Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>HET</strong> <strong>MEISJE</strong><br />
<strong>VAN</strong> <strong>YDE</strong>
Tips voor een werkstuk of spreekbeurt<br />
Een spreekbeurt geven doe je niet zomaar. De voorbereiding<br />
van een spreekbeurt is erg belangrijk. Ook als je een werkstuk<br />
gaat maken, is het belangrijk dat je goed nadenkt waar je een<br />
werkstuk over wilt maken en wat je over het onderwerp wilt weten.<br />
Informatie, waar vind je die?<br />
1. Je wilt een werkstuk maken of een spreekbeurt houden over het meisje van Yde. In dit pakket<br />
vind je veel informatie. Als je nog meer wilt weten kun je zoeken op internet, of in de bibliotheek.<br />
2. Bedenk wat jij zou willen weten over het meisje van Yde en schrijf die vragen op.<br />
3. Ga in het pakket op zoek naar de informatie die je nodig hebt om je vragen te kunnen<br />
beantwoorden.<br />
4. Heb je alle informatie gevonden die je nodig hebt, lees die dan eerst rustig door. Vaak heb je te<br />
veel informatie. Je moet dus goed kijken wat jij belangrijk vindt om te vertellen of op te schrijven.<br />
Hoe pak je het aan?<br />
Schrijf een inleiding. In een inleiding vertel je waarom je<br />
dit onderwerp hebt gekozen en waar je werkstuk in grote lijnen over gaat.<br />
Schrijf bij elke vraag die je gesteld hebt een verhaaltje, waarin je antwoord geeft op die vraag.<br />
Vaak heb je op deze manier al de hoofdstukken van een werkstuk.<br />
Zorg er nu voor dat je de hoofdstukjes in een logische volgorde zet. Dit is de kern van je<br />
werkstuk of spreekbeurt.<br />
Aan het einde van je verhaal komt een samenvatting of conclusie, het slot. Daarin komt je<br />
eigen<br />
mening. Verzin nu ook een leuke titel voor je werkstuk, waardoor iemand anders zin<br />
krijgt om jouw werkstuk te gaan lezen.<br />
Een werkstuk; het oog wil ook wat!<br />
Schrijf duidelijk of typ je werkstuk uit op de computer.<br />
Geef ieder hoofdstuk een nummer. Geef ook elke bladzijde een nummer. In het begin van je<br />
werkstuk maak je dan een inhoudsopgave waarin je ook de nummers van de hoofdstukken en<br />
de bladzijdes gebruikt. Maak deze inhoudsopgave pas helemaal aan het einde, zodat alle<br />
nummers kloppen.<br />
Plaatjes zijn natuurlijk leuk, maar gebruik ze alleen als ze passen bij je verhaal.<br />
Maak een voorkant met daarop de titel en eventueel je naam.<br />
Een spreekbeurt; het oor wil ook wat!<br />
Schrijf het hele verhaal dat je wilt vertellen op papier.<br />
Maak ook bij je spreekbeurt een inleiding: waarom heb je dit onderwerp gekozen en wat<br />
wil je ongeveer gaan vertellen? Aan het einde kun je een samenvatting geven met je<br />
eigen mening. Als je dat leuk vindt kun je ook voor je spreekbeurt een titel bedenken.<br />
Lees de hele spreekbeurt nu een paar keer hardop. Dit kan voor jezelf, maar ook voor je<br />
ouders, broertjes, zusjes of vriendjes.<br />
Maak een samenvatting van je verhaal. Dit doe je door de belangrijkste woorden uit je verhaal<br />
op te schrijven. Je maakt een soort spiekbriefje.<br />
Oefen nu het vertellen van je verhaal, met alleen dit spiekbriefje voor je.<br />
Het is ook leuk om je klasgenoten iets te laten zien: een grote foto of tekening (op het<br />
bord), of een voorwerp. Als je handig bent met de computer kun je ook een<br />
PowerPointpresentatie maken.<br />
Als je alles goed hebt voorbereid kun je je verhaal in de klas vertellen.<br />
Praat duidelijk, niet te vlug en kijk zo veel mogelijk naar de klas.<br />
Een spreekbeurt duurt ongeveer 10 minuten.<br />
2
INLEIDING<br />
Waar is het meisje van Yde? Die vraag wordt door volwassenen en kinderen heel veel gesteld in<br />
het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong>. Dit meisje wordt al meer dan honderd jaar door nieuwsgierige bezoekers<br />
bekeken. Er is iets bijzonders aan haar. Van haar lichaam is namelijk meer bewaard gebleven dan<br />
alleen een skelet. En ze heeft nog meer: er is een reconstructie van haar hoofd gemaakt. Daardoor<br />
heeft ze een gezicht gekregen en lijkt het alsof ze je aankijkt. Een meisje van zestien jaar dat 2000<br />
jaar geleden leefde is daardoor dichter bij ons gekomen.<br />
In dit werkstukpakket kun je meer over het meisje van Yde te weten komen. Zo lees je onder<br />
andere over haar vondst en haar dood, maar ook over het onderzoek dat naar haar gedaan wordt<br />
en hoe ze vroeger geleefd moet hebben. Je leert over het veen en over het maken van offers. Wij<br />
hopen dat dit informatiepakket je zal helpen in het maken van je werkstuk. Veel succes!<br />
Afb. 1) Meisje van Yde<br />
3
1 DE VONDST<br />
Op 12 mei 1897 werd het meisje van Yde door twee arbeiders gevonden in het veen in de buurt<br />
van het plaatsje Yde. Deze arbeiders, Willem Emmens en Hendrik Barkhof uit Yde, waren het veen<br />
aan het baggeren. Toen Willem zijn baggerbeugel omhoog wilde halen, voelde deze erg zwaar aan<br />
en hij sprak een verwensing uit: “De duvel haal’ den vent die dat gat heeft gegraven”. Meteen<br />
kwam er uit het veenwater een zwart hoofd met rood haar omhoog. Dat was de duivel! dachten ze<br />
en ze smeten hun beugels op de grond en renden hard naar huis.<br />
Nadat ze van de schrik bekomen waren, werd het lijk uit de blubber omhoog gehaald. Ze wisten<br />
eerst niet wat ze ermee moesten doen en ze legden het onder heideplaggen. Op zaterdag 15 mei<br />
1897 verscheen er een klein berichtje in de krant. Dat zag er zo uit:<br />
Afb.2) Turfgravers<br />
ALLERLEI.<br />
Men schrijft ons uit Vries:<br />
Door ‘t werkvolk van den heer L. Popken te<br />
IJde werd Woensdag jl. in een veentje tusschen<br />
Vries en IJde een volledig menschengeraamte<br />
gevonden. ’t Haar, ter lengte van wel<br />
anderhalven voet, bedekte nog den schedel.<br />
Overblijfselen van kleeren waren nog aanwezig.<br />
Daar voorwerpen in veen niet dan hoogst<br />
langzaam vergaan, kan genoemd lichaam wel al<br />
menig dozijn jaren in ’t veen hebben gezeten.<br />
De burgemeester van Yde, meneer Aalfs, heeft dit bericht gelezen en is zelf gaan kijken op 21 mei.<br />
