Kerkeind 18 (Kerkstraat 65, 5061EH) - De Vrijheid Oisterwijk
Kerkeind 18 (Kerkstraat 65, 5061EH) - De Vrijheid Oisterwijk
Kerkeind 18 (Kerkstraat 65, 5061EH) - De Vrijheid Oisterwijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong><br />
<strong>Kerkstraat</strong> <strong>65</strong>, 5061 EH<br />
Na eeuwenlang onbebouwd geweest te zijn hebben rond 1960 de dames Van Bommel hier een<br />
huis gezet op een erf dat lang onderdeel vormde van het westelijke erf.<br />
Later vestigde zich hier goudsmid Jan Witjes en tegenwoordig bevindt zich hier stomerij Briljant.<br />
In de Middeleeuwen stond hier ook een huis en in de 16-de eeuwe waren hier enige tijd zelfs<br />
twee woningen.<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> • 8-3-2010 1
<strong>18</strong><br />
In de <strong>Kerkstraat</strong> zijn we nu gevorderd tot het erf waarop heden een huis staat dat is gezet door de gezusters<br />
Van Bommel.<br />
In 1421 lijkt dit erf in handen te zijn van de kinderen van Jan van den Wiel 1 . Bedoeld zullen zijn Elisabeth en<br />
Heilwich, dochters van Jan van den Wiel, die in 1421 al dood is 2 . Haar oom Aart van den Wiel Peterszoon lijkt<br />
de rechten op het erf overgenomen te hebben 3 . In 1449 staat er - zoals is verhaald bij de bespreking van den<br />
Blauwen Valk - het woonhuis van Peter Aarts van den Wiel. Op 8 mei 1449 gaat Peters vader af van de tocht<br />
in dit huis, dat is gelegen ten oosten van het erf van de schepenklerk Hubrecht van Oesterhout<br />
Godertszoon 4 . Het erf strekt zich aan de oostzijde uit tot aan het huis van Peters zuster Elisabeth, voor welke<br />
nadrukkelijk de osendrup van haar huis wordt voorbehouden.<br />
In 1477 vindt na de dood van Aart van den Wiel en Margriet dochter van Matthijs van Hukelem een erfdeling<br />
plaats 5 . Aart is dan korte tijd tevoren overleden 6 . <strong>De</strong>lers zijn de kinderen en kindskinderen, te weten de<br />
zoons Peter en Henrik van den Wiel, Lambrecht Henriks van den Woude als man van Juut, dochter van Aart,<br />
Jan Jans Witten als man van Elisabeth, dochter van Henrik Emmen (en kleindochter van Aart van den Wiel),<br />
en voorts Gerit, de zoon van genoemde Peter van den Wiel als gemachtigde van Henrik, de zoon van wijlen<br />
Henrik Emmen voornoemd. Ook zuster Jan dochter van wijlen Aart van Haeren als moeder, heer Henrik,<br />
1 Otw,R.143,96v;<br />
2 Otw,R.143,121v; Otw,R.<strong>18</strong>6,10; Elisabeth is getrouwd met Aart van den Brekelen, zoon van Aart van den Brekel, en Heilwich<br />
met Servaas, zoon van Faas Peterssone;<br />
3 Brussel,ARA,KA 10719,10v;<br />
4 Otw,R.157,10;<br />
5 Otw,R.<strong>18</strong>3,10;<br />
6 Otw,R.<strong>18</strong>1,28v;<br />
<strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong><br />
<strong>Kerkstraat</strong> <strong>65</strong>, 5061 EH<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 2
priester, zoon van wijlen Aart die Gruyter als pater, een zuster Rycout dochter van wijlen Jan Beernts als<br />
zuster ‘des susterhuse’, alwaar Margriet, dochter van wijlen Henrik Emmen is ingetreden.<br />
Genoemde Gerit Peters van den Wiel heeft het hier besproken huis in de <strong>Kerkstraat</strong> van zijn vader geërfd<br />
voor 1480 7 . Op 16 april van dat jaar heeft Gerit een erfpacht van niet minder dan 29 lopen rogge uit het<br />
goed van heer Godevaart van Hulsel gaande, welke erfpacht Gerits ‘oudevader’ Aart van den Wiel had<br />
verworven van Jan Jans Witten voornoemd, overgedragen aan Adriaan Gijsbrecht Heyen. Hem wordt ook<br />
nog het hier besproken huis overgedragen, maar waarschijnlijk gebeurde dit slechts tot zekerheid, want uit<br />
