Liszt en Rusland- OlgadeKort-PianoBulletin, nr.3, 2011
Liszt en Rusland- OlgadeKort-PianoBulletin, nr.3, 2011
Liszt en Rusland- OlgadeKort-PianoBulletin, nr.3, 2011
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Piano Bulletin <strong>2011</strong>/3<br />
88<br />
1. De allereerste foto van Franz <strong>Liszt</strong>, g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> door Hermann Biow te Hamburg, juni 1843, direct na <strong>Liszt</strong>s<br />
terugkeer van zijn tweede Russische tournee.
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> <strong>Rusland</strong><br />
Olga de Kort<br />
Het jubileumjaar van Franz <strong>Liszt</strong> biedt e<strong>en</strong> uitgesprok<strong>en</strong> kans om zijn in Neder land<br />
zo goed als onbek<strong>en</strong>de reiz<strong>en</strong> naar <strong>Rusland</strong> <strong>en</strong> daar gelegde contact<strong>en</strong> met de<br />
Russische musici in herinnering te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Sinds <strong>Liszt</strong>s triomfale bezoek<strong>en</strong><br />
aan <strong>Rusland</strong> in 1842, 1843 <strong>en</strong> 1847 werd hij in <strong>Rusland</strong> gezi<strong>en</strong> als één van de weinige<br />
Westerse musici die oprechte belangstelling voor de Russische muziek <strong>en</strong> cultuur<br />
hadd<strong>en</strong>. Tot zijn Russische k<strong>en</strong>niss<strong>en</strong>kring behoord<strong>en</strong> bijna alle Russische componist<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> talrijke amateurs <strong>en</strong> professionele musici uit de jar<strong>en</strong> 1840-1860. Jar<strong>en</strong>lang was <strong>Liszt</strong><br />
e<strong>en</strong> pleitbezorger voor de nieuwe Russische muziek, die hij via zijn pianotranscripties,<br />
reacties op nieuwe werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbeveling<strong>en</strong> in het West<strong>en</strong> probeerde te introducer<strong>en</strong>.<br />
Populaire anekdotes<br />
Er bestaan diverse verhal<strong>en</strong> <strong>en</strong> anekdotes over het verblijf van <strong>Liszt</strong> in <strong>Rusland</strong>.<br />
Twee werd<strong>en</strong> heel populair in de Sovjet-tijd; ze verhuiz<strong>en</strong> sindsdi<strong>en</strong> van het <strong>en</strong>e naar het<br />
andere artikel <strong>en</strong> word<strong>en</strong> steeds weer in internet-bronn<strong>en</strong> verteld. Beide schets<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
beeld van de eig<strong>en</strong>zinnige, vrijheidsliev<strong>en</strong>de <strong>en</strong> voor niemand zijn hoofd buig<strong>en</strong>de <strong>Liszt</strong>.<br />
De eerste betreft zijn concert in het Winterpaleis te Sint Petersburg. Tsaar Nikolaj I<br />
zou tijd<strong>en</strong>s het concert te veel gepraat te hebb<strong>en</strong>, waardoor de pianist zich g<strong>en</strong>oodzaakt<br />
voelde te stopp<strong>en</strong> met spel<strong>en</strong>. Op de vraag naar de red<strong>en</strong> van de onderbreking<br />
antwoordde <strong>Liszt</strong> dat ‘iedere<strong>en</strong> werd geacht te zwijg<strong>en</strong> als de tsaar aan het woord<br />
was’. Na het concert kreeg <strong>Liszt</strong> nog zes uur de tijd om Sint Petersburg te verlat<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s de andere versie moest <strong>Liszt</strong> vertrekk<strong>en</strong> vanwege zijn weigering om op<br />
verzoek van Nikolaj I e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>efietconcert voor de veteran<strong>en</strong> van de slag op Borodino<br />
te gev<strong>en</strong>. Naar verluidt heeft <strong>Liszt</strong> gezegd: “Ik b<strong>en</strong> opgevoed in Frankrijk, <strong>en</strong> daar b<strong>en</strong> ik<br />
beroemd geword<strong>en</strong>. Voor mij geeft het ge<strong>en</strong> pas om deg<strong>en</strong>e die Frankrijk versloeg te lofprijz<strong>en</strong>.”<br />
De geïrriteerde tsaar zou per omgaande lat<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> hoe weinig hij de l<strong>en</strong>gte van Listzs<br />
haar waardeerde <strong>en</strong> hoeveel vraagtek<strong>en</strong>s hij bij de politieke voorkeur<strong>en</strong> van de pianist<br />
had. <strong>Liszt</strong>s reactie zou vlijmscherp zijn: zijn haar liet hij in Parijs groei<strong>en</strong> <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> in<br />
die stad zou hij het lat<strong>en</strong> knipp<strong>en</strong>. Wat betreft zijn politieke overtuiging<strong>en</strong>: hij zou ze<br />
alle<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> als hij op steun van 300.000 bajonett<strong>en</strong> kon rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De muziekcriticus<br />
Vladimir Stasov vond dit verhaal, dat voor het eerst opdook in <strong>Liszt</strong>s biografie door<br />
Lina Ramann, echter te ongeloofwaardig <strong>en</strong> noemde het ‘e<strong>en</strong> absurd sprookje’.<br />
Nikolaj I bemoeide zich nooit met de organisatie van concert<strong>en</strong>, <strong>en</strong> al helemaal niet met<br />
de l<strong>en</strong>gte van iemands haar. De polemiek over politieke voorkeur<strong>en</strong> was uitgeslot<strong>en</strong>.<br />
De tsaar “gaf opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze werd<strong>en</strong> onmiddellijk uitgevoerd”.<br />
De bezoek<strong>en</strong> van <strong>Liszt</strong> inspireerd<strong>en</strong> later de Sovjet, Hongaarse <strong>en</strong> Oost-Duitse<br />
filmmakers tot e<strong>en</strong> film getiteld <strong>Liszt</strong>. Drom<strong>en</strong> van liefde (regie Márton Keleti). Vele feit<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de chronologische volgorde moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangepast aan e<strong>en</strong> romantisch plot.<br />
