20.09.2013 Views

10 Volledig recycleerbaar beton voor een meer milieuvriendelijke ...

10 Volledig recycleerbaar beton voor een meer milieuvriendelijke ...

10 Volledig recycleerbaar beton voor een meer milieuvriendelijke ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De constructiesector is van nature niet<br />

echt <strong>een</strong> <strong>milieuvriendelijke</strong> sector.<br />

Naast het gebruik van de eindige<br />

<strong>voor</strong>raad aan natuurlijke grondstoffen<br />

produceert Vlaanderen jaarlijks<br />

ongeveer 5 miljoen ton bouw- en<br />

sloopafval, waarvan ruim 90% bestaat<br />

uit st<strong>een</strong>achtige materialen (<strong>beton</strong> ,<br />

metselwerk en asfalt). Vandaag wordt<br />

90% van het bouw- en sloopafval<br />

<strong>voor</strong>namelijk hergebruikt in<br />

laagwaardige toepassingen. Bij het<br />

zoeken naar hoogwaardige<br />

toepassingen en vanuit het<br />

milieutechnisch, maatschappelijk en<br />

economisch verantwoord sluiten van<br />

materiaalkringlopen ontstond dan ook<br />

het idee om <strong>een</strong> volledig <strong>recycleerbaar</strong><br />

<strong>beton</strong> te ontwikkelen.<br />

MIEKE DE SCHEPPER<br />

In de algemene trend van het duurzaam bouwen is<br />

de ontwikkeling van <strong>meer</strong> duurzame, <strong>milieuvriendelijke</strong><br />

bouwproducten noodzakelijk. Het instrument bij uitstek<br />

om de milieu-impact van <strong>een</strong> bouwproduct te evalueren<br />

is de levenscyclusanalyse. Deze analyse brengt de<br />

levensfasen van <strong>een</strong> product in kaart: de<br />

grondstoffenwinning, de productie, het gebruik en de<br />

afdanking. In Figuur 2 is te zien dat de invloed van de<br />

bouwsector op het milieu beperkt kan worden door<br />

recyclage. Dit laatste zorgt er immers <strong>voor</strong> dat er minder<br />

grondstoffen worden ontgonnen en dat de stortplaatsen<br />

die nodig zijn <strong>voor</strong> bouw- en sloopafval worden beperkt.<br />

Bovendien zorgt recyclage <strong>voor</strong> <strong>een</strong> vermindering van<br />

het energieverbruik <strong>voor</strong> transport en productie [2].<br />

Vandaag wordt bouw- en sloopafval <strong>voor</strong>namelijk<br />

gebruikt in eerder laagwaardige toepassingen (ongeveer<br />

<strong>voor</strong> 90% [3]), bij<strong>voor</strong>beeld als ongebonden materiaal<br />

<strong>voor</strong> funderingen in de wegenbouw. Het gebruik van<br />

bouw- en sloopafval als gerecycleerde granulaten in<br />

<strong>beton</strong>, ook wel puingranulaten genoemd, is helaas<br />

slechts <strong>een</strong> zwakke concurrent <strong>voor</strong> het gebruik van<br />

natuurlijke granulaten. Bij het zoeken naar <strong>een</strong><br />

Figuur 1 - De levenscyclus van volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

<strong>Volledig</strong> <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

<strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>meer</strong> <strong>milieuvriendelijke</strong> bouwsector<br />

hoogwaardige recyclagetoepassing <strong>voor</strong> <strong>beton</strong> is het<br />

idee ontstaan om <strong>een</strong> volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> te<br />

ontwikkelen.<br />

Figuur 2 - De levenscyclus van bouwmaterialen [1]<br />

1


Bouw- en sloopafval in cijfers<br />

In West-Europa komt er jaarlijks ongeveer 1 ton bouw-<br />

en sloopafval per inwoner vrij. Ook in Vlaanderen behoort<br />

het bouw- en sloopafval, met ongeveer 5 miljoen ton per<br />

jaar, tot de grootste afvalstromen. Het bouw- en sloopafval<br />

is afkomstig van wegenwerken (17%), de gebouwensector<br />

(79%) en de productie van bouwmaterialen (3%). Zoals te<br />

zien is in Figuur 3 bestaat ongeveer 40% van het bouw- en<br />

sloopafval uit <strong>beton</strong>.<br />

plastiek; 3%<br />

papier en<br />

niet-<br />

karton; 1,20% overige;<br />

ijzerhoudende<br />

3%<br />

metalen;<br />

0,20%<br />

ijzerhoudende<br />

metalen; 5%<br />

keramiek<br />

(metselwerk,<br />

tegels, …);<br />

28%<br />

hout; <strong>10</strong>%<br />

asfalt;<br />

<strong>10</strong>%<br />

<strong>beton</strong>; 40%<br />

Figuur 3 - Benadering van de gemiddelde<br />

samenstelling van bouw- en sloopafval [4]<br />

<strong>Volledig</strong> <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong>, <strong>een</strong> toepassing<br />