niets blijkt dat het huis toen blijvend uit handen van de Van den Wiels is geraakt.<br />
Gerit Peters van den Wiel was getrouwd met Guuld, dochter van Henrik van Buedel 8 . Zij hebben drie zoons,<br />
heer Aart, priester; Gerit Gerits en Willem Gerits van Wiel. Rond 1497 zijn zij in staat gesteld het ouderlijk<br />
huis te bezwaren. Gerit doet dit voor schepenen van <strong>De</strong>n Bosch 9 . Willem en heer Aart op de feestdag van<br />
Sint Jacob de apostel 1497 te <strong>Oisterwijk</strong>, wanneer ze een erfpacht van anderhalf mud rogge beloven aan<br />
Gijsbrecht Lambrechts van Gorcum 10 .<br />
In de kortste keren krijgt Gijsbrecht de beloofde erfpacht niet afgedragen en in het gericht dat Jan Verstegen,<br />
de vorster, volvoerde, is het onderpand op 6 juli 1499 voor vier lopen rogge overgedragen aan Adriaan<br />
Claaszoon Stert 11 . Willem van den Wiel is zich toen kennelijk gaan beijveren Gijsbrecht alsnog tevreden te<br />
stellen: op 12 juli 1499 belooft hij Gijsbrecht Lambrechts van Gorcum de genoemde anderhalf mud rogge<br />
ook nog uit een wei ‘aen die vyndmolen ter Nedervonderen’ en uit andere onderpanden, zodat Gijsbrecht in<br />
het vervolg beter verzekerd is van de betaling 12 . Willems broeders en Adriaan Stert hebben hierna op het<br />
ouderlijk huis van Willem vertegen 13 . Willem was getrouwd met Margriet dochter van Dirk van Heeswijk,<br />
welke waarschijnlijk afkomstig was uit <strong>De</strong>n Bosch 14 , en verwekte bij haar drie zonen die allemaal priester<br />
werden, zodat de staak van Willem is uitgestorven. Willem is vroegtijdig, tussen 1502 en 1508 gestorven 15 . In<br />
juni 1512 heeft de weduwe de tocht in het huis overgedragen aan Matthijs Dirks van der Elst, de ‘toesiender’<br />
over haar onmondige zonen Frans, Ariaan en Gerit. Matthijs heeft het huis daarop verkocht aan Corstiaan<br />
Corstiaans 16 . Die schijnt er een huis bijgebouwd te hebben, want in 15<strong>18</strong> belooft hij aan Gijsbert Jans van<br />
Goch een rente van vier rijnsgulden uit twee huizen in de <strong>Kerkstraat</strong> 17 . <strong>De</strong> oude lasten daarop zijn een<br />
erfpacht van een half mud rogge, verschuldigd aan Gijsbrecht Lambrechts voornoemd, vier pond, te betalen<br />
aan de kapelanen in de kerk van <strong>Oisterwijk</strong> en tien stuiver aan het personaat aldaar <strong>18</strong> .<br />
Corstiaan Corstiaan Janssens heeft al deze lasten niet kunnen blijven opbrengen. Wegens de wanbetaling van<br />
het half mud rogge werd Gijsbrecht van Gorcum aan zijn onderpand gericht en het is toen verkocht aan de<br />
Bosschenaar Gerit Aarts van Vaerlaer, die het als hoogst biedende tenslotte op 27 januari 1523 ook heeft<br />
behouden 19 . Op 7 maart 1536 heeft Gerit, die woonachtig was in de Ridderstraat in <strong>De</strong>n Bosch 20 , het goed<br />
7 Otw,R.<strong>18</strong>6,10;<br />
8 Otw,R. 205,23;<br />
9 sH,R.1266,331v;<br />
10 Otw,R.202,30; Otw,R.205,23;<br />
11 Otw,R.204;17;<br />
12 Otw,R.204,31v;<br />
13 Otw,R.205,23; Otw,R.207,43;<br />
14 Margriet, wier moeder Elisabeth in 1502 nog in leven is (Otw,R.206,40v), heeft haar man tientallen jaren overleefd. <strong>De</strong><br />
Bossche bronnen schijnen Willem ten onrechte als een kleinzoon van Gerit van den Wiel aan te duiden, zoals de onder<br />
Lindeind 59 genoemde bron sH,R1270,337;<br />
15 sH,R.1272,509; sH,R.1277,155;<br />
16 Otw,R.216,23v;<br />
17 sH,R.1291,258;<br />
<strong>18</strong> Otw,R.223,6v;<br />
19 Otw,R.224,38;<br />
20 Otw,R.237,24;<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 3