In de film bezocht <strong>Liszt</strong> Sint Petersburg, maakte hij grote indruk op het concertpubliek,<br />
<strong>en</strong> raakte bevri<strong>en</strong>d met Mikhail Glinka. Maar de leukste ontmoeting had<br />
<strong>Liszt</strong> in de film met de mooie prinses Carolyne von Sayn-Wittg<strong>en</strong>stein. Deze twee<br />
werd<strong>en</strong> onafscheidelijk, <strong>en</strong> de componist droeg aan haar zijn beroemde Liebesträume<br />
op. De tweedelige film werd getoond in 1970 in twee versies: de Sovjet versie duurde<br />
150 minut<strong>en</strong>, de Hongaarse was 24 minut<strong>en</strong> langer.<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> <strong>Rusland</strong> - Olga de Kort<br />
89
Piano Bulletin <strong>2011</strong>/3<br />
90<br />
Het eerste bezoek, 1842<br />
<strong>Liszt</strong> speelde zijn eerste Sint Petersburgse concert voor circa 3000 toehoorders op<br />
8 april 1842, na de succesvolle concertreeks in Berlijn. De Russische tournee bestond uit<br />
zes concert<strong>en</strong> <strong>en</strong> was de langgekoesterde w<strong>en</strong>s van de graaf Mikhail Wielgorski. Hij<br />
ontmoette <strong>Liszt</strong> al in 1839 in Rome <strong>en</strong> zorgde voor de uitnodiging <strong>en</strong> de organisatie<br />
van concert<strong>en</strong>. Behalve e<strong>en</strong> muziekk<strong>en</strong>ner <strong>en</strong> amateur-componist, was de graaf e<strong>en</strong><br />
invloedrijke mec<strong>en</strong>as. Berlioz vergeleek zijn huis met ‘e<strong>en</strong> klein ministerie voor de<br />
kunst<strong>en</strong>’. De muzieksalon van Wielgorski was e<strong>en</strong> exclusieve concertzaal die zijn deur<strong>en</strong><br />
alle<strong>en</strong> voor de beste Russische musici <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landse beroemdhed<strong>en</strong> op<strong>en</strong>de. Het<br />
optred<strong>en</strong> bij Wielgorski stond voor buit<strong>en</strong>landse artiest<strong>en</strong> gelijk aan het succes in<br />
op<strong>en</strong>bare concert<strong>en</strong>. Na de audiëntie bij Nikolaj I werd de 31-jarige <strong>Liszt</strong> snel in de<br />
kring van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van de graaf opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>: aristocratische, goed opgeleide <strong>en</strong> breed<br />
georiënteerde musici-dilettant<strong>en</strong>, amateurcomponist<strong>en</strong>, dichters <strong>en</strong> muziekbeminn<strong>en</strong>de<br />
hoge ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>.<br />
Voor zijn weldo<strong>en</strong>er schreef <strong>Liszt</strong> twee pianotranscripties van Wielgorski’s populaire<br />
lied Ik hield van… Door middel van zijn andere pianotranscriptie maakte Listz het<br />
Europese publiek bek<strong>en</strong>d met De Nachtegaal van Anatolij Aljabjev. Deze mooie<br />
romance kwam op het repertoire van onder ander<strong>en</strong> Pauline Viardot te staan. Zij zong dit<br />
lied zelfs als Rosina’s aria in Il Barbiere di Siviglia van Rossini. Op zijn beurt introduceerde<br />
<strong>Liszt</strong> in Sint Petersburg veel voor <strong>Rusland</strong> nieuwe werk<strong>en</strong>, waaronder de tweede<br />
Symfonie van Beethov<strong>en</strong>. Het Russische publiek leerde dit werk 15 jaar na de dood<br />
van de componist via <strong>Liszt</strong>s pianotranscriptie k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> Glinka<br />
Met <strong>Liszt</strong>s eerste bezoek aan <strong>Rusland</strong> begon ook zijn belangstelling voor de<br />
muziek uit dat land. Na zijn k<strong>en</strong>nismaking met Michail Glinka (1804-1857) raakte<br />
hij geïnteresseerd in di<strong>en</strong>s werk<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> met Berlioz behoorde <strong>Liszt</strong> tot één van de<br />
weinig<strong>en</strong> die de ‘geleerde muziek’ van de Glinka’s tweede opera Ruslan <strong>en</strong> Ljudmila<br />
kond<strong>en</strong> waarder<strong>en</strong>. Na het vertrek van de tsaar Nikolaj I halverwege de première in<br />
november 1842 was de opera tot mislukking gedoemd. Het werk kreeg e<strong>en</strong> koele<br />
ontvangst van de critici <strong>en</strong> het publiek, <strong>en</strong> werd snel van de plank<strong>en</strong> gehaald.<br />
Met de pianotranscriptie van Mars van Tjernomor vestigde <strong>Liszt</strong> weer de aandacht<br />
op Glinka. Zijn belangstelling was oprecht <strong>en</strong> had niets met e<strong>en</strong> vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st te<br />
mak<strong>en</strong>. Buit<strong>en</strong> de deelname aan het veelbesprok<strong>en</strong> extravagante ‘zigeuner’-feest bij<br />
Glinka thuis (dat eindigde met de kroning van <strong>Liszt</strong> tot ‘zigeunerkoning’) blev<strong>en</strong> de<br />
persoonlijke contact<strong>en</strong> met de componist vrij oppervlakkig. Als leerling van John<br />
Field was Glinka verre van gecharmeerd van het temperam<strong>en</strong>tvolle spel van <strong>Liszt</strong>. Het<br />
was ‘nieuwlichterij’, die niet in de wereld van Glinka paste. Het spreekt voor <strong>Liszt</strong> dat<br />
hij de andere manier van d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, spel<strong>en</strong> <strong>en</strong> componer<strong>en</strong> van de Russische musici wél<br />
kon waarder<strong>en</strong>.<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> Stasov<br />
Tijd<strong>en</strong>s zijn eerste Russische bezoek maakte <strong>Liszt</strong> k<strong>en</strong>nis met twee toekomstige<br />
