50 jaar<br />
oud was.<br />
De Joodse tradities leren dat Sem Jeruzalem gesticht heeft en dat hij zodoende ook haar<br />
koning was. Tijdens heel <strong>het</strong> leven <strong>van</strong> Abraham was hij in leven. Op deze manier is <strong>het</strong><br />
alleen maar logische dat Abraham aan hem tienden betaalde, want hij was de ware<br />
koning over heel de aarde en de houder <strong>van</strong> <strong>het</strong> geboorterecht. Omdat Sem Abraham<br />
overleefde heeft Abraham in feite nooit <strong>het</strong> geboorterecht ont<strong>van</strong>gen, hoewel hij er wel<br />
voor in aanmerking kwam. Daarom ging <strong>het</strong> geboorterecht direct <strong>van</strong> Sem op Izak over,<br />
en dit is de reden waarom <strong>het</strong> Bijbel<strong>verhaal</strong> niets over <strong>het</strong> geboorterecht zegt totdat de<br />
zonen <strong>van</strong> Izak erom gaan vechten.<br />
EZAU IS EDOM, IDUMEA, HET SEÏRGEBERGTE, TEMAN EN AMALEK<br />
Het begrijpen <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> – wie hij is en hoe zijn leven de moderne geschiedenis heeft<br />
beïnvloed – is <strong>van</strong> wezenlijk belang binnen de studie <strong>van</strong> Bijbelprofetie. De nakomelingen<br />
<strong>van</strong> Adam kregen in de Bijbel verschillende namen. De eerste naam was Edom, dat, zoals<br />
we in Genesis 25:30 lezen, “rood” betekent,<br />
30 Toen zei <strong>Ezau</strong> tegen Jakob: Laat mij toch slurpen <strong>van</strong> dat rode, dat rode daar,<br />
want ik ben moe. Daarom gaf men hem de naam Edom [“rood”].<br />
De strijd om <strong>het</strong> geboorterecht – bereastudies.nl
De Hebreeuwse naam “Edom” wordt soms in haar Griekse vorm “Idumea” geschreven.<br />
Dit zijn dezelfde namen, alleen in een andere taal geschreven. Door met de dochter <strong>van</strong><br />
Seïr de Horiet te trouwen maakte <strong>Ezau</strong> een verbond met hem en ging vervolgens, zoals<br />
we in Genesis 36:8 lezen, bij die Kanaänitische familie wonen,<br />
8 Daarom ging <strong>Ezau</strong> in <strong>het</strong> Seïrgebergte wonen. <strong>Ezau</strong>, dat is Edom.<br />
Het Boek <strong>van</strong> de Oprechte bevestigt dit, waarbij de reden aangedragen wordt dat hij<br />
<strong>van</strong>wege <strong>het</strong> geschil met de Kanaänieten over grasland en waterrechten verhuisde.<br />
Vervolgens trouwde hij zich binnen de familie <strong>van</strong> Seïr de Horiet en gaf hij zijn dochters<br />
ten huwelijk aan de mannen binnen die familie (Jasher 30:29). Vanwege een geschil<br />
roeide de familie <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> uiteindelijk de familie <strong>van</strong> Seïr de Horiet uit, waardoor hij dus<br />
heel dat land beërfde. Op deze manier werd <strong>het</strong> Seïrgebergte <strong>het</strong> erf<strong>deel</strong> <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong>, <strong>het</strong><br />
“land <strong>van</strong> Edom” en wordt dit later in de Schrift ook zo genoemd. Het lag ten zuiden <strong>van</strong><br />
de Dode Zee tot aan de Golf <strong>van</strong> Akaba bij de Rode Zee.<br />
In Ezechiël 35 is de profetie tegen de afstammelingen <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> direct gericht tot<br />
“Seïrgebergte en heel Edom” (Ez. 35:15). De profeet uit in 25:13 zijn anti-<strong>Ezau</strong> profetie<br />
ook tegen “Teman”. Teman was <strong>Ezau</strong>’s kleinkind door Elifaz (Gen. 36:11).<br />
Elifaz had eveneens een zoon met de naam Amalek (Gen. 36:12) die een prominente<br />
stam binnen Edom vestigde. Zij waren een <strong>van</strong> Israëls felste vijanden. Zij vestigde zich<br />
in <strong>het</strong> oosten <strong>van</strong> Edom, tussen Kanaän en Egypte. Het waren de Amalekieten die Israël<br />
aanvielen toen zij onder Mozes uit Egypte kwamen. Zolang Mozes met zijn opgeheven<br />
handen voor Israël bemiddelde won Israël de slag (Exodus 17:11). Nadat Israël Amalek<br />
in Exodus 17:16 had verslagen vertelde God aan Mozes <strong>het</strong> volgende,<br />
