Midden-Neolithicum: Neolithicum:
Midden-Neolithicum: Neolithicum:
Midden-Neolithicum: Neolithicum:
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Midden</strong> <strong>Midden</strong>-<strong>Neolithicum</strong>:<br />
<strong>Midden</strong> <strong>Neolithicum</strong>:<br />
Indeling:<br />
Indeling:<br />
KunstHistorische Kring Thierry Van Neste<br />
Prehistorie<br />
<strong>Neolithicum</strong>:6 000/5 900 – 4 800/4 700 BP ≈ 4 900/4 800 – 3 500/3 400 cal BC<br />
- Fase A: 6000 - 5400/5200 BP (4900-4300/4000 v.Chr.)<br />
• Leemstreek: Rössencultuur, Epi-Rössen (Bischeim); tot ca. 5400 BP<br />
voornamelijk een voortzetting van het Vroeg-<strong>Neolithicum</strong><br />
• Zandstreek: Swifterbantcultuur; tot ca. 5200/5100 BP<br />
een Laat-Mesolithische traditie met stilaan het verschijnen van Neolithische<br />
innovaties.<br />
- Fase B: 5400/5200 BP - 4800/4700 BP (4300/4000-3500 v.Chr.)<br />
• Michelsbergcultuur: het <strong>Neolithicum</strong> in de Zandstreek<br />
• Swifterbantcultuur (N-Nederland, ten noorden van de Rijn)<br />
- Het begin van het <strong>Midden</strong>-<strong>Neolithicum</strong> wordt gelijkgesteld met het wegvallen van de<br />
Bandkeramische cultuur rond 6 000 BP.<br />
Fase Fase A: 6 000 – 5 5 400/5 400/5 200 200 BP BP (4 (4 900 900 – 4 4 300/4 300/4 000 000 cal cal BC)<br />
BC)<br />
(Epi-) Rössen-cultuur (tot ± 5 400 BP)<br />
- De Rössencultuur is de rechtstreekse opvolger van de BK. In Frankrijk noemt men deze<br />
cultuur de Cerny-cultuur. Vooral in het buitenland is er info te vinden over deze cultuur.<br />
Uit deze info blijkt dat er enorm veel gelijkenissen zijn met de BK en Blicquy-cultuur.<br />
Mogelijk duidt dit op het feit dat de Rössen-cultuur een verderzetting is van deze culturen.<br />
Sites:<br />
- België:<br />
• Givry “Bosse de l’Tombe” (epi)<br />
• Ittre “Mont à Henry” (epi)<br />
- Nederland :<br />
• Maastricht “Randwyck” (Rössen)<br />
- Luxemburg (2 grotsites en 3 openluchtsites)<br />
• Waldbillig “Karelslé” (Rössen)<br />
• Diekirch “Dechensgaart” (Rössen)<br />
Gidsfossiel:<br />
- Breitkeile:<br />
• Dit is een gepolijste bijl die doorboord is (één van de oudste doorboorde<br />
werktuigen).<br />
• Omvorming van BK-dissels tot bijlen<br />
• Deze zijn vaak te vinden in NW-Europa. Voornamelijk in het<br />
Rijngebied, maar ook in onze zandstreken. Toch zijn in deze<br />
streken weinig nederzettingen terug gevonden. Mogelijk wijst dit op een<br />
uitwisseling van objecten tussen de boeren uit de Leemstreek en de<br />
jager-verzamelaars in de Zandstreek.<br />
Huizenbouw:<br />
- Over het algemeen is er een grote architecturale overeenkomst met de BK en<br />
Blicquy-huizen.<br />
- De huizen worden gekenmerkt door hun grote afmetingen (40 – 50 m lengte).<br />
- De huizen zijn niet meer rechthoekig, maar hebben nu een licht convexe lange<br />
zijde, waardoor ze ongeveer een sigaarvorm krijgen. De vernauwing naar de<br />
noordwestelijke kant is een verderzetting van de Blicquy, toch zijn er enkele<br />
verschillen.<br />
42
KunstHistorische Kring Thierry Van Neste<br />
Prehistorie<br />