Hij vond het lijk dat nog steeds verstopt lag onder de plaggen. Hij bekeek de vondst heel goed en<br />
keek ook in het veen of er nog meer verborgen lag.<br />
Ondertussen werd er aan de oudste mensen in het dorp Yde gevraagd of er misschien een kind<br />
vermist werd. Dit was niet het geval. Omdat er dus niemand vermist werd in het dorp, dachten de<br />
mensen dat het lichaam misschien al wel veel langer in het veen lag. Daarom schreef de<br />
burgemeester maar een brief aan het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong>, om te vertellen dat er iets bijzonders<br />
gevonden was. Hij beschreef hoe het veenlijk eruit zag en dat het wel op een mummie leek. Ook<br />
vertelde hij dat hij dacht dat het een vrouw was geweest. Bij de brief stopte de burgemeester het<br />
bandje dat om de hals zat van het veenlijk, en een stukje stof van de mantel.<br />
Deze brief werd gestuurd naar meneer Joosting; iemand uit het bestuur van het museum. Hij<br />
bekeek de stukjes stof heel goed en zag dat het zuivere wol was. Uit het verhaal van de<br />
burgemeester dacht meneer Joosting dat het lichaam niet in de 19 e eeuw in het veen terecht<br />
gekomen was. Daarom wilde hij zelf graag een kijkje komen nemen. Een paar dagen later ging hij<br />
erheen, samen met de burgemeester. Toen ze op de vindplaats aankwamen, deden ze een nare<br />
ontdekking. Het veenlijk was kapot gemaakt. De inwoners van Yde waren heel nieuwsgierig<br />
geworden en waren komen kijken naar het lichaam. Helaas bleven ze niet alleen maar kijken, want<br />
ze hebben, op één na, alle tanden en kiezen meegenomen en het haar zat ook niet meer aan het<br />
hoofd vast. Ook waren er wat botten verdwenen. Meneer Joosting verzamelde alles wat er te<br />
vinden was en stopte dat in een kistje. Het kistje werd naar het huis van de burgemeester<br />
gebracht. Deze zorgde ervoor dat het pakje naar Assen werd gestuurd.<br />
Meneer Joosting legde het veenlijk bij hem thuis neer om te laten drogen. Met een borstel<br />
verwijderde hij de viezigheid. Ook bekeek hij het veenlijk eens goed. Hij zag dat er een grote wond<br />
zat aan de rechterkant van het hoofd en dat het rechterdijbeen gebroken was. Ook zag hij dat het<br />
hoofd niet meer recht op de romp stond. Daarnaast geloofde ook meneer Joosting dat het lijk van<br />
een vrouw was. Op 19 juni 1897 bracht hij het veenlijk naar het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong>. Daar was het<br />
bestuur heel enthousiast over de ontdekking. Op die datum werd het meisje van Yde in het<br />
inventarisboek van het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong> bijgeschreven.<br />
4
2 <strong>HET</strong> ONDERZOEK<br />
WANNEER HEEFT ZE GELEEFD?<br />
Meneer Joosting dacht in het begin dat het veenlijk misschien wel 600 jaar oud was. Maar dit<br />
veranderde al snel. Hij schreef namelijk met een vrouw uit Duitsland die veel verstand had van<br />
veenlijken. Zij meende dat het veenlijk uit de tijd tussen het jaar 200 en 400 na Christus kwam,<br />
dus wel 1500 tot 1700 jaar oud moest zijn. Joosting sloot zich hierbij aan.<br />
Meer dan 50 jaar later, in 1955, werd het meisje<br />
van Yde onderzocht om te kijken hoe oud ze was.<br />
Dit deden ze met een onderzoek dat palynologie<br />
wordt genoemd. Dat is een onderzoek waarbij ze<br />
stuifmeelkorrels van planten gaan onderzoeken. Bij<br />
het meisje van Yde werd daarvoor een stukje veen,<br />
dat nog op haar lichaam zat, verwijderd en<br />
onderzocht. Daarbij kwamen ze erachter dat de<br />
stuifmeelkorrels in dat stukje veen uit de tijd<br />
kwamen van tussen 200 en 500 na Christus. Dus<br />
ook het veenlijk moest in die tijd in het veen<br />
terechtgekomen zijn. Wat meneer Joosting al had gedacht, Afb.3) Stuifmeelkorrels van een berk<br />
werd bevestigd.<br />
Alleen is het onderzoek van de palynologie niet zo betrouwbaar. De stukjes veen die op het lichaam<br />
zitten van het meisje van Yde, kunnen veel ouder of jonger zijn dan het veenlijk zelf. Daarom werd<br />
het meisje in 1988 opnieuw onderzocht, maar dan op een heel andere manier: de C14-methode.<br />
Hieronder wordt uitgelegd hoe deze methode werkt.<br />
In de lucht die je inademt zit zuurstof, maar er zitten ook andere stoffen in de lucht zoals<br />
koolstofdioxide (C14). Planten nemen deze stof op. En omdat mensen platen eten, zoals sla en<br />
prei, hebben mensen ook koolstofdioxide in zich. Op het moment dat iemand dood gaat, ‘eet’ hij<br />
geen C14 meer en wat er nog in het lichaam zit wordt langzaam afgebroken; het lost op. Met<br />
ingewikkelde apparaten kunnen ze meten hoeveel koolstofdioxide er nog in het lichaam zit en<br />
omdat ze weten hoe snel het oplost, kunnen ze zeggen hoe oud iets is. Hiervoor hebben ze maar<br />
een heel klein stukje huid nodig. Omdat de code van koolstofdioxide C14 is, heet deze manier van<br />
meten de C14-methode.<br />
Het meisje van Yde is dus ook op deze manier onderzocht. Met een computerprogramma hebben<br />
ze uitgerekend in welke tijd zij heeft geleefd. De uitkomst was 54 v. Chr. – 128 na Chr. Dit is dus<br />
ouder dan de uitkomst van het onderzoek met de stuifmeelkorrels. Het betekent dat ze nu dus<br />
ongeveer 2000 jaar oud is. De tijd waarin ze geleefd heeft noemen wij het einde van de ijzertijd en<br />
het begin van de Romeinse tijd.<br />
5
GESLACHT, LEEFTIJD EN LENGTE<br />
Toen het veenlijk gevonden werd, dacht de burgemeester dat het om een vrouw ging. Hij dacht dat<br />
omdat de hand klein was en de botten niet grof. Het lange haar speelde daarbij ook een rol. De<br />
conclusie van de burgemeester was goed, alleen had hij daar niet echt goede bewijzen voor. Pas<br />
veel later is er met onderzoek bewezen dat het veenlijk een meisje was. Dit konden ze zien aan de<br />
borsten, ook al waren deze wel zo plat als een dubbeltje. Dat komt omdat het lichaam helemaal<br />
uitgedroogd was. Ook hebben meisjes een andere bekkenvorm dan jongens (je beenbotten zitten<br />