van het wieg tot wieg concept<br />

Voor de ontwikkeling van het volledig <strong>recycleerbaar</strong><br />

<strong>beton</strong> wordt gesteund op het wieg tot wieg principe dat<br />

door McDonough en Braungart toegepast is in “cradle to<br />

cradle: remaking the way we make things” [<strong>10</strong>].<br />

Het gebruik van puingranulaten vandaag<br />

Het gebruik van bouw- en sloopafval als gerecycleerde<br />

granulaten in <strong>beton</strong>, ook wel puingranulaten genoemd, is<br />

slechts <strong>een</strong> zwakke concurrent <strong>voor</strong> het gebruik van<br />

natuurlijke granulaten. Door de verhoogde waterabsorptie<br />

van puingranulaten wordt de verwerkbaarheid van het <strong>beton</strong><br />

beïnvloed en de druksterkte verlaagd [5]. De toepasbare<br />

percentages puingranulaten die de eigenschappen van<br />

structureel <strong>beton</strong> niet al te nadelige beïnvloeden werden<br />

reeds vrij uitgebreid onderzocht wat leidde tot de<br />

richtwaarde van 20% [6]. Bovendien is er <strong>een</strong> groot<br />

wantrouwen ten opzichte van met puingranulaten<br />

vervaardigd <strong>beton</strong>. Zo kan <strong>een</strong> <strong>beton</strong> met<br />

<strong>beton</strong>puingranulaten enkel <strong>een</strong> BENOR-keurmerk krijgen<br />

Producten die het wieg tot wieg principe volgen, worden<br />

zodanig ontworpen dat ze op het einde van hun<br />

levensfase bij de ontmanteling snel terug te brengen zijn<br />

tot delen die bestaan óf tot materialen die biologisch<br />

afbreekbaar zijn en voedsel worden <strong>voor</strong> de biosfeer óf<br />

tot technische grondstoffen die in <strong>een</strong> gesloten<br />

technosfeer blijven circuleren als waardevolle<br />

materialen <strong>voor</strong> de industrie. Het volledig <strong>recycleerbaar</strong><br />

<strong>beton</strong> is <strong>een</strong> toepassing van deze laatste recyclageoptie.<br />

Ontwerp <strong>voor</strong> recyclage:<br />

<strong>beton</strong> als grondstof <strong>voor</strong> cementproductie<br />

Van bij het begin wordt het volledig <strong>recycleerbaar</strong><br />

<strong>beton</strong> ontworpen opdat de recyclage ervan als grondstof<br />

binnen de cementproductie mogelijk is. Om dit mogelijk<br />

te maken wordt binnen het ontwerpproces van de<br />

<strong>beton</strong>samenstelling <strong>een</strong> extra parameter ingevoerd, met<br />

name de chemische samenstelling van het <strong>beton</strong>. De<br />

chemische samenstelling van <strong>een</strong> grondstoffenmengsel<br />

<strong>voor</strong> cementproductie is zeer belangrijk en de eisen<br />

hiertoe zijn goed gekend. Om de recyclage van het <strong>beton</strong><br />

binnen de cementproductie mogelijk te maken, komt<br />

het er dus op aan om <strong>voor</strong> de chemische samenstelling<br />

ervan te streven naar de chemische samenstelling van<br />

<strong>een</strong> grondstoffenmengsel <strong>voor</strong> cementproductie.<br />

Samenstelling portlandklinker als streefdoel <strong>voor</strong><br />

samenstelling volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

Een traditioneel portlandcement bestaat <strong>voor</strong> 95 tot<br />

<strong>10</strong>0% uit portlandklinker. Het is deze portlandklinker die<br />

er<strong>voor</strong> zorgt dat het cement met water kan reageren tot<br />

<strong>een</strong> niet <strong>meer</strong> in water oplosbaar product. Om deze<br />

portlandklinker te bekomen wordt <strong>een</strong><br />

grondstoffenmengsel verhit tot ongeveer 1450 °C. Het<br />

hoofdbestanddeel van dit grondstoffenmengsel is<br />

calciumoxide (CaO) waardoor kalkst<strong>een</strong> de<br />

indien het <strong>een</strong> <strong>beton</strong> met sterkteklasse C16/20 betreft en het<br />

gehalte aan <strong>beton</strong>puingranulaten niet <strong>meer</strong> dan 20%<br />

bedraagt [6]. Dit <strong>beton</strong> kan echter enkel toegepast worden in<br />

de weinig of niet gebruikte omgevingsklassen E0 (niet<br />

schadelijk) en EI (binnenomgeving). De aangewende<br />

puingranulaten moeten daarenboven verplicht drager zijn van<br />

<strong>een</strong> BENOR-certificaat (afgeleverd door COPRO) of <strong>een</strong><br />