- Verschil Blicquy en Rössen:<br />
• Interne organisatie:<br />
Er is nu slechts één rij van zware nokpalen in het centrum.<br />
De wanden bestaan uit palen die vlak naast elkaar zijn geplaatst in een continue<br />
greppel.<br />
De breedste korte zijde (ZO) wordt niet meer afgesloten en vormt nu een open<br />
portaal.<br />
• Discontinuïteit in de inplanting in het landschap:<br />
Er is vrijwel nooit een overlapping in Rössen en BK-nederzettingen.<br />
Economie:<br />
- Zowel Emmer als Eenkoorn blijven, net zoals bij<br />
de BK, gecultiveerd worden. Toch werden<br />
broodtarwe en gerst dominant.<br />
Steenindustrie<br />
- Zowel continuïteit als verschillen.<br />
- Afslagbijlen of tranchets (a)<br />
• Reeds in Blicquy-groep, maar wordt nu<br />
belangrijker.<br />
- Klingschrabbers (b)<br />
- Zware afslagschrabbers (c)<br />
- Pijlpunten:<br />
• driehoekige pijlpunten (d)<br />
bifaciaal geretoucheerd.<br />
• dwarspijlen (e)<br />
- Fundamenteel verschil tussen BK/Blicquy en Rössen:<br />
• Gebruikte grondstof: De mensen van de Rössen-cultuur gaan voor het eerst aan<br />
mijnbouw doen om betere silex uit kalklagen te halen.<br />
Aardewerk:<br />
- Op het vlak van aardewerk is er een duidelijke breuk in de vorm en<br />
de versiering.<br />
- De meest typische vormen worden nu de kogelvormige potjes en<br />
brede kommen met een vlakke bodem.<br />
- De versiering bestaat uit een dennennaaldenmotief in voornamelijk<br />
verticale stroken.<br />
Swifterbandcultuur (tot ± 5 200/5 100 BP)<br />
Sites en spreiding:<br />
- Nederland:<br />
• Swifterband<br />
• Almere<br />
• Hardinxveld<br />
• Bergschenhoek<br />
• Hazendonk (onderste lagen)<br />
43
KunstHistorische Kring Thierry Van Neste<br />
Prehistorie<br />
- België:<br />
• Doel “Deurganckdok”<br />
• Melsele “Hof ten Damme”<br />
- De Swifterband kende een verspreiding van<br />
Vlaanderen tot Nederland, mogelijk tot in Noord-<br />
Duitsland. Waarschijnlijk kwam de cultuur tot<br />
aan de grens met de Ertebölle-cultuur<br />
(Scandinavië).<br />
- De gekende sites hebben bijna allemaal<br />
dezelfde landschappelijke kenmerken: het zijn<br />
namelijk allemaal wetland-sites (Deltagebied<br />
Schelde-Maas-Rijn, zie ook: Neolithisatie).<br />
Enige sporen van bewoning tussen het deltagebied en de Leemstreek zijn totnogtoe nog<br />
niet veel gekend, wat mogelijk het gevolg is van het niet-bewonen van deze gronden<br />
tijdens het <strong>Midden</strong>-<strong>Neolithicum</strong>.<br />
Normaal gezien zijn de sites gelegen op oeverwallen langs actieve kreken. Deze<br />
oeverwallen zijn kleine ophogingen van ± 10-30 cm boven het landschap, pal tegen de<br />
oevers van de kreken. Deze oeverwallen waren waarschijnlijk de enige droge plaatsen in<br />
het deltagebied.<br />
Andere bewoonbare plaatsen in het moerasgebied waren de rivierduinen of donken,<br />
gelegen naast de riviergeulen.<br />
Steenindustrie:<br />
- Over het algemeen is er een continuïteit met het Mesolithicum, maar geleidelijk aan<br />
komen er Neolithische innovaties. Toch sluit deze steenindustrie perfect aan bij het<br />