gesplitst. Het huis op het oostelijke deel heeft hij toen overgedragen aan Gerit Peter Scylders; dat op het<br />
westelijke deel aan Willem Willem Muts 21 . Het eerstgenoemde behandelen we onder I, het tweede onder II.<br />
<strong>18</strong>-I<br />
Uit zijn huwelijk met Goedelt, de natuurlijke dochter van Arnt van Gameren 22 bij Elisabeth dochter van<br />
Roelof van Best 23 heeft Gerit Scilders Peterszoon vijf kinderen. Op <strong>18</strong> augustus 1550 hebben zijn zoon Arnt en<br />
zijn schoonzoon Zeger Wouter Bacx als man van Anna, dochter van Gerit Scilders Peters ‘int bijwesen’ en met<br />
consent van Heliaas Peter Scilders als momboor van Gerits drie onmondige kinderen, met name Jan, Peter en<br />
Elken of Aleid 24 , het huis dat Gerit werd opgedragen door Gerard Arnts van Vairlair, overgedragen aan Jan<br />
Willem Muts 25 , een broeder van degene aan wie het onder II te bespreken erf in 1536 was overgedragen.<br />
Jan heeft het huis nagelaten aan vier kinderen. Zijn zoon Jan heeft zijn aandeel in 1557 overgedragen aan<br />
zijn zwager Goyaart Ariaan Huben 26 . <strong>De</strong> erfgenamen schijnen het niet eens te zijn geweest, zodat heer<br />
Willem Huysmans een hem verschuldigde rente niet betaald gekregen heeft en een opwinningsgeding heeft<br />
aangespannen. Op 2 juni 1559 heeft Aart Peter Schilders het meeste voor heer Willems onderpand geboden.<br />
Schijnbaar heeft hij slechts als tussenpersoon willen optreden: op 2 juni 1559 draagt hij het huis in de<br />
<strong>Kerkstraat</strong> over aan Goyaart Ariaan Huben voornoemd 27 , ook ten behoeve van Aart Henrik Roestenborchs en<br />
Jan Goossen Rutten, de andere schoonzoons van Jan Willem Muts 28 .<br />
Op 9 november 1563 heeft Jan Goossen Rutten de aandelen van zijn consorten overgenomen en het huis<br />
overgedragen aan Peter Cornelis Goossens 29 . Die heeft het 14 februari 1572 overgedragen aan Antonis, de<br />
zoon van Gijsbert Leunis 30 . Toen het erf, waarschijnlijk als gevolg van het oorlogsgeweld, zijn opstallen<br />
21 Otw,R.240,17;<br />
22 ook wel Van Gamerack geheten;<br />
23 Otw,R.244,55v;<br />
24 Otw,R.268,27;<br />
25 Otw,R.254,75;<br />
26 Otw,R.261,89v;<br />
27 Otw,R.263,42v;<br />
28 Otw,R.267,44;<br />
29 Otw,R.267,44;<br />
30 Otw,R.276,7;<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 4
verloor, is het wegens wanbetaling van de cijns van vier pond aan de altaristen opgewonnen door heer en<br />
meester Frans van der Borcht 31 . In het verbuut is het erf bemachtigd door Elisabeth dochter van Frank<br />
Colen 32 , weduwe van Cornelis Emberts van Gorcum, welke is hertrouwd met Wouter Wouters van Esch.<br />
Wouter heeft de ledige, desolate hofstad in de naam van Elisabeth op 12 november 1583 overgegeven aan<br />
Joost, de weduwe van Peter Jan Nauwens, die we hierna genoemd zien worden als eigenaar van het erf dat<br />
Willem Willem Muts in 1536 verwierf.<br />
<strong>18</strong>-II<br />
Willem Willems Muts was een zoon van Willem Wouters Mutsaerts die in 1497 een huis binnen de vrijheid bij<br />
de Kruisstraat gekocht had 33 . Willem Willems Muts was getrouwd met Marieken, dochter van Jan van<br />
Amsterdam. Als man van Marieken heeft hij op 3 maart 1544 ten behoeve van zijn zwager Adam Smolders,<br />
zoon van Henrik die Molder, als man van Geerborcht, ook een dochter van Jan van Amsterdam, vertegen op<br />
een erfpacht van 14 lopen rogge, verschijnend uit het huis in Hukelum dat eertijds was van Jan Feytmans 34 .<br />
<strong>De</strong> naam van de schoonvader van Willem Muts doet schijnbaar ten onrechte denken dat we met een man uit<br />