muziekcritici <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s zijn trouwe briefcorrespond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Vladimir Stasov (1824-<br />
1906) <strong>en</strong> Aleksandr Serov (1820-1871). In feite was <strong>Liszt</strong> ‘verantwoordelijk’ voor de<br />
geboorte van de Russische muziekkritiek. In 1842 studeerde de 18-jarige Stasov aan<br />
de recht<strong>en</strong>school <strong>en</strong> twijfelde over zijn studiekeuze. Na het eerste concert van <strong>Liszt</strong><br />
schreef hij zijn eerste rec<strong>en</strong>sie. Hoewel die voorgoed in de bureaulade bleef ligg<strong>en</strong>,
markeerde deze e<strong>en</strong> ommekeer in Stasovs lev<strong>en</strong>. Later noemde Stasov het bezoek van<br />
<strong>Liszt</strong> e<strong>en</strong> ‘echte wereldgebeurt<strong>en</strong>is’: “Na het concert war<strong>en</strong> Serov <strong>en</strong> ik als gekk<strong>en</strong>, wij wisseld<strong>en</strong><br />
amper <strong>en</strong>kele woord<strong>en</strong> met elkaar <strong>en</strong> haastt<strong>en</strong> ons naar huis om zo snel mogelijk [over] onze<br />
impressies, onze drom<strong>en</strong>, onze verrukking te schrijv<strong>en</strong>. [...] Wij zwoer<strong>en</strong> aan elkaar dat deze<br />
dag, 8 april 1842, voor ons voortaan heilig zou zijn, <strong>en</strong> dat we tot aan het graf ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel<br />
detail zoud<strong>en</strong> verget<strong>en</strong>. Het was alsof we verliefd <strong>en</strong> als raz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat was niet voor<br />
niets. Wij hebb<strong>en</strong> nog niets vergelijkbaars in ons lev<strong>en</strong> gehoord. En wij hebb<strong>en</strong> nog nooit oog in<br />
oog gestaan met e<strong>en</strong> dergelijke g<strong>en</strong>iale, gepassioneerde, diabolische natuur, die of als e<strong>en</strong> storm<br />
voortsnelde of met de strom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tedere schoonheid <strong>en</strong> gratie vloeide.”<br />
Na afloop van zijn tournee liet <strong>Liszt</strong> veel trouwe muziekvri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> achter. Bij zijn<br />
afscheid schreef prins Pjotr Vjazemski e<strong>en</strong> gedicht dat goed de gevoel<strong>en</strong>s van het<br />
Russische publiek verwoordt. In zijn gedicht zinspeelt hij op de naam ‘<strong>Liszt</strong>’, die in<br />
het Russisch ‘het blad’ betek<strong>en</strong>t.<br />
E<strong>en</strong> Blad [<strong>Liszt</strong>]? Hij is e<strong>en</strong> boek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> poëem!<br />
Waarin de aarde, hel, <strong>en</strong> hemel zijn versmolt<strong>en</strong>,<br />
En lieder<strong>en</strong> van blijdschap van het gelukkige Ed<strong>en</strong>,<br />
En klacht<strong>en</strong> van verdriet, <strong>en</strong> lijd<strong>en</strong> van de stem.<br />
Tweede bezoek, 1843<br />
E<strong>en</strong> jaar later, in april <strong>en</strong> mei 1843, heeft <strong>Liszt</strong> ook e<strong>en</strong> bezoek aan Moskou<br />
gebracht. De muziekliefhebbers van alle rang<strong>en</strong> <strong>en</strong> stand<strong>en</strong> kek<strong>en</strong> uit naar de concert<strong>en</strong><br />
van de beroemde <strong>en</strong>, volg<strong>en</strong>s de Sint Petersburgse gerucht<strong>en</strong>, exc<strong>en</strong>trieke pianist. <strong>Liszt</strong><br />
was overal e<strong>en</strong> welkome gast, de muzikale salons draaid<strong>en</strong> overur<strong>en</strong>. Alle lithografische<br />
portrett<strong>en</strong> raakt<strong>en</strong> in de ocht<strong>en</strong>d na zijn eerste concert uitverkocht. De uitsprak<strong>en</strong><br />
van <strong>Liszt</strong>, zijn kleding, kapsel, gebar<strong>en</strong> – alles werd uitvoerig besprok<strong>en</strong>, naverteld <strong>en</strong><br />
in m<strong>en</strong>ig dagboek opgeschrev<strong>en</strong>. Zo wet<strong>en</strong> we uit het dagboek van de diplomaat,<br />
s<strong>en</strong>ator <strong>en</strong> directeur van de Moskouse post Aleksandr Boelgakov, hoe <strong>Liszt</strong> na e<strong>en</strong><br />
uitgebreid diner bijna te laat kwam voor zijn tweede concert. Zijn reactie op de<br />
herinnering werd de volg<strong>en</strong>de dag in alle salons geciteerd: “Soyez tranquille, il n’y aurai<br />
pas de musique sans moi, car je dois composer seul tout l’orchestre.”<br />
Dagboek van Boelgakov<br />
Aleksandr Boelgakov (1781-1863) heeft <strong>Liszt</strong> persoonlijk ontmoet <strong>en</strong> was op alle<br />
op<strong>en</strong>bare concert<strong>en</strong> <strong>en</strong> privé-bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> aanwezig. Iedere dag vertrouwde hij zijn<br />
gedacht<strong>en</strong> over <strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> zijn spel aan het dagboek toe. In 2002 werd<strong>en</strong> de ‘<strong>Liszt</strong>’-pagina’s<br />
in het Russische tijdschrift Onze erf<strong>en</strong>is gepubliceerd, maar de complete tekst van het<br />
dagboek wacht nog steeds op publicatie.<br />
Heel nauwkeurig schreef Boelgakov zijn gesprekk<strong>en</strong> met <strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> de programma’s<br />
van zijn concert<strong>en</strong> op. Boelgakov was in één woord ‘verrukt’ van zijn spel, dat hij met<br />
‘e<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>d vuur’ vergeleek. Hij beschrijft hoe het publiek na het concert “als g<strong>en</strong>ageld<br />
in zijn stoel<strong>en</strong> bleef zitt<strong>en</strong>. Niemand dacht er nog aan om zijn buurman deelg<strong>en</strong>oot te mak<strong>en</strong><br />