vast aan het bekken). Met het onderzoek konden ze zien dat het bekken van het veenlijk een<br />
vrouwelijke vorm heeft. Ook heeft het meisje van Yde een bochel in haar rug. Haar rug is dus niet<br />
recht, maar heeft een s-vorm. Dit word scoliose (een verkromming) genoemd en dat komt bijna<br />
alleen maar bij vrouwen voor.<br />
Bij het onderzoek is ook uitgezocht hoe oud het meisje was. Hiervoor hebben ze de lange botten<br />
(bijvoorbeeld de bovenarm en het bovenbeen) en het gebit onderzocht. Bij de lange botten keken<br />
ze hoever die al volgroeid waren. De ruimtes tussen de lange botten (bijvoorbeeld tussen de<br />
boven- en onderarm) zijn bij kinderen namelijk nog groot. Bij volwassenen is die ruimte gesloten,<br />
het groeit dus dicht. Per bot verschilt het wel wanneer de ruimte sluit. Dat gebeurt op verschillende<br />
leeftijden. Zo sluit de ruimte bij de onderkant van je bovenarm tussen je 14 e en 18 e jaar en je<br />
dijbeen tussen je 15 e en 19 e jaar. De onderzoekers van het meisje van Yde konden zien dat er bij<br />
deze botten nog wat ruimte te zien was. Dat betekende dat het meisje dus nog niet volwassen<br />
was. Na wat rekenwerk bleek dat het meisje ongeveer zestien jaar oud moet zijn geweest toen ze<br />
overleed.<br />
Afb.4) Lengte<br />
Ook het gebit van het meisje werd onderzocht. Daaraan kun je heel<br />
goed zien hoe oud iemand is. De gewone kiezen van het meisje van<br />
Yde zijn helemaal ontwikkeld, maar haar verstandskiezen nog niet.<br />
Deze waren ook nog niet doorgebroken. Ook dit wijst naar een<br />
leeftijd van ongeveer zestien jaar.<br />
Het meisje van Yde was niet groot. Nu zijn meisjes van zestien jaar<br />
gemiddeld ongeveer 1,67m lang. Om te kijken hoe groot het meisje<br />
van Yde was, hebben de onderzoekers haar botten gemeten. Het<br />
lichaam is namelijk niet meer compleet en ze konden haar dus niet<br />
meer van hoofd tot voeten opmeten. Toen ze de lengte van<br />
bepaalde botten wisten, konden de onderzoekers met rekensommen<br />
uitrekenen hoe groot ze is geweest. De uitkomst was ongeveer<br />
1,40 m lang. Dat is niet groot voor een meisje van zestien. Maar<br />
vroeger waren de mensen ook veel kleiner dan nu. Waarschijnlijk<br />
was het in haar tijd een normale lengte.<br />
6
WAT HEEFT <strong>HET</strong> <strong>MEISJE</strong> <strong>VAN</strong> <strong>YDE</strong> BIJ ZICH?<br />
Toen het meisje van Yde uit de blubber omhooggetrokken werd, kwamen er ook een aantal<br />
stukken stof omhoog. Het gaat om een smal bandje dat om haar hals gewikkeld was, en om een<br />
aantal stukken van een groot rechthoekig kledingstuk. Het bandje is heel belangrijk voor het<br />
verhaal van het meisje van Yde. Er zit namelijk een schuifknoop in het bandje en een schuifknoop<br />
kun je aantrekken…<br />
Het bandje is niet meer compleet. Meneer Joosting heeft er in 1897 een stukje afgeknipt en naar<br />
iemand in Leiden opgestuurd voor onderzoek. Het bandje heeft nu een lengte van 125cm en een<br />
breedte van 4cm. Het is ook op een bepaalde manier gevlochten met lange woldraden. Die manier<br />
van vlechten noemen we sprangen. Het is een heel oude vlechttechniek die sommige mensen ook<br />
nu nog kunnen maken. Zo heeft een mevrouw in 1989 het sprangbandje van het meisje van Yde<br />
nagemaakt. Dat noemen we een replica. Ook is op die manier ontdekt dat het bandje een lengte<br />
heeft gehad van 215-220 cm. Dat is best lang en daarom zou het bandje vroeger als tailleband<br />
gedragen kunnen zijn.<br />
Naast dit sprangbandje zijn er nog zes stukken stof gevonden. Deze stukken stof hebben allemaal<br />
in een groot rechthoekig kledingstuk gezeten: een mantel. Deze mantel is ook niet meer compleet.<br />
Er zijn stukken vergaan, achtergebleven of meegenomen door nieuwsgierige mensen uit de buurt<br />
van Yde. De mantel lijkt op het eerste gezicht mooi egaal bruin. Maar als je goed kijkt zijn er<br />
kleurverschillen te zien. Op sommige plaatsen zijn er donkere banen in geweven. Dat de mantel<br />
bruin is, komt door het verblijf in het veen. Vroeger is het licht van kleur geweest met donkere<br />
banen.<br />
Het is niet meer duidelijk hoe de zes stukken aan elkaar hebben gezeten. Daarvoor is er teveel<br />
verdwenen. Maar hoe groot de mantel ook is geweest, hij is niet echt mooi gemaakt. De draden<br />
zijn onregelmatig en er zitten weeffouten in. Ook is de mantel op sommige plaatsen hersteld omdat<br />
er (bijna) gaten in zaten. Maar dit hebben ze met donkere draden gedaan en daar werd de mantel<br />
niet mooier van. Door dit alles lijkt het erop dat het meisje van Yde deze mantel lang gedragen<br />
heeft: het was een ‘oudje’.<br />
Het is heel bijzonder dat er nog kledingstukken bewaard zijn gebleven van ongeveer 2000 jaar<br />
geleden. Normaal kun je kleding niet zo lang in de grond bewaren, dat vergaat. Hoe het komt dat<br />
er nog wel wat van over is lees je in het volgende hoofdstuk.<br />
HOE KAN ALLES ZO GOED BEWAARD ZIJN GEBELEVEN?<br />
Niet alleen in het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong> kun je voorwerpen en lichamen bekijken die in het veen zijn<br />
gevonden. In meer musea in Noordwest-Europa zijn er vondsten uit het veen te bekijken. Veel<br />
bezoekers verbazen zich erover. Hoe kan het dat er voorwerpen en zelfs mensen zo goed bewaard<br />
zijn gebleven dat je soms zelfs de baardstoppels op de kin van een veenlijk kan zien? Dit komt<br />
omdat het veen conserverende eigenschappen heeft. Dit betekent dat je dingen in het veen kunt<br />
bewaren zonder dat het kapot gaat. Normaal kunnen organische materialen (planten, dieren,<br />
mensen) namelijk niet zo lang bewaard blijven: het vergaat. Maar het veen sluit bijvoorbeeld een<br />
lichaam af van de buitenlucht en verpakt het als het ware luchtdicht, zoals een pak koffie of kaas.<br />
Als er geen lucht bijkomt vergaat het ook niet.<br />
Ook zitten er in het veen looizuren. Looizuur werd door mensen gebruikt om van dierenhuiden leer<br />
te maken. Dit noem je leerlooien. Je kunt zeggen dat dit ook met de veenlijken is gebeurd. De<br />