den vreemde te maken hebben: op 12 januari 1538 heeft Jan Jan Moerkens alias van Amsterdam, als<br />
weduwnaar van Jenne, dochter van Gerit Groys Wouterszoon 35 , aan hun beider dochters Geerborcht en<br />
Meriken, welke dan al getrouwd is met Willem Muts, ook ten behoeve van Jans zoon Jan, een erfpacht van<br />
een half mud rogge overgedragen, waarvan een vierde deel door Henrik Willem Emmen als man van<br />
Kathelijn, dochter van Jan Moerkens de oude verworven werd van Marie dochter van Jan Moerkens en Jan<br />
van Steenbergen 36 . Daar Henrik Willem Emmens huwelijk met Kathelijn kinderloos bleef, moest hun erfenis<br />
worden gekloofd en daarover ontstond onenigheid tussen de kinderen van Willem Gijsbrecht Huysmans<br />
enerzijds en anderzijds Jan Moerkens met Thomas, Jan en Geerborcht, zijn kinderen en zijn schoonzoon<br />
Willem Muts 37 . Henrik Willem Emmen had zijn zwager Servaas Moerkens in 1521 al tevreden gesteld ter zake<br />
31<br />
Otw,R.283,II,23v;<br />
32<br />
Otw,R.283,II,64v;<br />
33<br />
over Willem Mutsaerts erf wordt gesproken na Lindeind 49;<br />
34<br />
Otw,R.248,15v;<br />
35<br />
Otw,R.239,19;<br />
36<br />
Otw,R.242,1v;<br />
37<br />
over de Huysmansen wordt gesproken onder <strong>Kerkeind</strong> 2 (Otw,R.237,103v;). Genoemde Thomas is een meisje<br />
(Otw,R.237,153). Op 16 augustus 1533 heeft Jan Jan Moerkens als weduwnaar van Jenneken, dochter van Gerit Wouter<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 5
van de nalatenschap van Kathelijn 38 . Van deze Servaas is een dochter Elisabeth bekend 39 . Vermoedelijk<br />
behoorde zo gezien de schoonvader van Willem Muts tot een in onze streek al lang gevestigd geslacht. In<br />
1423 leeft reeds Claas geheten Moerken de zoon van Jan Moerken 40 .<br />
Als weduwnaar van Marie, dochter van Jan van Amsterdam, heeft Willem Muts op 12 november 1571 de<br />
tocht in zijn huis in de <strong>Kerkstraat</strong>, daar gelegen tussen het erf van Adriaan Henrik Godstouwen en dat van<br />
Peter Cornelissens, hiervoor uitvoeriger genoemd als Peter Cornelis Goossens, afgestaan aan zijn zoon<br />
Willem Muts de jonge 41 . Die treft het ongeluk dat brand zijn huis verwoest. Op 6 september 1573 heeft hij<br />
op de afgebrande hofstad vertegen ten behoeve van Peter, de zoon van wijlen Jan Nauwen. Diens weduwe<br />
heeft in 1583 de naastgelegen afgebrande hofstad gekocht en zodoende het erf weer de oude omvang<br />
gegeven. In het vervolg spreken we daarover verder.<br />
Peter Jan Nauwen had uit zijn huwelijk met Marie dochter van Jan van Heze een zoon Jan; uit zijn huwelijk<br />
met Joost, welke hij als weduwe heeft achtergelaten, werd een dochter Marie geboren. Met instemming van<br />
de kinderen van Peter heeft Joost op 12 november 1583 de rechten op de hiervoor besproken hofsteden<br />
overgedragen aan Jan zoon van wijlen Adriaan Poirters 42 , wellicht bijgenaamd Jan Adels 43 .<br />
‘Opt versueck bij Jannen Adriaen Poirterssen’ als weduwnaar van Marie dochter van Jan de Weecker gedaan,<br />
hebben de schepenen goedgevonden dat die ‘mag vercopen, vesten ende erven’ een afgebrande hofstad in<br />
de <strong>Kerkstraat</strong>, op voorwaarde dat hij van de opbrengst 23 carolusgulden zal aanwenden ten behoeve van de<br />
kinderen. Jan heeft het erf daarop op 17 december 1597 verkocht aan Adriaan Wouters van Heck, de<br />
buurman 44 .<br />
Datzelfde jaar had Jan met zijn broeder Geraard en Peter Pauwels Goyaarts als man van Anna, een stuk<br />
akkerland, dat hun als kinderen van Elisabeth dochter van Gerit de Bont was aangekomen van Lambert<br />