QUAREA-certificaat (afgeleverd door Certipro). Verder moet<br />

er bij het gebruik van puingranulaten in <strong>beton</strong> rekening<br />

worden gehouden met de mogelijkheid tot het optreden van<br />

de volgende duurzaamheidsproblemen: grotere gevoeligheid<br />

<strong>voor</strong> vorst-dooi schade [7], alkali-silica reactie [8] of<br />

wapeningscorrosie bij verontreiniging door chloriden [9]. Tot<br />

slot zijn alle granulaten onderworpen aan de CE-markering.<br />

2


asisgrondstof is <strong>voor</strong> de klinkerproductie. Het tweede<br />

belangrijkste oxide is siliciumdioxide (SiO2) dat aanwezig<br />

is in zand, vliegas en klei. De benodigde hoeveelheden<br />

aluminiumoxide (Al2O3) en ijzer(III)oxide (Fe2O3) zijn<br />

beperkt en ze worden dan ook vaak aangeleverd als<br />

verontreinigingen in de bestanddelen die de basisoxiden<br />

CaO en SiO2 leveren.<br />

Omwille van het hoge gevraagde calciumoxidegehalte<br />

werd het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

vervaardigd met <strong>voor</strong>namelijk kalkst<strong>een</strong>granulaten en<br />

kalkst<strong>een</strong>zand. De benodigde hoeveelheden SiO2, Al2O3<br />

en Fe2O3 werden bereikt door 50% van het<br />

portlandcement (CEM I) of hoogovencement (CEM III) te<br />

vervangen door vliegas. In Tabel 1 wordt <strong>een</strong> overzicht<br />

gegeven van de gerealiseerde <strong>beton</strong>mengelingen en hun<br />

samenstelling.<br />

Tabel 1 - Samenstelling van het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

met CEM I (VRB I) of CEM III (VRB III) en het traditioneel<br />

<strong>beton</strong> (TB) [in kg/m³ <strong>beton</strong>]<br />

VRB I VRB III TB<br />

rivierzand 0/4 135,57 118,67 753,86<br />

rolgrind 2/8 - - 404,64<br />

rolgrind 8/16 - - 588,66<br />

kalkst<strong>een</strong>zand 0/4 526,83 547,06 -<br />

kalkst<strong>een</strong>slag 2/6 353,72 349,97 -<br />

kalkst<strong>een</strong>slag 6/20 677,83 678,24 -<br />

CEM I 52,5 N 221,7 - 444,37<br />

CEM III/A 42,5 N LA - 221,7 -<br />

Vliegas 221,7 221,7 -<br />

Water 177,28 177,28 177,75<br />

De toepasbaarheid van<br />

volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

Een <strong>beton</strong> moet met het oog op praktijktoepassingen<br />

aan <strong>een</strong> aantal eisen voldoen. Enerzijds moet het <strong>beton</strong><br />

sterk genoeg zijn om te weerstaan aan de opgelegde<br />

belasting. Om deze belasting te kunnen weerstaan moet<br />

het <strong>beton</strong> over <strong>een</strong> minimale druksterkte beschikken,<br />

wat in de praktijk wordt uitgedrukt door de sterkteklasse<br />

van het <strong>beton</strong>. Anderzijds wordt <strong>een</strong> <strong>beton</strong>nen structuur<br />

in <strong>een</strong> bepaalde omgeving blootgesteld aan één of<br />

<strong>meer</strong>dere aantastingsmechanismen die de kwaliteit en<br />

de sterkte, en dus de levensduur, van het <strong>beton</strong><br />

reduceren. In functie van de optredende aantastingsmechanismen<br />

worden aan het <strong>beton</strong> eisen opgelegd om<br />

de duurzaamheid ervan te waarborgen.<br />

Sterkte van het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

Het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> dat vervaardigd<br />

werd in het kader van dit onderzoek had op 1 maand<br />

Industriële bijproducten als alternatieve<br />

bindmiddelen in <strong>beton</strong><br />

Bij de productie van portlandklinker, het hoofdbestanddeel<br />

van traditioneel cement, wordt <strong>een</strong> grondstoffenmengsel verhit<br />

tot <strong>een</strong> temperatuur van ongeveer 1450 °C. Dit heeft tot gevolg<br />

dat er bij de productie van deze klinker zeer veel energie wordt<br />

geconsu<strong>meer</strong>d. Afhankelijk van het gehanteerde<br />

productieproces (droog of nat) is er 3000 tot 6000 MJ nodig om<br />

1 ton klinker te produceren [11]. Deze grote energievraag gaat<br />

gepaard met <strong>een</strong> hoge emissie van CO2. Bovenop de<br />

energiegebonden CO2-uitstoot komt er procesgebonden CO2 vrij.<br />

Deze CO2 is afkomstig van de decarbonatatiereactie van het<br />

calciumcarbonaat (CaCO3), de vorm waaronder de kalk aanwezig<br />

is in de grondstoffenmengsels. Deze procesgebonden CO2uitstoot<br />

is verantwoordelijk <strong>voor</strong> 57% van de totale CO2-emissie<br />

van de cementproductie. In 2005 bedroeg de totale CO2-emissie<br />

van de Belgische cementproductie 5,1 miljoen ton, wat slechts<br />

4% van de totale Belgische CO2-emissie vertegenwoordigt [11].<br />

Met het oog op <strong>een</strong> lagere milieu-impact van de<br />

<strong>beton</strong>productie is het dus aangeraden om het klinkergehalte te<br />