zuren in het veen hebben de huid en de organen van een mens gelooid. Daarom kun je<br />
bijvoorbeeld de haren, huid en nagels nog zo goed zien bij een veenlijk. Ook hout, hoorn en<br />
kledingstukken van wol, leer en bont blijven goed bewaard in het veen. Linnen kleding vergaat wel<br />
helemaal. Botten blijven ook niet altijd goed bewaard. Dat ligt aan het soort veen, dat kalkarm of<br />
kalkrijk kan zijn. Kalkarm veen ontrekt kalk aan de botten van een lichaam waardoor er weinig tot<br />
geen botten bewaard blijven. Kalkrijk veen onttrekt minder of geen kalk aan de botten zodat er in<br />
kalkrijk veen wel botten bewaard blijven.<br />
7
3 DE DOOD <strong>VAN</strong> <strong>HET</strong> <strong>MEISJE</strong><br />
Het meisje van Yde is in het veen gevonden met een<br />
bandje om haar hals. Dat bandje had een schuifknoop.<br />
Omdat het meisje ook een groef in haar hals heeft op<br />
de plek van het bandje, is het duidelijk dat ze<br />
waarschijnlijk gewurgd is. Door het aantrekken van het<br />
bandje is het meisje van Yde gestikt. Ook heeft ze een<br />
snee op de plaats van haar halsslagader. Wat eerst is<br />
gedaan is niet duidelijk. Maar hoe is dat zo gekomen?<br />
Is ze vermoord? Was het een straf? Om deze vragen te<br />
beantwoorden moeten we eerst kijken naar het veen,<br />
want dat is een belangrijke aanwijzing. Behalve het<br />
meisje van Yde zijn er namelijk wel veel meer<br />
bijzondere dingen gevonden in het <strong>Drents</strong>e veen.<br />
Afb.5) Een sprangband<br />
VEEN<br />
Vroeger bestonden grote delen van Drenthe uit moeras, een drassig gebied met veel water en<br />
planten. Die planten gingen natuurlijk een keer dood. Normaal worden die plantenresten dan door<br />
micro-organismen (bacteriën en schimmels) en kleine dieren afgebroken, maar hier is wel zuurstof<br />
voor nodig. In moerassen staan planten voor een deel onder water waar geen zuurstof bij kan.<br />
Daarom vergaan die planten maar gedeeltelijk of helemaal niet. Zo kunnen planten in een drassig<br />
gebied bewaard blijven. Op de resten groeien dan ook weer nieuwe planten, maar ook die rotten<br />
niet helemaal weg. Als dit een paar duizend jaar doorgaat ontstaan er metersdikke pakketten<br />
plantenresten. Dit noemen we veenvorming. Behalve in Nederland, bestaat er ook veen in<br />
bijvoorbeeld de rest van Noordwest-Europa, Azië, Noord-Amerika en Canada. Het totale oppervlak<br />
aan veen in de wereld wordt geschat op 150 miljoen tot 500 miljoen hectare. Dat is ongeveer gelijk<br />
aan 300 miljoen tot 1 miljard voetbalvelden!<br />
Dit lijkt heel erg veel, maar vroeger was er nog veel meer veen. Vanaf de middeleeuwen is de<br />
oppervlakte van het veen namelijk steeds kleiner geworden doordat mensen er gingen wonen en er<br />
akkers van gingen maken. Vanaf het eind van de middeleeuwen werd het veen steeds meer<br />
gebruikt als brandstof. Daarvoor werden er kanalen gegraven, om het water uit het veen weg te<br />
laten lopen. Zo kwam de turf vrij dat als brandstof naar de steden kon worden gebracht. Mensen<br />
die dit werk deden worden veenarbeiders en turfstekers genoemd. Vanaf de 20 e eeuw is de<br />
afgraving van veen sterk verminderd, maar in een paar eeuwen tijd is er veel veen verloren<br />
gegaan. Zo had Nederland vroeger ongeveer 1 miljoen hectare veen. Tegenwoordig is dat bijna<br />
helemaal verdwenen en het veen dat we nog hebben wordt heel goed beschermd.<br />
8
VONDSTEN<br />
De veenarbeiders vonden bij het turfsteken de meest opvallende dingen. Al vanaf het begin van de<br />
turfwinning kwamen er vondsten uit het veen tevoorschijn. Zo horen we al in 1658 over ‘munten<br />
van alle soorten (…), ongewone en oude stenen, ook sieraden met bepaalde inscripties, stukken<br />
van wapens’, enzovoorts. In de 18 e eeuw wordt er in een boek geschreven over ‘lederen kolders,<br />
ruige mutzen, schoenen, potten, geplaveide vuursteden, heggen, sloten, wegen, hoorns van ossen<br />
en herten, tanden van dieren en andere zaaken, welke men onder de veenen vind.’ Wat er met al<br />
deze vondsten gebeurd is, weten we niet. Er bestonden toen nog geen musea die deze dingen<br />
konden bewaren. Wel waren er rijke mensen die allerlei spulletjes verzamelden, waaronder ook<br />
archeologische vondsten. Maar zij gooiden nogal eens dingen weg. Pas in de 19 e eeuw kwamen er<br />
musea die de archeologische vondsten wilden bewaren. Zij wilden ook wel wat geld geven voor de<br />
gevonden spullen. Toen dat bekend werd kwamen de veenarbeiders met van alles en nog wat naar<br />
de musea en ook naar het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong> in Assen. Ze brachten onder andere bijlen van<br />
vuursteen en brons, speerpunten en armbanden van brons, aardewerk, houten schalen, zilveren<br />
munten, kralensnoeren van barnsteen en haarvlechten.<br />
Heel lang hebben de mensen zich niet eens afgevraagd hoe deze vondsten in het veen<br />
terechtgekomen zijn en wat ze zouden betekenen. Zo bedachten ze dat een bronzen bijl of speer<br />
wel verloren was. Schoenen en kledingstukken moesten ook wel per ongeluk achtergelaten zijn. Bij<br />
vondsten van muntschatten werd gedacht dat de eigenaar wat spaargeld had willen verstoppen. Zo<br />
was er voor elke vondst wel een verklaring.<br />
Pas vanaf het midden van de 20 e eeuw kwamen de onderzoekers erachter dat er iets meer aan de<br />
hand moest zijn met deze vondsten. Het aantal gevonden spullen was veel te veel om zomaar<br />
‘toevallig verloren’ te zijn. Soms werd een grote hoeveelheid voorwerpen op één plek gevonden.<br />
Vooral als die voorwerpen uit verschillende tijden kwamen, kon het dus geen toeval zijn. Ook<br />
konden alle voorwerpen op het moment dat ze in het veen terechtkwamen nog gebruikt worden.<br />
Ze hadden dus nog waarde en waren kostbaar.<br />
Niet alleen in het veen werden deze kostbare<br />
voorwerpen gelegd, maar ook in rivierdalen, beken,<br />
bronnen en meertjes. Dat zijn dus allemaal vochtige<br />