Mesolithicum.<br />
• Trapezia<br />
• Veel werktuigen op microklingen<br />
• Er werd gebruik gemaakt van dezelfde grondstof, namelijk Wommersom kwartsiet.<br />
- Op het einde van de Swifterbandcultuur is de Neolithische invloed veel sterker (eind 5 e<br />
mill.)<br />
• Zware afslagen<br />
• Mijnklingen<br />
• Neolithische pijlpunten.<br />
Aardewerk:<br />
- Dit is nieuw voor het Mesolithicum. Het heeft niks gemeen met het<br />
aardewerk van de Rössen-cultuur: enkel de kennis is overgenomen.<br />
- Vorm:<br />
• Slanke S-profielen<br />
• Vaak aangepunte/conische bodem<br />
- Versiering:<br />
• Deze was beperkt tot de rand en/of de wand. De enige versieringen<br />
bestonden uit kleine, circulaire knobbeltjes die op de buitenwand<br />
werden geplakt en inkepingen aan de rand.<br />
• Naar het einde van het 5 e millennium kwam er meer versiering.<br />
Economie:<br />
- Vroege fase:<br />
• Zuiver Mesolithisch dieet (jacht, visvangst, verzamelen)<br />
44
- Jongere fase:<br />
• Een combinatie van de oude (Mesolithische) en nieuwe (Neolithische) economie.<br />
Exploitatie van natuurlijke voedselbronnen, gecombineerd met landbouw en<br />
veeteelt (= ‘Extended Broad-Spectrum economy’).<br />
- Visvangst:<br />
• Steur, snoek, zalm en meerval.<br />
• Bergschenhoek: fuik (in rode kornoelje)<br />
Intact, enkel ineengedrukt door het gewicht van het sediment.<br />
Korf met brede opening die steeds versmald<br />
• Hardinxveld: boomstamkano uit één stuk linde<br />
• Hardinxveld: peddels.<br />
- Vogelvangst:<br />
• Zeearend, kroeskoppelikaan, roodkeelduiker, roerdomp,<br />
reuzenalk, kraanvogel<br />
- Jacht:<br />
• Actieve jacht op edelhert en everzwijn.<br />
• Passieve jacht ( vallen en strikken) op pelsdieren (otters en<br />
bevers)<br />
• Hardinxveld: boog.<br />
- Huisdieren en graan (eind 5 e mill.)<br />
• Hiaat tussen 4 400 en 4 000 v.C.: geen sites gekend<br />
Nederzettingen:<br />
- Hutjes uit organisch materiaal<br />
- Bergschenhoek<br />
• Kleinste Swifterbandsite (3-4m)<br />
• Aangelegd op een stuk veen dat dreef in een<br />
brakwaterplas en ooit vastgeraakte op de oever.<br />
• Waarschijnlijk is het een gespecialiseerd viskamp dat<br />
meerdere malen gebruikt is.<br />
• De centrale haard bevat verschillende lagen die<br />
corresponderen met verschillende brandhaarden.<br />
• Rond de haard lagen bundels takken en riet die als vloer<br />
dienst deden.<br />
• De gevonden planken zijn mogelijk resten van een kano.<br />
• Vondst van ingedeukte fuik.<br />
Graven:<br />
- Duidelijke aansluiting met het Mesolithicum<br />
- Hardinxveld<br />
- Swifterband S2<br />
• Zowel mannen, vrouwen als kinderen<br />
• Waarschijnlijk zijn dit familieleden. Ze hebben namelijk allemaal dezelfde<br />
afwijking in het tandemail.<br />
• De individuen liggen op de rug, met de armen naast of op het lichaam.<br />
- Grafgiften:<br />
• Kralen van doorboorde tanden<br />
• Nieuw: kralen van doorboorde barnsteen/amber.<br />
KunstHistorische Kring Thierry Van Neste<br />
Prehistorie<br />
45
Fase Fase B: 5400/5200 BP - 4800/4700 BP ≈ 4300/4000 4300/4000-3500<br />