beperken. Hiertoe kan gebruik gemaakt worden van industriële<br />

bijproducten zoals hoogovenslakken, vliegas en silica fume.<br />

Het gemalen hoogovenslak is <strong>een</strong><br />

nevenproduct van de staalindustrie en<br />

heeft latent-hydraulische<br />

eigenschappen. Dit laatste wil zeggen<br />

dat hoogovenslakken <strong>een</strong> activator<br />

nodig hebben <strong>voor</strong>dat ze zich kunnen<br />

binden met water. Zonder<br />

calciumhydroxide, <strong>een</strong> reactieproduct<br />

van de cementhydratatie dat fungeert<br />

als activator, komt de hydratatie van<br />

hoogovenslakken maar zéér langzaam<br />

op gang.<br />

Figuur 4 - Productie van staal<br />

Vliegas wordt<br />

opgevangen uit de rook van<br />

st<strong>een</strong>koolcentrales met<br />

behulp van elektrostatische<br />

filters. Deze asdeeltjes<br />

hebben puzzolane<br />

eigenschappen wat wil<br />

zeggen dat ze bij<br />

omgevingstemperatuur en<br />

in aanwezigheid van water<br />

in staat zijn om kalk te<br />

binden en zo bestanddelen<br />

vormen met hydraulische<br />

eigenschappen.<br />

Bij de productie van<br />

siliciumlegeringen wordt als<br />

Figuur 6 - St<strong>een</strong>koolcentrale<br />

bijproduct silica fume Figuur 5 - Productie van<br />

gevormd. Silica fume heeft siliciumlegeringen<br />

net zoals vliegas puzzolane eigenschappen, maar door <strong>een</strong><br />

hoger SiO2-gehalte, de amorfe toestand ervan en de extreem<br />

hoge fijnheid is de puzzolane activiteit veel hoger. Het gebruik<br />

van silica fume is echter beperkt door de zeer hoge kostprijs.<br />

3


ouderdom <strong>een</strong> significant lagere druksterkte dan het<br />

traditioneel <strong>beton</strong> (zie Figuur 7). Daar waar het<br />

traditioneel <strong>beton</strong> tot de sterkteklasse C45/55<br />

behoorde, werd aan het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

slechts <strong>een</strong> sterkteklasse C25/30 toegekend, waardoor<br />

de toepassingsmogelijkheden worden beperkt. De lage<br />

druksterkte van het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> is te<br />

verklaren door het hoge vliegasgehalte ervan. Door de<br />

trage puzzolane reactie van vliegas neemt de<br />

druksterkte van hoog-volume-vliegas<strong>beton</strong> immers traag<br />

toe waardoor de eindsterkte op latere leeftijd bereikt<br />

wordt. Eerder onderzoek toonde aan dat de druksterkte<br />

van hoog-volume-vliegas<strong>beton</strong> tussen 1 en 3 maand nog<br />

met 30% kan toenemen door de verdichting van de<br />

poriënstructuur [12] en [13].<br />

Duurzaamheid van het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

Om het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> te <strong>voor</strong>zien van<br />

<strong>een</strong> voldoende hoog gehalte aan Al2O3 en Fe2O3 werd<br />

geopteerd om 50% van het cement te vervangen door<br />

vliegas. Uit het onderzoek bleek dat de<br />

vliegasvervanging <strong>voor</strong>al <strong>een</strong> negatief effect heeft op de<br />

gasdoorlatendheid, wat op zijn beurt <strong>een</strong> invloed heeft<br />

op het carbonatatieproces. Doordat de carbonatatie van<br />

het <strong>beton</strong> de wapening doet corroderen zal het <strong>beton</strong><br />

degraderen. Behalve de esthetische schade kan hierdoor<br />

ook de structurele draagkracht van het <strong>beton</strong> in het<br />

gedrang komen. Door de versnelde carbonatatie van het<br />

volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> met 50% vliegasvervanging<br />

zullen herstellingswerken aan de constructie sneller<br />

noodzakelijk zijn. In dit opzicht is het dus belangrijk om<br />

nieuwe types volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> te<br />

ontwikkelen met <strong>een</strong> langere levensduur.<br />

Carbonatatie van <strong>beton</strong> en duurzaamheid<br />

Bij de carbonatatie van <strong>beton</strong> worden CO2 moleculen uit<br />

de lucht gebonden met het calciumhydroxide (Ca(OH)2)<br />

aanwezig in de poriënvloeistof, <strong>een</strong> reactieproduct van de<br />

cementhydratatie. Door het aanwezige Ca(OH)2 heeft de<br />

poriënvloeistof in het <strong>beton</strong> <strong>een</strong> hoge pH waardoor het<br />