van zijn verbazing of plezier, omdat deze gevoel<strong>en</strong>s al te zi<strong>en</strong> war<strong>en</strong> op het gezicht van de buurman.<br />
De m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, ideeën <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> bij iedere<strong>en</strong> dezelfde. <strong>Liszt</strong> heeft niet alle<strong>en</strong> alle pianist<strong>en</strong><br />
die er voor hem geweest zijn in kolossale mate overtroff<strong>en</strong>, maar er kan met zekerheid beweerd word<strong>en</strong><br />
dat e<strong>en</strong> grotere verbetering onmogelijk te voorzi<strong>en</strong> is. […] Het spel van deze sterveling kan niet<br />
doordring<strong>en</strong> tot deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die hem niet gehoord hebb<strong>en</strong>.”<br />
Volg<strong>en</strong>s Boelgakov was het niet g<strong>en</strong>oeg om naar <strong>Liszt</strong> te luister<strong>en</strong>. Na het concert van<br />
<strong>Liszt</strong> met de zanger Ciabatta op 4 mei liet hij de volg<strong>en</strong>de beschrijving van <strong>Liszt</strong> na:<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> <strong>Rusland</strong> - Olga de Kort<br />
91
Piano Bulletin <strong>2011</strong>/3<br />
92<br />
“U moet de uitdrukking van <strong>Liszt</strong>s gezicht tijd<strong>en</strong>s het<br />
spel zi<strong>en</strong>, die verbeeldt afwissel<strong>en</strong>d alle hartstocht<strong>en</strong>.<br />
Vel<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dat de beweging<strong>en</strong> die hij met zijn hand<strong>en</strong>,<br />
hoofd <strong>en</strong> schouders maakt, opzettelijk <strong>en</strong> voor het effect<br />
ingestudeerd zijn… Dat is onredelijk! De overmatige<br />
krachtinspanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> beh<strong>en</strong>digheid in het spel van<br />
<strong>Liszt</strong> zijn zodanig dat ze alle lichaamsdel<strong>en</strong> niet<br />
alle<strong>en</strong> in beweging maar ook in ontreddering moet<strong>en</strong><br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De har<strong>en</strong> van <strong>Liszt</strong>, aan beide kant<strong>en</strong> tot de<br />
schouders vall<strong>en</strong>d, bedekk<strong>en</strong> vaak zijn gezicht: wanneer<br />
hij e<strong>en</strong> geschikt mom<strong>en</strong>t kan vind<strong>en</strong>, gooit hij ine<strong>en</strong>s<br />
de har<strong>en</strong> met de hand achter de or<strong>en</strong>, of gooit ze met e<strong>en</strong><br />
krachtige hoofdbeweging naar achter<strong>en</strong>. Het mechanische<br />
werk van <strong>Liszt</strong> is zo zwaar dat hij aan het eind van<br />
2. Alexandr Boelgakov<br />
het spel<strong>en</strong> helemaal bezweet is, <strong>en</strong> zijn gezicht drukt<br />
e<strong>en</strong> zware uitputting uit.”<br />
De dagboekschrijver verwonderde zich over de ‘bov<strong>en</strong>natuurlijke kracht’ van de<br />
vingers van de pianist, <strong>en</strong> beschreef e<strong>en</strong> voorval met het metal<strong>en</strong> plaatje van de pianomaker,<br />
dat tijd<strong>en</strong>s het spel<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> lange triller losraakte <strong>en</strong> op de hand<strong>en</strong> van <strong>Liszt</strong><br />
viel. De pianist gooide het in e<strong>en</strong> mum van tijd op de vloer zonder zijn spel te onderbrek<strong>en</strong>.<br />
“De kracht, beh<strong>en</strong>digheid <strong>en</strong> plezierigheid van het spel van <strong>Liszt</strong> zijn onuitputtelijk.<br />
Zonder deze drie waardighed<strong>en</strong> of slechts in het bezit van één van deze, is het onmogelijk e<strong>en</strong><br />
volmaakte pianist te zijn; het is onmogelijk dezelfde te zijn als <strong>Liszt</strong>. Hij is e<strong>en</strong> grootmeester in<br />
het zand in de og<strong>en</strong> strooi<strong>en</strong>, want op zijn instrum<strong>en</strong>t produceert hij verbazingwek<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong>,<br />
maar hij beheerst ook in grote mate de kunst om<br />
je met zijn tedere spel te bekor<strong>en</strong>, je hoort niet<br />
e<strong>en</strong>s het geklop van zijn vingers, ze lijk<strong>en</strong> niet<br />
op ivoor maar op fluweel te lop<strong>en</strong>.”<br />
Orgelconcert<br />
Tuss<strong>en</strong> de zes op<strong>en</strong>bare recitals door<br />
stemde <strong>Liszt</strong> in om ook e<strong>en</strong> orgelconcert<br />
in de Evangelische-Lutherse domkerk van<br />
Sint Petrus <strong>en</strong> Sint Paulus te verzorg<strong>en</strong>. Op<br />
4 mei 1843 speelde hij e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>efietconcert<br />
t<strong>en</strong> bate van het kathedrale weeshuis. Dit<br />
concert trok meer dan 1000 toehoorders, <strong>en</strong><br />
had volg<strong>en</strong>s diverse bronn<strong>en</strong> “grote invloed<br />
op de z<strong>en</strong>uw<strong>en</strong> van de luisteraars; <strong>en</strong>kele<br />
dames huild<strong>en</strong>, ander<strong>en</strong> – snov<strong>en</strong> ether”.<br />
Aleksandr Boelgakov vond het concert<br />
minder geslaagd dan <strong>Liszt</strong>s pianorecitals.<br />
Hij beschrijft het concert als e<strong>en</strong> fiasco:<br />
“Orgels zijn ge<strong>en</strong> piano’s, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> middelmatige<br />
oude organist speelt beter dan <strong>Liszt</strong>, het eerste<br />
g<strong>en</strong>ie van zijn eeuw. Dat hebb<strong>en</strong> we vandaag<br />
gezi<strong>en</strong>. <strong>Liszt</strong> produceerde baston<strong>en</strong> die zo<br />
vreemd war<strong>en</strong> dat het onmogelijk was om niet te<br />
3. E<strong>en</strong> pagina uit het manuscript van het dagboek van<br />
Aleksandr Boelgakov.