4300/4000<br />
3500 cal.BC<br />
KunstHistorische Kring Thierry Van Neste<br />
Prehistorie<br />
Michelsbergcultuur:<br />
Verspreiding:<br />
- De eerste ontwikkeling in de Leemstreek (± 4 300 BC) is gelijktijdig met de Swifterband<br />
in de Zandstreek.<br />
- Mogelijk is deze cultuur<br />
ontstaan uit de Bischeimcultuur<br />
(Laat-Rössen).<br />
- Vanwege een uitbreiding<br />
naar de Zandstreek wordt de<br />
Swifterband tegen ± 4 000<br />
BC geheel vervangen door de<br />
Michelsbergcultuur. Zij zijn<br />
daar de eerste landbouwers.<br />
In Noord-Nederland blijft de<br />
Swifterbandcultuur wel nog<br />
doorleven.<br />
• waarschijnlijk was de<br />
Schelde belangrijk voor<br />
deze doortocht.<br />
• Kaartje:<br />
grijs = Leemstreek in België<br />
Nr.2 = Deurganckdok.<br />
Aardewerk:<br />
- De meeste vormen uit Rössen blijven, maar er is<br />
een klein technisch verschil: de gebruikte<br />
verschraling bestaat nu namelijk uit verbrijzelde<br />
silex.<br />
• De silex werd verbrand en de kleine fragmenten (= podlits) werden<br />
gebruikt als verschraling.<br />
- Vormen:<br />
• fles (a)<br />
• voorraadpot (b)<br />
• schotel (c)<br />
• tulpbeker(d)<br />
• bakplaat (e) (nieuw)<br />
platte plaat in gebakken klei<br />
onbekende functie.<br />
Steenindustrie:<br />
- tranchets:<br />
- Driehoekige en bladvormige pijlpunten.<br />
- Zware afslagklingen<br />
- Nieuw: eerste gepolijste bijlen in silex<br />
Economie:<br />
- De Michelsbergcultuur is een agrarisch cultuur met veeteelt en landbouw.<br />
- Onder de gewassen waren vooral gerst en broodtarwe dominant.<br />
46
KunstHistorische Kring Thierry Van Neste<br />
Prehistorie<br />
Nederzettingen:<br />
- De info over de nederzettingen is van een slechte kwaliteit.<br />
- Er waren 3 soorten nederzettingen, elk met een eigen inplanting in het landschap:<br />
1. Hoogtenederzettingen<br />
Sites:<br />
o Thieussies<br />
o Schorisse<br />
o Neufvilles<br />
o Kemmelberg<br />
o Petit-Spiennes<br />
Deze zijn het meest<br />
courant.<br />
Ze zijn te vinden op de<br />
hoogste delen van het<br />
landschap, meestal op heuveltoppen of landtongen die langs 3 zijden zijn omgeven<br />
door steile flanken. Op plateaus vindt men ze normaal gezien aan de rand. Steeds<br />
zijn ze geplaatst op een strategische plaats die overzicht over de vallei biedt.<br />
2. Terrasnederzettingen<br />
Deze zijn te vinden op voormalige rivierterrassen, buiten de alluviale vlakte van de<br />
rivieren. Meestal liggen ze op oeverwallen.<br />
3. Alluviale nederzettingen.<br />
Deze vindt men meestal op donken. Ze sluiten meestal direct aan op een actieve<br />
rivierbedding ( typische wetland-situatie).<br />
Oudenaarde “Donk”:<br />
o Deze site ligt op de fossiele Scheldegeul op kronkelwaardruggen.<br />
o Michelsbergsite van ± 10/20 m x 10/20 m.<br />
o Geen omheining<br />
o Er zijn slechts weinig of geen huisplattegronden teruggevonden, hoewel het<br />
loopvlak perfect bewaard is. Hieruit valt af te leiden dat er nooit gebouwd is.<br />
Waarschijnlijk werd deze site slechts tijdelijk bezocht voor specifieke<br />