aanwezige wapeningsstaal beschermd wordt tegen corrosie<br />

door de vorming van <strong>een</strong> passiveringslaag. Indien het<br />

calciumhydroxide door CO2-moleculen in de lucht wordt<br />

gecarbonateerd daalt de pH in de poriënvloeistof. Hierdoor<br />

wordt de passivering van het wapeningsstaal teniet gedaan<br />

en wordt de oxidatie van het wapeningsstaal geïnitieerd.<br />

Door het hogere volume van de oxidatieproducten ten<br />

opzichte van het onaangestaste wapeningsstaal zullen<br />

interne spanningen in het <strong>beton</strong> worden opgebouwd en zal<br />

de <strong>beton</strong>deklaag op de wapening loskomen. Dit laatste<br />

maakt de herstelling van de <strong>beton</strong>nen constructie<br />

noodzakelijk.<br />

Druksterkte [N/mm²]<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

<strong>10</strong><br />

0<br />

VRB I VRB III TB<br />

Druksterkte op 7 dagen Druksterkte op 28 dagen<br />

Figuur 7 - Druksterkte van volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

met CEM I (VRB I) of CEM III (VRB III) en traditioneel <strong>beton</strong> (TB)<br />

met <strong>een</strong>zelfde hoeveelheid bindmiddel en water<br />

Kwaliteit van het geregenereerd cement<br />

De kwaliteit en de sterkte van cement wordt<br />

<strong>voor</strong>namelijk beïnvloed door de kwaliteit van de klinker<br />

en de maalfijnheid van het cement. De kwaliteit van de<br />

klinker wordt hoofdzakelijk beïnvloed door de<br />

chemische samenstelling van het grondstoffenmengsel.<br />

De maalfijnheid wordt beperkt door de hoge kostprijs<br />

die gepaard gaat met het maalprocedé.<br />

Productie van <strong>een</strong> belietklinker …<br />

Bij de productie van klinker worden calciumsilicaten<br />

gevormd met het CaO en het SiO2 aanwezig in het<br />

grondstoffenmengsel. Eerst zal er beliet (2CaO.SiO2)<br />

gevormd worden en later in het sinterproces zal bij <strong>een</strong><br />

temperatuur van 1300 °C de nog aanwezige vrije kalk<br />

met beliet worden omgezet in aliet (3CaO.SiO2). Uit de<br />

microscoopanalyse bleek dat er in de geregenereerde<br />

klinker g<strong>een</strong> aliet, maar enkel beliet was gevormd. Dit<br />

laatste werd bevestigd door <strong>een</strong> chemische analyse en<br />

<strong>een</strong> Röntgendiffractie-analyse. Daar waar in <strong>een</strong><br />

traditioneel grondstoffenmengsel het totale CaO-gehalte<br />

hoog genoeg is zodat bijna al het beliet kan worden<br />

omgezet in aliet, bleek het CaO-gehalte in dit onderzoek<br />

onvoldoende te zijn. Doordat de chemische analyse van<br />

de kalkst<strong>een</strong>granulaten nog niet beschikbaar waren<br />

werd het CaO-gehalte overschat en het SiO2-gehalte<br />

onderschat.<br />

… met geringe druksterkte<br />

Het grote verschil tussen aliet en beliet is de snelheid<br />

van de hydratatiereactie en dus de sterkteontwikkeling.<br />

De hydratatie van aliet is op <strong>een</strong> ouderdom van 28<br />

dagen bijna volledig voltooid, terwijl het beliet dit pas na<br />

1 jaar kan evenaren. Dit laatste heeft tot gevolg dat de<br />

druksterkte van het geregenereerd cement niet all<strong>een</strong><br />

4


traag aangroeide, maar dat de druksterkte op <strong>een</strong><br />

ouderdom van 28 dagen zeer gering was.<br />

De lage druksterkte werd daarenboven in de hand<br />

gewerkt door de lage maalfijnheid van het cement. Een<br />

hoge maalfijnheid verhoogt enerzijds het<br />

contactoppervlak tussen het water en de<br />

cementdeeltjes waardoor de reactie sneller verloopt.<br />

Anderzijds zal bij <strong>een</strong> kleiner cementdeeltje <strong>een</strong> kleinere<br />

niet-gehydrateerde kern overblijven wat resulteert in<br />

<strong>een</strong> hogere hydratatiegraad.<br />

Milieu-impact van<br />

volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

Bij de ontwikkeling van nieuwe, <strong>meer</strong> duurzame<br />

bouwproducten is het noodzakelijk om het <strong>voor</strong>deel<br />

<strong>voor</strong> het milieu te kwantificeren. Dit laatste maakt het<br />

onontbeerlijk om <strong>een</strong> levenscyclusanalyse uit te voeren<br />

<strong>voor</strong> het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong>. In dit onderzoek<br />