plaatsen. Het was vaak moeilijk om op die plekken te<br />
komen en het was er gevaarlijk. Ook hadden die<br />
vochtige plaatsen nogal eens last van laaghangende<br />
mist. Dat maakte deze plekken geheimzinnig en<br />
onheilspellend. Daarom geloofden de mensen vroeger<br />
ook in witte wieven en andere wezens. Je moet ook<br />
niet vergeten dat de mensen in het verleden te maken<br />
hadden met natuurverschijnselen, ziektes en ander<br />
onheil dat niet verklaard kon worden. Ze dachten dan<br />
dat het te maken had met slechte personen of met<br />
boze goden. Afb. 6) Mist in het veen<br />
Het is dus niet gek dat de mensen de goden gunstig wilden stemmen. Een offer, een cadeau voor<br />
een god, was daarvoor heel geschikt. Het leggen van waardevolle spullen in venen, rivieren of<br />
andere vochtige plaatsen was dus een manier van de mensen om in contact te komen met de<br />
goden. We kunnen alleen nooit zeggen waarom een bepaald voorwerp in het veen is gelegd. Daar<br />
kunnen verschillende redenen voor zijn. Misschien was het een dankoffer voor het beter worden<br />
van een zieke of voor een goede oogst. Misschien was het een offer om hulp te vragen tegen de<br />
vijand of omdat iemand gewoon iets heel graag wilde hebben. Maar dat zullen we nooit weten.<br />
9
WAS <strong>HET</strong> <strong>MEISJE</strong> <strong>VAN</strong> <strong>YDE</strong> EEN OFFER?<br />
Behalve voorwerpen werden er ook mensenoffers gebracht en vaak in venen neergelegd.<br />
Mensenoffers waren de grootste offers die de mensen konden brengen. Ze waren bedoeld om de<br />
goden te bedanken of om hulp te vragen. Het kon zijn dat er een mensenoffer werd gebracht<br />
omdat er een erge noodsituatie was zoals droogte, ziekte of oorlog. Maar ook de dood van een<br />
belangrijk persoon, een zwaar misdrijf of de vraag om een goede oogst kon een reden daarvoor<br />
zijn.<br />
Omdat veen vroeger een heel belangrijke betekenis heeft gehad, mag je aannemen dat de meeste<br />
spullen en mensen die in het veen zijn gevonden, offers zijn geweest. Het meisje van Yde hoort<br />
daar ook bij. Dat zorgt natuurlijk wel voor heel veel vragen: wie waren erbij, hoe was de ceremonie<br />
gegaan, wie trok de schuifknoop aan en is dit bij het veentje gebeurd of ergens anders? We<br />
kunnen hierbij alleen maar bedenken hoe het moet zijn gebeurd. Omdat het een belangrijke sociale<br />
gebeurtenis geweest zou zijn, zullen er best veel mensen aanwezig zijn geweest. De ceremonie zou<br />
geleid zijn door één van de oudste mannen van de familiegroep van het meisje. Het is mogelijk dat<br />
hij bepaalde waarnemingen heeft gedaan, bijvoorbeeld het ‘lezen’ van houtspanen op een wit doek.<br />
Hiermee kon hij het meest geschikte tijdstip bepalen. Het was misschien dezelfde man die later de<br />
knoop van het bandje heeft aangetrokken waardoor het meisje stierf. Misschien bleef het niet<br />
alleen bij wurgen, maar stak hij ook een mes in haar keel. Net boven het linker sleutelbeen is<br />
namelijk een groef te zien. Deze kan door een messteek ontstaan zijn, het kan ook zo zijn dat de<br />
snee pas na haar dood is ontstaan. Het ritueel kan op verschillende plekken uitgevoerd zijn. De<br />
plaats waar het meisje gewurgd is zou ergens anders gebeurd kunnen zijn dan waar ze in het veen<br />
is gelegd.<br />
Wat wilden de mensen eigenlijk met dit offer? Sommige archeologen denken dat dit soort<br />
mensenoffers – het meisje van Yde is niet de enige – iets met vruchtbaarheid te maken hebben.<br />
Een Deense onderzoeker dacht dat deze offers met het voorjaar te maken hadden. We weten<br />
alleen niet in welk seizoen het meisje is geofferd. Een andere reden kon de onrustige tijd zijn<br />
waarin het meisje leefde. In de eerste eeuw na Christus waren er namelijk veel oorlogen met<br />
bijvoorbeeld de Romeinen, en ruzies met andere groepen en families. Deze tijd van stress kon dus<br />
een reden zijn om mensenoffers te brengen om bijvoorbeeld de goden te vragen voor vrede.<br />
En waarom werd juist het meisje van Yde uitgekozen? Het antwoord is niet zeker. Had het iets te<br />
maken met de bochel in haar rug dat alleen maar erger zou worden? Dat kan, maar er zijn ook<br />
andere mogelijkheden. Daarvoor kijken we naar het haar.<br />
Burgemeester Aalfs van Yde had al gezien dat er iets met het haar aan de hand was. De<br />
rechterkant van de schedel was geschoren terwijl de linkerhelft het normale haar nog had. Als je<br />
nu naar de schedel kijkt zie je op de rechterhelft stoppels en op de andere helft hier en daar wat<br />
langere plukken. Het haar van het meisje was dus kort voor haar dood, misschien wel op de dag<br />
zelf, kortgeknipt. Tacitus, een Romeinse schrijver, heeft geschreven over de Nederlanders uit de<br />
eerste eeuw na Christus. Hij schrijft ook over het afknippen van vrouwenhaar. Daar vertelt hij bij<br />
dat het afknippen van het haar een bestraffing is. Misschien is het meisje van Yde dus wel als offer<br />
uitgekozen omdat ze iets gedaan had dat heel erg fout was. Maar misschien betekende het<br />
afknippen van het haar wel wat anders, iets dat Tacitus niet heeft opgeschreven.<br />
Veel over de laatste dag van het meisje van Yde is onzeker. Eigenlijk kan iedereen de details zelf<br />
invullen. Wat zeker is, is dat ze te vroeg is overleden. Maar in het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong> heef ze eigenlijk<br />
een tweede leven gekregen. Ze heeft zelfs haar gezicht teruggekregen. Daarover gaat het in het<br />
volgende hoofdstuk.<br />
10
4 EEN NIEUW GEZICHT<br />
Het gezicht van het meisje van Yde ziet er gerimpeld<br />
en uitgedroogd uit en ze heeft maar één tand. Het<br />
lijkt helemaal niet op het gezicht van een jong<br />
meisje, maar van een oude vrouw. Er is geprobeerd<br />
om het meisje weer een gezicht te geven. Daarvoor<br />
moest ze naar het buitenland en mocht ze voor het<br />
eerst in een vliegtuig!<br />
In 1993 ging ze naar Manchester in Engeland. Daar<br />
werkt Richard Neave, een man die veel doet in<br />