activiteiten.<br />
o Het botmateriaal bestaat uit varken, schaap, geit en rund. Ook is er een groot<br />
aandeel van jachtwild. De aanwezige visresten behoren toe aan<br />
zoetwatervissen. Ondanks de stap naar een nieuwe economie bleef de<br />
traditionele jacht en visvangst duidelijk aanwezig.<br />
• Hoogtenederzettingen en terrasnederzettingen:<br />
Deze kenden enorme afmetingen. Gemiddeld waren ze ± 15 ha., maar dit<br />
kon oplopen tot boven de 20 of 30 ha.<br />
Soms werden deze nederzettingen omheind met een<br />
systeem van wal, gracht en<br />
palissade. Dit<br />
omheiningsysteem werd soms<br />
verschillende keren na elkaar<br />
toegepast op eenzelfde site.<br />
Dit omheiningsysteem komt<br />
ook voor buiten België. De<br />
grachten zijn altijd gesegmenteerd<br />
en de onderbrekingen zijn soms<br />
kort op elkaar. Een onderbreking in de gracht, is niet per se een onderbreking in de<br />
palissade (vb. Spiere “Halkijn”).<br />
47
KunstHistorische Kring Thierry Van Neste<br />
Prehistorie<br />
De functie van de binnenruimtes (tussen de omheiningen) is onbekend:<br />
o Er zijn bijna geen sporen van structuren of huizen gevonden binnen de<br />
omheiningen. Mogelijk is dit het resultaat van een lichte fundering in<br />
combinatie met erosie (zeker aan de plateaurand), maar dit is vrijwel<br />
onmogelijk aangezien er wel nog artefacten te vinden zijn.<br />
o Mogelijk zijn het niet allemaal nederzettingen.<br />
- Thieussies<br />
• Hier zijn palenclusters teruggevonden, maar deze staan te dicht (1m) om een huis te<br />
zijn. Deze clusters staan dicht tegen de palissade.<br />
- Schorisse<br />
• Één rij palen (nokpalen?)<br />
- Mairy<br />
• Dit is de enige duidelijke<br />
Michelsbergnederzetting.<br />
• Tientallen gebouwen met ongeveer de<br />
kenmerken van de Rössen-gebouwen:<br />
Centrale rij nokpalen<br />
Open portaal<br />
Aansluitende palen als muur<br />
Deze gebouwen waren<br />
rechthoekig (>< de sigaarvorm<br />
van de Rössen-gebouwen).<br />
• Tussen de gebouwen liggen enkele<br />
kuilen/silo’s:<br />
Deze kuilen hadden ofwel<br />
verticale wanden, ofwel waren<br />
ze klokvormig. Ze werden<br />
volgepropt met graan waarna ze werden afgesloten met planken en bedekt met<br />
zand om het rottingsproces tegen te gaan. In het voorjaar werden deze silo’s<br />
opnieuw geopend om het graan te zaaien.<br />
Later werden deze kuilen gebruikt als afvalkuilen, waardoor er veel<br />
nederzettingsafval in terug te vinden is.<br />
Hazendonk 3-groep:<br />
- Deze cultuur was nauw verwant met de Michelsbergcultuur en bestond in<br />
dezelfde periode.<br />
- Hazendonk 3 combineerde Michelsbergkenmerken met kenmerken van de<br />
Swifterband (vb. dekkende versiering van de Swifterband op het<br />
aardewerk).<br />
- Wateringen 4:<br />
• deze site is de enige met huizenplattegronden. Deze<br />
huizen waren veel kleiner dan de huizen van de<br />
Michelsbergcultuur. Ze hadden tevens een andere<br />
structuur.<br />
- Schipluiden:<br />
• Net achter de prehistorische duinengordel ligt een<br />
Hazendonk 3-site van meerdere km².<br />
48