werd bij de levenscyclusanalyse het verbruik van<br />

natuurlijke grondstoffen, het energieverbruik, de CO2uitstoot<br />

en het gebruik van land en ruimte geëvalueerd.<br />

Invloed van de recyclage<br />

Bij de ontwikkeling van volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong><br />

is de <strong>voor</strong>naamste doelstelling het reduceren van het<br />

gebruik van natuurlijke grondstoffen en het gebruik van<br />

land en ruimte door middel van recyclage. Uit de<br />

levenscyclusanalyse blijkt dat <strong>een</strong> reductie van ongeveer<br />

25% bekomen kan worden <strong>voor</strong> het grondstofverbruik.<br />

Deze eerder beperkte reductie is te verklaren doordat<br />

het <strong>beton</strong> hoofdzakelijk granulaten bevat en cement<br />

slechts <strong>een</strong> beperkt deel van de <strong>beton</strong>structuur vult.<br />

Daarenboven is ook de invloed van het volledig<br />

<strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> op het gebruik van land en ruimte<br />

beperkt. Dit is te verklaren doordat vandaag g<strong>een</strong> land<br />

en ruimte gebruikt wordt <strong>voor</strong> het storten van<br />

<strong>beton</strong>afval. Het <strong>beton</strong>puin wordt ofwel ingezet in<br />

<strong>voor</strong>namelijk laagwaardige toepassingen, ofwel wordt<br />

het gebruikt als afdeklaag <strong>voor</strong> stortplaatsen.<br />

Invloed van het gebruik<br />

van industriële bijproducten<br />

In tegenstelling tot de beperkte invloed van de<br />

recyclage, heeft het gebruik van industriële bijproducten<br />

in het volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> <strong>een</strong> grote positieve<br />

invloed op het energieverbruik en de CO2-uistoot van de<br />

<strong>beton</strong>productie. Door het gebruik van industriële<br />

bijproducten wordt het klinkergehalte in het <strong>beton</strong><br />

beperkt, wat het energieverbruik en de CO2-emissie<br />

sterk doet dalen (zie ook kaderstuk ‘Industriële<br />

als alternatieve bindmiddelen in <strong>beton</strong>’). Indien in het<br />

volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> 50% van het cement<br />

Microscoopanalyse van de geregenereerde<br />

klinker<br />

Een microscoopanalyse maakt het visueel mogelijk de<br />

kwaliteit van de klinker te evalueren. De meest gebruikte<br />

techniek is het bekijken van <strong>een</strong> gepolijste en geëtste sectie van<br />

de klinker met <strong>een</strong> lichtmicroscoop. In dit onderzoek werd<br />

gebruik gemaakt van <strong>een</strong> HF damp als ets. Deze ets laat <strong>een</strong><br />

kleine film achter op de klinkersectie, die er<strong>voor</strong> zorgt dat de<br />

aanwezige fasen <strong>een</strong> bepaalde kleur krijgen en dus makkelijk<br />

herkenbaar worden [14]. Aliet (C3S) heeft bij deze ets <strong>een</strong> geelbruine<br />

kleur en is hoekig van vorm. De blauwe of rode ronde<br />

kristallen zijn beliet (C2S).<br />

Bij het bekijken van de geregenereerde klinker onder de<br />

lichtmicroscoop werden <strong>voor</strong>namelijk bruine ronde kristallen<br />

waargenomen. De kristallen hadden dus de kleur van<br />

alietkristallen en de vorm van belietkristallen. Uit de<br />

Röntgendiffractie-analyse en de chemische analyse kon<br />

geconcludeerd worden dat het hier toch om belietkristallen<br />

ging.<br />

Figuur 8 - Microscoopbeeld van <strong>een</strong> HF-geëtste klinkersectie;<br />

klinker gebrand bij 1450 °C en afkomstig van VRB I<br />

[C 2S = beliet]<br />

vervangen wordt door vliegas kan de CO2-uitstoot met<br />

ongeveer 50% gereduceerd worden (zie Figuur 13).<br />

Conclusie<br />

Kijkend naar de toekomst is er duidelijk <strong>een</strong> vraag<br />

naar hoogwaardige recyclagetoepassingen <strong>voor</strong><br />

<strong>beton</strong>puin. Uit het onderzoek blijkt dat de ontwikkeling<br />

van volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> hierop <strong>een</strong> antwoord<br />

kan bieden. Bij de verdere ontwikkeling van het volledig<br />

<strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> is het belangrijk mee te nemen dat<br />

de chemische samenstelling van alle componenten<br />

onderzocht moet worden <strong>voor</strong>dat het <strong>beton</strong> wordt<br />

ontworpen. Om de milieu-impact van het <strong>beton</strong> zo laag<br />

mogelijk te houden, kan best gebruik gemaakt worden<br />

van industriële bijproducten. Hierbij moet er wel op<br />

gelet worden dat de duurzaamheid van het <strong>beton</strong> niet in<br />

het gedrang komt.<br />

5


Figuur 12 - Productieproces van cement [11]<br />

Productie van cement<br />

De productie van cement is op te delen in drie fasen. In<br />

<strong>een</strong> eerste fase wordt <strong>een</strong> grondstoffenmengsel <strong>voor</strong>bereid.<br />