Gerits de Bont, nog verkocht aan Henrik Wouters van Nuys 45 . Peter en Anna beschikten aldus over de<br />
blijkende penningen om de koop van Adriaan Wouters van Heck te vernaderen. <strong>De</strong> hofstad hebben ze<br />
evenwel niet opnieuw bebouwd. Misschien omdat Peter woonachtig was in Oirschot, althans van Oirschot<br />
wordt genoemd. Op 16 maart 1599 heeft Peter Pauwels van Oirschot als man van Anna dochter van Adriaan<br />
Poirters die afgebrande hofstad overgedragen aan Andries zoon van Wouter Boom 46 . Die is geërfd door zijn<br />
kinderen Jan en Marie. Reeds op 17 maart 1604 hebben deze kinderen de nog steeds ledige hofstad verkocht<br />
aan Cornelis, de zoon van Antonis Roelofs Peynenborch 47 . Bij de tenaamstelling heeft de secretaris, meester<br />
Lambert van den Heuvel, het te mooi willen doen: Cornelis werd meestal Cornelis Antonis Rulens genoemd,<br />
en dat niet omdat zijn grootvader Roelof heette, maar omdat zijn grootvader Peter Roelofszoon<br />
Peynenborch, dus een zoon van de stamvader van de <strong>Oisterwijk</strong>se tak was.<br />
Cornelis is driemaal in het huwelijk getreden. Zijn eerste vrouw was Jenneken dochter van Jacob Willems de<br />
Smit. Hun enige dochter is Cathelijn, welke de vrouw is geworden van Antonis Aart Cornelis Lathouwers 48 .<br />
Cornelis’ tweede vrouw was afkomstig van Tilburg en heette Margriet dochter van Jan Beris van Tilborch. Zij<br />
Groys, de tocht in een half mud rogge overgedragen aan Geerborcht en Willem Muts ook ten behoeve van ‘bruer Jan’ en<br />
Dirk van <strong>De</strong>sschel als man van ‘Thomaes’. Over bruer Jan: G. Berkelmans, <strong>De</strong> heilige Joannes van <strong>Oisterwijk</strong>? In <strong>De</strong> Kleine<br />
Meijerij, jrg 12 (1959), 14; zie ook onder Lindeind 36;<br />
38 Otw,R.255,52;<br />
39 Otw,R.231,32v;<br />
40 Otw,R.144,54v, los blad;<br />
41 Otw,R.275,37;<br />
42 Otw,R.283,II,23v;<br />
43 Brussel,ARA,KA 10723;<br />
44 Otw,R.292,46v;<br />
45 Otw,R.292,39v;<br />
46 Otw,R.294,16v;<br />
47 Otw,R.298,61;<br />
48 Otw,R.307,34v;<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 6
ouwen op de afgebrande hofstad en trekken daarvoor geld aan bij de Bosschenaar Nicolaas Jan Nicolaas<br />
Donckers. Op 3 december 1611 beloven ze hem een cijns van zes carolusgulden, verschijnend op de feestdag<br />
van 'Sint Nicolaas des bisschops' uit het huis en hof aan de ‘steewech ofte strate’, gelegen tussen het erf van<br />
Aart Peters van den Wiel westwaarts en dat van Jan Willems van den Wiel oostwaarts, waarvan de hof zich<br />
uitstrekt van de straat tot een weide behorende tot de ‘pastorye’ der kerk 49 . Lang heeft Margriet van haar<br />
nieuwe huis niet kunnen genieten. Als weduwnaar heeft Cornelis op 20 april 1613 de helft in de Biercleppe,<br />
een stuk wei en hei van drie-en-een-halve lopense ‘aende Schepersdijck’ 50 , overgedragen aan Christiaan van<br />
Ravesteyn 51 . Nadien is Cornelis nog in het huwelijk getreden met Heilwich dochter van Everaart Henricx uit<br />
Oirschot 52 . Beide laatstgenoemde huwelijken schijnen kinderloos gebleven te zijn. Margriet had wel een<br />
dochter Willemken uit haar huwelijk met Antonis Goossens 53 . Dit meisje was getrouwd met Joost, de zoon<br />
van Willem Aarts van den Wiel 54 . Door de Van den Wiels kwam Cornelis wellicht tot zijn derde huwelijk.<br />
Heilwichs broeder Henrik was namelijk getrouwd met Anna dochter van Wouter Willems van den Wiel, een<br />
oudoom van Joost voornoemd 55 .<br />
In 16<strong>18</strong> is Cornelis Antonis Rulens niet meer in leven. Op 9 maart van dat jaar heeft Antonis Lathouwers, zijn<br />