lach<strong>en</strong>. De stemm<strong>en</strong> van de 22 amateurs die de kerkmuziek zong<strong>en</strong>, war<strong>en</strong> onbetek<strong>en</strong><strong>en</strong>d. De<br />
Mosko viet<strong>en</strong>, die met groot gemak van het <strong>en</strong>e gevoel naar het andere, helemaal teg<strong>en</strong>overgesteld,<br />
overschakel<strong>en</strong>, begonn<strong>en</strong> <strong>Liszt</strong> met allerlei spott<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong> te bestok<strong>en</strong>. Zo beantwoordde,<br />
Mikh[ail] Apol[lonovitsj] Volkov de vraag ‘Comm<strong>en</strong>t trouvez-vous <strong>Liszt</strong>’ met ‘Du sublime au<br />
ridicule il n’y a qu’un pas’. Lev Golitsin permitteerde zich e<strong>en</strong> vrij slechte woordgrap:<br />
‘C’était le grand <strong>Liszt</strong>, ce soir c’est un soliste (sot <strong>Liszt</strong>)’.”<br />
In ieder geval was de opbr<strong>en</strong>gst van het concert heel groot; iedere<strong>en</strong> prees de<br />
vrijgevigheid <strong>en</strong> gulheid van <strong>Liszt</strong>. Volg<strong>en</strong>s Boelgakov had “nog ge<strong>en</strong> kunst<strong>en</strong>aar dergelijke<br />
bewijz<strong>en</strong> van vrijgevigheid” lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>: “Hij schudt overal met beide hand<strong>en</strong> datg<strong>en</strong>e<br />
af wat hij met beide hand<strong>en</strong> vergaart”. In Moskou woonde <strong>Liszt</strong> in het dure Hotel<br />
Dresd<strong>en</strong> waar hij 800 roebels per dag voor zijn kamer betaalde (ter vergelijking: de<br />
<strong>en</strong>tree voor zijn orgelconcert kostte 10 roebels). Boelgakov br<strong>en</strong>gt e<strong>en</strong> tafelgesprek met<br />
<strong>Liszt</strong> ter sprake waarbij de pianist zich heel negatief over de gierigheid <strong>en</strong> hebzucht<br />
van Paganini uitliet. Daarbij zwaaide hij met zijn brand<strong>en</strong>de sigaar in de lucht <strong>en</strong> riep<br />
uit: “Qu’est-ce au fond que l’arg<strong>en</strong>t? Qu’est-ce qu’est un cigare, le cigare est fait pour qu’on le<br />
fume et l’arg<strong>en</strong>t pour être dép<strong>en</strong>sé!”<br />
Het tweede Russische bezoek van <strong>Liszt</strong> werd vereeuwigd in het gedicht van<br />
Fjodor Glinka, die net als prins Vjazemski e<strong>en</strong> jaar eerder op de naam van <strong>Liszt</strong> (‘het<br />
blad’) zinspeelde, maar deze keer in e<strong>en</strong> iets andere context. Het voorjaar van 1843<br />
was heel koud in Moskou, de bom<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> bijna ge<strong>en</strong> blader<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de dichter<br />
schreef het volg<strong>en</strong>de:<br />
Onze mei is somber <strong>en</strong> bloemloos,<br />
De herfst lijkt weer terug te ker<strong>en</strong>:<br />
Hoe triest is het! Ge<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> blad van hier,<br />
Slechts één van ver gekom<strong>en</strong> Blad [=<strong>Liszt</strong>] maakt Moskou blij.<br />
Derde bezoek, 1847<br />
Vijf jaar later kwam <strong>Liszt</strong> weer naar <strong>Rusland</strong>. Hij bezocht het zuid<strong>en</strong> van het<br />
Russische imperium, <strong>en</strong> gaf concert<strong>en</strong> in Kiev, Odessa <strong>en</strong> Elisabetgrad. Tijd<strong>en</strong>s deze<br />
tournee maakte hij k<strong>en</strong>nis met Carolyne von Sayn-Wittg<strong>en</strong>stein.<br />
In Kiev droeg<strong>en</strong> <strong>en</strong>thousiaste stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de beroemde pianist sam<strong>en</strong> met zijn stoel<br />
op hun schouders. De krant Kiev vedomosti schreef: “<strong>Liszt</strong> is in Kiev. Alle<strong>en</strong> dit woord is<br />
al g<strong>en</strong>oeg om ons publiek lawaai te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, [erover] te prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich naar dit wonder te<br />
spoed<strong>en</strong>… ‘<strong>Liszt</strong>’ is het eerste woord waarmee iedere<strong>en</strong> zijn k<strong>en</strong>nis begroet.”<br />
De laatste concert<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> plaats in Elisabetgrad, e<strong>en</strong> klein stadje, dat gedur<strong>en</strong>de<br />
het bezoek van <strong>Liszt</strong> zijn bewonersaantal tijdelijk zag verdubbel<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s één van<br />
de concert<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de dichter Afanasij Fet (1820-1892) <strong>en</strong> de geschiedschrijver<br />
Nikolaj Kostomarov (1817-1875) aanwezig. De verloofde van Kostomarov had les<br />
van <strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> moest tijd<strong>en</strong>s het concert op aandring<strong>en</strong> van haar doc<strong>en</strong>t naast de pianist<br />
op het podium zitt<strong>en</strong>.<br />
Contact<strong>en</strong> met de Russische musici<br />
Door zijn leerling<strong>en</strong> (onder ander<strong>en</strong> Vera Timanova, Aleksandr Siloti, Magdal<strong>en</strong>a<br />
Svistunova) <strong>en</strong> de nooit verbrok<strong>en</strong> contact<strong>en</strong> met de Russische componist<strong>en</strong> <strong>en</strong> musici<br />
bleef <strong>Liszt</strong> ook na zijn concerttournees op de hoogte van het Russische muzieklev<strong>en</strong>.<br />
Hij speelde graag de virtuoze fantasie Islamei van Balakirev, vond Nikolaj Rubinstein<br />
de beste vertolker van de Danse macabre <strong>en</strong> droeg hem de Fantasia op e<strong>en</strong> thema uit<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> <strong>Rusland</strong> - Olga de Kort<br />
93
Piano Bulletin <strong>2011</strong>/3<br />
94<br />
Beethov<strong>en</strong>’s Ruïnes van Ath<strong>en</strong>e op. Eén van zijn laatste pianotranscripties was de<br />
Tarantella van Cui. <strong>Liszt</strong> was zeer te sprek<strong>en</strong> over de vocale cyclus De Kinderkamer van<br />
Moessorgski, die hij door de uitgever Bessel toegestuurd had gekreg<strong>en</strong>. De broer van<br />