Na de ontginning van de grondstoffen wordt afhankelijk van<br />

het droge of het natte proces respectievelijk <strong>een</strong> fijn poeder<br />

of <strong>een</strong> homogene deeg gevormd. Vervolgens wordt het<br />

grondstoffenmengsel verhit tot temperaturen van ongeveer<br />

1450 °C waarbij portlandklinker wordt gevormd. Bij het droge<br />

productieproces is de draaioven <strong>een</strong> heel stuk korter door de<br />

<strong>voor</strong>verwarming van het poeder in de <strong>voor</strong>verwarmingstoren.<br />

Daarenboven is het droge productieproces energetisch<br />

efficiënter doordat minder energie verloren gaat aan de<br />

verdamping van het toegevoegde water bij de vorming van<br />

het deeg in het nat proces. Het cement wordt uiteindelijk<br />

bekomen door de afgekoelde klinker te vermalen met <strong>een</strong><br />

bindingsvertragend middel, bij<strong>voor</strong>beeld gips, en eventueel<br />

andere toevoegingen, zoals bij<strong>voor</strong>beeld vliegas,<br />

hoogovenslakken of kalkst<strong>een</strong>filler. De regeneratie van het<br />

cement in het laboratorium verliep gelijkaardig met de<br />

cementproductie van de industrie.<br />

Voorbereiding grondstoffenmengsel<br />

Bij de bereiding van de grondstoffenmengsels werden de<br />

<strong>beton</strong>kubussen op <strong>een</strong> ouderdom van 28 dagen verbrijzeld.<br />

Vervolgens werden de brokstukken gemalen in <strong>een</strong> trilmolen.<br />

Opdat <strong>een</strong> handelbaar grondstoffenmengsel bekomen zou<br />

worden werd dit poeder vervolgens gemengd met water<br />

zodat <strong>een</strong> s<strong>meer</strong>baar mengsel bekomen werd. Dit mengsel<br />

werd dan uitges<strong>meer</strong>d over <strong>een</strong> geperforeerde PVC-plaat (zie<br />

Figuur 11). Door deze plaat gedurende 24uur te laten rusten,<br />

droogt het mengsel uit waarbij pastilles worden gevormd.<br />

Deze pastilles konden dan vrij <strong>een</strong>voudig uit hun raster<br />

worden gehaald (zie Figuur <strong>10</strong>).<br />

Productie van portlandklinker<br />

Vervolgens werden de pastilles in <strong>een</strong> elektrische oven<br />

opgewarmd tot 1450 °C. Hierbij werd het proces in de<br />

draaioven gesimuleerd door het grondstoffenmengsel te<br />

verhitten met <strong>een</strong> snelheid van 15 °C/min. Na de verhitting<br />

werd de klinker gekoeld in de lucht (zie Figuur 9).<br />

Productie van portlandcement<br />

Figuur 11 - vervaardiging van <strong>een</strong><br />

s<strong>meer</strong>baar grondstoffenmengsel<br />

Figuur <strong>10</strong> – gevormde pastilles<br />

Tot slot werd de portlandklinker vermalen met<br />

calciumsulfaat. Deze laatste toevoeging is noodzakelijk om de<br />

binding van het cement in goede banen te leiden.<br />

6<br />

Figuur 9 -<br />

geregenereerde<br />

klinker bij het<br />

verlaten van de oven


450<br />

400<br />

350<br />

300<br />

250<br />

200<br />

150<br />

<strong>10</strong>0<br />

50<br />

0<br />

Figuur 13 – De CO 2-emissie rekening houdend met <strong>een</strong><br />

levensduur van <strong>10</strong>0 jaar [in kg/m³ <strong>beton</strong>]. Deze analyse werd<br />

uitgevoerd <strong>voor</strong> volledig <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> met CEM I (VRB<br />

I) of met CEM III (VRB III) of <strong>voor</strong> traditioneel <strong>beton</strong> (TB). Het<br />

cement werd vervaardigd met traditionele klinker of<br />

geregenereerde klinker (dit laatste is aangegeven met <strong>een</strong> * ).<br />