opdracht van de politie. Hij geeft mensen namelijk<br />
weer een gezicht. Wanneer er bijvoorbeeld een lijk<br />
gevonden wordt die niet meer te herkennen is, dan<br />
maakt hij aan de hand van de schedel het hoofd na<br />
met klei. Meestal kan de familie het gezicht dan herkennen. Dit heeft hij ook<br />
met het meisje van Yde gedaan. Afb 7) Dr. Richard Neave<br />
Omdat het lijk niet beschadigd mocht worden hebben ze van het meisje een CT-scan gemaakt. Met<br />
deze scan kan door de huid gekeken worden. Dat is hetzelfde als je in het ziekenhuis een<br />
röntgenfoto laat maken als je iets gebroken hebt. De scan maakt heel veel foto’s van de schedel en<br />
op de computer komt dan een digitaal plaatje van de schedel. De schedel van het meisje van Yde<br />
is niet meer helemaal heel. Er zit een gat in en er zijn een heleboel losse stukjes bot. Met de<br />
computer werd de digitale schedel weer in elkaar gezet als een puzzel. Daarna werd er met de<br />
computer een schedel uit kunststof gesneden. Daarna kwamen de volgende stappen in een vaste<br />
volgorde:<br />
In de schedel werden eerst de oogballen aangebracht. Daarna werden er 24 houten pennetjes in<br />
voorgeboorde gaatjes gestopt. Het uitstekende stokje gaf de dikte aan van de spieren en de huid.<br />
Na het vastzetten van de pennetjes werd de schedel ‘aangekleed’ met klei. Eerst kwamen de<br />
belangrijkste spieren, spierbundels en daarna de klieren in de nek en het gezicht. Dan kwam het<br />
onderhuidse weefsel en de huid zelf. Nergens mocht de klei dikker zijn dan de lengte van de<br />
pennetjes.<br />
De neus en de mond waren het moeilijkste om te maken. Toen dit af was, was er alleen maar een<br />
hoofd van klei zonder ogen en zonder haar. Daarom moest er een hoofd van was worden gemaakt.<br />
In het wassen hoofd werden kunstogen gezet en de huidskleur werd zo goed mogelijk nagemaakt.<br />
Als laatste werden de haren er één voor één ingezet. Dat haar was niet rood, maar blond. Als je<br />
naar het meisje van Yde kijkt, dan zie je dat er rode haren liggen. Die kleur komt door het veen.<br />
Het veen maakt namelijk alles rood en bruin. De haren van het meisje zijn daarom onderzocht om<br />
te kijken naar haar eigen kleur. De haarkleur zit namelijk opgeslagen in pigmentkorrels. Zo hebben<br />
ze ontdekt dat ze blond was. Ook heeft ze krullend haar. Dat kunnen ze zien aan de vorm van de<br />
haarzakjes. Het haarzakje zit in je hoofd waar de haar uit groeit. De vorm van het zakje zorgt er<br />
voor dat je steil, krullend of kroeshaar hebt.<br />
Volgens Richard Neave zou de moeder van het meisje van Yde haar meteen herkennen. Zo erg zal<br />
het beeld op het echte meisje lijken. Er zijn slechts twee dingen die niet zeker zijn. Dat zijn de<br />
kleur van de ogen en de vorm van het topje van haar neus.<br />
Met dit beeld staan we oog in oog met iemand die in een heel andere tijd leefde. Iemand die<br />
andere gewoonten en gebruiken had, andere kleding droeg en in een heel ander huis woonde.<br />
Daarover gaat het volgende hoofdstuk.<br />
Afb. 8)<br />
Ge<br />
zichtsreconstructie<br />
11
5 <strong>HET</strong> LEVEN ROND <strong>HET</strong> BEGIN <strong>VAN</strong> DE JAARTELLING<br />
Stel je eens voor dat je in een wereld leeft waar een heleboel normale dingen niet bestaan. Dus<br />
geen steden, winkels, ziekenhuizen, wegen, auto’s, fietsen, computers, telefoons en iPods. Zelfs<br />
geen gewone ding als papier. In zo’n wereld zou je bijna niet meer kunnen leven.<br />
Het meisje van Yde heeft wel geleefd zonder al deze dingen. Zij leefde rond het begin van de<br />
jaartelling, zo rond het jaar 0. Het was een wereld van houten boerderijen, gereedschappen van<br />
ijzer, karren met houten wielen, met de hand gemaakte potten en simpele bronzen sieraden. Er<br />
stierven in die tijd veel kinderen en de mensen werden niet oud. Er waren altijd wel ruzies met<br />
andere groepen uit de buurt en oorlog was heel normaal. Ook deden ze aan toekomst voorspellen.<br />
Dat deden ze door houtspanen op een wit doek te gooien of te luisteren naar het gehinnik van de<br />
paarden. Zo konden ze bijvoorbeeld kijken of ze een vijand meteen moesten aanvallen of dat ze<br />
beter nog even konden wachten.<br />
Drenthe zag er 2000 jaar geleden heel anders uit dan nu. In die tijd had Drenthe nog veel loofbos.<br />
In die bossen leefden verschillende soorten wilde dieren, zoals wolven, beren, wilde zwijnen,<br />
edelherten, elanden, reeën, oerossen en lynxen. In de beken zwommen veel vissen en ook de<br />
bever en de otter leefden daar. De beekdalen waren nog niet veranderd in weilanden, maar waren<br />
begroeid met elzebroekbos. En er was veel hoogveen. De kleine en grote venen waren nog niet<br />
beschadigd en bedekten grote delen van Drenthe. Het veen had ook een hele belangrijke betekenis<br />
in het leven van het meisje van Yde en haar tijdgenoten. Ze hadden er ontzag en respect voor<br />
omdat ze dachten dat er goden woonden.<br />
WOONPLAATS EN HUIS<br />
Het meisje van Yde zal niet ver van het veentje waar ze is gevonden, gewoond hebben. Er is een<br />
kans dat op de es van Yde een nederzetting, een klein dorpje, heeft gelegen. Een es is een stuk<br />
grond die een beetje bol staat. Het is zo bol geworden doordat er eeuwenlang mest en<br />
heideplaggen op die plek zijn opgehoopt. Vaak worden er op de <strong>Drents</strong>e essen veel archeologische<br />
vondsten gedaan. Zo worden er plattegronden van boerderijen en bijgebouwtjes gevonden en<br />
kuilen waar afval in werd gegooid.<br />
Een nederzetting was nooit heel groot. Er stonden ongeveer vier of vijf huizen bij elkaar. Het<br />
meisje heeft dus in een gehucht gewoond. Hoe het huis waarin ze geboren en opgegroeid is er<br />
precies uitziet, weten we natuurlijk niet. De es van Yde is namelijk nooit onderzocht. Maar haar<br />
huis zal wel geleken hebben op de huizen die in het <strong>Drents</strong>e Noordbarge zijn opgegraven. De<br />
plattegronden die ze daarvan vonden, bestonden uit greppels en paalgaten. De greppel laat zien<br />