16 Hij zei: Voorzeker, de hand op de troon <strong>van</strong> de HEERE! De strijd <strong>van</strong> de<br />
HEERE zal tegen Amalek zijn, <strong>van</strong> generatie op generatie!<br />
Vanaf die tijd identificeerden de profeten de nakomelingen <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> constant als Israëls<br />
vijand die in latere tijden omvergeworpen zou worden. Het boek Obadja bestaat slechts<br />
uit een hoofdstuk, maar <strong>het</strong> is geheel aan dit onderwerp gewijd. Het zegt in vers 18 dat<br />
<strong>het</strong> huis <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> verteerd zal worden zoals een stoppelveld door vuur verteerd wordt.<br />
18 Dan zal <strong>het</strong> huis <strong>van</strong> Jakob een vuur zijn, <strong>het</strong> huis <strong>van</strong> Jozef een vlam, en <strong>het</strong><br />
huis <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> zal tot stoppels worden; zij zullen tegen hen ontbranden en hen<br />
verslinden, zodat er geen ontkomene zal zijn voor <strong>het</strong> huis <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong>! Ja, de<br />
HEERE heeft gesproken!<br />
Interessant detail is dat <strong>het</strong> “vuur” als eerste als “<strong>het</strong> huis <strong>van</strong> Jakob” (Israël) wordt<br />
aangeduid, en vervolgens meer specifiek als ”<strong>het</strong> huis <strong>van</strong> Jozef”. Onthoudt dat Jozef de<br />
houder <strong>van</strong> <strong>het</strong> geboorterecht was en de naam Israël droeg, sinds Jakob die naam in<br />
Gen. 48:16 aan de zonen <strong>van</strong> Jozef gegeven had. Dit laat in <strong>het</strong> bijzonder <strong>het</strong> conflict<br />
tussen Jozef en <strong>Ezau</strong> zien. De reden is dat beide huizen om <strong>het</strong> geboorterecht vochten.<br />
<strong>Ezau</strong> was <strong>het</strong> kwijtgeraakt en zijn nakomelingen verlangden ernaar om <strong>het</strong> terug te<br />
krijgen. Uiteindelijk verkreeg Jozef <strong>het</strong>, maar zou <strong>het</strong> in latere tijden tijdelijk verliezen.<br />
De strijd om <strong>het</strong> geboorterecht wordt in Jesaja 34:8 “de rechtszaak <strong>van</strong> Sion” genoemd,<br />
8 Want <strong>het</strong> zal zijn de dag <strong>van</strong> de wraak <strong>van</strong> de HEERE, <strong>het</strong> jaar <strong>van</strong> de<br />
afrekening om de rechtszaak <strong>van</strong> Sion.<br />
Het Hebreeuwse woord waarmee “rechtszaak” is vertaald is reeb, en de Concordantie <strong>van</strong><br />
Strong geeft <strong>het</strong> weer als “een twist (persoonlijk of juridisch)”. Met andere woorden, God<br />
heeft voor Edom een afspraak in de rechtbank gepland, want Hij heeft een juridische<br />
zaak, of twist, wat betreft “Sion”, ofwel wat betreft <strong>het</strong> besturen <strong>van</strong> <strong>het</strong> Koninkrijk.<br />
Omdat Sion oorspronkelijk de plaats was waar Davids regeringzetel zich bevond werd <strong>het</strong><br />
De strijd om <strong>het</strong> geboorterecht – bereastudies.nl
een symbool voor <strong>het</strong> besturen <strong>van</strong> <strong>het</strong> Koninkrijk. Vanaf deze kant <strong>van</strong> <strong>het</strong> kruis geloven<br />
wij natuurlijk dat <strong>het</strong> Nieuwe Jeruzalem <strong>het</strong> Oude Jeruzalem overruled, en zo is er ook<br />
<strong>het</strong> Nieuwe Sion dat <strong>van</strong> haar oorspronkelijke locatie verschilt. Hier zullen we in<br />
hoofdstuk 8 over uitweiden.<br />
Wanneer we eenmaal begrijpen dat de profetieën wat betreft <strong>Ezau</strong> onder al deze namen<br />
opgetekend staan, wordt <strong>het</strong> duidelijk dat de Bijbel vol staat <strong>van</strong> profetieën tegen de<br />
nakomelingen <strong>van</strong> <strong>Ezau</strong> in latere tijden. Velen realiseren zich dit echter niet, want vele<br />
profetische statements zijn gericht tot een <strong>van</strong> de andere namen, namelijk Edom,<br />
Idumea, Seïr, Teman of Amalek.<br />
De strijd om <strong>het</strong> geboorterecht – bereastudies.nl