Bessel meldde aan Moessorgski dat <strong>Liszt</strong> zo onder de indruk was dat hij hem ‘une bluette’<br />
besloot op te drag<strong>en</strong>’. Verheugd schreef Moessorgski aan Stasov: “Ik had nooit gedacht<br />
dat <strong>Liszt</strong>, die met weinig uitzondering kolossale onderwerp<strong>en</strong> kiest, De Kinderkamer<br />
serieus kon begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er vooral zo <strong>en</strong>thousiast over kon zijn… Wat<br />
zou <strong>Liszt</strong> zegg<strong>en</strong> of d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wanneer hij Boris [Godo<strong>en</strong>ov] op zijn minst in e<strong>en</strong> pianotranscriptie<br />
ziet.”<br />
Doorreiz<strong>en</strong>de Russische musici kond<strong>en</strong> in Weimar altijd op e<strong>en</strong> warme ontvangst<br />
<strong>en</strong> op belangstelling voor hun werk<strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s de repetitie van de eerste<br />
Symfonie van Aleksandr Glazo<strong>en</strong>ov in Weimar in 1884 begon <strong>Liszt</strong> als eerste te klapp<strong>en</strong>.<br />
Bij het hor<strong>en</strong> van Tsjaikovski’s Variaties op e<strong>en</strong> Rococo-thema voor cello <strong>en</strong> orkest in<br />
Wiesbad<strong>en</strong> riep hij uit: “Eindelijk, weer muziek!” Tsjaikovski ontmoette <strong>Liszt</strong> bij de<br />
op<strong>en</strong>ing van het theater <strong>en</strong> de première van Der Ring des Nibelung<strong>en</strong> in Bayreuth in<br />
augustus 1876. Volg<strong>en</strong>s de overleving was het e<strong>en</strong> heel aang<strong>en</strong>aam bezoek.<br />
In zijn brief aan Nadezjda von Meck vanuit W<strong>en</strong><strong>en</strong> op 27 november 1877 schreef<br />
Tsjaikovski echter over de vaak “beledig<strong>en</strong>d-bescherm<strong>en</strong>de toon” van de belangrijke<br />
westerse ‘az<strong>en</strong>’ die ze in hun gesprek met e<strong>en</strong> Russische musicus aanslaan. Als voorbeeld<br />
noemde hij… <strong>Liszt</strong>: “Je kunt het zo in hun og<strong>en</strong> lez<strong>en</strong>: hoewel je Russisch b<strong>en</strong>t, b<strong>en</strong><br />
ik zo aardig <strong>en</strong> welwill<strong>en</strong>d dat ik je mijn aandacht sch<strong>en</strong>k. […] Vorig jaar moest ik teg<strong>en</strong> mijn<br />
wil <strong>Liszt</strong> bezoek<strong>en</strong>. Hij was voorkom<strong>en</strong>d tot aan het misselijk mak<strong>en</strong>de toe, maar op zijn lipp<strong>en</strong><br />
bleef de glimlach hang<strong>en</strong>, die me heel duidelijk de onderstreepte zin vertelde.”<br />
4. Anton Rubinstein omstreeks 1870.<br />
Foto Gürney & Son, New York (coll. CL).<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> Anton Rubinstein<br />
E<strong>en</strong> zeer bijzondere relatie had<br />
<strong>Liszt</strong> met Anton Rubinstein<br />
(1829-1894). <strong>Liszt</strong> had veel waardering<br />
voor zijn jonge collega. In<br />
e<strong>en</strong> brief aan Hans von Bülow van<br />
17 juni 1854 schreef hij: “K<strong>en</strong>t U<br />
Rubinstein? Hij is e<strong>en</strong> voorbeeldige<br />
werker <strong>en</strong> e<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>gewoon artistiek<br />
individu… Hij is me dierbaar<br />
door zijn tal<strong>en</strong>t <strong>en</strong> zijn karakter.”<br />
Opmerkelijk hoe treff<strong>en</strong>d <strong>Liszt</strong><br />
de belangrijke eig<strong>en</strong>schap van<br />
Rubinstein verwoordt, als hij hem<br />
‘e<strong>en</strong> voorbeeldige werker’ noemt.<br />
Dat was hij inderdaad. Van zijn leerling<strong>en</strong><br />
aan het conservatorium in<br />
Moskou eiste Rubinstein dezelfde<br />
ijzer<strong>en</strong> zelfdiscipline <strong>en</strong> harde<br />
arbeid: “De zin van het lev<strong>en</strong>, zijn<br />
betek<strong>en</strong>is is in werk. Werk in alle d<strong>en</strong>kbare<br />
vakk<strong>en</strong> is de beste vri<strong>en</strong>d van de<br />
m<strong>en</strong>s. Nietsdo<strong>en</strong>erij is zijn gezwor<strong>en</strong><br />
vijand. Werk is lev<strong>en</strong>, nietsdo<strong>en</strong>erij –
5. Franz <strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> zijn Russische leerling Aleksandr Siloti. Foto Louis Held, Weimar, 1884 (coll. CL).<br />
dood.” Als e<strong>en</strong> leerling klaagde dat hij zich niet goed g<strong>en</strong>oeg voelde om te studer<strong>en</strong>,<br />
antwoordde Rubinstein slechts: “Als u pijn in het hoofd hebt, moet u blij zijn dat uw hoofd het<br />
u laat voel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat u het op uw nek hebt zitt<strong>en</strong>”. Als leraar hield hij alle<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing met de<br />
sterke leerling<strong>en</strong>. Aan de zwakker<strong>en</strong> gaf hij één advies: “Als u het moeilijk vindt, moet u dus<br />
beter <strong>en</strong> slimmer werk<strong>en</strong>.” In zijn beginjar<strong>en</strong> als conservatoriumdirecteur <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t had<br />
hij slechts één leerling die door e<strong>en</strong> vergelijkbare werklust opviel – Pjotr Tsjaikovski.<br />
In 1854 logeerde Anton Rubinstein zes maand<strong>en</strong> bij <strong>Liszt</strong> in de Alt<strong>en</strong>burg te<br />
Weimar. Sam<strong>en</strong> bezocht<strong>en</strong> ze de Nederland<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s België, waar zij de<br />
neg<strong>en</strong>de Symfonie van Beethov<strong>en</strong> vierhandig speeld<strong>en</strong>. Vanwege de opvall<strong>en</strong>de gelijk<strong>en</strong>is<br />
van Rubinstein met Beethov<strong>en</strong> noemde <strong>Liszt</strong> hem ‘Van II’. Met <strong>Liszt</strong> voerde Anton<br />
Rubinstein vaak heftige discussies, vooral over Wagner. Net als Tsjaikovski <strong>en</strong> Rimski-<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> <strong>Rusland</strong> - Olga de Kort<br />
95
Piano Bulletin <strong>2011</strong>/3<br />
96<br />