waar de wand heeft gestaan. Daar waar de greppel onderbroken is, hebben ingangen gezeten. De<br />
kuilen in het midden van de plattegrond geven de plaats aan waar de palen hebben gestaan die de<br />
wand en het dak droegen. De palen in het huis waren niet met spijkers aan elkaar gemaakt. Alles<br />
werd met gevorkte palen gedaan, gaten waar houten pennen in werden gezet en touw. De<br />
huiswand zal gemaakt zijn van vlechtwerk besmeerd met leem. Het dak zal ver hebben uitgestoken<br />
om deze wand te beschermen tegen weer en<br />
wind. Het dak zelf was gedekt met stro of<br />
riet.<br />
Een deel van het huis werd gebruikt als stal<br />
voor het vee. Mensen en dieren woonden dus<br />
onder hetzelfde dak. In de stal konden koeien<br />
staan. Maar koeien waren niet de enige<br />
huisdieren. Ook waren er paarden, varkens,<br />
schapen en ook wel geiten. Op het erf liepen<br />
honden en ganzen rond, maar nog geen<br />
kippen en katten. De dieren werden niet<br />
alleen voor het vlees gehouden, maar voor<br />
zoveel mogelijk dingen gebruikt. De melk van<br />
koe, schaap en geit werd gedronken of er<br />
werd boter, kaas en karnemelk van gemaakt.<br />
Afb. 9) IJzertijdboerderij in Orvelte<br />
12
Koeien en paarden werden gebruikt om op te rijden of om karren mee te<br />
trekken. Van de huiden van de runderen werd leer gemaakt. Van<br />
schapenwol werd kleding gemaakt en van paardenhaar dekens en touwen.<br />
Zelfs de botten werden gebruikt. Daar maakten ze kammen en naalden van. Van vogels konden ze<br />
het vlees, maar ook de eieren en de veren gebruiken.<br />
Het meisje van Yde woonde dus in een woon-stalhuis. Hoe groot het gezin was dat er woonde<br />
weten we niet. Maar het was wel mogelijk dat er drie generaties in één huis woonde. Dat betekent<br />
dat het meisje in één huis woonde met haar ouders én grootouders. Iedereen leefde in hetzelfde<br />
gedeelte. Niemand had daar echt een kamer voor zichzelf, zoals je dat nu wel hebt.<br />
Het gedeelte waarin ze woonden werd verwarmd door een haardvuur. Daar werd ook op gekookt.<br />
In hetzelfde deel van de boerderij stonden waarschijnlijk heel eenvoudige houten meubels. Hoe de<br />
tafel, banken en bedden eruitzagen, weten we niet. Er zijn nog nooit prehistorische tafels en<br />
stoelen teruggevonden. Langs de muren stonden voorraadpotten en potten voor het koken. Deze<br />
waren met de hand gemaakt. Ook stonden daar gevlochten manden. Het bestek was heel simpel<br />
en gemaakt van hout en bot.<br />
<strong>HET</strong> DAGELIJKSE WERK<br />
De vader en moeder van het meisje van Yde waren boer en boerin. Het ploegen, inzaaien en<br />
oogsten van de akkers waren belangrijke momenten in het jaar. Het land werd bewerkt met een<br />
ploeg of een eergetouw, getrokken door ossen. Op het land verbouwde haar vader tarwe, gerst,<br />
gierst en misschien rogge. Ook werden er vlas en tuinbonen verbouwd. Het graan werd geoogst<br />
met ijzeren sikkels. Dit graan werd dan verzameld in kleine graanschuurtjes.<br />
De moeder van het meisje maalde het graan op ronde maalstenen. Van het meel bakte zij kleine<br />
broden die een beetje plat waren. Ook maakte zij graanpap. Voor een beetje extra smaak werden<br />
er verse bosvruchten in de pap gedaan. Verder werden er ook kazen gemaakt. De mensen dronken<br />
in die tijd water, melk, honingdrank en bier. Wijn kenden ze in dit gebied nog niet.<br />
De vader van het meisje deed dus het werk op het land. Haar moeder maalde niet alleen graan. Ze<br />
maakte ook de potten en kannen, moest het garen spinnen en werkte met het weefgetouw. Met<br />
een weefgetouw kon ze stoffen weven. Daar maakte ze linnen en wollen kleding van voor het<br />
gezin. Op zo’n weefgetouw heeft het meisje van Yde samen met haar moeder de mantel gemaakt<br />
die in 1897 gevonden is. Ze zijn daar samen zeker een winter mee bezig geweest. En hoe zag de<br />
rest van de kleding er eigenlijk uit? Wat hadden haar vader en moeder aan?<br />
DE KLEDING<br />
Veel mensen denken dat de kleding in het begin van de jaartelling bestond uit dierenvellen. Als je<br />
naar het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong> gaat moet je maar eens helemaal naar boven kijken bij de ingang. Daar<br />
staat ‘de Germaan’. Hij heeft alleen maar een leren onderstuk aan en voor de rest is hij naakt. De<br />
vader van het meisje van Yde heeft zeker weten niet zo rondgelopen. Het weer was ongeveer<br />
hetzelfde zoals in onze tijd. Het zou dus heel ongezond zijn om zo weinig kleren aan te trekken.<br />
Haar vader droeg een lange wollen broek. Deze werd<br />
opgehouden met een leren riem. Verder droeg hij een<br />
lang, wollen hemd met mouwen. Om de middel kon een<br />
wollen band of leren riem gedragen worden. Om zijn<br />
schouders droeg hij een kleurige wollen mantel.<br />
De moeder van het meisje droeg een lange jurk zonder<br />
mouwen. Een andere vorm was een lange wollen rok<br />
met een blouse zonder mouwen. Daar droeg ze een<br />
omslagdoek of een mantel bij. Haar lange haar droeg ze<br />
waarschijnlijk in een sprangnet. Vader en moeder<br />
hadden allebei schoenen aan die uit één stuk leer<br />
gemaakt waren.<br />
Afb. 10) Kleding<br />
13
Deze werden met een leren veter aangetrokken. Leer werd ook gebruikt<br />
voor het maken van capes. Een cape kon door mannen én vrouwen gedragen worden.<br />
GELOOF<br />
In de tijd van het meisje van Yde geloofden de mensen in verschillende goden.<br />
Het landschap had een grote rol in dat geloof. De Romeinse schrijver Tacitus<br />
schreef over heiligdommen in het bos, zoals tempeltjes. Op de vochtige plaatsen, zoals<br />
rivierdalletjes en grote en kleine venen, werden offers gebracht. Zo werden er bijvoorbeeld potten<br />
met eten inhoud in het veen gezet. Ook luxe dingen zoals bronzen mantelspelden werden geofferd.<br />
Maar ook voorwerpen zoals maalstenen, eergetouwen en hoorns van runderen werden in het veen<br />
gelegd. Dit kan door een boer gedaan zijn die bijvoorbeeld vraagt om een goede oogst en om de<br />