schoonzoon, de onbedeelde helft in een hofstad met een huis erop in de <strong>Kerkstraat</strong> overgedragen aan heer<br />
Everaart Henricx, priester en een der weinige altaristen die er in die tijd nog in <strong>Oisterwijk</strong> toeft, ten behoeve<br />
van zijn moeder Anneke, de weduwe van Henrik Everts, welke de andere helft bezit op grond van versterf<br />
van genoemde Heilwich dochter van Everaart Henricx, de derde echtgenote van Cornelis Antonis Rulens. Als<br />
lasten op het gehele goed worden vermeld: een geamortiseerde cijns van tien stuiver, te betalen aan de<br />
pastorije, een cijns van vier pond verschuldigd aan de heren altaristen en het onderhoud van een ‘roy<br />
dijks’ 56 .<br />
Ook handelend voor zijn zuster Ida heeft heer Everart het goed op 13 februari 1620 verkocht aan Cornelis, de<br />
zoon van Jan Wouters van Beurden, doch door vernadering door Jacob, de zoon van Benedictus Aarts bij<br />
Cornelia, dochter van Wouter Willems van den Wiel, raakt hij zijn aanwinst de <strong>18</strong> e daaropvolgende al weer<br />
kwijt 57 . Uiteindelijk moet hij met de verwanten van de Van den Wiels toch tot een overeenstemming<br />
49<br />
sH,R.1458,130;<br />
50<br />
Tussen de dijk en de Biercleppe ligt een weg van 20 voet breed; achter de Biercleppe ligt grond van Adriaan Goyaart<br />
Huyben. Met een einde ligt de grond aan ‘den gemeynen Roeydyck’ en met het andere aan de gemeint;<br />
51<br />
Otw,R.307,34v;<br />
52<br />
Otw,R.314,6;<br />
53<br />
Otw,R.313,45;<br />
54<br />
Otw,R.302,<strong>18</strong>;<br />
55<br />
Otw,R.284,104v;<br />
56<br />
Otw,R.312,19v; abusievelijk wordt in de akte vermeld dat de hofstand staande huwelijk met Heilwich werd gekocht;<br />
57 Otw,R.314,6;<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 7
gekomen te zijn, want in 1636 woont tussen Jan Janssen Timmermans en de schoutet meester Adriaan<br />
Comans: Cornelis Janssen van Buerden, die met drie oord wordt belast voor ‘een huys ende XVIII roeyen<br />
hoeffs’ en voor zijn welvaren met twee oord 58 .<br />
Cornelis, een zoon van Jan Wouter Wouter Peters van Beurden en Adriana dochter van Peter Conincx, een<br />
dochter van de secretaris van Boxtel 59 , was tweemaal getrouwd. Zijn eerste vrouw heette Adriana. Uit hun<br />
huwelijk sproten meerdere kinderen. Zijn tweede vrouw was Maaiken, een dochter uit een andere familie<br />
Van Beurden, namelijk een dochter van Cornelis, een zoon van de mulder Adriaan Cornelissen van Beurden<br />
en Jenneken dochter van Joorden Jans de Greef. Ook uit het tweede huwelijk werden meerdere kinderen<br />
geboren. Bij aldien is het niet duidelijk hoe de onbedeelde helft in het hier besproken huis in handen is<br />
geraakt van de kinderen van Hendrik Brocken. Voor 200 gulden hebben Cornelis Hendrik Brocken en zijn<br />
zwager Adriaan Martens als man van Adriana dochter van Hendrik Brocken, ook handelend ingevolge een te<br />
Roosendaal verleende volmacht van Matthijs en Henriksken, broeder en zuster en kinderen van Hendrik<br />
Brocken, de onbedeelde helft van het huis in de <strong>Kerkstraat</strong>, daar gelegen tussen het erf van Adriaan Huibert<br />
Poth en dat van de weduwe van meester Adriaan Coomans, waarvan het erf zich uitstrekt van de straat tot<br />
een voetpad, op 29 januari 1667 afgestaan aan Maaiken dochter van Cornelis van Beurden 60 , de weduwe. Zij<br />
heeft het goed nagelaten. Bij de scheiding en deling tussen de erfgenamen van Cornelis en Maaiken op 12<br />
december 1690 komt het goed aan twee getrouwde dochters: Adriaantje, welke is getrouwd met Willem van<br />