Korsakov vond Rubinstein de ideeën van Wagner over muziekdrama onnatuurlijk,<br />
gekunsteld <strong>en</strong> vergezocht. Ook deelde hij <strong>Liszt</strong>s opvatting<strong>en</strong> over Berlioz niet.<br />
Dankzij <strong>Liszt</strong> kwam de uitvoering van de Rubinsteins opera De Siberische jagers in<br />
Weimar tot stand. Vier jaar later, in 1858, dirigeerde hij Rubinsteins oratorium Het<br />
verlor<strong>en</strong> paradijs.<br />
In zijn brief aan Fredro beschreef Rubinstein zijn oudere collega als e<strong>en</strong> ‘zeldzame<br />
persoonlijkheid’ <strong>en</strong> als zijn grote leraar over wie hij e<strong>en</strong> boek zou kunn<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>:<br />
“Ik geef toe dat ik veel van hem geleerd heb, <strong>en</strong> dat vele ding<strong>en</strong> voor mij onopgemerkt<br />
voorbij zoud<strong>en</strong> gaan indi<strong>en</strong> ik hem niet k<strong>en</strong>de <strong>en</strong> indi<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong> met<br />
elkaar uitwisseld<strong>en</strong>.” In de briefwisseling van Rubinstein <strong>en</strong> <strong>Liszt</strong> uit 1854-1858 is<br />
veel interessant materiaal over beide musici te vind<strong>en</strong>.<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> Borodin<br />
De briev<strong>en</strong> van Aleksandr Borodin (1833-1887) over zijn ontmoeting<strong>en</strong> met <strong>Liszt</strong><br />
in 1877 <strong>en</strong> 1881 behor<strong>en</strong> tot de interessantste Russische <strong>Liszt</strong>-docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Ze war<strong>en</strong><br />
geadresseerd aan Borodins vrouw, maar werd<strong>en</strong> door haar aan Stasov voorgelez<strong>en</strong>. Die<br />
was zo <strong>en</strong>thousiast dat hij Borodin overhaalde om e<strong>en</strong> artikel te schrijv<strong>en</strong>. De eerste<br />
versie, Mijn herinnering<strong>en</strong> aan <strong>Liszt</strong> uit 1878, werd niet gepubliceerd. De tweede variant,<br />
het artikel <strong>Liszt</strong> thuis in Weimar, versche<strong>en</strong> vijf jaar later in het tijdschrift Kunst.<br />
De scheikundige <strong>en</strong> componist Borodin bleek e<strong>en</strong> meesterlijk verteller te zijn. In<br />
e<strong>en</strong> brief aan Stasov deelde de kunstschilder Repin zijn <strong>en</strong>thousiasme over de stijl van<br />
Borodin: “Ik kan niet stopp<strong>en</strong> met het lez<strong>en</strong> van de briev<strong>en</strong> van Borodin! Wat e<strong>en</strong> frisheid <strong>en</strong> kracht!<br />
Wat e<strong>en</strong> simpele <strong>en</strong> artistieke taal! Slechts met Poesjkin te vergelijk<strong>en</strong>. Alsof ik met hem [Borodin]<br />
in Weimar bij <strong>Liszt</strong> b<strong>en</strong> geweest… Wat e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>dige beschrijving van concert<strong>en</strong>, less<strong>en</strong> met leerling<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> alle, alle zwakhed<strong>en</strong> van <strong>Liszt</strong>. Wat is het voor e<strong>en</strong> wonder – al deze briev<strong>en</strong> van hem!”<br />
Al blader<strong>en</strong>d door Borodins herinnering<strong>en</strong> wordt de lezer door de lev<strong>en</strong>digheid <strong>en</strong><br />
humor van de schrijver gegrep<strong>en</strong>. Zo beschrijft hij hoe hij het huis van <strong>Liszt</strong> in Weimar<br />
probeerde te vind<strong>en</strong> door eerst aan de hotelober de weg te vrag<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s<br />
door in e<strong>en</strong> “grote winkel met het portret van <strong>Liszt</strong> in de vitrine” te informer<strong>en</strong>. Na<br />
ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> in de trant van “rechts-links-rechts-links <strong>en</strong> steeds rechtdoor”<br />
kwam hij op e<strong>en</strong> plein terecht. De zijstrat<strong>en</strong> leidd<strong>en</strong> “tot muzikale beroemdhed<strong>en</strong>:<br />
één naar de begraafplaats - naar de in alle opzicht<strong>en</strong> dode Hummel, de andere – naar<br />
het park, naar de in alle opzicht<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>de <strong>Liszt</strong>.”<br />
To<strong>en</strong> hij het huis e<strong>en</strong>maal had gevond<strong>en</strong>, kreeg<br />
Borodin te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> opmerkelijk “lev<strong>en</strong>dige <strong>en</strong><br />
statige figuur van e<strong>en</strong> oude man, met e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergiek<br />
expressief gezicht.” <strong>Liszt</strong> “praatte zonder ophoud<strong>en</strong>” <strong>en</strong><br />
bestookte Borodin met vrag<strong>en</strong> in het Frans <strong>en</strong> Duits<br />
over het muzieklev<strong>en</strong> in <strong>Rusland</strong>. Het gesprek ging<br />
over de eerste Symfonie van Borodin (“U hebt e<strong>en</strong><br />
prachtige symfonie gemaakt!”), de opera Sadko van<br />
Rimski-Korsakov <strong>en</strong> Islamei van Balakirev. <strong>Liszt</strong> bleek<br />
de nieuwe Russische school heel goed te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
waarder<strong>en</strong>. In zijn artikel heeft Borodin veel details van<br />
het gesprek weggelat<strong>en</strong>, zogezegd “om de ganz<strong>en</strong> niet<br />
wakker te mak<strong>en</strong>”. Maar in de brief aan zijn vrouw<br />
6. Alexandr Borodins Herinnering<strong>en</strong> aan<br />
<strong>Liszt</strong>, in de Russische editie van 1953.<br />
vertelde hij wel hoe hoog <strong>Liszt</strong> zijn eerste Symfonie<br />
beoordeelde. Borodin probeerde uit te legg<strong>en</strong> dat hij
niets anders was dan e<strong>en</strong> “zondagmusicus”. Hij was te veel gew<strong>en</strong>d aan verwijt<strong>en</strong> van zijn<br />
vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> (“je maakt alle<strong>en</strong> muziek op zondag”) <strong>en</strong> spott<strong>en</strong>de opmerking<strong>en</strong> van vijand<strong>en</strong><br />
