BPV protocol - MKB-Nederland
BPV protocol - MKB-Nederland
BPV protocol - MKB-Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vijf werkgroepen, vijf thema<br />
Tijdens het middaggedeelte van de bpv-<br />
werkconferentie staan vijf werkgroep-<br />
discussies geprogrammeerd. Elk groep<br />
discussieert aan de hand van goede<br />
praktijkvoorbeelden over een aspect van<br />
het <strong>BPV</strong>-<strong>protocol</strong>. Centraal in de discus-<br />
sie staan de eventuele knelpunten bij de<br />
sectorale, regionale uitvoering en bijbeho-<br />
rende oplossingsrichtingen. : Trioprint<br />
Juni 2010<br />
Werkgroep Slimmere organisatie/betere begeleiding<br />
In deze werkgroep bespreken de dames en heren eerst de<br />
dienstverlening die Kenteq biedt aan scholen en bedrijven<br />
om de begeleidingstaak van BBLstudenten tegen (geringe)<br />
betaling over te nemen. Kenteq kan de intake verzorgen<br />
en het werkplan opstellen en het opleidingsproces plan<br />
nen. Verdere taken die het kenniscentrum kan overnemen<br />
zijn ondermeer de voortgangsgesprekken met en over de<br />
student, de voorbereiding op het examen, de ondersteuning<br />
bij de beoordeling van de beroepspraktijkvorming en het<br />
overleg met het ROC. ROC’s kunnen verschillende redenen<br />
hebben om de begeleidingstaak uit te besteden aan een<br />
kenniscentrum. Zo kan er te weinig deskundigheid binnen<br />
het ROC zijn. Of te weinig tijd of geld. Een andere reden kan<br />
efficiencywinst zijn: het kenniscentrum kan het begeleiden<br />
van studenten immers combineren met andere activiteiten<br />
bij een bedrijf. Ook bedrijven kunnen verschillende redenen<br />
hebben om de begeleidingstaak uit te besteden. Bijvoor<br />
beeld een betere kwaliteit van de begeleiding, tijdwinst voor<br />
de praktijkopleider of betere resultaten van de studenten.<br />
Uit onderzoek onder praktijkopleiders blijkt dat het uitbeste<br />
den van de begeleiding aan een kenniscentrum de volgende<br />
effecten heeft:<br />
• studenten doorlopen hun opleiding volgens planning<br />
6<br />
(minder uitval en vertraging)<br />
• studenten zijn gemotiveerder<br />
• praktijkopleiders beschikken over een klankbord<br />
• praktijkopleiders houden meer tijd over om de student<br />
het vak te leren<br />
Uit de discussie in de werkgroep komt naar voren dat scho<br />
len voldoende tijd en geld beschikbaar moeten stellen voor<br />
de begeleiding van studenten. Verder dienen ze over de pro<br />
fessionaliteit te beschikken om het zelf te kunnen doen. Om<br />
dat te bereiken, zijn er enkele randvoorwaarden. We moeten:<br />
• status geven aan het regionale overleg tussen het secto<br />
rale bedrijfsleven en het onderwijs (wettelijk regelen).<br />
• afspraken maken hoeveel uren begeleiding er per student<br />
beschikbaar zijn (1015 uur per student per opleidings<br />
jaar).<br />
• afspraken maken over de frequentie waarmee bedrijven<br />
bezocht moeten worden (alle opleidende bedrijven tenmin<br />
ste twee keer per opleidingsjaar, gemiddeld vier keer per<br />
opleidingsjaar, verder naar noodzaak en behoefte, tussen<br />
tijdse contacten per telefoon/mail).<br />
• afspraken maken over welke deskundigheid de bpv-bege<br />
leider moet beschikken. Het moet geen AVOdocent, rela<br />
tiebeheerder of commerciële ‘verkoper’ zijn. Wel moet het<br />
iemand zijn die beroepskennis heeft, de student kent en<br />
over pedagogischdidactische vaardigheden en gespreks<br />
vaardigheden beschikt. Als hij niet over deze deskundig<br />
heid beschikt, moet hij geschoold worden. Datzelfde geldt<br />
voor de praktijkopleider.