Cuyck, krijgt de voorste helft toegescheiden en Jenneken, de vrouw van Jan Peter Poth, de achterste.<br />
Willem heeft de ene helft nagelaten aan twee zoons, Cornelis en Goyaart, van wie eerstgenoemde zijn<br />
rechten op 4 februari 1725 heeft overgedragen aan de ander 61 . In 1736 heeft Goyaart zijn woning verhuurd<br />
aan Maria van Esch 62 . Het jaar daarop, op 16 januari 1737, heeft Peter Janssen Poth voor 60 gulden de<br />
achterkamer en de helft van de hof aan de oostzijde, benevens het recht van weg over de wederhelft, hem<br />
aangekomen van zijn ouders, overgedragen aan Aart Raymakers, die dan de gerechtigde op de andere helft<br />
heet 63 . Nochtans hadden ook de Van Cuycks nog steeds rechten in het goed, te weten Marianna, welke was<br />
getrouwd met Daniel Klerks, Anna Maria van Cuyck en Cornelis Dankers. In 1746 worden Antonie van Esch<br />
en de weduwe van Antonie van Huys genoemd als bewoners van het huis en Daniel Klerks als eigenaar 64 . Op<br />
20 februari 1750 gaat de eigendom over op Willem van Heusden, die in onroerend goed placht te handelen,<br />
maar het met het onderhavige goed slecht heeft getroffen <strong>65</strong> . In 1751 wordt namelijk aangetekend dat het ‘is<br />
afgebrant en geheel geruineert’ 66 . Op 22 februari 1754 volgt Jan Adam Bakkers Willem van Heusden op 67 ,<br />
doch reeds in 1755 worden de lasten niet meer opgebracht en in een opwinning wordt het erf verworven<br />
door Johannes Verster de Balbian. Van 21 april 1759 tot 7 maart 1769 heeft die het erf bezeten 68 . Op<br />
laatstgenoemde datum komt het aan de westerbuur, de heer Philips Zehender, een Zwitser en luitenant van<br />
het regiment Zwitsers onder de heer generaal-majoor <strong>De</strong> Sturler 69 . Op 28 juli 1770 verwerft die van Cornelis<br />
Dankers nog de weg die deze over het erf heeft lopen vanaf zijn huis aan de overkant van de straat 70 . <strong>De</strong>ze<br />
weg over de huisplaats lag aan de oostzijde van het erf. Philips Zehender was het er alleen om te doen bij<br />
58 GA 241,33v;<br />
59 sH,RA,RGD 248;<br />
60 Otw,R.361,II,7;<br />
61 Otw,R.414,8v;<br />
62 GA 260;<br />
63 Otw,R.417,34v; zie ook Otw,R.416,155: Peter neemt een vierde deel over in 1734;<br />
64 GA 262;<br />
<strong>65</strong> Otw,R.420,132v;<br />
66 GA 263;<br />
67 Otw,R.422,34;<br />
68 Otw,R.423,96;<br />
69 Otw,R.426,1<strong>18</strong>;<br />
70 Otw,R.427,99.<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 8
zijn, hierna onder <strong>Kerkeind</strong> 19 te bespreken huis, een hof te maken. <strong>De</strong>ze is door zijn opvolgers gehandhaafd.<br />
Eerst na de Tweede Wereldoorlog hebben de ongetrouwde dames Anna Maria en Cato van Bommel hier<br />
weer een huis gebouwd.<br />
overzicht<br />
KERKEIND <strong>18</strong>(-I)<br />
Jan van de Wiel<br />
Aart van den Wiel Peterszoon x Margriet<br />
8-5-1449 huis en 1/2 hof west Peter Aarts van den Wiel<br />
Aart van den Wiel x Margriet d. Matthijs van Hukelem<br />
1477 Gerit Peters van den Wiel x Guuld d. Henrik van Buedel<br />
10-4-1480 huis Adriaan Gijsbrecht Heyen<br />
6-4-1499 huis Adriaan Claaszoon Stert<br />
Gerit Peters van den Wiel x Guuld d. Henrik van Buedel<br />
Gijsbrecht Lambrechts van Gorcum (opwinning)<br />
1-12-1503 huis Willem Gerit van den Wiel x Margriet d. Dirk van Heeswijk<br />
19-6-1512 huis Corstiaan Corstiaan Janssens<br />
1519 2 huizen<br />
Gijsbrecht Lambert van Gorcum (opwinning)<br />
<strong>18</strong>-5-1520 huis klein huisje Gerit Aarts van Vaerlaer, wnd den Bosch in de Ridderstraat<br />
het oostelijk deel<br />