Referenties<br />

VRB I VRB III TB VRB I* VRB III* TB*<br />

Ontginning van de grondstoffen <strong>voor</strong> klinkerproductie<br />

Voorbereiding grondstoffenmengsel <strong>voor</strong> klinkerproductie<br />

Klinkerproductie (branden)<br />

Transport klinkerproductie<br />

Chemische CO2<br />

Voorbereiding hoogovenslak<br />

Cementproductie<br />

Transport cementproductie<br />

Ontginning ronde granulaten<br />

Ontginning gebroken granulaten<br />

Betonproductie<br />

Transport <strong>beton</strong>productie<br />

Sloop (inclusief transport)<br />

Scheiden en sorteren<br />

[1] Desmyter J. & Martin Y. (2001). De milieuimpact van<br />

bouwmaterialen en gebouwen. WTCB-tijdschrif, winter<br />

2001: p 3-13.<br />

[2] Edwards B. (1999). Sustainable architecture: European<br />

directives and building design, Architectural Press,<br />

Oxford.<br />

[3] Tam V. W. Y. & Tam C. M. (2006). “A review on the viable<br />

technology for Construction waste recycling.” Resources,<br />

Conservation and Recycling, 47(3), p 209-211.<br />

[4] De Belie N. & Robeyst N. (2007). Recycling of<br />

Construction materials. In: Kashino N., Van Gemert D.,<br />

Imamoto K. (eds.). Environment-conscious construction<br />

materials and systems. State of the art report of TC 192-<br />

ECM. RILEM Report Nr. 37, RILEM publications S.A.R.L.,<br />

Bagneux, p 11-23, ISBN: 978-2-35158-053-0.<br />

[5] Topcu, I. B. & Sengel S. (2004). “Properties of concretes<br />

produced with waste concrete aggregate.” Cement and<br />

Concrete Research, 34(8), p 1307-1312<br />

[6] Bonte K. & Van Laethem K. (2007). Puingranulaten in<br />

stort<strong>beton</strong> klassen C12/15 en C16/20. Vergelijkende<br />

prestatiestudie. Eindwerk, KHBO, Opleiding industrieel<br />

ingenieur bouwkunde.<br />

[7] Gokce A., Nagataki S., Saeki T. & Hisada M. (2004).<br />

“Freezing and thawing resistance of air-entrained<br />

concrete incorporating recycled coarse aggregate: The<br />

role of air content in demolished concrete.” Cement and<br />

Concrete Research, 34(5), p 799-806.<br />

[8] Desmyter J., Blockmans S. & De Pauw P. (1999).<br />

“Puingranulaten en gerecycleerd <strong>beton</strong>: nieuwe<br />

resultaten en ontwikkelingen.” WTCB Tijdschrift, Herfst<br />

1999, p 11-19.<br />

[9] Masters N. (2001). Sustainable use of new and recycled<br />

materials in coastal and fluvial Construction: a guidance<br />

manual, Thomas Telford, London.<br />

[<strong>10</strong>] McDonough W. & Braungart M. (2002). Cradle to cradle.<br />

Remaking the way we make things. North Point Press,<br />

ISBN 0-86547-587-3.<br />

[11] Febelcem (2006). Milieurapport van de Belgische cement<br />

nijverheid 2006. Febelcem.<br />

[12] Lammertijn S. (2007). Carbonatatie en chlorideindringing<br />

bij hoog-volume-vliegas<strong>beton</strong> (HVFA-<strong>beton</strong>).<br />

Scriptie, Universiteit Gent.<br />

[13] Van den Heede P. (2008). Porositeit en<br />

transporteigenschappen van ‘groene’ <strong>beton</strong>soorten.<br />

Scritpe, Universiteit Gent.<br />

[14] Taylor H. F. W. (1997). Cement chemistry. Thomas<br />

Telford, London, second edition.<br />

De auteur<br />

Mieke De Schepper studeerde in 2009 als ingenieur-architect<br />

af aan de Universiteit Gent. De titel van haar masterscriptie<br />

was “<strong>Volledig</strong> <strong>recycleerbaar</strong> <strong>beton</strong> <strong>voor</strong> <strong>een</strong> <strong>meer</strong><br />

<strong>milieuvriendelijke</strong> bouwsector”, met prof. dr. ir. Nele De Belie<br />

als promotor. In september 2009 is zij aan de faculteit<br />

ingenieurswetenschappen binnen het Laboratorium Magnel<br />

<strong>voor</strong> Betononderzoek gestart aan <strong>een</strong> doctoraat in navolging<br />

van haar masterscriptie over hetzelfde onderwerp met prof.<br />

dr. ir. Nele De Belie en prof. dr. Isabel Van Driessche als<br />

promotoren.<br />

Dankwoord<br />

De auteur wenst haar promotor prof. dr. ir. Nele De Belie en<br />

haar begeleiders dr. Ir. Josef Krátký en ir. Arch. Philip Van den<br />

Heede te bedanken <strong>voor</strong> de wetenschappelijke begeleiding van<br />

haar eindwerk.<br />

Contactgegevens<br />

ir. arch. Mieke De Schepper<br />

Laboratorium Magnel <strong>voor</strong> Betononderzoek<br />

Technologiepark Zwijnaarde 904<br />

9052 Gent-Zwijnaarde<br />

Tel. 09 264 55 51<br />

Fax 09 264 58 45<br />

e-mail midschep.deschepper@ugent.be<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!