geboorte van meer kalfjes.<br />
STAMMEN EN FAMILIEGROEPEN<br />
In de buurt van het gehucht waar het meisje van Yde woonde, waren natuurlijk meer kleine<br />
woonplaatsen. De mensen die in de verschillende plaatsjes woonden hadden een band met elkaar.<br />
Ze hoorden bij dezelfde stam. Deze stam had ook een naam. Er was niet één leider die zei wat er<br />
gedaan moest worden. De stam bestond uit kleinere groepen die zelfstandig waren. In die groepen<br />
leefden weer familiegroepen. Belangrijke beslissingen werden gemaakt door de oudsten uit die<br />
familiegroep. Sommige families waren belangrijker dan andere en hadden meer te zeggen.<br />
Tacitus, de Romeinse schrijver, heeft een heleboel namen van Germaanse stammen opgeschreven.<br />
Hij gaf ook aan waar ze ongeveer woonden. Helaas heeft hij dat niet zo precies gedaan. Er kunnen<br />
geen grenzen getekend worden. Juist voor Drenthe weten we bijna niets zeker. Misschien hoorde<br />
een deel van Drenthe bij de Frisii (Friezen). Het oosten van Drenthe hoorde misschien bij de<br />
Amsivarii (Amsivariërs). We weten het niet zeker, dus het kan ook anders zijn. Tacitus heeft<br />
namelijk niet alle namen opgeschreven. Misschien woonde er in Drenthe wel een stam die nooit is<br />
opgeschreven. Te onbelangrijk dus om te noemen. Afb. 11) Germaanse stammen<br />
14
6 SAMENVATTING<br />
Je hebt net allemaal informatie kunnen lezen over het meisje van Yde. Wat weten we nu allemaal<br />
over haar?<br />
Op 12 mei 1897 is het meisje gevonden in het veen door twee veenarbeiders. Deze mannen<br />
schrokken zich een hoedje en hebben haar weer in het veen laten vallen. Een paar dagen later<br />
haalden ze de politie en de burgemeester erbij. Maar niemand wist iets van een moord. Weer wat<br />
later kwam er iemand van het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong> om het lijk te bekijken. Maar ondertussen hadden<br />
nieuwsgierige mensen het veenlijk beschadigd. Er waren tanden en botten weg. De man van het<br />
museum heeft het meisje van Yde mee naar het museum genomen. Daar ontdekten ze dat ze al<br />
een paar eeuwen oud moest zijn. Pas in 1988 konden ze goed onderzoeken uit welke tijd ze kwam.<br />
Ze hebben toen ontdekt dat ze heeft geleefd in de periode tussen 54 voor Chr. en 128 na Chr. De<br />
tijd aan het begin van onze jaartelling.<br />
Door allerlei onderzoeken hebben ze steeds meer ontdekt over het meisje van Yde. Hieronder staat<br />
een omschrijving van het meisje en haar tijd.<br />
Het meisje van Yde was een ongeveer 16 jaar, 1.40 meter lang en ze had blonde, krullende haren.<br />
Ze liep niet helemaal recht, ze had namelijk scoliose. Dat is een ziekte waarbij de ruggenwervel<br />
scheef groeit. Ze woonde in een gehucht van ongeveer vijf boerderijen. Samen met haar familie<br />
leefde ze met de dieren onder één dak. Een eigen kamer had ze niet. Ze kleedde zich in een lange<br />
jurk of in een rok met een blouse. Om het wat warmer te krijgen deed ze een omslagdoek om haar<br />
schouders of droeg ze een mantel.<br />
Haar vader was boer. Hij werkte op het land om het land te ploegen, het graan te zaaien en te<br />
oogsten. Haar moeder was boerin. Het meisje van Yde hielp haar altijd. Zo moest er graan<br />
gemalen worden, moesten er weer nieuwe potten gebakken worden en waren er weer nieuwe<br />
kledingstukken nodig. Samen met haar moeder heeft ze ook haar eigen wollen mantel geweven. Er<br />
waren alweer een paar gaten in gekomen, maar die had ze weer gemaakt. Ze maakten niet alleen<br />
kleding van wol, maar ook van leer en linnen.<br />
Als het meisje om zich heen keek zag ze veel bos. Daar leefden de reeën en de zwijnen, maar ook<br />
de wolven en de beren. In de beekjes in de buurt zwommen de vissen en de bevers. En er was<br />
veen. Veel veen. Daar kon ze maar beter niet in haar eentje rond gaan lopen. Het was daar<br />
gevaarlijk. Maar er leefden ook geesten en goden. Tenminste, dat geloofde het meisje en haar<br />
familie. Die goden konden ze maar beter tevreden houden en ze legden wel eens kostbare<br />
spulletjes in het veen. Dat was dan een cadeau voor een god, een offer. Dat ze zelf geofferd ging<br />
worden kon het meisje misschien niet bedenken. Toch is dat gebeurd.<br />
Zestien jaar werd ze. Langer mocht ze niet leven. Ze is met een bandje om haar hals gewurgd en<br />
er is een mes in haar hals gestoken op de plek van de halsslagader. Zo is haar leven beëindigd.<br />
Over de rest van het hoe en wat op haar laatste dag, daar zullen we naar moeten raden. Was ze<br />
geofferd omdat er oorlog op komst was? Hadden ze een slechte oogst gehad? Of wilden ze de<br />
goden danken? Dat kan helaas niemand ons meer vertellen…<br />
Tweeduizend jaar later ligt het meisje in het <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong>. Veel mensen willen haar zien, maar<br />
sommigen vinden het eigenlijk ook wel eng. Dat is helemaal niet gek, want ooit was ze een levend<br />
meisje. Maar door haar kunnen we ook in het verleden kijken. Ze heeft in 1993 zelfs weer haar<br />
eigen gezicht gekregen. Je kan dus eigenlijk zeggen dat ze een tweede leven heeft gekregen. Dat<br />
maakt haar ook best bijzonder. In ieder geval is het meisje van Yde beroemd. Ook al weet ze het<br />
zelf niet…<br />
15
WAAR KOMEN DE PLAATJES <strong>VAN</strong>DAAN?<br />
Afb. 1 – <strong>Drents</strong> <strong>Museum</strong><br />
Afb. 2 – The Myserious Bog People - www.bogpeople.org<br />
Afb. 3 – Vlaams Instiuut voor Onroerend Erfgoed - www.vioe.be<br />
Afb. 4 – Het meisje van Yde - Wijnand van der Sanden<br />
Afb. 5 – Den Blauwen Swaen - www.denblauwenswaen.nl<br />
Afb. 6 – Jupier Images - www.jupiterimages.com<br />
Afb. 7 – The Myserious Bog People - www.bogpeople.org<br />
Afb. 8 – The Myserious Bog People - www.bogpeople.org<br />
Afb. 9 – De Nostalgie – www.de-nostalgie.nl<br />
Afb. 10 – Historisch Openluchtmuseum Eindhoven - www.historisch-openluchtmuseumeindhoven.nl<br />
Afb. 11 – Ivan’s World Website – ivan.ahk.nl<br />
16