Gerard Arnts van Vairlair x Elisabet Jan Reyners<br />
7-3-1536 huis Gerit Peter Scylders x Goedelt n.d. Arnt van Gameren<br />
<strong>18</strong>-8-1550 Jan Willem Muts<br />
hr Willem Huysmans (opwinning)<br />
Aart Peter Schilders<br />
2-6-1559 huis Goyaart Ariaan Huben, Aart Henrik Roestenborchs, Jan Goossen Rutten<br />
9-11-1563 huis Jan Goossen Rutten<br />
9-11-1563 huis Peter Cornelis Goossens<br />
14-2-1572 huis Antonis z. Gijsbert Leunis van Megen<br />
met K<strong>18</strong>-II<br />
altaristen van Otw (opwinning)<br />
Elisabeth d. Frank Colen wede Cornelis Emberts van Gorcum xx Wouter Wouters van Esch<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 9
12-11-1583 afgebrande hofstad Joost wede Peter Jan Nauwens (wedn Marie Jan van Heze)<br />
12-11-1583 afgebrande hofstad Jan z. Adriaan Poirters (Adels?) x Marie d. Jan de Weecker<br />
17-12-1597 afgebrande hofstad Adriaan Wouters van Heck<br />
<strong>18</strong>-12-1597 afgebrande hofstad Peter Pauwels Goyaerts (van Oirschot) x Anna Anna d. Adriaan Poirters<br />
16-3-1599 afgebrande hofstad Andries z. Wouter Boom<br />
17-3-1604 nieuw huis Cornelis z. Antonis Roelofs Peynenborch x Jenneken d. Jacob Willems de Smit xx Margriet d. Jan Beris<br />
van Tilborch xxx Heilwich d. Everaart Henricx<br />
Catelijn Cornelis Antonis Ruelens x Antonis Aart Cornelis Lathouwers<br />
9-3-16<strong>18</strong> huis hr Everaart Henricx, priester en zijn moeder Anneken Wouter Willem van de Wiel wede Henrik Everts<br />
13-2-1620 huis Cornelis z. Jan Wouters van Beurden<br />
<strong>18</strong>-2-1620 huis Jacob z. Benedictus Aarts<br />
Cornelis Jans van Beurden x Adriana xx Maaiken Cornelis Adriaan van Beurden<br />
krn Hendrik Brocken te Roosendaal (1/2)<br />
29-1-1667 huis Maaiken d. Cornelis van Beurden wede Cornelis Jan van Beurden<br />
12-12-1690 huis Adriaantje d. Cornelis van Beurden x Willem van Cuyck (voorste helft) en Jenneken d. Cornelis van<br />
Beurden x Jan Peter Poth (achterste helft)<br />
4-2-1725 huis 9 R Goyaart z. Willem van Cuyck, ketellapper x Cornelia Wouter Bertens (voorste helft) K<strong>18</strong><br />
Jan van Hees x Cornelia Poth (achterste helft)<br />
11-9-1734 huis 4 R Peter Jan Poth (achterste helft)<br />
16-1-1737<br />
1-5-1737<br />
huis Aart Raymakers (achterste helft)<br />
Daniel Klerks x Marianna van Cuyck (voorste helft) K<strong>18</strong><br />
9-8-1749 hof Cornelis Jan Dankers (achterste helft)<br />
20-2-1750 afgebrande huisplaats 1/2 L Willem van Heusden<br />
22-2-1754 hof 1/2 L Jan Adam Bakkers<br />
opwinning wegens de verponding en bede van 1755<br />
21-4-1759 hof 1/2 L Johannes Verster de Balbian<br />
7-3-1769 hof 1/2 L Philips Zehender, luitenant in reg. Zwitsers<br />
(met in 1770 erfweg over dit erf)<br />
zie bij <strong>Kerkeind</strong> 19<br />
1945 schuur Antonius Huijbers na 1946 F.1964<br />
1946 schuur Anna Maria A. en Catharina M.A. van Bommel<br />
1966 huis Wouterus J.A.M. Paijmans<br />
geen wijknummer, na ca. 1960 <strong>Kerkstraat</strong> <strong>65</strong><br />
KERKEIND <strong>18</strong>-II<br />
Gerit Aart van Vaerlaer<br />
het westelijk deel, geheel zie K<strong>18</strong>-I<br />
7-3-1536 huis Willem Willen Muts z. Willem Wouter Mutsaerts x Marieken d. Jan van Amsterdam<br />
15-11-1571 huis Willem Muts de jonge z Willem Willem Muts<br />
6-9-1574 afgebrande hofstad Peter z. Jan Nauwen x Marie d. Jan van Heze xx Joost<br />
uit: www.devrijheidoisterwijk.nl 8-3-2010<br />
zie verder K<strong>18</strong>-I<br />
© <strong>De</strong> <strong>Vrijheid</strong> <strong>Oisterwijk</strong> <strong>Kerkeind</strong> <strong>18</strong> • 10