(“Borodin is e<strong>en</strong> dilettant in muziek”). <strong>Liszt</strong> reageerde met e<strong>en</strong> grap: “Maar zondag is<br />
juist e<strong>en</strong> feestelijke, triomfale dag. U hebt het recht om triomf te vier<strong>en</strong>.” De verontschuldiging<br />
van Borodin over zijn gebrek aan conservatoriumstudie veegde hij resoluut weg: “Het<br />
is uw geluk, mijn beste. U moet werk<strong>en</strong>, altijd werk<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong> zelfs als uw stukk<strong>en</strong> niet gespeeld<br />
word<strong>en</strong>, niet gepubliceerd word<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> bijval krijg<strong>en</strong>; gelooft u mij, ze zull<strong>en</strong> hun ereweg vind<strong>en</strong>.<br />
U hebt e<strong>en</strong> groot <strong>en</strong> origineel tal<strong>en</strong>t. Luistert u naar niemand <strong>en</strong> werkt u zoals u het gew<strong>en</strong>d<br />
b<strong>en</strong>t.” Hij wilde ge<strong>en</strong> bedankjes van de verbaasde <strong>en</strong> blije Borodin hor<strong>en</strong>: “Ik b<strong>en</strong> u<br />
niet aan het complim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>; ik b<strong>en</strong> zo oud dat het me niet staat om aan iemand iets anders te<br />
zegg<strong>en</strong> dan wat ik d<strong>en</strong>k; daardoor b<strong>en</strong> ik hier niet geliefd, maar ik kan toch niet zegg<strong>en</strong> dat er<br />
goede werk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> terwijl ik ze plat, tal<strong>en</strong>tloos <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>loos vind.”<br />
Heel lev<strong>en</strong>dig zijn de pagina’s waar Borodin de oude meester als leraar beschrijft.<br />
<strong>Liszt</strong> leek in niets op e<strong>en</strong> afstandelijke professor, <strong>en</strong> nam alles wat zijn leerling<strong>en</strong><br />
betrof dicht aan het hart. Aleksandr Borodin was bijzonder blij om de “volledige<br />
afwezigheid van al het bekromp<strong>en</strong>e, kudde- <strong>en</strong> gildeachtige, ambachtelijke, bourgeoisachtige<br />
in de musicus <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s <strong>Liszt</strong> te ontdekk<strong>en</strong>.”<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> Russische musicologie<br />
Helaas is ‘de relatie’ van <strong>Liszt</strong> met de Russische <strong>en</strong> Sovjet musicolog<strong>en</strong> veel minder<br />
geslaagd dan die met de Russische musici. De neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de-eeuwse krant<strong>en</strong> <strong>en</strong> critici<br />
schrev<strong>en</strong> veel over <strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> zijn lev<strong>en</strong>, maar zijn muziek leidde niet tot wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
onderzoek. E<strong>en</strong> paradox, gezi<strong>en</strong> het aantal Russische <strong>en</strong> Sovjet pianist<strong>en</strong> die <strong>Liszt</strong> op<br />
hun repertoire hadd<strong>en</strong> <strong>en</strong> het succes waarmee de nieuwe g<strong>en</strong>eratie pianist<strong>en</strong> de<br />
Russische <strong>Liszt</strong>-tradities voortzet.<br />
De Russische <strong>Liszt</strong>-bronn<strong>en</strong> bestaan uit krant<strong>en</strong>artikel<strong>en</strong>, briev<strong>en</strong>, dagboek-aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele publicaties in de Sovjet tijdschrift<strong>en</strong> waar de nadruk vooral ligt<br />
op <strong>Liszt</strong>s vrijheidsliefde, Hongaars patriottisme <strong>en</strong> zijn steun aan de Russische nationale<br />
muziek van Glinka <strong>en</strong> de componist<strong>en</strong> van het Machtige Hoopje. Naast de herinnering<strong>en</strong><br />
van Borodin, Siloti <strong>en</strong> het boek <strong>Liszt</strong>, Schumann <strong>en</strong> Berlioz in <strong>Rusland</strong> van<br />
Stasov, zijn er verder de oude monografie (1956) van Jakov Milstein <strong>en</strong> het in 1929<br />
uitgegev<strong>en</strong> werk van Vassilij Kiseljov: Franz <strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> zijn relatie met de Russische kunst,<br />
dat bij navraag t<strong>en</strong> behoeve van dit artikel niet e<strong>en</strong>s in de bibliotheek van het Sint-<br />
Petersburgse conservatorium aanwezig bleek te zijn. <strong>Liszt</strong>s jubileumjaar heeft weinig<br />
opgeleverd in <strong>Rusland</strong>. De in februari <strong>2011</strong> geplande <strong>Liszt</strong>-confer<strong>en</strong>tie in Sint<br />
Petersburg ging niet door. Behoud<strong>en</strong>s <strong>en</strong>kele krant<strong>en</strong>- <strong>en</strong> tijdschriftartikel<strong>en</strong> liet<strong>en</strong> de<br />
Russische musicolog<strong>en</strong> het <strong>Liszt</strong>-jubileum onopgemerkt voorbij gaan.<br />
Literatuur:<br />
1 De <strong>Liszt</strong>-pagina’s van het niet uitgegev<strong>en</strong> dagboek van Aleksandr Boelgakov zijn op de website van het<br />
tijdschrift Onze erf<strong>en</strong>is te vind<strong>en</strong>: http://www.nasledie-rus.ru/podshivka/6113.php.<br />
2 Abyzova, E., Modest Petrovitsj Moessorgski, 2de druk. Moskou: Muzyka, 1986, p. 103.<br />
3 Borodin, A., Herinnering<strong>en</strong> aan <strong>Liszt</strong>. Moskou: Muzgiz, 1953, (serie Russische klassieke muziekkritiek),<br />
pp. 4, 5, 10, 39.<br />
4 Khoprova, T., Anton Griegorjevitsj Rubinstein, 1829-1894, 2de uitgave. L<strong>en</strong>ingrad: Muzyka, 1987, pp. 34, 46.<br />
5 Rubinstein, L., Pagina’s uit het lev<strong>en</strong> van Fer<strong>en</strong>c <strong>Liszt</strong>. In: Verhal<strong>en</strong> over muziek, Moskou: Myzyka, 1968,<br />
pp. 99-104.<br />
6 Stasov, V., <strong>Liszt</strong>, Schumann <strong>en</strong> Berlioz in <strong>Rusland</strong>. Moskou: Muzgiz, 1954, (serie Russische klassieke<br />
muziekkritiek), pp. 23, 50, 53.<br />
7 P.I. Tsjaikovski – N.F. von Meck. Briev<strong>en</strong>, vol. 1 (1876-1877). Tsjeljabinsk, MPI, 2007, p. 110.<br />
<strong>Liszt</strong> <strong>en</strong> <strong>Rusland</strong> - Olga de Kort<br />
97